Beleidsregel van de gemeenteraad van de gemeente Amstelveen houdende regels inzake verklaringen van geen bedenkingen door de gemeenteraad (Beleid inzake verklaringen van geen bedenkingen door de gemeenteraad van Amstelveen)

Z-2018/051212, D-2018/261997

 

De raad van de gemeente Amstelveen;

gelet op het Besluit omgevingsrecht (artikel 6.5, derde lid);

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november 2018 met nummer D-2018/261981;

overwegende dat, voor zover een aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo), de omgevingsvergunning, waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wabo wordt afgeweken van het bestemmingsplan of de beheersverordening, niet wordt verleend dan nadat de gemeenteraad van de gemeente waar het project geheel of in hoofdzaak zal worden of wordt uitgevoerd, heeft verklaard dat hij daartegen geen bedenkingen heeft, tenzij artikel 3.2, aanhef en onder b van het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor) of artikel 3.36 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van toepassing is;

overwegende dat de gemeenteraad op grond van artikel 6.5, derde lid van het Bor bevoegd is categorieën van gevallen aan te wijzen waarin een verklaring van geen bedenkingen (hierna: vvgb) niet is vereist;

besluit vast te stellen de Beleidsregel van de gemeenteraad van de gemeente Amstelveen houdende regels inzake verklaringen van geen bedenkingen door de gemeenteraad.

Artikel 1. Gebiedsaanduiding conform bijlage 1 bij deze regeling

  • 1.

    Waar in deze regeling verwezen wordt naar gebied I wordt bedoeld het als gebied I aangeduide gebied op de kaart opgenomen als bijlage bij deze regeling.

  • 2.

    Waar in deze regeling verwezen wordt naar gebied II wordt bedoeld het als gebied II aangeduide gebied op de kaart opgenomen als bijlage bij deze regeling.

Artikel 2. Algemeen

  • 1.

    Een vvgb is niet vereist bij een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wabo, mits de aangevraagde activiteit past binnen kaderstellend beleid waarover reeds door de gemeenteraad is besloten.

  • 2.

    Een vvgb is niet vereist bij een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wabo die niet in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan en het gemeentelijk planologisch beleid en derhalve wordt afgewezen.

Artikel 3. Specifiek voor gebied I

In de volgende gevallen is een vvgb niet vereist bij een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wabo:

  • a.

    het oprichten en/of gebruiken van bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-, spoorweg-, water- of luchtverkeer of de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • b.

    het oprichten en/of gebruiken van een of meerdere hoofdgebouwen en eventuele bijgebouwen op één locatie, tot een maximale bruto-vloeroppervlakte (op basis van NEN 2580) van 2500 m²;

  • c.

    het uitbreiden van een bestaand gebouw, waarbij de bestemming niet wijzigt en de bestaande bruto-vloeroppervlakte (op basis van NEN 2580) met maximaal 50 % wordt uitgebreid;

  • d.

    het wijzigen van het gebruik van onbebouwde gronden, anders dan ten behoeve van het bouwen;

  • e.

    het oprichten of uitbreiden en/of gebruiken van bouwwerken, geen gebouw zijnde, tot een hoogte van maximaal 15 meter.

Artikel 4. Specifiek voor gebied II

In de volgende gevallen is een vvgb niet vereist bij een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wabo:

  • a.

    woningbouw conform de provinciale ruimte voor ruimte regeling;

  • b.

    bijbehorende bouwwerken.

Artikel 5. Intrekking oude regeling

Het Beleid inzake verklaringen van geen bedenkingen door de gemeenteraad van Amstelveen van 29 april 2015 wordt ingetrokken per de datum dat deze regeling in werking treedt.

Artikel 6. Overgangsrecht

Aanvragen die zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze regeling en nog niet zijn afgehandeld, zullen worden afgehandeld op basis van de regeling die gold voor inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na die waarop deze bekend is gemaakt.

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Beleid inzake verklaringen van geen bedenkingen door de gemeenteraad van Amstelveen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2018.

De griffier,

Marnix Philips

De voorzitter,

Bas Eenhoorn

Bijlage 1 Kaart met gebiedsaanduiding

Nota van toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Gebiedsaanduiding conform bijlage 1 bij deze regeling

De gebiedsaanduiding zoals genoemd in dit artikel heeft tot doel onderscheid te maken tussen het stedelijk en landelijk gebied van de gemeente Amstelveen. De begrenzing is afgeleid van het begrip ‘bestaand stedelijk gebied’ uit het Besluit ruimtelijke ordening: ‘bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur’. De gemeente heeft dit begrip naar eigen uitleg vertaald in gebied I en tot dit gebied ook de uitbreidingsopgave in Amstelveen-Zuid gerekend. De contramal, gebied II, is het landelijk gebied binnen de gemeente. Gebied II heeft een landschappelijke kwaliteit dat zich karakteriseert als open landschap/weidegebied of bos met recreatie- of natuurfunctie. Beleidsmatig bestaat hier juist de wens om regie te voeren op nieuwe stedelijke ontwikkelingen.

Artikel 2. Algemeen

Indien voldaan wordt aan de voorwaarden zoals genoemd in dit artikel, is een vvgb niet vereist. Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, is een vvgb wel noodzakelijk, tenzij de voorwaarden genoemd in artikel 3 (voor aanvragen in gebied I) of 4 (voor aanvragen in gebied II) van toepassing zijn.

In het eerste lid van dit artikel wordt gesproken over ‘kaderstellend beleid waarover reeds door de gemeenteraad is besloten’. Hierbij kan gedacht worden aan door de raad vastgestelde ruimtelijke visies, ruimtelijke (/stedenbouwkundige) plannen, startnotities, beleidsnota’s/-visies en kaders met inbegrip van daarmee naar aard en strekking te vergelijken documenten. Deze voorbeelden zijn overigens niet uitputtend bedoeld.

Als er meerdere door de gemeenteraad vastgestelde kaderstellende beleidsstukken van toepassing zijn op een aanvraag, dient voldaan te worden aan al deze stukken.

Indien een aanvraag omgevingsvergunning in strijd is met het (door de raad) vastgestelde bestemmingsplan en het gemeentelijk planologisch beleid, dan komt een aanvraag niet in aanmerking voor planologische medewerking en wordt de aanvraag door burgemeester en wethouders geweigerd. In deze gevallen kan het door de raad vastgestelde ruimtelijk beleid niet worden doorkruist en is het vereiste van een vvgb door de raad overbodig.

Artikel 3. Specifiek voor gebied I

Dit artikel is aan de orde voor aanvragen in gebied I op het moment dat niet aan de voorwaarden wordt voldaan zoals genoemd in artikel 2.

Onderdeel c (meer bouwen zonder dat de bestemming wijzigt) heeft betrekking op alle functies en gaat om bvo, footprint en bouwhoogtes.

 

Artikel 4. Specifiek voor gebied II

Dit artikel is aan de orde voor aanvragen in gebied II op het moment dat niet aan de voorwaarden wordt voldaan zoals genoemd in artikel 2.

Artikel 5. Intrekking oude regeling

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 6. Overgangsrecht

Aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze regeling, zullen nog worden afgehandeld conform het Beleid inzake verklaringen van geen bedenkingen vastgesteld op 29 april 2015.

 

Artikel 7. Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 8. Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.

Naar boven