Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland houdende regels omtrent subsidie cultuureducatie Subsidieregeling Cultuureducatie Opsterland 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland,

 

overwegende dat

 

het college van B&W in zijn vergadering van 10 april 2018 het Uitvoeringsplan Cultuureducatie Opsterland 2018-2022 heeft vastgesteld;

de gemeenteraad in zijn vergadering van 14 mei 2018 de financiële kaders van het Uitvoeringsplan Cultuureducatie Opsterland 2018-2022 heeft vastgesteld;

één van de onderdelen van dit plan een subsidieregeling voor de uitvoering van instrumentale muzikale vorming en culturele vorming (cultuureducatie) in het basisonderwijs is;

 

besluit vast te stellen de subsidieregeling Cultuureducatie primair en speciaal onderwijs Opsterland 2018.

Artikel 1. Algemene bepalingen en richtlijnen

  • 1.

    Deze subsidieregeling valt onder de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    Op deze subsidieregeling zijn de bepalingen uit de Algemene subsidieverordening Opsterland 2017 (ASV) van toepassing, tenzij in deze subsidieregeling anders is bepaald.

  • 3.

    Deze regeling geldt voor de duur van vier kalenderjaren, van 01-01-2019 tot en met 31-12-2022.

  • 4.

    De subsidie Cultuureducatie primair en speciaal onderwijs is opgebouwd uit de componenten instrumentale muzikale vorming (IMV) en culturele vorming.

  • 5.

    De subsidie voor IMV kan uitsluitend worden aangevraagd door de volgende partijen: Vereniging Christelijke Scholen Opsterland (VCSO) en Stichting Comprix.

  • 6.

    De subsidie voor culturele vorming kan uitsluitend worden aangevraagd door VCSO, Comprix en School Lyndesteyn.

  • 7.

    De subsidie voor culturele vorming wordt door de subsidieontvanger aan de individuele scholen verstrekt.

  • 8.

    De subsidie wordt verstrekt voor een kalenderjaar.

Artikel 2. Doel van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is uitsluitend bestemd voor de bekostiging van activiteiten waarbij alle leerlingen van VCSO, Comprix en School Lyndesteyn gedurende hun schoolloopbaan in aanraking komen met kunst en cultuur, door hier zowel actief als receptief en reflectief mee bezig te zijn.

Artikel 3. Subsidievoorwaarden

  • 1.

    De subsidie wordt jaarlijks toegekend op basis van de leerlingenaantallen zoals vastgesteld door de Dienst Uitvoering Onderwijs op de landelijke peildatum (1 oktober).

  • 2.

    VCSO en Comprix kopen het IMV-aanbod collectief in met de verleende subsidie.

  • 3.

    Scholen vullen de gemeentelijke cultuureducatiesubsidie aan met hun eigen rijksmiddelen voor cultuureducatie vanuit de Prestatiebox (het betreffende bedrag wordt jaarlijks vastgesteld door het ministerie van OCW).

Artikel 4. Subsidieaanvraag

  • 1.

    In afwijking van de ASV dienen subsidieaanvragers uiterlijk 1 december van het jaar voorafgaand aan het betrokken subsidiejaar hun subsidieaanvraag in.

  • 2.

    Voor de aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 3.

    De aanvraag bestaat uit het aanvraagformulier en een activiteitenplan waaruit blijkt dat aan het doel van de regeling wordt voldaan.

Artikel 5. Beslistermijn en beschikking

  • 1.

    In afwijking van de ASV ontvangen subsidieaanvragers uiterlijk 28 februari van het aangevraagde subsidiejaar de beschikking tot subsidieverlening.

  • 2.

    Het te ontvangen voorschot bedraagt 100% van de verleende subsidie.

  • 3.

    In de beschikking worden de budgetten per onderdeel gespecificeerd (IMV en culturele vorming).

  • 4.

    Voor IMV wordt met ingang van 2019 jaarlijks een budget van € 158.000 verdeeld onder de aanvragers.

  • 5.

    Voor culturele vorming wordt met ingang van 2019 jaarlijks een budget van € 80.500 verdeeld onder de aanvragers.

  • 6.

    De subsidiebudgetten worden jaarlijks geïndexeerd conform de indexatie prijsontwikkeling bruto binnenlands product (BBP) zoals opgenomen in de meicirculaire van het voorliggende jaar.

  • 7.

    De budgetten zijn onder voorbehoud van het vaststellen van de gemeentelijke begroting.

  • 8.

    De budgetten worden verdeeld op basis van een bedrag per leerling.

  • 9.

    Het bedrag per leerling per jaar wordt jaarlijks vastgesteld door de beschikbare budgetten te delen door het betreffende aantal leerlingen van de organisaties die een subsidieaanvraag hebben ingediend.

Artikel 6. Verantwoording/vaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger doet uiterlijk op 1 april van het jaar dat volgt op het betrokken subsidiejaar een aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

  • 2.

    Voor de verantwoording dient gebruik te worden gemaakt van een door het college vastgesteld verantwoordingsformulier.

  • 3.

    In afwijking van de ASV bestaat de aanvraag tot vaststelling uit:

    • -

      een financieel verslag waarmee inzichtelijk wordt gemaakt hoe de middelen zijn besteed.

    • -

      een inhoudelijk verslag waarmee wordt aangetoond dat leerlingen hebben kennisgemaakt met kunst en cultuur door hier zowel actief als receptief en reflectief mee bezig te zijn. In het verslag worden de activiteiten van de beide componenten IMV en culturele vorming afzonderlijk beschreven.

  • 4.

    De subsidie wordt uiterlijk acht weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling vastgesteld.

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2018 en kan worden aangehaald als Subsidieregeling Cultuureducatie Opsterland 2018.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college d.d. 3 juli 2018.

Koen van Veen, secretaris.

Ellen van Selm, burgemeester.

Naar boven