Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent de rechtspositie van ambtenaren Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Krimpen aan den IJssel 2018 (herzien)

De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel;

 

gelezen het voorstel van het presidium en het advies van de besluitvormende commissie;

 

gelet op de artikelen 95 eerste en tweede lid, 96 eerste en tweede lid en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

 

besluit de volgende verordening, inclusief toelichting, vast te stellen:

 

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Krimpen aan den IJssel 2018 (herzien)

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan:

  • -

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • -

    commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

  • -

    burgerlid: een commissielid, aangewezen door een raadsfractie die voorkomt op haar kandidatenlijst.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen

  • 1.

    Een commissielid als bedoeld in artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden ontvangt een vergoeding die 200% bedraagt van de vergoeding waar hij overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden aanspraak op maakt.

  • 2.

    Onder het commissielid als bedoeld in het tweede lid wordt verstaan de voorzitter van de Commissie Bezwaarschriften.

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten

  • 1.

    De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:

    • a.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

  • 2.

    De reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed.

Artikel 4 Scholing

  • 1.

    Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier dan wel bij de gemeentesecretaris of een daartoe aangewezen ambtenaar indien het een lid betreft van een niet door de raad ingestelde commissie.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Het presidium respectievelijk de gemeentesecretaris of de aangewezen ambtenaar als bedoeld in het eerste lid beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken overeenkomstig het tweede lid.

Artikel 5 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Aan het raadslid wordt gedurende zijn raadsperiode een iPad ter beschikking gesteld. Het raadslid sluit hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    De kosten van de iPad komen voor rekening van de gemeente.

  • 3.

    Na afloop van de raadsperiode levert het raadslid de iPad in bij de gemeente.

Artikel 6 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor wethouders

Artikel 7 Reiskosten woon-werkverkeer

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 8 Zakelijke reis- en verblijfkosten

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 9 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Aan de wethouder wordt gedurende de tijd dat hij wethouder van deze gemeente is een iPad of laptop ter beschikking gesteld. De wethouder is vrij in zijn keuze. De wethouder sluit hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    De kosten van de iPad of laptop komen voor rekening van de gemeente.

  • 3.

    Na afloop van zijn ambtsperiode levert de wethouder de iPad of laptop in bij de gemeente.

Artikel 10 Communicatieapparatuur

  • 1.

    Wethouders aan wie op aanvraag communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    Een aanvraag als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist over de aanvraag, overeenkomstig het eerste lid, op basis van bewijsstukken.

Artikel 11 Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming

  • 1.

    Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a en b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:

    • a.

      reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en

    • b.

      dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 12 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk 4 De procedure van declaratie

Artikel 13 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor de wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 14 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur, of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door:

    • a.

      raads- en commissieleden ingediend bij de griffier dan wel ingediend bij de gemeentesecretaris of een daartoe aangewezen ambtenaar indien het een lid betreft van een niet door de raad ingestelde commissie;

    • b.

      wethouders ingediend bij de gemeentesecretaris of een daartoe aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 15 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Krimpen aan den IJssel 2017 wordt ingetrokken.

Artikel 16 Inwerkingtreding

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Krimpen aan den IJssel 2018 (herzien) treedt in werking de dag na zijn bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2018.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Krimpen aan den IJssel 2018 (herzien).

 

Aldus besloten door de gemeenteraad van Krimpen aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 18 oktober 2018

De griffier, De voorzitter,

Naar boven