Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015

 

 

De raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 9 januari 2018,

 

gelet op:

  • -

    artikel 102 van de Wet op het primair onderwijs,

  • -

    artikel 100 van de Wet op de Expertise Centra,

  • -

    artikel 76m van de Wet op het voortgezet onderwijs,

  • -

    artikel 149 van de Gemeentewet,

  • -

    raadsmededeling inzake aanpak verduurzaming schoolgebouwen Den Haag (BOW/2017.554) en

  • -

    voorstel van het college inzake de nieuwe Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 (RIS 298592),

     

besluit vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015:

 

Artikel I

De Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015 wordt gewijzigd als volgt:

 

A Artikel 1.2, onder a., onderdeel 1., wordt gewijzigd als volgt:

1.nieuwbouw van een lesgebouw of een voorziening voor lichamelijke oefening als bedoeld in bijlage I, deel B, dan wel nieuwbouw ter gehele of gedeeltelijke vervanging van een lesgebouw of een voorziening voor lichamelijke oefening als bedoeld in bijlage I, deel B, al dan niet op dezelfde locatie. Onder nieuwbouw ter gehele of gedeeltelijke vervanging van een lesgebouw of een voorziening voor lichamelijke oefening wordt tevens verstaan het zoveel mogelijk vernieuwen van een niet-monumentaal gebouw, of een gedeelte daarvan, dat om stedenbouwkundige, architectuur- en/of cultuurhistorische redenen naar het oordeel van het college niet kan worden gesloopt;

 

B In artikel 2.2, tweede lid, onder a., wordt “artikel 2 onder e.” vervangen door: artikel 1.2 onder e.

 

CIn artikel 5.2, eerste lid, wordt “als bedoeld in artikel 15” vervangen door: als bedoeld in artikel 5.1.

 

D In artikel 8.2, eerste lid, wordt “in artikel 9” vervangen door: in artikel 3.1.

 

E In artikel 8.3, zevende lid, wordt “in artikel 1.3” vervangen door: in artikel 1.2.

 

F In bijlage III, deel D, onder 2, vervalt het derde gedachtestreepje.

 

G In bijlage IV, deel A, in onderdeel 1.1 Nieuwbouw en vervangende bouw, in onderdeel 2.1 Nieuwbouw en vervangende bouw en in onderdeel 3.1 Nieuwbouw, vervangende bouw en uitbreiding, wordt ingevoegd de volgende tekstvakken:

Deze financiële normering is tevens van toepassing op niet-monumentale lesgebouwen welke overeenkomstig het bepaalde in bijlage I in aanmerking komen voor vervangende bouw op dezelfde locatie en waarvoor geldt dat (gedeeltelijke) handhaving om stedenbouwkundige, architectuur- en/of cultuurhistorische redenen naar het oordeel van het college prevaleert boven het slopen daarvan. In dat geval worden zoveel mogelijk gebouwelementen vervangen.

 

H In bijlage IV, deel A, onder 1, en in bijlage IV, deel A, onder 2, wordt na het onderdeel Toeslag voor sloopkosten een nieuw onderdeel ingevoegd, dat luidt als volgt:

Toeslag voor bijna-energieneutraal gebouw (BENG):

Indien goedkeuring wordt verleend voor nieuwbouw dan wel vervangende bouw in permanente bouwaard, kan op verzoek van het bevoegd gezag van de school een toeslag voor maatregelen ter verbetering van de energieprestaties van het nieuw te bouwen lesgebouw worden verstrekt. Met deze toeslag dienen zodanige maatregelen in de nieuwbouw te worden getroffen dat voor wat betreft de energieprestaties wordt voldaan aan de BENG-indicatoren zoals gedefinieerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Dit dient te worden gestaafd met een rapportage van een onafhankelijk ter zake deskundig adviesbureau. De maatregelen ter verbetering van de energieprestaties volgens het principe van BENG dienen in de bouwplannen en de begroting als bedoeld in artikel 5.2 opgenomen te zijn. De vergoeding van de toeslag voor het aanbrengen van de betreffende voorzieningen bedraagt 10% van het toe te kennen taakstellende normbedrag voor nieuwbouw in permanente bouwaard exclusief kosten voor terreinen en toeslag voor paalfundering.

Onverminderd het bepaalde in artikel 5.3 dient bij de afrekening van de desbetreffende voorziening een rapportage van een onafhankelijk ter zake deskundig adviesbureau gevoegd te zijn, waaruit blijkt dat de bouw voor wat betreft energieprestaties daadwerkelijk voldoet aan de BENG-indicatoren zoals gedefinieerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

 

I In bijlage IV, deel A, onder 1, en in bijlage IV, deel A, onder 2, wordt het onderdeel Toeslag voor verhuiskosten, gewijzigd als volgt:

1 Onder a. wordt “vervangende bouw op dezelfde locatie” vervangen door: vervangende bouw of revitalisering op dezelfde locatie.

2 Onder a. wordt “gerealiseerde vervangende bouw” vervangen door: gerealiseerde vervangende of gerevitaliseerde bouw.

 

J In bijlage IV, deel A, onder 1, en in bijlage IV, deel A, onder 2, wordt het onderdeel Toeslag voor verhuiskosten, gewijzigd als volgt:

1 Onder b. wordt “nieuwbouw, vervangende bouw dan wel ingebruikneming” vervangen door: nieuwbouw, vervangende bouw, revitalisering dan wel ingebruikneming.

2 Onder b. wordt “gerealiseerde vervangende bouw” vervangen door: gerealiseerde bouw.

 

K In bijlage IV, deel A, onder 1, wordt in het onderdeel Toeslag voor buskosten“vervangende nieuwbouw op dezelfde locatie” vervangen door: vervangende bouw of revitalisering op dezelfde locatie.

 

L In bijlage IV, deel A, onder 1.2, wordt na het onderdeel Toeslag voor sloopkosten een nieuw onderdeel ingevoegd, dat luidt als volgt:

Toeslag voor bijna-energieneutraal gebouw (BENG)

Indien goedkeuring wordt verleend voor een naar het oordeel van het college significante uitbreiding van een lesgebouw in permanente bouwaard dat aangepast is volgens het principe van BENG is bijlage IV, deel A, onder 1, Toeslag voor bijna-energieneutraal gebouw (BENG) van overeenkomstige toepassing.

 

M In bijlage IV, deel A, onder 2.2, wordt na het onderdeel Toeslag voor sloopkosten een nieuw onderdeel ingevoegd, dat luidt als volgt:

Toeslag voor bijna-energieneutraal gebouw (BENG)

Indien goedkeuring wordt verleend voor een naar het oordeel van het college significante uitbreiding van een lesgebouw in permanente bouwaard dat aangepast is volgens het principe van BENG is bijlage IV, deel A, onder 2, Toeslag voor bijna-energieneutraal gebouw (BENG) van overeenkomstige toepassing.

 

N In bijlage IV, deel A, onder 3.1, wordt na het onderdeel Toeslag voor sloopkosten een nieuw onderdeel ingevoegd, dat luidt als volgt:

Toeslag voor bijna-energieneutraal gebouw (BENG)

Indien goedkeuring wordt verleend voor nieuwbouw, vervangende bouw dan wel een significante uitbreiding in permanente bouwaard, kan op verzoek van het bevoegd gezag van de school een toeslag voor maatregelen ter verbetering van de energieprestaties van het nieuw te bouwen lesgebouw worden verstrekt. Met deze toeslag dienen zodanige maatregelen in de nieuwbouw te worden getroffen dat voor wat betreft de energieprestaties wordt voldaan aan de BENG-indicatoren zoals gedefinieerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Dit dient te worden gestaafd met een rapportage van een onafhankelijk ter zake deskundig adviesbureau. De maatregelen ter verbetering van de energieprestaties volgens het principe van BENG dienen in de bouwplannen en de begroting als bedoeld in artikel 5.2 opgenomen te zijn. De vergoeding van de toeslag voor het aanbrengen van de betreffende voorzieningen bedraagt 10% van het toe te kennen taakstellende normbedrag voor nieuwbouw in permanente bouwaard exclusief kosten voor terreinen en toeslag voor paalfundering.

Onverminderd het bepaalde in artikel 5.3 dient bij de afrekening van de desbetreffende voorziening een rapportage van een onafhankelijk ter zake deskundig adviesbureau gevoegd te zijn, waaruit blijkt dat de bouw voor wat betreft energieprestaties daadwerkelijk voldoet aan de BENG-indicatoren zoals gedefinieerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

 

O In bijlage IV, deel A, onder 1.4 en onder 2.4, wordt “nieuwbouw van een gymnastiekzaal”

vervangen door: nieuwbouw van een gymnastiekgebouw.

 

P In bijlage IV, deel A, onder 3.4 wordt het onderdeel Bouwkosten nieuwbouw en vervangende bouw, gewijzigd als volgt:

  • 1

    “nieuwbouw van een gymnastiekzaal” wordt vervangen door: nieuwbouw van een gymnastiekgebouw.

  • 2

    “De vergoeding voor de bouwkosten van een gymnastiekzaal” wordt vervangen door: Deze vergoeding.

     

Q In bijlage IV, deel A, in onderdeel 1.4, Nieuwbouw, in onderdeel 2.4 Nieuwbouw en in onderdeel 3.4 Bouwkosten nieuwbouw en vervangende bouw, wordt ingevoegd de volgende tekstvakken:

Deze financiële normering is tevens van toepassing op niet-monumentale gymnastiekgebouwen welke overeenkomstig het bepaalde in bijlage I in aanmerking komen voor vervangende bouw op dezelfde locatie en waarvoor geldt dat (gedeeltelijke) handhaving om stedenbouwkundige, architectuur- en/of cultuurhistorische redenen naar het oordeel van het college prevaleert boven het slopen daarvan. In dat geval worden zoveel mogelijk gebouwelementen vervangen.

 

R In bijlage IV, deel A, na onderdeel 1.4, Nieuwbouw, na onderdeel 2.4 Nieuwbouw en na onderdeel 3.4 Bouwkosten nieuwbouw en vervangende bouw, wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, dat luidt als volgt:

Toeslag voor bijna-energieneutraal gebouw (BENG)

Indien goedkeuring wordt verleend voor nieuwbouw dan wel vervangende bouw in permanente bouwaard, kan op verzoek van het bevoegd gezag van de school een toeslag voor maatregelen ter verbetering van de energieprestaties van het nieuw te bouwen gymnastieklokaal worden verstrekt. Met deze toeslag dienen zodanige maatregelen in de nieuwbouw te worden getroffen dat voor wat betreft de energieprestaties wordt voldaan aan de BENG-indicatoren zoals gedefinieerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Dit dient te worden gestaafd met een rapportage van een onafhankelijk ter zake deskundig adviesbureau. De maatregelen ter verbetering van de energieprestaties volgens het principe van BENG dienen in de bouwplannen en de begroting als bedoeld in artikel 5.2 opgenomen te zijn. De vergoeding van de toeslag voor het aanbrengen van de betreffende voorzieningen bedraagt 10 % van het toe te kennen taakstellende normbedrag voor nieuwbouw in permanente bouwaard exclusief kosten voor terreinen en toeslag voor paalfundering.

Onverminderd het bepaalde in artikel 5.3 dient bij de afrekening van de desbetreffende voorziening een rapportage van een onafhankelijk ter zake deskundig adviesbureau gevoegd te zijn, waaruit blijkt dat de bouw voor wat betreft energieprestaties daadwerkelijk voldoet aan de BENG-indicatoren zoals gedefinieerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

 

S In bijlage V, onder 1, onderdeel Ad 2, wordt “Vervangende bouw, ingebruikneming van een gebouw” vervangen door: Vervangende bouw, revitalisering, ingebruikneming van een gebouw.

 

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 2018.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 januari 2018.

De griffier, Ineke Seuren en de voorzitter, Pauline Krikke.

Naar boven