Gemeenteblad van Smallingerland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Smallingerland | Gemeenteblad 2018, 244453 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Smallingerland | Gemeenteblad 2018, 244453 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent financiën Financiële verordening Smallingerland 2019
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
EMU saldo: als gedefinieerd in BBV, artikel 1 lid j: het geraamde onderscheidenlijk gerealiseerde saldo van de ontvangsten en uitgaven van een provincie onderscheidenlijk een gemeente, berekend op transactiebasis en overeenkomstig de voorschriften van het Europese systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie;
overheidsbedrijf: als gedefinieerd in Mededingingswet artikel 25 lid g: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
Het college kan aan de raad een Perspectiefnota aanbieden voor 1 juni met een doorrekening van het nieuwe beleid en de geactualiseerde financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. Structurele doorwerking en/of doorwerking van Concernrapportage 1 van het lopende jaar alsmede het jaarverslag over het afgelopen jaar worden in de Perspectiefnota meegenomen.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, dan wel wanneer in de begroting niet in de dekking is voorzien, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor.
Het college is bevoegd tot het aangaan van verplichtingen binnen de grenzen die worden bepaald door de geraamde lasten per programma (zie art 5). Indien het college verplichtingen aangaat die niet passen binnen de kaders van de begroting, wordt dat in alle gevallen voorafgaand aan de beslissing aan de raad voorgelegd.
Besluiten binnen de geautoriseerde begroting kunnen desalniettemin ingrijpend zijn. Het college zal de raad in een aantal gevallen, zoals genoemd in lid 3, daarom vooraf informeren, zodat de raad de mogelijkheid heeft vóóraf haar wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Die mogelijkheid bestaat in algemene zin doordat:
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 11. Integrale kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde integrale kostprijs van rechten en heffingen waarmee structurele kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Artikel 12. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de levering van de desbetreffende goederen, diensten of werken wordt gemotiveerd.
Artikel 13. Vaststelling hoogte belastingen, rechten en heffingen
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, de rioolheffingen en de afvalstoffenheffing.
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het BBV op.
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het BBV op.
Artikel 17. Weerstandsvermogen & risicobeheersing
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het college de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het BBV op.
Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen
Het college biedt de raad ten minste eenmaal per raadsperiode een onderhoudsplan openbare ruimte aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen en kunstwerken. De raad stelt het plan vast.
Het college biedt de raad ten minste eenmaal per raadsperiode een rioleringsplan aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en de eventuele uitbreidingen. De raad stelt het plan vast.
Artikel 20. Verbonden partijen
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf verbonden partijen de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 van het BBV op.
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Artikel 23. Financiële organisatie
Het college draagt zorgt voor:
opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de vier jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 30 oktober 2018.
De voorzitter,
T. van Mourik
De adjunct griffier,
J. Faber
Bijlage afschrijvingstermijnen bij artikel 9
Afschrijvingstermijnen materiële vaste activa met economisch nut
Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.
De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden afgeschreven in maximaal:
55 jaar: riolering (buizen, putten), persleidingen, betonnen deel gemalen;
50 jaar: parkeergarages, motorvaartuigen;
40 jaar: nieuwbouw woonruimten, bedrijfsgebouwen en schoolgebouwen, aanleg urnenmuren,
bijdragen aan schoolbesturen voor nieuwbouw van scholen;
25 jaar: renovatie en restauratie woonruimten, bedrijfsgebouwen en schoolgebouwen;
24 jaar: buitenopstellingskasten gemalen;
20 jaar: technische installaties in bedrijfsgebouwen;
15 jaar: meubilair, bedrijfscontainers, noodlokalen, binnenverdeelkast rioolgemalen, pompen
12 jaar: schakelkasten gemalen;
10 jaar: rollend materieel, netwerkbekabeling, rolcontainers , natzoutstrooier, rolbezems,
afdekplaten urnenmuren, speelvoorzieningen, bureau's;
5 jaar: software, ICT-voorzieningen, thin clients, audio visuele apparatuur, bureaustoelen,
3 jaar: desktop computers, beeldschermen, laptops;
Afschrijvingstermijnen materiële vaste activa met maatschappelijk nut
De volgende materiële vaste activa met maatschappelijk nut worden afgeschreven in maximaal:
50 jaar: wegen, pleinen, tunnels, viaducten en rotondes;
20 jaar: armaturen openbare verlichting;
40 jaar: masten openbare verlichting;
45 jaar: havens, kades, sluizen en waterkeringen;
45 jaar: waterwegen, waterbergingen en walbeschoeiing;
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-244453.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.