Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Lochem 2018

De raad van de gemeente Lochem;

 

gelezen het voorstel van het presidium van 8 oktober 2018;

 

gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;

 

besluit

 

vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Lochem 2018

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Gemeentewet ;

  • b.

    commissie: de rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    het gemeentebestuur: de gemeenteraad, het college en de burgemeester;

  • e.

    de raad: de gemeenteraad van Lochem;

  • f.

    college: college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2.

    De commissie bestaat uit 3 externe leden, de voorzitter daaronder begrepen.

Artikel 3. Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de voorzitter en de overige leden van de commissie.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 81oa van de wet kan een lid van de commissie niet tevens lid zijn van de raad of van een door de raad ingestelde commissie, dan wel medewerker of bestuurslid van een instelling welke met de gemeente een functionele of financiële band heeft. Daarnaast is lidmaatschap uitgesloten voor personen die in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming een functie hebben bekleed bij de gemeente Lochem.

  • 3.

    De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van maximaal vier jaar.

  • 4.

    In afwijking van lid 3 van dit artikel worden de leden van de eerste commissie benoemd voor een periode van twee jaar.

  • 5.

    De aftredende of ontslagnemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 6.

    De gedragscode die de gemeente op grond van artikel 15 lid 3 van de wet heeft vastgesteld is van overeenkomstige toepassing op de leden van de commissie.

  • 7.

    Ten aanzien van de leden van de commissie zijn de artikelen 81g en 81h van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4. Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    Een lid van de commissie wordt door de raad ontslagen:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie.

    • c.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien het lid naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem of haar gestelde vertrouwen.

  • 2.

    Een lid van de commissie kan door de raad worden ontslagen wanneer hij of zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is de functie te vervullen.

  • 3.

    De raad kan in bijzondere situaties zoals genoemd in artikel 81 d van de wet, waarbij het goed functioneren van de commissie in het geding is, een lid tijdelijk op non-actief zetten.

Artikel 5. Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de commissie

  • 1.

    De voorzitter en de leden ontvangen een maandelijkse vergoeding voor hun werkzaamheden.

  • 2.

    De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

  • 3.

    De hoogte van de vergoeding genoemd in het eerste lid wordt door de raad vastgesteld.

Artikel 6. Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.

  • 2.

    De griffier wijst de secretaris aan na overleg met de commissie.

  • 3.

    De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 4.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 5.

    De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 7. Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 8. Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De commissie bepaalt na overleg met de raad de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3.

    De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 9. Werkwijze

  • 1.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5.

    De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6.

    De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8.

    De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9.

    Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 10. Budget

  • 1.

    De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de leden;

    • b.

      de secretaris;

    • c.

      externe deskundigen die door de commissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt een dag na bekendmaking in werking.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie gemeente Lochem 2018.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 5 november 2018

M. Veenbergen S.W. van ‘t Erve

griffier voorzitter

Artikelsgewijze toelichting op de Verordening rekenkamercommissie gemeente Lochem 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel bevat enkele begripsbepalingen en spreekt voor zich.

In de modelverordening van de VNG is gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet zijn genoemd) niet in artikel 1 op te nemen. Dit om te voorkomen dat gemeenten in de verordening een eigen definitie hanteren. In de toelichting wordt wel uiteengezet wat onder deze termen wordt verstaan:

Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt.

Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt.

Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

 

Artikel 2 Rekenkamercommissie

Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81oa van de wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. In Lochem heeft de gemeenteraad gekozen voor een rekenkamercommissie met externe leden. Het aantal leden is beperkt tot drie. Daaraan ligt de gedachte ten grondslag dat de commissie als regel niet zelf onderzoek verricht, doch het onderzoek organiseert, aanstuurt en beoordeelt, de resultaten analyseert en conclusies trekt.

 

Artikel 3 Benoeming leden

Dit artikel regelt de benoeming van de leden. Raadsleden kunnen geen lid van de commissie zijn.

De voorzitter wordt apart door de raad benoemd. Dat biedt de mogelijkheid gericht te zoeken naar een geschikte kandidaat. De zittingsduur is bepaald op vier jaar.

 

In lid 3 van dit artikel is bepaald dat de leden van de commissie voor een periode van vier jaar worden benoemd. Aangezien het wenselijk is dat benoeming van de leden plaatsvindt halverwege een raadsperiode, is in lid 4 opgenomen dat de leden van de eerste commissie voor een periode van twee jaar worden benoemd. Op deze wijze wordt de politieke onafhankelijkheid benadrukt.

 

In lid 5 van dit artikel is aangegeven dat de leden van de commissie moeten worden beëdigd. Voorts geldt voor hen het artikel inzake de verboden handelingen, dat ook voor de raadsleden geldt.

De gedragscode die de gemeenteraad op grond van artikel 15 lid 3 Gemeentewet heeft vastgesteld is geldt ook voor de voorzitter en leden van de commissie.

 

Er worden geen plaatsvervangende commissieleden benoemd omdat het praktisch zeer moeilijk is hen op de hoogte te houden van actuele ontwikkelingen.

 

Artikel 4 Ontslag en non-activiteit

Dit artikel betreft het einde van het lidmaatschap van de commissie en eventuele non-activiteit. Het behoeft geen verdere toelichting.

 

Artikel 5 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de commissie

Dit artikel regelt de vergoeding welke de commissieleden ontvangen voor hun werkzaamheden.

 

Artikel 6 Ambtelijk secretaris

Dit artikel omschrijft de taken van de secretaris. De secretaris wordt geleverd vanuit de griffie en is materieel verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie. Rechtspositioneel heeft de secretaris een relatie met de raad/griffie.

 

Artikel 7 Reglement van orde

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 8 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 9 Werkwijze

Dit artikel regelt de werkwijze van de commissie. Van belang daarbij is dat de commissie kan beschikken over alle relevante informatie. Welke informatie relevant is bepaalt de commissie zelf. Alle leden van het gemeentebestuur en alle ambtenaren hebben zich daaraan te houden. Over de vraag of informatie relevant is kan derhalve geen discussie ontstaan.

 

Uit een oogpunt van zorgvuldigheid krijgt de onderzochte partij gelegenheid om op het ontwerprapport van de commissie te reageren. De minimum termijn is in de verordening aangegeven. Verder is uitgangspunt dat de commissie in beslotenheid vergadert, doch dat de rapporten openbaar zijn.

Artikel 25 lid 2 Gemeentewet is de wettelijke basis voor het onder opleggen van geheimhouding door deze commissie sturen van documenten naar de raad.

 

Artikel 10 Budget

De commissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Dit artikel regelt hoe de commissie met het budget moet omgaan.

 

Artikelen 11 en 12 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.

Naar boven