Gemeenteblad van Breda
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2018, 244521 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2018, 244521 | Verordeningen |
72e wijziging CAR/BUWO gemeente Breda
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij op 23 oktober 2018 de 72e wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Bredase Uitwerkingsovereenkomst (CAR/BUWO) hebben vastgesteld.
De 72e wijziging van de CAR/BUWO treedt in werking met ingang van:
Artikel I treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2017.
Artikel II treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werkt terug tot en met 1 december 2017.
Artikel III treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2018.
Artikel IV treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2018.
Artikelen V, VI, VII en VIII treden in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2018.
Artikel IX treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werkt terug tot en met 25 mei 2018.
Artikel X treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2018.
Artikel XI treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werkt terug tot en met 1 oktober 2018.
Artikel XII treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking.
Tegen het besluit tot vaststelling van de 72e wijziging van de CAR/BUWO is geen bezwaar of beroep mogelijk.
Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Breda;
Gezien de noodzaak om de lokale bepalingen uit de CAR/BUWO te actualiseren in verband met
gewijzigde landelijke bepalingen in de CAR en de UWO;
Gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden, kenmerk
TAZ/U201700653, CvA/Loga 17/10, wijziging salarisbedragen;
Gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden, kenmerk
TAZ/U201700735, CvA/Loga 17/11, wijziging CAR-UWO artikelen per 1 januari 2018
Gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden, kenmerk
TAZ/U2017000736, CvA/Loga 17/12, voorbeeldregeling rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar
Gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden, kenmerk
TAZ/U201700829, CvA/Loga 17/14, wijziging CAR-artikel per 1 januari 2018 (2);
Gezien de circulaires van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden, kenmerk
TAZ/U201700897, CvA/Loga 17/15 en TAZ/U2017000977, CvA/Loga 17/17, derde jaar ww;
Gezien de invoering van de Algemene Verordening Gegevensbeheer per 25 mei 2018;
Gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden, kenmerk
TAZ/U201800181, CvA/Loga 18/03, wijziging artikelen 1:2 lid 1 sub c, 10d:26 leden 2 en 3, 10c:31, lid 1
Gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden, kenmerk
TAZ/U201800473, CvA/Loga 18/04, uitwerking cao-afspraken gelijke beloning: artikel 3:2a CAR;
Gelet op het gestelde in de artikelen 147 en 160 van de Gemeentewet, waarbij de bevoegdheid tot het
vaststellen, wijzigen en intrekken van rechtspositieregelingen voor het gemeentelijke personeel en
gewezen personeel wordt opgedragen aan het college;
Vast te stellen de navolgende (72e) wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en
Bijlage IIA, salaristabel gemeenteambtenaren per 1 augustus 2017, nieuwe structuur, wordt de toelichting onder de salaristabel vervangen door de volgende tekst:
Als het schaalbedrag onder het voor de medewerker geldende minimumloon ligt, heeft de medewerker per 1 augustus 2017 recht op het voor hem geldende minimumloon overeenkomstig de bepalingen in de WML voor medewerkers van 22 jaar en ouder. Vanaf 1 juli 2019 heeft de medewerker tenminste recht op het voor hem geldende minimumloon overeenkomstig de bepalingen in de WML voor medewerkers van 21 jaar en ouder. Voor de ambtenaar die valt onder de definitie van artikel 1:2c, eerste lid geldt een aparte schaal: schaal A. Het bedrag van de periodiek 0 is gelijk aan het wettelijk minimumloon. Het bedrag van de periodiek 11 is gelijk aan 120% van het wettelijk minimumloon. De salarisbedragen voor schaal A worden geïndexeerd op de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon en elk jaar op 1 januari vastgesteld door het LOGA en gepubliceerd op www.car-uwo.nl.
Artikel 1:2c Aanstellingen op grond van de banenafspraak
Het college kan voor de ambtenaar die onder de Wajong doelgroep valt en voldoende arbeidsvermogen heeft om zelfstandig een reguliere functie te bekleden of niet in aanmerking komt voor loondispensatie, op grond van artikel 3:3 een salaris vaststellen aan de hand van zijn functieschaal zoals opgenomen in de salaristabel in bijlage IIa .
Indien loondispensatie wordt toegekend, kan het college het salaris en de salaristoelagen van de ambtenaar naar rato van de loonwaarde conform de loondispensatie verminderen. Het naar loonwaarde bepaalde salaris van de ambtenaar vermeerderd met de Wajong-aanvullingsuitkering is gelijk aan het wettelijk minimumloon.
Indien loonkostensubsidie wordt toegekend, kan het college het salaris en de salaristoelagen van de ambtenaar naar rato van de loonwaarde niet verminderen. Het salaris van de ambtenaar is gelijk aan het wettelijk minimumloon. De loonkostensubsidie vergoedt aan het college het verschil tussen het naar loonwaarde bepaalde salaris van de ambtenaar en het wettelijk minimumloon.
De toelichting op artikel 1:2c wordt gewijzigd en komt te luiden:
Gemeenten kunnen ambtenaren aanstellen vanwege de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten . Om de instroom van deze doelgroepen te bevorderen, maakt de CAR-UWO het mogelijk om het salaris af te stemmen op de verdiencapaciteit of de loonwaarde. De doelgroepen van de Wet Banenafspraak zijn gedefinieerd in artikel 38b Wet financiering sociale verzekeringen.
In salarisschaal A is het salaris bij periodiek 0 het wettelijk minimumloon en is het salaris bij periodiek 11 120% van het wettelijk minimumloon. De bedragen in schaal A worden, in plaats van op de salarisontwikkeling in de Cao Gemeenten, geïndexeerd op de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon en elk jaar op 1 januari bijgesteld. De actuele schaalbedragen worden na goedkeuring door het LOGA gepubliceerd op www.car-uwo.nl.
De omschrijving van deze doelgroep staat in de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 38b lid 1 sub a. In salarisschaal A is het salaris bij periodiek 0 het wettelijk minimumloon en is het salaris bij periodiek 11 120% van het wettelijk minimumloon. De bedragen in schaal A worden, in plaats van op de salarisontwikkeling in de Cao Gemeenten, geïndexeerd op de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon en elk jaar op 1 januari bijgesteld. De actuele schaalbedragen worden na goedkeuring door het LOGA gepubliceerd op www.car-uwo.nl.
Onderzoek naar bekwaamheid en geschiktheid
Aan de toelichting op artikel 10d:24 wordt een toelichting op lid 3 toegevoegd:
Het college kan slechts afwijken van het advies als het op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen en/of het advies zodanig ernstig in gebreke is dat van het college in redelijkheid niet gevergd kan worden overeenkomstig het advies te besluiten.
Na inwerkingtreding van de WNRA is het advies weer bindend van aard vanwege de toepasselijkheid van het Burgerlijk Wetboek.
Bij de toepassing van de artikelen 2:5:5:2 tot en met 2:5:5:9 wordt verstaan:
Voor het niet genieten van het verlof als bedoeld in hoofdstuk 6 van de CAR/BUWO wordt een vergoeding toegekend van 10% van het salaris zoals bedoeld in artikel 2:5:5:3.
Voor toepassing van dit artikel wordt onder salaris verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover het dienstverband van de ambtenaar op deze datum nog geen 12 maanden heeft geduurd, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.
2:5:5:7 Overige rechten en verplichtingen
De artikelen 3:21, 15:1, 15:1b tot en met 15:1g, 15:1:12, 15:1:15, 15:1:16, 15:1:19, 15:1:20, 15:1:23 tot en met 15:1:25 en 15:2 van de CARUWO zijn van overeenkomstige toepassing.
De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CARUWO.
De buitengewoon ambtenaar heeft per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap recht op €3,- vaste netto onkostenvergoeding.
Artikel 10c:1 Werkingssfeer reparatie-uitkering
Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar die recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet of van wie de uitkering op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd, maar die op grond van de Werkloosheidswet zoals die gold op 31 december 2015 nog recht op een uitkering zou hebben gehad.
Artikel 10c:2 Begripsbepalingen
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Artikel 10c:3 Recht reparatie-uitkering
Artikel 10c:4 Opbouw en duur reparatie-uitkering
Artikel 10c:5 Hoogte reparatie-uitkering
Artikel 10c:6 Sancties reparatie-uitkering
Het college maakt een sanctieregeling op grond waarvan sancties kunnen worden toegepast op de uitbetaling van de reparatie-uitkering. Onderdeel van de sanctieregeling is de plicht die de ambtenaar heeft om het college te informeren over alles wat van invloed kan zijn op de duur en hoogte van de reparatie- uitkering.
Artikel 10c:7 Premie reparatie-uitkering
Artikel 10c:8 Einde reparatie-uitkering
Artikel 10c:9 Herleving reparatie-uitkering
Als het recht op een reparatie-uitkering gedeeltelijk of geheel is geëindigd en vervolgens de (ex)-ambtenaar na aanvaarding van een nieuw dienstverband wederom werkloos is geworden, herleeft op verzoek het recht op een reparatie-uitkering voor zover bij de beëindiging van het nieuwe dienstverband geen nieuw recht op een WW-uitkering op grond van de WW is ontstaan.
Artikel 10c:10 Afkoop reparatie-uitkering
35 Regeling Personeelsdossiers Gemeente Breda 2018
Artikel 35:2 De doelstelling van de registratie
Artikel 35:3 Categorieën van personen opgenomen in de registratie
Artikel 35:4 Opgenomen gegevens en de wijze van verkrijgen
Artikel 35:5 Verantwoordelijke en beheerders
Artikel 35:6 Aanleggen van een dossier
Artikel 35:7 Toegang tot de registratie
Artikel 35:8 Verstrekken van gegevens aan derden
Artikel 35:9 Bewaring en vernietiging
Artikel 35:10 Recht op inzage en afschrift
Artikel 35:12 Organisatie en beveiliging
Artikel 35:13 Bijzondere gevallen
Artikel 35:15 Citeertitel en inwerkingtreding
Bijlage 1 Protocol p-dossiers bewaartermijnen
Artikel 35:2 De doelstelling van de registratie
De doelstelling van de registratie is het verwerken van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de rechtspositieregelingen die de gemeente voor haar medewerkers heeft vastgesteld en in dat kader nader geldende wettelijke verplichtingen.
Artikel 35:3 Categorieën van personen opgenomen in de registratie
De registratie bevat uitsluitend gegevens van personen die werkzaam zijn bij de gemeente Breda - al dan niet op grond van een aanstelling - of aldaar scholing of training volgen.
Artikel 35:4 Opgenomen gegevens en de wijze van verkrijgen
Artikel 35:5 Verantwoordelijke en beheerders
Het college is verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens. Als zodanig ziet het college tevens toe op de werking van deze registratie overeenkomstig deze regeling.
De medewerkers van de afdeling Organisatie zijn beheerders van de registratie en belast met de dagelijkse zorg.
Artikel 35:6 Aanleggen van een dossier
Het aanleggen van een dossier gebeurt uitsluitend in opdracht van de beheerders en de door deze aangewezen medewerkers, een en ander met inachtneming van de door de beheerders vastgestelde voorschriften.
De in een dossier opgenomen gegevens worden uitsluitend gebruikt ten behoeve van de in artikel 35:2 van deze regeling omschreven doelstelling.
Artikel 35:7 Toegang tot de registratie
De beheerders hebben binnen het kader van de opgedragen werkzaamheden toegang tot de registratie. De leidinggevende heeft in het kader van zijn leidinggevende taken toegang tot de persoonsdossiers van zijn medewerkers.
De medewerker heeft toegang tot zijn eigen personeelsdossier.
In alle overige gevallen beslist het college over toegang tot de registratie.
Artikel 35:8 Verstrekken van gegevens aan derden
Uit een dossier worden slechts persoonsgegevens verstrekt aan derden indien:
De verstrekking van persoonsgegevens blijft achterwege voor zover op grond van een wettelijk voorschrift geheimhouding is geboden.
Het telefonisch verstrekken van persoonsgegevens over geregistreerden is niet toegestaan.
Artikel 35:9 Bewaring en vernietiging
De geregistreerde of zijn gemachtigde heeft het recht de beheerders om verbetering, aanvulling of verwijdering te vragen van de gegevens die over hem in zijn dossier zijn opgenomen, indien hij van oordeel is dat de opgenomen gegevens onjuist of onvolledig zijn of, gezien de doelstelling van deze regeling niet ter zake doende zijn, dan wel in strijd met deze regeling zijn opgenomen of niet verwijderd.
Het verzoek tot correctie, aanvulling of verwijdering wordt schriftelijk ingediend bij de beheerders van de registratie.
De beslissing van de beheerders op het verzoek wordt binnen 8 weken na ontvangst van het verzoek schriftelijk medegedeeld.
De geregistreerde ontvangt een bericht van de gecorrigeerde, aangevulde of verwijderde gegevens.
Een afwijzende beslissing op het verzoek wordt schriftelijk en gemotiveerd meegedeeld. Op voornoemde besluiten zijn de artikelen van de Algemene wet bestuursrecht inzake bezwaar en beroep van toepassing, onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 8 van de WBP.
Artikel 35:12 Organisatie en beveiliging
De dossiers worden, onder toezicht van de beheerders, beheerd door de beheerders. Zij zijn verantwoordelijk voor een adequate opname, verstrekking en verwijdering van persoonsgegevens in de door hen beheerde dossiers, in overeenstemming met het gestelde in of bij deze regeling en overige wettelijke verplichtingen.
De beheerders dragen zorg voor de nodige voorzieningen van technische en organisatorische aard ter beveiliging van de registratie tegen verlies of aantasting van de gegevens en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking daarvan.
Artikel 35:13 Bijzondere gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet naar redelijkheid voorziet, beslist het college.
Deze regeling ligt ter inzage bij de beheerders en is ter kennis gebracht aan alle medewerkers.
Artikel 35:15 Citeertitel en inwerkingtreding
Aan artikel 1:1 lid 1 wordt na onderdeel ww een nieuw onderdeel toegevoegd:
payroll werkgever / werknemer: de werkgever, die op basis van een overeenkomst met een gemeente, welke niet tot stand is gekomen in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, een werknemer ter beschikking stelt om in opdracht en onder toezicht en leiding van de gemeente arbeid te verrichten, waarbij de werkgever die de werknemer ter beschikking stelt alleen met toestemming van die gemeente gerechtigd is de werknemer aan een ander ter beschikking te stellen.
Aan artikel 1:1 lid 1 wordt na onderdeel xx een nieuw onderdeel toegevoegd:
inlenersbeloning: de wettelijk verplichte beloningselementen benoemd in de cao van de payroll werkgever, die van toepassing is op de arbeidsovereenkomst met een payroll werknemer en corresponderen met de beloningselementen in de CAR-UWO van een ambtenaar in dienst van de gemeente werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie.
Artikel 3:2a wordt toegevoegd en komt te luiden:
Artikel 3:2a Inleenvoorschrift gelijke beloning payrolling
Het college spreekt schriftelijk met de payroll werkgever af dat de totale beloning van de payrollwerknemer vanaf de eerste werkdag van de ter beschikkingstelling bij de gemeente vergelijkbaar is met de totale beloning van de ambtenaar, die een gelijke of gelijkwaardige functie vervult onder dezelfde of vergelijkbare omstandigheden.
Als de gelijke of gelijkwaardige beloningselementen niet volledig onderdeel uitmaken van de totale beloning aan de payroll werknemer die een gelijke of gelijkwaardige functie vervult, dan spreekt het college schriftelijk met de payroll werkgever af dat de payroll werknemer een toelage ter compensatie ontvangt.
Als de payroll werknemer geen deelnemer is bij het ABP, dan spreekt het college schriftelijk met de payroll werkgever af dat de payroll werknemer vanaf de eerste werkdag pensioen opbouwt volgens de Plus-regeling bij de STIPP vermeerderd met een toelage. De toelage ter compensatie van het verschil in pensioenopbouw met het ABP bedraagt 7% van het salaris. De hoogte van de toelage kan jaarlijks worden bijgesteld.
Het college verstrekt de payroll werkgever schriftelijk alle informatie en middelen, waaronder de Matrix flexibiliteit en zekerheid, die nodig zijn om de totale beloning en eventuele toelage correct vast te stellen. De payroll werkgever informeert vervolgens bij aanvang van de terbeschikkingstelling de payroll werknemer schriftelijk als de payroll werknemer een toelage krijgt uitbetaald. Het college vergewist dan bij de payroll werkgever of de payroll werknemer de correcte toelage ontvangt.
Aan het Functieboek Breda 2010 wordt in de functiefamilie Sturing, functiereeks Programma- en Projectmanagement de functie Programmamanager C toegevoegd, luidende:
Het managen en monitoren van een tijdelijke, unieke en complexe verzameling van projecten, processen en (reguliere) lijnactiviteiten, gericht op het formuleren en bereiken van een strategisch doel.
De functionaris neemt beslissingen bij het, binnen gestelde richtlijnen, initiëren, formuleren en kaderen van het programma gericht op het formuleren, richting gevend beïnvloeden en bereiken van een strategisch doel, bij het uitvoeren van programma-activiteiten en bij het verstrekken van informatie.
Met directie en afdelingsmanagers om hen tijdens overlegsituaties bij te staan en te adviseren inzake in te nemen standpunten. Met ( inter )gemeentelijke commissies, overheden, overlegstructuren en belangenorganisaties over de opzet van het programma, gemeentelijke standpunten en beleid tijdens overleg- en onderhandelingssituaties om te beïnvloeden, draagvlak te creëren en standpunten uit te dragen en te verdedigen.
Artikel I treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2017.
Artikel II treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werkt terug tot en met 1 december 2017.
Artikel III treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2018.
Artikel IV treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2018.
Artikelen V, VI, VII en VIII treden in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2018.
Artikel IX treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werkt terug tot en met 25 mei 2018.
Artikel X treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2018.
Artikel XI treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werkt terug tot en met 1 oktober 2018.
Artikel XII treedt in werking met ingang van de dag na die van deze bekendmaking.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-244521.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.