Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent parkeren Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2018

De raad van de gemeente Medemblik;

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018;

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

 

Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2018

Artikel 1 Algemeen

  • 1.

    Door de gemeente Medemblik wordt een voorziening geadministreerd onder de naam Parkeervoorziening.

  • 2.

    De Parkeervoorziening heeft tot doel te zorgen voor voldoende parkeerplaatsen dan wel een optimaal gebruik van de bestaande parkeerplaatsen door middel van parkeerregulering, indien op eigen terrein niet kan worden voorzien in de parkeerbehoefte van een bouwplan of een gewijzigd gebruik.

  • 3.

    Onder Nota Parkeernormen wordt in deze verordening verstaan de Nota Parkeernormen, vastgesteld door de raad op 6 maart 2014, nadien gewijzigd bij besluit van de raad van 1 november 2018.

Artikel 2 Toepassingsbereik

De Parkeervoorziening geldt voor het gehele grondgebied van de gemeente Medemblik.

Artikel 3 Beheer van de Parkeervoorziening

  • 1.

    De gelden van de Parkeervoorziening worden door het college van burgemeester en wethouders beheerd.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, met inachtneming van het budgetrecht van de gemeenteraad, besluiten te nemen over het doen van uitgaven uit de Parkeervoorziening.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders neemt bij de te nemen beslissingen de in de volgende artikelen geformuleerde regels in acht.

Artikel 4 Inkomsten van de Parkeervoorziening

De Parkeervoorziening bevat de volgende gelden en inkomsten:

  • a.

    gelden die zijn betaald op grond van het bepaalde in deze verordening;

  • b.

    overige gelden die bij besluit van het college van burgemeester en wethouders of de gemeenteraad uitdrukkelijk zijn of worden bestemd voor storting in de Parkeervoorziening;

  • c.

    eventuele rente-inkomsten over de in sub a en sub b van dit artikel genoemde gelden.

Artikel 5 Uitgaven ten laste van de Parkeervoorziening

Ten laste van de Parkeervoorziening worden uitgaven gedaan voor:

  • a.

    de nakoming van de op gemeente Medemblik rustende verplichtingen op grond van het bepaalde in deze verordening;

  • b.

    parkeervoorzieningen;

  • c.

    parkeerregulering ten behoeve van het optimaliseren van de bestaande openbare parkeercapaciteit.

Artikel 6 Verschuldigdheid bijdrage aan de Parkeervoorziening

  • 1.

    Een bijdrage aan de Parkeervoorziening is verschuldigd indien een omgevingsvergunning is verleend voor:

    • a.

      een nieuw bouwwerk;

    • b.

      een verandering van een bouwwerk;

    • c.

      een verandering van het gebruik van een bouwwerk en/of;

    • d.

      een verandering van het gebruik van gronden;

      waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, waarin in, op of onder het bouwwerk dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat bouwwerk behoort niet (voldoende) kan worden voorzien.

  • 2.

    De behoefte aan parkeergelegenheid wordt bepaald aan de hand van de Nota Parkeernormen.

  • 3.

    De bijdrage is verschuldigd door de aanvrager van de omgevingsvergunning.

  • 4.

    Geen bijdrage is verschuldigd als voor rekening van de aanvrager wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen acceptabele loopafstand van de betreffende locatie. De acceptabele loopafstand wordt bepaald aan de hand van de Nota Parkeernormen.

Artikel 7 Hoogte bijdrage aan de Parkeervoorziening

  • 1.

    Het aantal parkeerplaatsen waarvoor een bijdrage aan de Parkeervoorziening verschuldigd is, wordt vastgesteld door het aantal op eigen terrein gerealiseerde of nog te realiseren parkeerplaatsen in mindering te brengen op de totale hoeveelheid voor het bouwplan of het nieuwe gebruik benodigde aantal parkeerplaatsen.

  • 2.

    Bij de berekening van het aantal benodigde parkeerplaatsen wordt de bestaande parkeerbehoefte van de voorgaande op de locatie legaal gevestigde functie in mindering gebracht.

  • 3.

    Parkeerplaatsen in het openbaar gebied die door het bouwplan dan wel de wijziging van gebruik te niet worden gedaan, worden op eigen terrein gecompenseerd. Indien dit niet mogelijk blijkt, worden deze meegenomen in de berekening van het aantal parkeerplaatsen waarvoor een bijdrage verschuldigd is.

  • 4.

    Indien voor de parkeerbehoefte van het bouwplan of de wijziging van gebruik, gebruik kan worden gemaakt van beschikbare restcapaciteit in de openbare ruimte, wordt het aantal parkeerplaatsen dat hiervoor beschikbaar is bij de berekening in mindering gebracht. De beschikbaarheid van restcapaciteit wordt vastgesteld aan de hand van de Nota parkeernormen.

  • 5.

    Het tarief voor de bijdrage aan de Parkeervoorziening bedraagt € 3.610,- ex BTW per parkeerplaats.

  • 6.

    Het tarief genoemd in artikel 7, lid 5 geldt voor bouwplannen of wijzigingen van gebruik, waarbij de verschuldigde bijdrage maximaal drie parkeerplaatsen bedraagt. Bij grotere projecten, met een verschuldigde bijdrage van vier parkeerplaatsen of meer, brengt het college van burgemeester en wethouders de werkelijke kosten in rekening.

  • 7.

    Het in artikel 7, lid 5 opgenomen tarief wordt vanaf 01-01-2019 jaarlijks aangepast volgens de grond-, water en wegenbouw (GWW) index, onderdeel ‘wegen met open verharding’.

  • 8.

    Voor de bepaling van de hoogte van de bijdrage aan de Parkeervoorziening wordt het volgens de leden 1, 2, 3 en 4 bepaalde aantal parkeerplaatsen afgerond naar boven.

Artikel 8 Wijze van inning

De bijdrage aan de Parkeervoorziening wordt in rekening gebracht door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze wordt door toezending bekendgemaakt.

Artikel 9 Termijn van betaling

Het te storten bedrag dient binnen veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving te worden betaald.

Artikel 10 Verplichtingen

  • 1.

    De gemeente Medemblik verplicht zich om binnen een periode van 10 jaar na storting van de bijdrage het uit artikel 7 voortvloeiende aantal parkeerplaatsen of parkeerregulering aan te leggen binnen een acceptabele loopafstand gebaseerd op de Nota Parkeernormen.

  • 2.

    Voor de door de gemeente Medemblik aan te leggen parkeerplaatsen ontstaat geen exclusief parkeerrecht.

  • 3.

    Indien de gemeente Medemblik binnen de genoemde periode van 10 jaar niet aan de verplichting op grond van artikel 10, lid 1 heeft voldaan, is de gemeente Medemblik verplicht het gestorte bedrag terug te storten. Over het bedrag wordt geen rente vergoed.

  • 4.

    Teruggaaf vindt tevens plaats indien de verleende omgevingsvergunning in het kader van een bezwaar- of beroepsprocedure alsnog wordt geweigerd dan wel niet onherroepelijk van kracht wordt.

Artikel 11 Administratieve bepalingen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor een zorgvuldig beheer van de in de Parkeervoorziening gestorte gelden.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders houdt een overzicht bij van alle ontvangsten en uitgaven van de Parkeervoorziening.

Artikel 12 Opheffen van de Parkeervoorziening

  • 1.

    Opheffing van de Parkeervoorziening is slechts mogelijk indien alle op de gemeente rustende verplichtingen zijn nagekomen.

  • 2.

    Als na nakoming van alle op de gemeente rustende verplichtingen nog enig batig saldo overblijft, wordt dit overgeboekt naar de algemene middelen van de gemeente Medemblik.

Artikel 13 Overgangsrecht

De ‘Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2014’, vastgesteld op 13 november 2014 door de raad van de gemeente Medemblik, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op bijdragen aan de Parkeervoorziening van voor die datum.

Artikel 14 Inwerkingtreding

De ‘Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2018’ treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 15 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2018’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Medemblik van 1 november 2018

De griffier,

De voorzitter,

Bekendgemaakt: 15 november 2018

Algemene toelichting

Op 13 november 2014 is de Verordening Parkeervoorziening Medemblik 2014 door de gemeenteraad vastgesteld. Met deze verordening is een Parkeervoorziening ingesteld. In deze Parkeervoorziening worden de verschuldigde financiële bijdrages gestort, in het geval bij een bouwplan of wijziging van gebruik niet of niet geheel op eigen terrein kan worden voorzien in de parkeerbehoefte.

 

Deze verordening is gebaseerd op artikel 2.5.30 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen Bouwverordening gemeente Medemblik 2011.

 

Per 29 november 2014 is artikel 8, vijfde lid, van de Woningwet vervallen. Hierin was bepaald dat de bouwverordening voorschriften van stedenbouwkundige aard kon bevatten. Eén van deze artikelen van stedenbouwkundige aard was artikel 2.5.30 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.

 

Met het vervallen van het artikel van de Woningwet moeten parkeernormen in de planregels van de bestemmingsplannen worden geborgd. Op grond van overgangsrecht bleven voor bestemmingsplannen vastgesteld vóór 29 november 2014 tot 1 juli 2018 nog de stedenbouwkundige bepalingen van de bouwverordening van kracht.

 

Dit betekent dat sinds 1 juli 2018 altijd het bestemmingsplan in plaats van artikel 2.5.30 van de Bouwverordening gemeente Medemblik 2011 het toetsingskader is als het gaat om de parkeerbehoefte van een plan. De Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2014 dient dan ook te worden ingetrokken.

 

Met de vaststelling van de Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2018 wordt een zelfstandige grondslag voor de financiële bijdrages aan de Parkeervoorziening in het leven geroepen. Daarnaast komt met de vaststelling van de verordening de verplichting tot storting in de Parkeervoorziening te vervallen, voor zover voor het parkeren gebruik kan worden gemaakt van de beschikbare restcapaciteit in de omgeving. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan het coalitieakkoord 2018-2022 ‘Samen aan de slag’.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Algemeen

In artikel 1 is de doelomschrijving van de verordening opgenomen.

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

Artikel 2 geeft het gebied aan waarbinnen de verordening geldt. Dit is het hele grondgebied van de gemeente Medemblik.

Dit is ongewijzigd ten opzichte van de Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2014.

 

Artikel 3 Beheer van de Parkeervoorziening

Artikel 3 legt de bevoegdheid tot het beheer van de gelden van de Parkeervoorziening bij het college van burgemeester en wethouders.

Dit komt overeen met de bepaling in de Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2014.

 

Artikel 4 Inkomsten van de Parkeervoorziening

Artikel 4 bepaalt dat naast de stortingen in de Parkeervoorziening het college c.q. de raad kan besluiten gelden te bestemmen voor storting in de Parkeervoorziening.

Dit komt overeen met de bepaling in de Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2014.

 

Artikel 5 Uitgaven ten laste van de Parkeervoorziening

Ten laste van de Parkeervoorziening kunnen uitgaven worden gedaan met als doel het nakomen van de verplichtingen van de gemeente om de benodigde parkeerplaatsen aan te leggen of parkeerregulering in te stellen.

 

Artikel 6 Verschuldigdheid bijdrage aan de Parkeervoorziening

Voor de verschuldigdheid van de bijdrage aan de Parkeervoorziening is aangehaakt bij het moment van verlening van de omgevingsvergunning voor bouwen of verandering van gebruik. Dit is een geschikt moment, nu op dit moment er een toetsing van het bouwen of de verandering van het gebruik heeft plaatsgevonden en de parkeerbehoefte is vastgesteld. Daarnaast komt dit moment overeen met het moment waarop onder de werking van de Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2014 de bijdrage verschuldigd was.

Een bijdrage is verschuldigd indien als gevolg van bouwen of verandering van gebruik een behoefte aan parkeergelegenheid ontstaat en daarin niet op eigen terrein of kan worden voorzien.

De parkeerbehoefte wordt vastgesteld op basis van de Nota Parkeernormen.

In het geval de aanvrager van de omgevingsvergunning voor eigen rekening zorgt voor de aanleg van de vereiste parkeerplaatsen binnen een acceptabele loopafstand van de locatie, is er geen bijdrage verschuldigd.

 

Artikel 7 Hoogte bijdrage aan de Parkeervoorziening

Voor de vaststelling van de hoogte van de bijdrage wordt het aantal parkeerplaatsen vermenigvuldigd met het tarief per parkeerplaats.

Voor parkeerplaatsen die op eigen terrein worden gerealiseerd of reeds nodig waren voor de voorheen op de locatie legaal gevestigde functie is geen bijdrage verschuldigd. Deze worden afgetrokken van het benodigd aantal parkeerplaatsen. Indien sprake is van beschikbare restcapaciteit in de omgeving, wordt ook het aantal parkeerplaatsen dat hiervoor kan worden gebruikt in mindering gebracht. In de Nota parkeernormen is aangegeven hoe de beschikbare restcapaciteit kan worden vastgesteld.

 

Eventuele parkeerplaatsen in openbaar gebied die als gevolg van het plan komen te vervallen, worden meegenomen in de berekening. Deze worden opgeteld bij het aantal benodigde parkeerplaatsen.

 

Het tarief per parkeerplaats is bepaald op € 3.610,- ex BTW. Dit is het tarief in de Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2014 van € 3.500,--, geïndexeerd volgens de grond-, water en wegenbouw (GWW) index, onderdeel ‘wegen met open verharding’. Jaarlijks, vanaf 1-1-2019, vindt opnieuw indexatie plaats.

 

Het tarief geldt voor ‘kleine’ plannen, waarbij de verschuldigde bijdrage maximaal drie parkeerplaatsen bedraagt. Bij vier parkeerplaatsen of meer worden de werkelijke kosten in rekening gebracht. Op deze wijze blijven de kosten voor ‘kleine’ plannen beperkt en is de hoogte van de bijdrage ook direct duidelijk. Dit is overgenomen van de Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2014.

 

Voor de vaststelling van de hoogte van de bijdrage wordt het aantal parkeerplaatsen afgerond. Dit is overgenomen van de Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2014.

 

Artikel 8 Wijze van inning

Artikel 8 regelt de wijze van inning van de bijdragen. Dit gebeurt door middel van een beschikking. Titel 4.4 Bestuursrechtelijke geldschulden van de Algemene wet bestuursrecht is hierop van toepassing.

 

Artikel 9 Termijn van betaling

In afwijking van artikel 4:87 Algemene wet bestuursrecht is voor de betaling een termijn van veertien dagen bepaald.

 

Artikel 10 Verplichtingen

Lid 1 regelt de verplichting van de gemeente om binnen een termijn van 10 jaar de parkeerplaatsen danwel parkeerregulering aan te leggen/in te stellen. Hierbij zijn de acceptabele maximale loopafstanden voor de verschillende functies, zoals opgenomen in de Nota parkeernormen, van toepassing.

 

De aan te leggen parkeerplaatsen krijgen een openbaar karakter en zijn dan ook door een ieder te gebruiken.

 

Na verloop van 10 jaar na storting van de bijdrage ontstaat een verplichting tot terugstorting voor de gemeente, indien niet aan de verplichting is voldaan. In tegenstelling tot de Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2014 hoeft de degene die de bijdrage heeft betaald hiervoor niet eerst een verzoek te doen. Ter voorkoming van administratieve lasten wordt er geen rente vergoed over het bedrag.

Teruggaaf vindt tevens plaats als de omgevingsvergunning als gevolg van bezwaar of beroep alsnog door het bevoegd gezag moet worden geweigerd of door de rechterlijke uitspraak niet onherroepelijk van kracht wordt.

 

Artikel 11 Administratieve bepalingen

Artikel 11 legt het zorgvuldig beheer van de gelden bij het college van burgemeester en wethouders. Hiertoe dient het college een overzicht bij te houden van alle ontvangsten en uitgaven.

 

Artikel 12 Opheffen van de Parkeervoorziening

In artikel 12 is bepaald dat de voorziening alleen kan worden opgeheven als door de gemeente alle verplichtingen zijn nagekomen. In het geval er na opheffing een positief saldo overblijft, gaat dit over naar de algemene middelen.

 

Artikel 13 Overgangsrecht

In artikel 13 is het overgangsrecht opgenomen. Hiermee wordt de verhouding tussen de nieuwe verordening en de bestaande rechtstoestanden geregeld.

Het opgenomen overgangsrecht gaat uit van eerbiedigende werking. Dit betekent dat de ‘oude’ Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2014 van toepassing blijft op de onder de werking van deze verordening gestorte bijdragen. Dit uit het oogpunt van rechtszekerheid.

Nu de Verordening Parkeervoorziening gemeente Medemblik 2014 uitgaat van een recht tot restitutie van gestorte bedragen na verloop van 10 jaar, zal het overgangsrecht een tijdelijke werking hebben.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking na de bekendmaking

 

Artikel 15 Citeertitel

Dit artikel bevat de titel van de verordening

Naar boven