Gemeenteblad van Zevenaar
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zevenaar | Gemeenteblad 2018, 254158 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zevenaar | Gemeenteblad 2018, 254158 | Beleidsregels |
Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen UNOG gemeente Zevenaar 2018
Het college van de gemeente Zevenaar,
overwegend dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen met het oog op een zorgvuldige afdoening van eventuele aanvragen voor nadeelcompensatie als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Zevenaar,
gelet op de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Zevenaar 2018 (hierna aan te duiden als: “de AVOI”) maar ook de Algemene wet Bestuursrecht (artikel 3:4, lid 2 en het bepaalde in Titel 4.3);
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1 Begrippen uit Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI)
De begripsbepalingen van de AVOI zijn op deze regeling van toepassing tenzij daarvan nadrukkelijk wordt afgeweken door het bepaalde in artikel 2.
In deze regeling wordt verstaan onder:
Burgemeester en wethouders dragen in het geval zoals genoemd in het tweede lid van dit artikel, de zorg dat de ongestoorde ligging van kabels en/of leidingen wordt gehandhaafd door middel van het desgevraagd vooraf aan de netbeheerder verlenen van een recht van opstal voor die kabels en/of leidingen. De kosten voor het vestigen van een zakelijk recht komen in dat geval voor rekening van de netbeheerder.
2.01 Nadeelcompensatie algemeen
Indien een netbeheerder ten gevolge van een verzoek, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale maatschappelijke risico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college hem op zijn aanvraag een vergoeding toe, in de vorm van nadeelcompensatie.
2.02 Nadeelcompensatie voor het geval de kabel en/of leiding van belanghebbende ligt in openbare ruimte
Artikel 6 Nadeelcompensatie binnen 5 jaar na aanleg
Als de netbeheerder binnen vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van het instemmingsbesluit of vergunning maatregelen moet nemen wat betreft kabels en/of leidingen op grond van een verzoek, bedraagt de nadeelcompensatie 100% van het schadebedrag. Dit geldt zowel voor droge, natte als Liander infrastructuur.
Artikel 7 Nadeelcompensatie na 5 jaar tot en met 15 jaar dan wel na 5 jaar tot en met 30 jaar na aanleg
Voor droge infrastructuur geldt dat als de netbeheerder maatregelen moet nemen wat betreft kabels en/of leidingen op grond van een verzoek in de periode gelegen na vijf jaar tot en met vijftien jaar, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van het betrokken instemmingsbesluit of vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag na vijf jaar tot 0% na vijftien jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 2.
Voor natte infrastructuur geldt dat als de netbeheerder maatregelen moet nemen wat betreft kabels en/of leidingen op grond van een verzoek in de periode gelegen na vijf jaar tot en met dertig jaar, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van het betrokken instemmingsbesluit of vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag na vijf jaar tot 0% na dertig jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 3.
Voor Liander infrastructuur geldt dat als Liander maatregelen moet nemen wat betreft kabels en/of leidingen op grond van een verzoek in de periode gelegen na vijf jaar tot en met dertig jaar, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van het betrokken instemmingsbesluit of vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag na vijf jaar tot 0% na dertig jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 3.
Artikel 8 Geen nadeelcompensatie na vijftien jaar c.q. na dertig jaar na aanleg
Als de netbeheerder maatregelen moet nemen wat betreft kabels en/of leidingen op grond van een verzoek na vijftien jaar (droge infrastructuur) c.q. dertig jaar (natte infrastructuur en Liander infrastructuur), gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van zijn instemmingsbesluit of vergunning, wordt er geen nadeelcompensatie uitgekeerd.
2.03 Nadeelcompensatie ingeval de kabel en/of leiding van de belanghebbende niet ligt in openbare ruimte
Artikel 9 Nadeelcompensatie niet-openbare ruimte met rechten
De nadeelcompensatie bedraagt 100% van het schadebedrag (zie bijlage 4), als:
Artikel 10 Nadeelcompensatie niet-openbare ruimte zonder rechten
Rusten op de kabel en/of leiding van de netbeheerder geen van de rechten bedoeld in artikel 9, dan is het basisbedrag van de nadeelcompensatie gelijk aan de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten (zie bijlage 5). De materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.
2.04 Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie
Artikel 11 Gezamenlijke opdracht om schade beperken
Het college en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen wat betreft kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken.
Artikel 12 Afwijken in bijzondere gevallen
Als in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de netbeheerder moet blijven dan uit de toepassing van de paragrafen 2.02 of 2.03 voortvloeit, kan het college van de bepalingen van die paragrafen gemotiveerd afwijken.
Artikel 13 Tijdelijke maatregelen
Als vanwege het werk sprake is van meerdere (tijdelijke) maatregelen wat betreft dezelfde kabel en/of leiding, is op de eerste tijdelijke maatregel deze regeling (zoals aangegeven in paragraaf 2.02) van toepassing en komen de kosten van de overige maatregelen ten laste van de gemeente.
Artikel 14 Voorziene verlegging binnen 5 jaar
Geen nadeelcompensatie vindt plaats als in het instemmingsbesluit of vergunning een bepaling is opgenomen dat binnen een periode van vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van het instemmingsbesluit of vergunning, het nemen van maatregelen wat betreft de desbetreffende kabel en/of leiding is te voorzien in verband met binnen die periode uit te voeren werkzaamheden in de openbare ruimte waarin, of waarop de kabel en/of leiding is gelegen en in deze periode daadwerkelijk een verzoek als bedoeld in artikel 17 van deze regeling wordt gegeven.
Hoofdstuk 3 Bepalingen van procedurele aard
Artikel 16 Afstemming volgens maatschappelijk laagste kosten
Het college streeft naar overeenstemming met de netbeheerder over het nemen van maatregelen wat betreft kabels en/of leidingen (een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten), uitvoering en planning. Het college voert hiertoe vooroverleg met de netbeheerder.
Artikel 17 Schriftelijke melding van noodzaak van maatregelen
Het college neemt het besluit tot een schriftelijk verzoek voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, op grond van de AVOI, zo mogelijk op basis van overeenstemming zoals bereikt in het vooroverleg, als bedoeld in artikel 16. In het schriftelijk verzoek is een omschrijving van het werk opgenomen met vermelding van het nemen van noodzakelijke maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen. Als sprake is van aanwezige kabels en/of leidingen die niet noodzakelijk verlegd moeten worden zal de netbeheerder de gelegenheid krijgen om op eigen kosten die kabels en/of leidingen te vervangen of te verwijderen.
3.02 Aanvraag om vaststelling nadeelcompensatie
Artikel 18. Vaststellen jaar van aanleg
Als niet kan worden aangetoond op welke datum instemmingsbesluit of vergunning is verleend dan wel op welke datum het leggen is aangevangen, wordt ervan uit gegaan dat de betreffende kabel en/of leiding langer dan vijftien jaar (droge infrastructuur) c.q. dertig jaar (natte infrastructuur en Liander infrastructuur) aanwezig is.
Artikel 19. Aanvraag om vaststelling van nadeelcompensatie
Belanghebbende dient zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen een termijn van vijf jaar nadat hij een verzoek heeft gekregen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen bij het college een aanvraag in om vaststelling van nadeelcompensatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het formulier, opgenomen in bijlage 1.
Hoofdstuk 4. Kostentechnische bepalingen
Artikel 23. De hoogte van de kosten
De hoogte van de kosten voor het nemen van maatregelen wat betreft kabels en/of leidingen wordt vastgesteld op basis van de hierna volgende bepalingen. De kosten worden vastgesteld aan de hand van werkelijke kosten voor het nemen van de maatregelen. De kosten worden onderscheiden in:
Bijlage 2. Schaderegeling voor kabels en/of leidingen (droge infrastructuur) die liggen in openbaar gebied
Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding, kosten voor het uit en in bedrijf stellen, uitvoeringskosten en de materiaalkosten.
Bijlage 3. Schaderegeling voor kabels en/of leidingen (natte infrastructuur en Liander infrastructuur) die liggen in openbaar gebied
Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding, kosten voor het uit en in bedrijf stellen, uitvoeringskosten en de materiaalkosten.
Bijlage 4. Schadevergoedingsregime voor kabels en/of leidingen die niet liggen in de openbare ruimte met zakelijke recht, grondeigendom of BP-gedoogplicht2
Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding, kosten voor het uit en in bedrijf stellen, uitvoeringskosten en de materiaalkosten.
Bijlage 5. Schadevergoedingsregime voor kabels en/of leidingen die niet liggen in openbare ruimte zonder zakelijk recht, eigendom of BP-gedoogplicht3
Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding, kosten voor het uit en in bedrijf stellen, uitvoeringskosten en de materiaalkosten.
Toelichting Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen UNOG
Met enige regelmaat komt het voor dat de gemeente bij de uitvoering van haar taken ter behartiging van het algemeen belang besluiten neemt, dan wel werken uitvoert of doet uitvoeren, waardoor één of meer burgers of bedrijven onevenredig zwaar worden benadeeld. Deze besluiten of feitelijke handelingen zijn rechtmatig. Toch kan er onder omstandigheden een verplichting tot vergoeden van schade ontstaan. Deze verplichting is gebaseerd op het rechtsbeginsel van "égalité devant les charges publiques" (gelijkheid van openbare lasten).
Het college is krachtens artikel 4:81 Awb bevoegd tot het vaststellen van beleidsregels met betrekking tot een haar toekomende of onder haar verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door haar gedelegeerde bevoegdheid. Met het vaststellen van deze nadeelcompensatieregeling voor kabels en leidingen wordt beoogd een regeling in het leven te roepen op grond waarvan benadeelden voldoende zekerheid wordt verschaft op welke wijze een aanvraag om nadeelcompensatie kan worden ingediend en volgens welke normen het eventuele nadeel dat niet ten laste van de benadeelde behoort te blijven, zal worden vergoed. De regeling roept geen nieuwe aansprakelijkheden in het leven, die naar de huidige stand van het recht niet reeds bestaan.
De gemeente zal alle binnen haar grondgebied aanwezige netbeheerders in een zo vroeg mogelijk stadium informeren over haar plannen. Daartoe worden op reguliere basis coördinatie overleggen kabels en leidingen gehouden, waarvoor alle netbeheerders worden uitgenodigd. Doel van deze (niet vrijblijvende) bijeenkomsten is elkaar te informeren over de (wederzijdse) plannen ten aanzien van werkzaamheden en projecten in de infrastructuur. De netbeheerders hebben dus ook een inspanningsverplichting om de gemeente te informeren. De planningen die onder andere besproken worden zijn meerjarenplannen, jaarplannen en plannen die op korte termijn worden gerealiseerd.
De regeling is gebaseerd op de binnen de gemeente te voorziene planningshorizon. De gemeente gaat er vanuit dat binnen 5 jaar na het verlenen van een instemmingsbesluit voor het leggen van een kabel en/of leiding in de openbare ruimte de gemeente geen werkzaamheden uitvoert, die verlegging van een conform een instemmingsbesluit (of in het verleden conform een vergunning) aangelegde kabel en/of leiding noodzakelijk maakt. Na deze 5 jaar wordt voor droge infrastructuur een periode van 6 t/m 15 jaar gehanteerd, waarbij het bedrag van nadeelcompensatie trapsgewijs wordt afgebouwd van 80% naar 0%. Voor natte infrastructuur en Liander infrastructuur wordt een termijn gehanteerd van 6 t/m 30 jaar, waarbij het bedrag van nadeelcompensatie trapsgewijs wordt afgebouwd van 80% naar 0%. Voor meer informatie wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begrippen uit Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI)
Aangezien de nadeelcompensatieregeling is gebaseerd op de AVOI zijn de daar gedefinieerde begrippen ook hier van toepassing.
Telecommunicatiekabels zijn uitdrukkelijk uitgezonderd van deze regeling. Deze kabels vallen onder de Telecommunicatiewet die voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en de kosten daarvan een geheel eigen regeling kent.
Het centrale begrip in de nadeelcompensatieregeling is ‘schadebedrag’. Het schadebedrag omvat uitsluitend de kosten die gemaakt moeten worden bij het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, waaronder het verplaatsen. Uitgangspunt bij de bepaling van het schadebedrag bij het nemen van maatregelen zijn de werkelijke kosten. De werkelijke kosten omvatten alle directe kosten die de belanghebbende moet maken. Vermogensschade en inkomensschade worden niet als uitgangspunt genomen. Van het schadebedrag wordt een bepaald percentage als nadeelcompensatie uitgekeerd. De nadeelcompensatie wordt bepaald aan de hand van het bepaalde in deze regeling.
Behoeft geen verdere toelichting.
2.01 Nadeelcompensatie algemeen
Als het college van de gemeente Zevenaar het besluit neemt om een verzoek in te dienen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen – als gevolg van het voornemen tot uitvoering van een werk – en dit leidt voor een netbeheerder tot schade die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico mag worden gerekend, dan kan de netbeheerder nadeelcompensatie aanvragen. Op basis van deze regeling wordt bepaald of nadeelcompensatie toegekend wordt en hoe hoog het bedrag is dat wordt uitgekeerd.
Voor de hoogte van eventuele nadeelcompensatie zijn de artikelen in hoofdstuk 2 van de nadeelcompensatieregeling bepalend. De omvang van de nadeelcompensatie is afhankelijk van het schadebedrag. Het schadebedrag dient inzichtelijk te worden gemaakt aan de hand van de verschillende kostenposten.
2.02 Nadeelcompensatie voor het geval de kabel en/of leiding van belanghebbende ligt in openbare ruimte
Paragraaf 2.02 bepaalt de hoogte van de nadeelcompensatie als de te verleggen, te verwijderen of aan te passen kabel en/of leiding van de netbeheerder openbare ruimte.
Voor de vaststelling van de periode waarover nog nadeelcompensatie plaatsvindt is voor de overheid in beginsel de voorzienbaarheid het uitgangspunt. Welke periode kan worden overzien om te bepalen of een instemmingsbesluit of vergunning wordt afgegeven?
Voor natte infrastructuren spelen, in tegenstelling tot droge infrastructuren, naast voorzienbaarheid nog andere uitgangspunten een rol. De netbeheerder heeft onder andere in verband met zijn leveringszekerheid extra bescherming nodig dat deze specifieke kabels en/of leidingen voor een langere periode ongestoord in de grond mogen blijven liggen. Projecten waarvoor verlegging van natte infrastructuren toch noodzakelijk is, rechtvaardigen daarom het uitgangspunt dat de gemeente hiervoor over een periode van 30 jaar nadeelcompensatie verschuldigd is. Dit in tegenstelling tot de periode van 15 jaar nadeelcompensatie bij droge infrastructuren.
Liander infrastructuren zijn naar aanleiding van onderhandelingen met de netbeheerder gelijk getrokken met natte infrastructuren.
In bijlage 2 en bijlage 3 is met een grafiek en een tabel het schadevergoedingsregime opgenomen voor kabels en/of leidingen die onder de werkingssfeer van artikel 6, artikel 7 en artikel 8 vallen.
Artikel 6 Nadeelcompensatie binnen 5 jaar na aanleg
De periode van vijf jaren is de periode waarin redelijkerwijs voor de gemeente voorzienbaar is dat openbare ruimte plaats zullen gaan vinden. De termijn begint vanaf het moment van inwerkingtreding van het instemmingsbesluit of vergunning, dit omdat het moment van instemming of vergunnen vaststaat.
Artikel 7 Nadeelcompensatie na 5 jaar tot en met 15 jaar dan wel na 5 jaar tot en met 30 jaar na aanleg
De termijn vanaf zes tot en met vijftien jaren is de periode waarin de voorzienbaarheid steeds minder wordt. Voor natte infrastructuur en Liander infrastructuur is de termijn opgehoogd naar dertig jaar.
Artikel 8 Geen nadeelcompensatie na vijftien jaar c.q. na dertig jaar na aanleg
Werkzaamheden binnen het openbare gebied van de gemeente Zevenaar zijn niet te voorzien op een termijn van vijftien/dertig jaren of langer. Als een instemmingsbesluit of vergunning 15 jaar of langer geleden is afgegeven zal (bij droge infrastructuur) geen nadeelcompensatie worden uitgekeerd. De kosten voor het nemen van maatregelen worden in dat geval volledig tot het bedrijfsrisico van de netbeheerder gerekend. Voor natte infrastructuur en Liander infrastructuur zal geen nadeelcompensatie worden uitgekeerd na 30 jaar na aanleg.
2.03 Nadeelcompensatie ingeval de kabel en/of leiding van de belanghebbende niet ligt in openbare ruimte
Paragraaf 2.03 handelt over de hoogte van de nadeelcompensatie als de kabel en/of leiding van de netbeheerder verlegd, verwijderd of aangepast moet worden en niet in de openbare ruimte ligt.
Een verlegging van een kabel en/of leiding in niet-openbare grond is gezien vanuit het standpunt van deze nadeelcompensatieregeling altijd het gevolg van een verlegging van dezelfde kabel en/of leiding in openbare grond. Het is dus een oorzaak-gevolg kwestie.
Artikel 9 Nadeelcompensatie niet-openbare ruimte met rechten
Artikel 9 handelt over de situatie dat een kabel en/of leiding in openbaar gebied wordt verplaatst die gedeeltelijk ook op eigen terrein van de netbeheerder ligt. Het is mogelijk dat door de verplaatsing van de openbare kabel en/of leiding de niet-openbare kabel en/of leiding ook verplaatst dient te worden om de aansluiting op de openbare kabel en/of leiding te behouden. Dan dient de verplaatsing van de kabel en/of leiding gesplitst te worden in een gedeelte in openbare grond en een gedeelte in niet-openbare grond.
Voor de bepaling van de hoogte van de nadeelcompensatie is in dit artikel aangesloten bij hetgeen bepaald is in de Onteigeningswet. Dit betekent dat 100% van het schadebedrag vergoedt zal worden.
We onderscheiden de situaties dat sprake is van ligging van een kabel en/of leiding in grond die in eigendom is van netbeheerder zelf, de kabel en/of leiding met een zakelijk recht ligt en of een recht krachtens de Belemmeringenwet Privaatrecht (BP) rust op de kabel en/of leiding enerzijds en overige rechtsposities anderzijds. Het onderscheid wordt gemaakt in aansluiting op gelijke bepalingen in de Overeenkomst op rijksniveau (NKL 1999). Ingevolge de regels van het onteigeningsrecht kan aanspraak worden gemaakt op volledige schadeloosstelling in geval een kabel en/of leiding ligt in grond die in eigendom is van de netbeheerder, ingeval er een zakelijk recht rust op deze kabel en/of leiding of een BP-gedoogplicht bestaat.
Artikel 10 Nadeelcompensatie niet-openbare ruimte zonder rechten
Als de te verleggen, te verwijderen of aan te passen kabel en/of leiding niet in de openbare ruimte ligt en niet in grond van de netbeheerder, noch met een zakelijk recht of een gedoogplicht op basis van de Belemmeringenwet Privaatrecht, dan bestaat de nadeelcompensatie uit de kosten van ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De materiaalkosten en de kosten van uit en in bedrijfstellen worden niet vergoed.
2.04 Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie
Deze paragraaf bevat een aantal artikelen die betrekking hebben op de vaststelling van het bedrag van de nadeelcompensatie.
Artikel 11 Gezamenlijke opdracht om schade beperken
Partijen dienen, in het kader van de verwijdering, verlegging of aanpassing van een kabel en/of leiding schadebeperkend op te treden. Zij moeten rekening houden met de wederzijdse belangen bijvoorbeeld bij de technische oplossing of de keuze van het tracé. De te nemen maatregelen moeten gerealiseerd worden op basis van een technisch adequaat alternatief dat tegen de maatschappelijk laagste kosten gerealiseerd kan worden.
Artikel 12 Afwijken in bijzondere gevallen
Dit artikel betreft de zogenaamde hardheidsclausule. Als de netbeheerder of de gemeente kan aantonen dat door bijzondere omstandigheden toepassing van de paragrafen 2.02 of 2.03 van deze regeling tot een evident onredelijke nadeelcompensatie zou leiden, kan het college besluiten op basis van dit artikel de nadeelcompensatie aan te passen.
Artikel 13 Tijdelijke maatregelen
Als vanwege het werk sprake is van meerdere (tijdelijke) maatregelen, is op de eerste tijdelijke maatregelen deze nadeelcompensatieregeling van toepassing en komen de kosten van de overige maatregelen ten laste van de gemeente. Bedoeld worden meerdere tijdelijke maatregelen op dezelfde locatie in een voorzienbare periode van dezelfde kabel en/of leiding.
Artikel 14 Voorziene verlegging binnen 5 jaar
Als een instemmingsbesluit of vergunning wordt of is verleend aan een netbeheerder voor het leggen van een kabel en/of leiding op een locatie waarvan de gemeente vermoedt dat de kabel en/of leiding binnen 5 jaren verlegd zal moeten worden als gevolg van de uitvoering van haar werken en in het instemmingsbesluit of de vergunning daartoe een bepaling is opgenomen, dan zal geen nadeelcompensatie plaatsvinden.
Artikel 15 Geen voorziene verlegging na 5 jaar volgens instemmingsbesluit
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Hoofdstuk 3 Bepalingen van procedurele aard
Artikel 16 Afstemming volgens maatschappelijk laagste kosten
Het college voert vooroverleg met de netbeheerder nadat de netbeheerder geïnformeerd is over de plannen en de consequenties voor betrokken kabels en/of leidingen.
Het college streeft ernaar in het overleg tot overeenstemming te komen over de te nemen maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen. Tijdens het vooroverleg worden onder andere aspecten met betrekking tot de technische oplossing en planning aan de orde gesteld.
Artikel 17 Schriftelijke melding van noodzaak van maatregelen
Het college neemt het besluit tot het indienen van een verzoek voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen. In het vooroverleg is overeenstemming bereikt of niet. Het verzoek richt zich op de noodzaak tot het nemen van maatregelen en het tijdstip waarop dit gerealiseerd moet zijn. Het verzoek handelt uitdrukkelijk niet over ontstane schade en nadeelcompensatie. Die aspecten komen aan de orde in het besluit dat genoemd wordt in artikel 21 (Termijnen) en dat genomen kan worden nadat een aanvraag om nadeelcompensatie is ingediend door de netbeheerder. Het verzoek is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waardoor er mogelijkheden zijn voor bezwaar en beroep.
3.02 Aanvraag om vaststelling nadeelcompensatie
Artikel 18 Vaststellen jaar van aanleg
De netbeheerder zal zelf de periode moeten aantonen van de ligging van de betreffende kabel en/of leiding op die locatie. In beginsel zal dit plaatsvinden met een instemmingsbesluit of vergunning.
Als niet kan worden aangetoond op welke datum instemming of vergunning is verleend dan wel op welke datum het leggen is begonnen, wordt er van uit gegaan dat de betreffende kabel en/of leiding langer dan 15 jaar (droge infrastructuur) dan wel dertig jaar (natte infrastructuur en Liander infrastructuur) aanwezig is.
Artikel 19 Aanvraag om vaststelling van nadeelcompensatie
De datum waarop een belanghebbende een verzoek heeft gekregen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen is bepalend voor het ingaan van de termijn waarbinnen belanghebbende een aanvraag om nadeelcompensatie kan indienen.
Artikel 20 Inhoud aanvraag om nadeelcompensatie
Om tot een beslissing te kunnen komen op de aanvraag van de belanghebbende, zijn meer gegevens noodzakelijk dan in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht als minimum opgesomd is. De aanduiding van de aard en de omvang van de schade en de specificatie van het schadebedrag dienen daarom bepaald te worden op basis van te onderscheiden kostenposten gebruik makend van de bijlage 1.
3.03 Besluit vaststelling nadeelcompensatie
Het college neemt binnen acht weken na indiening van de aanvraag een besluit inhoudende één van de in dit artikel opgesomde mogelijkheden. De aanvraag om nadeelcompensatie wordt niet in behandeling genomen als deze meer dan 5 jaren nadat door het college een verzoek is ingediend aan de netbeheerder voor het nemen van maatregelen. De aanvraag kan ongegrond verklaard worden als de te nemen maatregelen aan de kabel en/of leiding van belanghebbende niet door de gemeente wordt veroorzaakt. De aanvraag kan ook geheel of gedeeltelijk toegekend worden of geheel afgewezen worden. Als de aanvraag onvoldoende gegevens bevat voor een beoordeling van het verzoek om nadeelcompensatie of voor de vaststelling van het schadebedrag zal belanghebbende 4 weken de gelegenheid krijgen om aanvullende informatie te verstrekken. De termijn van 8 weken na indiening van de aanvraag om nadeelcompensatie waarbinnen het college een besluit neemt wordt opgeschort met ingang van de dag waarop aanvullende informatie wordt gevraagd. Het besluit tot vaststelling van de nadeelcompensatie is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarvoor mogelijkheden van bezwaar en beroep bestaan. Het college kan de termijn eenmalig met een redelijke termijn verlengen, met een maximum van acht weken. Dit zal schriftelijk aan de belanghebbende worden medegedeeld.
3.04 Betaling nadeelcompensatie
Artikel 22 Financiële afronding
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Hoofdstuk 4 Kostentechnische bepalingen
Artikel 23 De hoogte van de kosten
Bij de bepaling van de nadeelcompensatie is sprake van een berekening op basis van de werkelijke kosten. Dit zijn de kosten die direct toegerekend kunnen worden aan het nemen van de maatregelen. Hierbij van belang dat de nemen maatregelen gerealiseerd moeten worden op basis van een technisch adequaat alternatief tegen de maatschappelijk laagste kosten ten opzichte van de meest voor de hand liggende variant.
4.02 Kosten van ontwerp en begeleiding
Artikel 24 Onderbouwing kosten van ontwerp en begeleiding
Behoeft geen nadere toelichting.
4.03 Kosten van uit en in bedrijf stellen
Artikel 25 Uit en in bedrijf stellen
Tijdelijke voorzieningen van operationele aard zijn voorzieningen die benodigd zijn om de levering tijdens de uitvoering van een maatregel te waarborgen. Voorbeelden zijn extra kosten van personele aard ten behoeve van bedrijfsvoering en hulpmiddelen zoals watertanks, gasflessen en noodaggregaten.
Artikel 26 Onderdelen uitvoeringskosten
Kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden zijn bijvoorbeeld werkputten en ondersteuningen. Alle tijdelijke voorzieningen van fysieke aard die nodig zijn tijdens de bouw vallen onder de uitvoeringskosten. Onder tijdelijke voorzieningen van fysieke aard worden alle tijdelijke fysieke leidingverbindingen verstaan die de netbeheerder moet aanleggen en later buiten bedrijf moet stellen. Deze kosten houden nauw verband met de noodzakelijke continuïteit van het bedrijfsproces van de betrokken netbeheerder. Het betreffen voorzieningen die worden opgeheven zodra de definitieve maatregelen zijn gerealiseerd. De kosten die de aannemer moet maken om de leiding uit de grond te halen vallen onder uitvoeringskosten. Ook het opslaan in hanteerbare stukken en het transport op de bouwlocatie zijn uitvoeringskosten. De kosten samenhangend met de uitvoering van het verwijderen van verlaten leidingen vallen eveneens onder uitvoeringskosten. De kosten voor de afvoer van vrijgekomen materialen naar een tijdelijk werkterrein behoren tot de uitvoeringskosten.
Artikel 27 Onderdelen materiaalkosten
Onder materiaalkosten worden in elk geval verstaan kosten van leidingcomponenten, kosten van elektrotechnische, werktuigbouwkundige en civieltechnische materialen, alsmede kosten van bouwmaterialen, alsmede kosten van bouwmaterialen bestemd voor gebouwen waarin delen van leidingsystemen worden ondergebracht. Transportkosten en stortkosten van vrijgekomen leidingen vanaf de bouwlocatie naar de stort of verwerkingslocatie behoren tot de materiaalkosten (behalve de stortkosten ingeval de leiding asbesthoudende stoffen bevat. Hierbij is in aanmerking genomen dat deze kosten bij vervanging van de leiding op eigen initiatief ook ten laste komen van netbeheerder). De materiaalkosten van constructieve en/of bijzondere voorzieningen die worden veroorzaakt door eisen van derden (en niet door gemeente) vallen onder de materiaalkosten.
Artikel 28 Verdeling van werkzaamheden verschillende netbeheerders
In geval van bundeling van werkzaamheden van verschillende netbeheerders moeten de kosten worden verdeeld over de netbeheerders. De projectkosten worden verdeeld in direct aan de netbeheerders toe te delen kosten en gezamenlijke kosten. De direct toe te delen kosten zijn kosten van in en uit bedrijf stellen en materiaalkosten exclusief de extra materialen die nodig zijn voor de gezamenlijke kruising. De gezamenlijke kosten zijn de uitvoeringskosten, ontwerp en begeleiding en de extra materialen die nodig zijn om gezamenlijk te kruisen. De verdeelsleutel voor de gezamenlijke kosten wordt bepaald op basis van de afzonderlijke fictieve kosten van uitvoering en ontwerp en begeleiding die zouden moeten worden gemaakt als elke netbeheerder afzonderlijk zou kruisen.
Hoofdstuk 5 Overige en slotbepalingen
Artikel 29 Reikwijdte regeling
Deze bepaling bevat het overgangsrecht. Deze nadeelcompensatieregeling is uitsluitend van toepassing op werken waarvoor op het moment van in werking treden nog geen (schriftelijke) afspraken zijn (lid 1).
Lid 2 gaat over het bouwrijp maken door de gemeente te behoeve van een derde (bijvoorbeeld een projectontwikkelaar). In dat geval geldt de Nadeelcompensatieregeling niet en zijn de eventuele verleggingskosten voor de aanvrager van de verleggingen, in dit geval de gemeente. De kosten kunnen natuurlijk doorbelast worden aan de derde in de grondprijs of via een andere constructie. Als het gaat om het bouwrijp maken door de gemeente ten behoeve van haar eigen (bouw)werkzaamheden dan geldt deze Nadeelcompensatieregeling wel.
Daarnaast is deze regeling niet van toepassing op het gemeentelijke rioleringsnet (lid 3).
Behoeft geen nadere toelichting.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-254158.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.