Gemeenteblad van Katwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Katwijk | Gemeenteblad 2018, 246127 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Katwijk | Gemeenteblad 2018, 246127 | Overige besluiten van algemene strekking |
In deze nadere regels wordt verder verstaan onder:
(Boven)gebruikelijke zorg: Ouders hebben een zorgplicht voor hun kinderen. De ouder(s) zorgen voor de opvoeding van hun kinderen, dit houdt in: het zorgen voor hun geestelijk en lichamelijk welzijn en het bevorderen van de ontwikkeling. Bovengebruikelijke zorg is alle zorg die de gebruikelijke zorg per dag overstijgt. Dit is onder meer afhankelijk van de leeftijd en de ontwikkeling van het kind, maar ook van de draagkracht van de ouder(s);
Gezinsplan: Een hulpverleningsplan zoals genoemd in artikel 10 van de Verordening Jeugdhulp (of familiegroepsplan, zoals omschreven in de Jeugdwet). Er wordt gewerkt volgens de richtlijn 1Gezin 1Plan 1Regisseur of, bij jongeren die richting meerderjarigheid gaan en ook na hun 18e nog behoefte aan ondersteuning hebben, het perspectiefplan;
Artikel 2.1. Toegang tot niet vrij toegankelijke jeugdhulp
Iedere jeugdige en/of zijn ouder(s) die zijn woonplaatsbeginsel, volgens het woonplaatsbeginsel zoals opgenomen in de Jeugdwet, heeft in de Jeugdhulpregio Holland Rijnland1 kan zich rechtstreeks met een jeugdhulpvraag richten tot het college.
Het college kan doorverwijzen naar de niet vrij toegankelijke jeugdhulp voor zover dit financieel past binnen het met de jeugdhulpaanbieder afgesproken maximale financiële plafond in betreffend jaar.
Tot de inzet van deze vormen van hulp wordt doorverwezen alleen in die gevallen waarin het college tot het oordeel komt, al dan niet daarbij ondersteund door een deskundige of specialist, dat de vrij toegankelijke jeugdhulp niet voldoende inspeelt op de vragen en problemen van de jeugdige en zijn ouder(s).
Artikel 2.2. Melding hulpvraag
Het college kan de jeugdige en zijn ouder(s) uitnodigen zelf een familiegroepsplan op te stellen. In dat plan kunnen de jeugdige en/of zijn ouder(s) aangeven hoe ze zelf de opvoed- en opgroeisituatie voor hun kind(eren) willen verbeteren, de doelen die ze willen bereiken en het perspectief dat wordt beoogd.
Artikel 2.4. Gesprek/onderzoek/plan
Na de melding en het vooronderzoek worden de jeugdige en/of de ouder(s) uitgenodigd voor een gesprek. In dit gesprek stelt het college vast of er sprake is van opvoed -of opgroeiproblemen en welke hulp noodzakelijk is. Op basis van het gezinsplan stelt het college samen met de jeugdige en/of zijn ouder(s) een plan op. In het geval dat ouders een PGB willen aanvragen, dienen de jeugdige en/of zijn ouder(s) een gezinsplan, inclusief budgetplan te overhandigen aan het college;
Nadat de noodzakelijke hulp in kaart is gebracht, moet worden onderzocht of en in hoeverre de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouder(s) en van het sociale netwerk toereikend zijn om zelf de nodige hulp en ondersteuning te kunnen bieden. Dit wordt vermeld in het gezinsplan.
De jeugdige en/of zijn ouder(s) kunnen een aanvraag om een niet vrij toegankelijke individuele voorziening schriftelijk indienen bij het college. Uit de aanvraag blijkt welke ondersteuning wordt aangevraagd door de jeugdige en/of zijn ouder(s) en welke resultaten met deze ondersteuning worden beoogd. Deze aanvraag wordt ondertekend door de jeugdige en / of zijn ouder(s) en het college. Deze datum is bepalend voor de beslistermijn van 8 weken, hierop is artikel 4:15 van de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing.
Hoofdstuk 3 Het Persoonsgebonden Budget
Indien alle stappen zoals genoemd in hoofdstuk 2 zijn genomen en het college van oordeel is dat dat de zorg via een PGB kan worden ingekocht, dan zijn de volgende artikelen van toepassing:
Artikel 3.3. Persoonsgebonden budget voor de inzet van het sociaal netwerk
Artikel 3.5. Besteding van het persoonsgebonden budget
Na toekenning van een PGB controleert de gemeente bij de SVB of het budget is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden. Wanneer dit niet het geval is, dan wordt er contact met de ouder(s) opgenomen en onderzocht waarom dit is, of het PGB alsnog besteed gaat worden en of er andere hulp noodzakelijk is;
Bij een verandering in de zorgvraag waardoor het budget anders wordt ingezet, vragen de ouders het college hiervoor toestemming. Als dit niet wordt gedaan, dan kan het college dit beschouwen als onjuiste verstrekking van informatie.
Het college heeft ook de mogelijkheid om het PGB te herzien bij een verandering in de zorgbehoefte.
Hoofdstuk 4 Nader te benoemen niet vrij toegankelijke voorziening
De zorg die wordt ingekocht, is kwalitatief verantwoord en voldoet ten minste aan de volgende eisen:
Zorgaanbieders (zowel voor ZIN als PGB):
Medewerkers in dienst beschikken over een SKJ- of BIG-registratie2 bij sommige vormen van jeugdhulp;
Adviesraad Sociaal Domein van de gemeente Katwijk kan het college voorstellen doen voor het beleid betreffende jeugdhulp, en het college adviseren bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp. Het college voorziet hierbij Adviesraad Sociaal Domein van de gemeente Katwijk van ondersteuning om zijn rol effectief te kunnen vervullen.
Het college nodigt minimaal eenmaal per jaar ingezetenen, cliënten en vertegenwoordigers van cliënten uit voor overleg over beleid betreffende jeugdhulp en de uitvoering daarvan. Het college maakt dit overleg minimaal 6 weken van te voren openbaar bekend. Daarbij worden genodigden op geroepen punten voor de agenda aan te dragen.
Artikel 7.1. Afwijkingsbevoegdheid
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouder(s) afwijken van deze nadere regels indien toepassing van deze regels gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de nadere regels te dienen doelen.
Toelichting op nadere regels 2018
Artikel 2.1. Toegang tot niet vrij toegankelijke jeugdhulp
Het JGT is door het college gemandateerd voor de inzet van niet vrij toegankelijke hulp.
Artikel 2.2. Gratis cliëntondersteuning
De jeugdige en/of zijn ouder(s) kunnen voor hun aanvraag tot jeugdhulp gebruik maken van gratis cliëntondersteuning.
Deze kan worden aangevraagd bij MEE of bij het Adviespunt Zorg Belang.
Er wordt voor het doen van een aanvraag in principe gewerkt met de richtlijn 1Gezin1Plan1Regisseur. Ouders kunnen voor akkoord tekenen of voor gezien.
Er kan een PGB worden verstrekt voor vaktherapie als dit een onderdeel is van een multidisciplinaire geneeskundige behandeling in het kader van de geneeskundige ggz.
Voor enkel vaktherapie kan geen PGB worden verstrekt en wordt verwezen naar de (aanvullende) zorgverzekering.
Voor de gesloten jeugdzorg is het onderstaande niet van toepassing: daarvoor is in de Jeugdwet een aparte bepaling (art. 6.3.5 Jeugdwet) opgenomen waarbij het beveiligde vervoer geregeld wordt via de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DVO).
Het inzetten van een vervoersvoorziening is beperkt tot het vervoer naar de meest dichtstbijzijnde aanbieder welke, naar redelijkheid, de meest minimaal noodzakelijke en passende zorg zou kunnen bieden. Dit is ter beoordeling van het College. De inhoud van de zorg is hierbij leidend. Een uitzondering hierop wordt gevormd door jeugdhulp met verblijf, indien er een langere wachttijd is dan 8 weken.
De Jeugdwet gaat uit van de eigen kracht van ouders. Jeugdhulp is pas van toepassing voor zover de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen ontoereikend zijn. Dit is ook van toepassing op vervoer. Eerst dient te worden onderzocht of ouders het vervoer zelf kunnen organiseren. Bij het wegen van eigen kracht worden verschillende opties onderzocht, in de volgende volgorde:
Van een onderwijs-zorglocatie is sprake indien een onderwijsinstelling met BRIN-nummer en een zorgaanbieder op dezelfde of zeer nabijgelegen locatie een geïntegreerd aanbod hebben van zowel onderwijs als jeugdhulp. Dit vervoer valt onder het leerlingenvervoer, met de daarbij behorende regels zoals opgenomen in de verordening leerlingenvervoer.
Het JGT geeft namens het college een PGB af tot de maximumleeftijd van 18 jaar.
Soms is de ondersteuningsvraag nog aanwezig als de jeugdige 18 jaar wordt. De begeleiding kan dan doorlopen. Dit moet zijn opgenomen in het perspectiefplan.
Het PGB op grond van de Jeugdwet eindigt. Als voortzetting van hulp noodzakelijk is, wordt een aanvraag voor hulp op grond van de WMO ingediend. Afstemming tussen de cliënt, het Team Sociale Ondersteuning (TSO) en het JGT is van belang. Er zijn drie mogelijkheden als de jongere 18 jaar wordt:
Sub 8 Taken van een budgethouder zijn:
Een budgethouder mag geen zorgverlener zijn, behoudens in de situatie waarin sprake is van een eerstegraads familielid.
Het is mogelijk om een PGB toe te kennen aan een budgethouder met schulden. Met het trekkingsrecht is er geen risico meer dat geld voor zorg door schuldeisers wordt opgeëist, omdat het geld niet meer op de eigen rekening wordt overgemaakt. Wel kan na betaling van facturen PGB aan de zorgverlener, beslag worden gelegd op deze gelden van de zorgverlener. Net zoals er op loon uit werk beslag gelegd kan worden.
Een PGB kan wel worden geweigerd als er sprake is van schuldsanering.
Artikel 3.2 Functiecategorieën
Vervoer via het PGB kent geen aparte functiecategorie, omdat vervoer altijd in combinatie met een andere jeugdhulpvoorziening wordt toegekend. Daarnaast is het ook mogelijk om vervoer aan te vragen zoals omschreven in artikel 2.7.
Artikel 3.3 PGB: niet voor gebruikelijke zorg, wel voor bovengebruikelijke zorg3
Jeugdhulp is niet bedoeld om gebruikelijke zorg van ouders over te nemen. Hieronder volgt een richtlijn voor het bepalen van gebruikelijke en boven gebruikelijke zorg en is het kader waarop het professionele oordeel over met name het aantal uren ‘begeleiding individueel en persoonlijke verzorging’ gebaseerd moet worden. Het uitgangspunt van de richtlijn is de zorg die ouders volgens heersende maatschappelijke opvattingen moeten kunnen bieden aan hun kinderen zonder beperkingen.
Gebruikelijke zorg is de dagelijkse zorg die ouders aan kinderen geacht worden te bieden, ook als de ouder de gebruikelijke zorg vanwege eigen aandoening, beperking, stoornis of handicap niet kan bieden. Gebruikelijke zorg omvat:
het door ouders aan kinderen bieden van een woonomgeving waarin hun fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en hen een passend pedagogisch klimaat wordt geboden. Daarnaast wordt door ouders aan kinderen zorg in de zin van verzorging, begeleiding en stimulans geboden die nodig is bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Gebruikelijke zorg bij kinderen kan ook zorg omvatten die niet standaard bij alle kinderen voorkomt.
24 uur per dag zorg in de nabijheid. Hiermee wordt bedoeld dat zorg en toezicht gedurende het gehele etmaal in de nabijheid nodig is zonder dat daarbij permanente actieve observatie nodig is. Het gaat hier om een vorm van beschikbaarheid van zorg die voor een groot deel bestaat uit meer passief toezicht. De zorg is wel nodig op zowel geplande als ongeplande momenten, en ook voortdurend in de nabijheid. Dit is gebruikelijke zorg omdat ook een kind met een normaal ontwikkelingsprofiel tot een bepaalde leeftijd:
hebben tot 18 jaar een woonomgeving nodig waarin hun fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd, een passend pedagogisch klimaat wordt geboden en hen zorg in de zin van verzorging, begeleiding en stimulans wordt geboden nodig en passend bij hun ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.
NB: deze zorg is geen gebruikelijke zorg als is vastgesteld dat het gaat om een kind met ernstige meervoudig complexe handicaps waaronder een verstandelijke handicap en een blijvend zeer laag ontwikkelingsperspectief.
Gebruikelijke zorg omvat niet:
Permanent toezicht in de zin van onafgebroken toezicht en actieve observatie gedurende het gehele etmaal, waardoor tijdig kan worden ingegrepen. Het gaat om toezicht dat geboden moet worden op basis van actieve observatie die als doel heeft dreigende ontsporing in het gedrag of de gezondheidssituatie van de jeugdige vroegtijdig te signaleren, waardoor altijd tijdig ingegrepen kan worden en escalatie van onveilige, gevaarlijke, (levens)bedreigende gezondheids- en/of gedragssituaties voor het kind kan worden voorkómen. Bij kinderen die een behoefte hebben aan permanent toezicht kan elk moment iets (ernstig) misgaan.
PGB voor bovengebruikelijke zorg in vrije tijd en vakantie kan onderdeel zijn van een PGB, mits het jeugdhulpdoelen dient.
In het gezinsplan kunnen jeugdhulpdoelen staan, die te maken hebben met de vrijetijdsbesteding van het kind. Activiteiten die overeenkomen met vormen van vrijetijdsbesteding (zoals paardrijden, roofvogelclub, boksen, scouting, zwemles e.d.) kunnen ook jeugdhulpdoelen dienen zoals het reguleren van emoties, het vergroten van zelfvertrouwen en het doorbreken van isolement. Ook hier dient de afweging te worden gemaakt wat gebruikelijk is en wat in het kader van het gezinsplan een noodzakelijk bovengebruikelijke zorg is.
Vakantie is een bijzondere vorm van vrijetijdsbesteding. Tijdens de vakantie bevat gebruikelijke zorg dat ouders er voor de kinderen zijn en voor elkaar. Begeleiding vanuit eigen netwerk moet feitelijk extra oppas/begeleiding inhouden en niet de inzet van een ouder. In een vakantieperiode kan er, indien mogelijk, minder ingezet worden op jeugdzorgdoelen. Het aantal uren dat per week aan begeleiding door derden wordt ingezet, kan ook in de vakantie worden voortgezet.
Respijtzorg biedt ouders de mogelijkheid hun zorgtaken voor hun kind tijdelijk aan een ander over te dragen. Hierdoor kunnen zij af en toe vrijaf nemen van de zorg voor hun kind en kunnen zij de zorg voor hun kind beter volhouden. Respijtzorg is een belangrijk middel om overbelasting van ouders te voorkomen. Respijtzorg kan aangevraagd worden door middel van een PGB.
De samenwerkende partners bij dyslexiezorg zijn gemeente, scholen en zorgaanbieders. Scholen zijn verantwoordelijk voor signalering en begeleiding van kinderen met dyslexie of ernstige leesproblemen. De gemeente is verantwoordelijk voor dyslexiezorg bij Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED).
Het document ‘Signalering, diagnostiek en behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie’ is te vinden via https://jeugdhulphollandrijnland.nl/documenten.
Artikel 5.1 Vertrouwenspersoon
Artikel 5.1 gaat in op de kwaliteit. Een algemene kwaliteitseis is dat de Jeugdwet gemeenten verplicht tot het beschikbaar stellen van een onafhankelijke vertrouwenspersoon voor Jeugdwetcliënten.
De functie van vertrouwenspersoon wordt uitgevoerd door de Stichting Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg en geldt voor alle vormen van jeugdhulp, uitgezonderd de jeugd-GGZ intramuraal.
Het Ministerie van VWS blijft verantwoordelijk voor het vertrouwenswerk voor het intramurale deel van de jeugd-GGZ.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-246127.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.