Gemeenteblad van Drechterland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drechterland | Gemeenteblad 2018, 250391 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drechterland | Gemeenteblad 2018, 250391 | Verordeningen |
Algemene Subsidie Verordening Drechterland 2018
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 8 Bijzondere verplichtingen
Bij subsidies hoger dan € 50.000, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.
Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. In de toelichting wordt uiteengezet waarom daartoe wordt overgegaan.
Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidie-ontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor aan burgemeester en wethouders een vergoeding verschuldigd is als zich een gebeurtenis als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht voordoet. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.
Het college is bevoegd om bij subsidieverlening voorwaarden te stellen ten aanzien van het eigen vermogen.
Voor 1 februari voorafgaand aan het subsidiejaar deelt het college de organisatie, waarvan wordt verwacht dat die subsidieaanvrager zal zijn, mee voor welke beleidsdoelen in het nieuwe jaar (periode) een aanbod wordt verwacht. Dit is niet van toepassing op organisaties waarmee meerjaren afspraken zijn gemaakt.
Het college treedt in overleg met de organisatie over de activiteiten, de prestaties en de door het college voorgenomen aanvullende subsidievoorwaarden, een en ander binnen het financiële kader.
Hoofdstuk 3 Waarderingssubsidie
Een waarderingssubsidie heeft als doel de instandhouding van een organisatie vanwege het belang dat door het college wordt gehecht aan de inhoud en de doelgroep van de activiteiten. De hoogte van de subsidie wordt berekend aan de hand van kengetallen. Ook kan voor het geheel of voor bepaalde onderdelen een vast bedrag worden bepaald. Subsidieverlening- en vaststelling vallen samen.
Hoofdstuk 5 Investeringssubsidie
Een investeringssubsidie is bedoeld voor een investering in onroerende goederen die door het college van belang wordt geacht en waarvan de totale investeringslasten redelijkerwijs niet binnen de reguliere exploitatie van een organisatie kunnen worden gedekt.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drechterland van 25 september 2017.
De raad vernoemd,
De voorzitter,
de griffier,
De Algemene Wet Bestuursrecht (de Awb) regelt al veel aspecten van de subsidiëring. Wat in de Awb is geregeld hoeft niet in de verordening te worden opgenomen, maar soms is dat toch gedaan om de leesbaarheid van de verordening te bevorderen. Bij een conflict zal altijd de Awb naast de verordening worden gelegd.
In de Awb is onder meer de mogelijkheid van bezwaar tegen een subsidiebeschikking geregeld. Bij een negatief besluit op een bezwaarschrift is vervolgens beroep mogelijk. In beschikkingen wordt steeds de mogelijkheid van bezwaar of beroep vermeld.
In de subsidieverordening wordt een onderscheid gemaakt tussen subsidieverlening (Awb 4.2.3) en subsidievaststelling (Awb 4.2.5). Als op basis van de aanvraag het subsidiebedrag definitief wordt vastgelegd, vallen verlening en vaststelling samen. We spreken dan van directe vaststelling.
Om subsidies onder een Europees steunkader te brengen moet de subsidie op het toepasselijke steunkader worden toegesneden. Daarbij kan het nodig zijn dat er afgeweken wordt van de ASV, of dat deze aangevuld wordt. Het eerste lid maakt het college daartoe bevoegd.
Het tweede en derde lid zijn een uitvloeisel van de eis van de Europese Commissie dat in subsidieregelingen en -beschikkingen die gebruik maken van het Europees steunkader, het toepasselijke kader expliciet wordt vermeld. Als sprake is van steun die valt onder een Europees steunkader, kunnen uiteraard alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor subsidie in aanmerking komen voor zover die voldoen aan de eisen en voorwaarden van het betreffende steunkader.
Artikel 4 Bevoegdheden raad en college
De verordening stoelt op de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de gemeenteraad en het college zoals deze voortvloeit uit de wet Dualisering. De raad stelt de gemeentebegroting vast en bepaalt de beleidskaders waarbinnen subsidiering plaatsvindt. Binnen die grenzen neemt het college besluiten over subsidies. Een belangrijk instrument hierbij zijn de subsidieregelingen die worden gehanteerd voor groepen van gelijksoortige organisaties en bij eenmalige subsidies.
Artikel 5-1 Rechtspersoonlijkheid
Onder rechtspersonen zonder winstoogmerk vallen zowel verenigingen als stichtingen.
In verband met het streven naar administratieve vereenvoudiging wordt enkel een regeling over het eigen vermogen getroffen als het college daartoe aanleiding ziet.
Artikel 12 Accountantsverklaring
Bij budgetsubsidiëring hechten we belang aan een objectieve toets van de geleverde producten c.q. prestaties. Een dergelijke toets stelt eisen aan zowel de wijze waarop de gewenste output wordt geformuleerd als aan de manier waarop door de instelling wordt geregistreerd en verantwoording wordt afgelegd. Na overleg met de subsidieaanvrager wordt de concretisering van de objectieve toets door het college bepaald en in de subsidiebeschikking vastgelegd.
Artikel 13 Weigering / verlaging / intrekking
De Algemene wet bestuursrecht bepaalt wanneer een subsidie kan worden geweigerd. Hiermee kan onder meer misbruik van subsidies worden voorkomen. Deels aanvullend op de Awb worden in artikel 12 situaties genoemd waarin tot weigering kan worden overgegaan. Artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt uitputtend wanneer een subsidie lager kan worden vastgesteld.
Ondanks dat er sprake is van staatssteun is het soms mogelijk om steun te verstrekken op basis van een vrijstelling. Als dat niet mogelijk is, kan goedkeuring van de Europese Commissie gevraagd worden via een formele melding. Als de Europese Commissie de steun echter niet goedkeurt, dan moet het college overgaan tot weigering (vandaar de verplichte weigeringsgrond onder 2a). In aanvulling daarop wordt met lid 2b bepaald dat ondernemingen waartegen een terugvorderingsactie loopt niet in aanmerking komen voor subsidie.
Als de Europese Commissie tot het oordeel is gekomen dat een subsidie niet in overeenstemming is met de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, dan moet de verleende subsidie ingetrokken en teruggevorderd worden (inclusief rente). Het derde lid geeft het college de bevoegdheid om hier uitvoering aan te geven.
Artikel 13-1g Godsdienstige en politieke activiteiten
Deze activiteiten komen niet voor subsidie in aanmerking. Dit heeft echter niet betrekking op activiteiten met een brede en informatieve strekking. Denk bijvoorbeeld aan een informatie- en discussiebijeenkomst van een jongerenorganisatie over politieke thema’s, gericht op de bevordering van de maatschappelijke participatie van jongeren. Verder wordt evenmin uitgesloten het sociaal-maatschappelijk werk dat vanuit een bepaalde levensovertuiging wordt verricht.
Artikel 14 Subsidiesoorten en meerjarige subsidies
Er wordt een beperkt aantal subsidiesoorten onderscheiden. Elk subsidiesoort kent zijn eigen toepassingsgebied en procedure. Daarom zijn hiervoor aparte hoofdstukken ingeruimd.
Artikel 15 Meerjarige subsidies
Dit artikel biedt de mogelijkheid om voor meerdere jaren een beschikking af te geven. Waar mogelijk zal hiervan gebruik worden gemaakt. Het leidt tot een beperking van administratieve handelingen en het biedt organisaties meer zekerheid voor de langere termijn.
Budgetsubsidies worden voornamelijk toegepast bij professionele organisaties. De gemeente wil hierbij sturen op ‘output’, op resultaat. Het gaat erom dat de gesubsidieerde activiteiten bijdragen aan de realisering van de gemeentelijke beleidsdoelen. Wat dit betreft is een ontwikkelproces gaande. In grote lijnen gaat het steeds om het volgende traject: vraag gemeente > aanbod instelling > overleg > beschikking > uitvoering > verantwoording
Vooraf, achteraf en tussendoor gaat het telkens om de vraag of de inzet van de organisatie bijdraagt aan de realisering van de beleidsdoelen. Het antwoord hierop kan tussendoor leiden tot een bijstelling van de inzet van de organisatie of tot aanpassing van de vraag van de gemeente.
Artikel 16, lid 3 Begripsbepaling
“Producten zijn organisatie specifieke teleenheden”. Afhankelijk van de organisatie kan het hierbij gaan om bijvoorbeeld: aantal hulpverleningsgesprekken, begeleidingsuren, bijeenkomsten, voorstellingen, lesuren e.d. Als besloten wordt om de subsidie te koppelen aan gerealiseerde aantallen producten, zal in de subsidiebeschikking worden vastgelegd welke afwijking van de in de subsidieaanvraag vermelde aantallen leidt tot een bijstelling van het budget. Vanwege nog lopende discussies kan deze systematiek niet in de verordening worden vastgelegd. Onder meer op dit onderdeel is nog sprake van een ontwikkelproces, waarbij van gemeentezijde wordt gezocht naar een toetsbare relatie tussen het budget en de mate waarin beleidsdoelen worden gerealiseerd.
In rapportages worden in ieder geval vermeld:
Artikel 23-26 Waarderingssubsidie
De gemeente subsidieert een groot aantal verenigingen en stichtingen vanuit een waardering voor hun bijdrage aan het sociaal-maatschappelijk leven in de gemeente, sport en cultuur hierbij inbegrepen. Waar mogelijk is de hoogte van de financiële bijdrage gekoppeld aan het bereik van de doelgroep. Voor de gemeente is het aantal leden of deelnemers een belangrijke indicatie voor de maatschappelijke betekenis van de organisatie. Soms wordt een vast jaarlijks bedrag bepaald om de instandhouding van een organisatie te faciliteren. In andere gevallen wordt gekozen voor een combinatie van een vast bedrag plus een bedrag dat afhangt van het aantal leden of deelnemers. In subsidieregelingen of specifieke beschikkingen wordt een en ander verder uitgewerkt.
Artikel 27-30 Eenmalige subsidie
Voor elk van de sectoren welzijn, sport en cultuur zijn door het college afzonderlijke subsidieregelingen voor eenmalige subsidies vastgesteld. Hiermee worden bijzondere eenmalige activiteiten of aanschaffingen mogelijk gemaakt, evenals experimenten die een bron kunnen zijn voor vernieuwing. Ook voor projecten die bijdragen aan gemeentelijke beleidsdoelen is een eenmalige subsidie mogelijk.
Artikel 31-34 Investeringssubsidie
Deze subsidievorm wordt met name toegepast bij sportorganisaties. Het is evident dat de mogelijkheden strekken voor zover budgetten hiervoor zijn gereserveerd. Investeringen in onderwijsaccommodaties vallen buiten het kader van deze verordening. Op dat gebied bestaat een specifieke verordening onderwijshuisvesting.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-250391.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.