Gemeenteblad van Etten-Leur
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Etten-Leur | Gemeenteblad 2018, 24025 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Etten-Leur | Gemeenteblad 2018, 24025 | Beleidsregels |
Integraal VTH Jaarverslag 2017 en VTH-uitvoeringsprogramma 2018 Gemeente Etten-Leur
1.1 Doelstellingen en maatschappelijke effecten 4
1.2 Kadernota integrale veiligheid 2015-2018 6
2.4 Vergunningverlening Wabo 10
2.5 Toezicht en handhaving Wabo 16
3.4. Vergunningverlening milieu 38
3.5 Toezicht en handhaving milieu 38
4.4 Vergunningverlening APV/Bijzondere wetten 45
4.5 Toezicht en handhaving openbare ruimte 46
5.1 Baronie Interventie Team 55
Bijlage 1: Risicomatrix-Prioriteitenlijst 58
De basis voor het VTH-uitvoeringsprogramma is opgenomen in het VTH-beleid. De daarin opgenomen visie, ambities en uitgangspunten zijn in dit VTH-uitvoeringsprogramma verder uitgewerkt. Het concept VTH-beleid is op 30 november 2017 door het college vastgesteld. In januari 2018 wordt het definitieve VTH-beleid door het college vastgesteld. Het inmiddels wettelijk verplichte onderdeel vergunningen is opgenomen in het VTH-beleid en ook in dit VTH-uitvoeringsprogramma. Naast het VTH-beleid is het geïntegreerde VTH-jaarverslag een middel om een nieuw VTH-uitvoeringsprogramma op te stellen.
In dit programma wordt de beschikbare capaciteit belicht en bij de diverse taakvelden wordt aangegeven wat de benodigde capaciteit is voor een adequate uitvoering van de wettelijke taken. Zoals de titel van dit document aangeeft is het een combinatie van het integraal VTH-jaarverslag en het VTH-uitvoeringsprogramma. Hierdoor is de inzet overzichtelijker en sneller te vergelijken. In de betreffende hoofdstukken zijn daarom zowel de cijfers over 2017 opgenomen, als de ramingen voor 2018. Het onderdeel vergunningen is niet opgenomen in het VTH-jaarverslag 2017, omdat dit onderdeel niet was opgenomen is het handhavingsuitvoeringsprogramma 2017.
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de vergunnings-, toezichts- en handhavingstaken op het gebied van onder andere bouwregelingen, ruimtelijke ordening, sloop en brandveiligheid. Dit wordt in dit document “VTH Wabo” genoemd. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de vergunnings-, toezichts- en handhavingstaken op het gebied van milieuregelgeving toegelicht.
Daarna wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op het gebruik van de openbare ruimte en de uitvoering van de bijzondere wetten, waaronder de Drank- en Horecawet. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de integrale veiligheid.
Het toezicht op de naleving van de regelgeving op het gebied van milieu en bouwen, ruimtelijke ordening en brandveiligheid wordt jaarlijks gestructureerd uitgevoerd op basis van het VTH-uitvoeringsprogramma. Hierin is tevens de handhaving met betrekking tot betaald parkeren, kleine ergernissen en overlast in het openbaar gebied opgenomen. Het programma is gebaseerd op VTH–beleid, de risicomatrix-prioriteitenlijst (zie bijlage) en het jaarverslag. In het VTH-beleid zijn de kaders van vergunningverlening, toezicht en handhaving in Etten-Leur weergegeven. Dit VTH-uitvoeringsprogramma is onder andere gebaseerd op het VTH-beleid dat eind januari 2018 wordt vastgesteld. Het concept VTH-beleid is op 30 november 2017 door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld.
In dit document zijn het VTH-jaarverslag 2017 en het VTH-uitvoeringsprogramma 2018 samengevoegd. Het VTH-uitvoeringsprogramma geeft aan op welke wijze op de verschillende thema’s vergunning, toezicht en handhaving wordt toegepast. Het jaarverslag geeft weer in hoeverre het programma 2017 is uitgevoerd. Dit geeft tevens input voor het programma 2018.
Volledig toezicht en handhaving op elk onderdeel is niet realiseerbaar. Dit is eerder al vastgesteld en is landelijk een gegeven. Er wordt naar gestreefd om risico’s zoveel mogelijk te beperken. Voor 2018 is de prioriteitenlijst uit het VTH-beleid toegevoegd. Hiermee zijn de prioriteiten voor 2018 in beeld gebracht. Aan de hand hiervan wordt de beschikbare capaciteit voor de verschillende vormen van toezicht en handhaving gericht ingezet. In navolging van de controles van voorgaande jaren blijft het accent van het toezicht liggen op veiligheid- en gezondheidsaspecten.
Voor het taakveld vergunningverlening wordt 2018 benut om de uitgangspunten uit het VTH-beleidsplan verder uit te werken en vorm te geven.
1.1 Doelstellingen en maatschappelijke effecten
In het VTH-beleid is als doel opgenomen dat vergunningverlening, toezicht en handhaving in Etten-Leur de kwaliteit van de leefomgeving beschermt en waar mogelijk verbetert. In dit beleid staat naleving van normen centraal evenals dat burgers en bedrijven hun eigen verantwoordelijkheid dragen. Hierbij richt de inzet van vergunningverlening, toezicht en handhaving zich op verbetering van naleefgedrag en heeft preventieve handhaving de voorkeur boven repressieve handhaving.
1.1.1 Burgerpeiling en koerskaarten
Sinds 2015 wordt er gebruik gemaakt van een burgerpeiling die is gekoppeld aan “waarstaatjegemeente.nl”. Deze gegevens worden verwerkt in het dashboard van de site www.waarstaatjegemeente.nl. Op basis van deze gegevens kunnen we meten in hoeverre de visie uit het VTH-beleid wordt gerealiseerd. Naast de gegevens uit de burgerpeiling worden ook de uitkomsten het spel koerskaarten gebruikt om te komen tot een VTH-programma.
In de tabel hierna zijn de gegevens uit onder ander de burgerpeiling ingevoerd. In het voorjaar van 2018 wordt opnieuw een burgerpeiling uitgevoerd. De resultaten hiervan worden in het tweede kwartaal van 2018 bekend gemaakt. De uitkomsten van de burgerpeilingen worden op wijkniveau uitgedraaid dit wordt in combinatie met de uitkomsten van het koerskaarten gebruikt om op specifieke aandachtpunten op wijkniveau te kunnen handelen.
* De getallen zijn het beoogde resultaat uit het handhavingsuitvoeringsprogramma 2017. De behaalde resultaten worden op genomen in de rapportage burgerpeiling “Waar staat de gemeente”. Uitkomsten worden in het 2de kwartaal van 2018 bekend gemaakt.
In het VTH-beleid worden de prioriteiten gekoppeld aan de beoogde doelen. Met de uitwerking van het VTH-uitvoeringsprogramma 2018 wordt beoogd om de gestelde doelen uit bovenstaande tabel te halen. Voor de onderste vier taakvelden worden de doelen gekoppeld aan de prioriteiten. Dit is per onderdeel uitgewerkt in de verschillende hoofdstukken/paragrafen.
1.2 Kadernota integrale veiligheid 2015-2018
In 2014 is een nieuwe kadernota integrale veiligheid 2015-2018 vastgesteld. Hierin is een aantal algemene thema’s en speerpunten opgenomen dat voortvloeit uit de landelijke prioritering op veiligheidsgebied. De opsporing en het voorkomen van geweldsmisdrijven wordt verder versterkt. Het gebiedsgebonden politiewerk zal verder worden ontwikkeld en verbeterd.
De volgende thema’s krijgen specifieke aandacht:
Met de uitvoering van dit programma wordt ook bijgedragen aan de hiervoor genoemde thema’s en speerpunten uit de kadernota integrale veiligheid 2015-2018.
In het VTH-beleid worden de uitgangspunten en de prioriteiten voor de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving vastgelegd. Op deze beleidsmatige basis is het VTH Wabo uitvoeringsprogramma 2018 uitgewerkt. Hierbij is rekening gehouden met het VTH-jaarverslag 2017, specifieke vragen uit het college van burgemeester en wethouders en geplande thema projecten. De doelen uit het VTH-beleid komen in paragraaf 2.3 aanbod.
In het VTH-beleid is in het algemeen opgenomen dat de naleving van de norm centraal staat, burgers en bedrijven dragen hun eigen verantwoordelijkheden, de inzet van handhaving is gericht op verbetering van naleefgedrag, preventieve handhaving heeft de voorkeur boven repressieve handhaving.
Door de genoemde onderdelen in dit hoofdstuk uit te voeren kunnen wij voldoen aan het gestelde doel in paragraaf 1.1. voor het taakveld Bouwen.
De totaal beschikbare capaciteit van het team VTH Wabo voor 2018 bedraagt 20506,5 uur (1550 uur per medewerker). Het betreft 1 fte teamleider, 1,34 fte administratie, 4,5 fte vergunningverlening (incl. constructeur, 3 fte vast, 0,89 inhuur en 0,61 flex), 3 fte toezicht en 4 fte juridische (vervolg) werkzaamheden en advisering. De 0,61 fte flex is op het moment van vaststelling van dit programma nog niet ingevuld. Bij het opstellen van dit programma is gebleken dat deze extra capaciteit nodig is om het taakveld vergunningverlening adequaat uit te kunnen voeren. Invulling zal daarom zo spoedig mogelijk plaatsvinden.
Hieronder is de totale beschikbare capaciteit voor het VTH uitvoeringsprogramma berekend (inclusief de hierboven genoemde 0,61 fte flex). Bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma is rekening gehouden met opleidingen, werkoverleggen, De6 ontwikkeling en samenwerking en diverse projecten.
•Vergunningverlening (4,5 fte) 6225 uur (6975-950+200)
Urenvermindering op programma 2018: 35 uur De6, 390 uur opleiding, 325 uur werkoverleg, 200 uur projectorganisatie (950uur). + 200 uur administratie (sloop)
•Toezicht (3 fte) 3665 uur (4650-985)
Urenvermindering op programma 2018: 250 uur De6, 200 uur opleiding, 225 uur werkoverleg, 150 uur projectorganisatie, 140 uur VTH rapportage, 20 uur PV-bestuur (985 uur)
•Juridisch vergunningverlening (2fte) 2460 uur (3100-640)
Urenvermindering op programma 2018: 50 uur De6, 40 uur opleiding, 150 uur werkoverleg, 100 uur projectorganisatie – 300 uur voor juridische handhaving (640 uur)
•Juridisch handhaving (2fte) 2668 uur (3100-732+300)
Urenvermindering op programma 2018: 170 uur opleiding, 150 uur werkoverleg, 100 uur projectorganisatie, 312 uur ouderschapsverlof (732 uur). + 300 uur van juridische vergunningverlening
Bij het onderdeel toezicht is het verschil tussen het programma 2017 en realisatie 2017 ongeveer 800 uur. Dit komt hoofdzakelijk doordat in de uren van 2017 200 uur (per fte) aan projectorganisatie ontwikkelingen zijn opgenomen en uit de resultaten blijkt dat deze uren bijna niet zijn gebruikt. Voor 2018 zijn deze uren organisatiebreed aangepast naar 50 uur (per fte). Het onderdeel juridische handhaving heeft minder uren gemaakt dan geraamd was. Reden hiervan is zwangerschap en opgenomen ouderschapsverlof.
Bij het onderdeel juridische handhaving worden de uren voor 2018 met 300 vermeerderd zoals in 2017. Het juridisch Wabo cluster bestaat uit 4 fte. Vanuit flexibele inzet blijkt dat er ongeveer 300 uur extra aan TH Wabo is besteed. Dit gebeurt door de juristen van vergunningverlening. Voor 2018 wordt er dus rekening gehouden met 300 uur extra.
Junior Jurist Vergunning, Toezicht en Handhaving
In 2018 komt er één extra junior functie voor het team VTH Wabo voor de duur van 2 jaar. De insteek is dat de junior deels een bijdrage levert aan juridische advisering over vergunningen- en handhavingdossiers en juridische vraagstukken op het terrein van het omgevingsrecht. Daarnaast ook mee denkt over de verdere ontwikkeling van het team VTH Wabo en hoe wij op een toekomstgerichte wijze onze klanten kunnen blijven bedienen. Deze uren zijn niet opgenomen in het totaal aantal uren van dit programma.
In het handhavingsuitvoeringsprogramma 2017 waren de onderstaande ambities en doelen opgenomen. Per ambitie en doel is het resultaat beschreven met daarbij eventueel wat dit betekent voor het VTH-uitvoeringsprogramma 2018.
Passief handhaven: handhaven op basis van het piepsysteem (klachten en meldingen). Hierbij is uitgangspunt dat alle klachten/meldingen worden behandeld. Het resultaat is dat alle klachten en meldingen in 2017 in behandeling zijn genomen. In 2018 hebben wij ook het doel om alle klachten en meldingen in behandeling te nemen volgens de uitgangspunten van het VTH-beleid.
Thematisch handhaven: gebiedsgerichte handhaving. Met het project buitengebied en de diverse BIT acties en het project LAA, is hier invulling aangegeven. In 2018 wordt de ingeslagen weg betreffende themagerichte acties voortgezet en verder uitgebouwd. Ook integraal benaderen met andere organisatieonderdelen vindt steeds meer plaats. Voorbeelden hiervan zijn ondermijning, project LAA (Landelijke Aanpak Adreskwaliteit) en gebruik maatschappelijk vastgoed.
Actief handhaven: accent op een gestructureerde uitvoering. Op verleende vergunningen voor de activiteit bouwen wordt actief toezicht gehouden en waar nodig gehandhaafd. Verder wordt hier invulling aan gegeven door bijvoorbeeld het regionaal project arbeidsmigranten. Dit betreft tevens een vorm van thematisch gerichte handhaving. Het project arbeidsmigranten wordt doorgezet in 2018.
In het VTH-beleid zijn doelen opgenomen voor de komende jaren. Voor het VTH-uitvoeringsprogramma 2018 zijn de volgende doelen uit het VTH-beleid opgenomen:
Geschatte benodigde uren (voor zover nu bekend) om de beoogde doelen te halen: 615 uur (excl. opleiding). Van deze uren is al een gedeelte in mindering gebracht op de beschikbare capaciteit.
Geschatte benodigde uren (voor zover nu bekend) om de beoogde doelen te halen: 140 uur (excl. opleiding)
Geschatte benodigde uren om de beoogde doelen te halen: 80 uur (excl. opleiding)
Met het VTH-programma worden de personele middelen inzichtelijk gemaakt om de doelen uit het VTH-beleid te bereiken. De financiële middelen zijn opgenomen in de begroting van de gemeente Etten-Leur en in VTH-beleid in hoofdstuk 8 – Organisatie en middelen.
De werkzaamheden van het cluster Vergunningverlening van het team VTH Wabo bestaan hoofdzakelijk uit de volgende zaken:
In wet- en regelgeving is bepaald voor welke activiteiten inwoners en bedrijven een omgevingsvergunning moeten aanvragen om die activiteiten te mogen uitvoeren of ondernemen. De belangrijkste wet betreft de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo). Gerelateerd daaraan het Besluit omgevingsrecht (Bor) als algemene maatregel van bestuur en de Regeling omgevingsrecht (Mor) als ministeriële regeling.
Iedere ingediende aanvraag dan wel conceptaanvraag wordt beoordeeld en getoetst. Voor aanvragen om een omgevingsvergunning is het echter niet nodig om elke aanvraag, die wordt ingediend, even diepgaand te toetsen aan het Bouwbesluit. Daar waar de risico’s laag dan wel aanvaardbaar zijn, gerelateerd aan het VTH-beleid met de daarbij behorende prioriteitenlijst, wordt bij de gemeente Etten-Leur volstaan met een minder diepgaande (en praktische) toets. De gebouwtypen dit hogere score in de prioriteitenlijst worden diepgaander/uitgebreider getoetst.
Het is een doel om in 2018 het VTH-beleid nader uit te werken. Zo zal het onderdeel ‘vergunningen’ hier ook een prominente rol in gaan spelen. De ‘V-kant’ van VTH wordt nader uitgewerkt en beschreven in risico- en beoordelingskaders, aan de hand van de prioriteitenlijst.
De activiteit ‘bouwen’ valt alleen onder de Wabo als er ook daadwerkelijk sprake is van bouwen in de zin van deze wet. Er is sprake van ‘bouwen’ bij het ‘oprichten of veranderen van een bouwwerk’ en er sprake is van een bouwwerk.
Onder oprichten wordt het plaatsen van een nieuw bouwwerk verstaan. Het verplaatsen van een bestaand bouwwerk naar een andere locatie valt ook hieronder. Bij het veranderen van een bouwwerk moet worden gedacht aan situaties waarbij ‘verbouwd’ wordt, alsmede het vernieuwen en onderhouden van een bouwwerk. Een bouwwerk wordt gedefinieerd als: “elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.”
2.4.2 Activiteit planologisch strijdig gebruik
In een bestemmingsplan worden bestemmingen van gronden aangewezen voor een bepaald gebied binnen de gemeentegrenzen. Het bestemmingsplan bevat bebouwings- en gebruiksregels.
Een bedrijf of burger kan een (bouw)plan hebben dat niet in het bestemmingsplan past. Een vergunning zou dan normaal moeten worden geweigerd. De Wabo bevat echter verschillende bepalingen, die het de gemeente mogelijk maken, indien dat wenselijk wordt geacht en past binnen de lokale beleidsregels, om mee te werken aan nieuwe initiatieven, die niet passen binnen het bestemmingsplan.
Het kan hierbij gaan om zowel afwijkingen van de bebouwingsregels (oppervlakte, goot- en nokhoogte, locatie) als ook van de gebruiksregels. De gemeente heeft daarbij de bevoegdheid tot het nemen van de volgende besluiten 'handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening':
In al deze gevallen kan een 'afwijking/ontheffing' worden verleend, maar dit moetniet. De gemeente beoordeelt of toepassing van een van de mogelijkheden mogelijk en wenselijk is.
2.4.4 Concept aanvraag omgevingvergunning
Wanneer een bedrijf of burger vooraf meer zekerheid wilt hebben over het wel of niet vergunningvrij zijn van bouwplannen of de haalbaarheid ervan, kunnen zij een conceptaanvraag indienen. De plannen worden dan getoetst aan het bestemmingsplan en welstand. Daarbij vanzelfsprekend ook zo veel mogelijk integraal aan overige mogelijke opvolgende belemmering. Hierna kan een plan definitief worden uitgewerkt bij een positief antwoord op de conceptaanvraag.
Tijdens de behandeling van de conceptaanvraag zal de gemeente zo goed en volledig mogelijk vertellen welke haken en ogen er eventueel aan een (bouw)plan zitten. Er ontstaat een goed beeld of plan in aanmerking komt voor een vergunning. Blijkt bijvoorbeeld tijdens de conceptaanvraag dat de aanvraag strijdigheden oplevert die het verlenen van een vergunning in de weg staan, kan in overleg bekeken worden of het plan met enkele aanpassingen wel onze medewerking kan krijgen.
Het grote voordeel van de conceptaanvraag is dat, ook de aanvrager, zonder al te veel (onderzoeks)kosten te maken of zonder aan alle indieningsvereisten (o.a. uitgewerkte berekeningen en tekeningen) te moeten voldoen, te weten komt of het bouwplan in aanmerking komt voor een vergunning. Op deze manier kan een weigering van een formele aanvraag om omgevingsvergunning vaak worden voorkomen. En het kan er voor zorgen dat de procedure voor een formele aanvraag om omgevingsvergunning sneller verloopt.
Onder 'slopen' wordt verstaan: het afbreken van een bouwwerk of een gedeelte daarvan. Bij verbouwingen kan dus sprake zijn van gedeeltelijk slopen. In dat geval moet er een sloopmelding worden gedaan. Wanneer u een sloopmelding moet doen, volgt uit het Bouwbesluit. Dit is bijvoorbeeld het geval als er meer dan 10 m3 sloopafval vrijkomt, of als er sprake is van asbest.
Men heeft zelf een vergunningcheck gedaan voor een activiteit (Wabo), maar twijfelt of een omgevingsvergunning nodig is. Dit wordt vaak gevraagd aan de gemeente. Bij een dergelijk informatieverzoek zoeken wij alles wat ruimtelijk effect heeft uit: of het vergunningsplichtig is, of het dan ook vergunbaar is binnen de regels, en zo niet hoe er dan mogelijk wel medewerking kan worden verleend (zoals ‘afwijken’) en wat er daarvoor moet worden gedaan. (Welstand is hierin geen onderdeel.)
Vaak moeten wij dus zo’n vraag of wens nader onderzoeken of uitzoeken. Om beter van dienst te zijn, werken wij op afspraak. De informatie opvragen of een afspraak maken, gaat per e-mail. Zo kunnen we relatief snel antwoord geven op vragen en komen klanten (burgers en bedrijven) niet voor niets naar het Stadskantoor. Als de vraag eenvoudig te beantwoorden is kan dit zelfs via e-mail. Zo maken we het onze klanten graag gemakkelijk, door deze laagdrempelige mogelijkheid voor het indienen van een bouwinfo verzoek.
Met de behandeling van een ‘Bouwinfo verzoek’ worden veel voordelen behaald. Zo wordt er bijvoorbeeld enerzijds preventief informatie gegeven over het al dan niet vergunningvrij bouwen of gebruiken, wat vervolgens weer scheelt in repressief toezicht en handhaving door de gemeente. Anderzijds halen diverse vakgroepen en afdelingen hun input uit de gegevens die worden bewaard bij het behandelen van bouwinfo verzoeken, zoals: BAG, WOZ, toezicht, planologie, grondzaken, enzovoorts. Zo weten we – van elkaar - ook wat er speelt of heeft gespeeld over een plan, initiatief of locatie. Het streven is om de veel voorkomende verzoeken binnen een termijn van circa een werkweek te behandelen (in tegenstelling tot een formele aanvraagprocedure van 8 weken).
Vele collega’s, zoals wijkmanagers, beleidsmedewerkers, bedrijfscontactfuncionarissen, enzovoorts hebben vele klantcontacten. Vrij vaak gaat dat over diverse bouwwensen vanuit de lokale gemeenschap of bedrijvenkring. Deze collega’s die bij ons langskomen voor advies worden ook door ons geholpen. Hierbij denken wij mee in oplossingen en adviseren daarbij. Ook een enkele balieklant die langskomt valt onder deze noemer.
Constructieve veiligheid bij bouwen (en bouwconstructies) is een ketenverantwoordelijkheid. Bij de borging spelen veel verschillende participanten in het bouwproces een rol. Ook de gemeente als bevoegd gezag heeft hierbij een rol tijdens de beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning. Het toetsen van de (nader ingediende) gegevens en bescheiden hoort nog tot de formele behandeling van de aanvraag. Dat betekent onder andere, dat de toetsing moet worden uitgevoerd door de zake deskundige (gemeentelijk) constructeur.
De gemeente heeft de wettelijke taak om te zorgen voor een goede omgevingskwaliteit. In die taak beschikt de gemeente over veel instrumenten, waarvan er één specifiek bedoeld is voor het uiterlijk van bouwwerken, namelijk het (gemeentelijk) welstandsbeleid.
De welstandscommissie is een door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke commissie die aan burgemeester en wethouders advies uitbrengt ten aanzien van de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk of standplaats, waarvoor een aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is ingediend, in strijd is met redelijke eisen van welstand zoals in het welstandsbeleid is bepaald. De welstandscommissie bestaat uit architecten en burgerleden met een ambtelijk secretaris.
De Monumentencommissie bestaat uit onafhankelijke externe (monumenten)deskundigen, met een ambtelijk secretaris. De wettelijke taak van de Monumentencommissie is het adviseren over aanvragen met de activiteit ‘monumenten’. In een aantal gevallen kan ook de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed over een vergunningaanvraag adviseren.
2.4.11 Juridische ondersteuning
De juridisch medewerkers bieden onder andere ondersteuning aan het cluster Vergunningverlening bij bijvoorbeeld complexe vergunningen en juridische vraagstukken. Daarnaast hebben zij ook nog de volgende taken op het gebied van vergunningverlening Wabo:
De te verlenen of te weigeren omgevingsvergunningen worden, voordat ze naar de aanvrager worden verstuurd, eerst nog juridisch getoetst door de juridisch medewerkers.
Werkgroep Afwijking Bestemmingsplan (WAB)
Een aanvraag omgevingsvergunning die in strijd is met de geldende planologische regelgeving, zoals een bestemmingsplan, wordt besproken in de Werkgroep Afwijking Bestemmingsplannen (WAB) bestaande uit een juridisch medewerker handhaving en een juridisch medewerker vergunningen. In deze werkgroep wordt nader besproken of wij medewerking willen en kunnen verlenen aan de aanvraag omgevingsvergunning door binnenplans en/of buitenplans (kruimelafwijking) af te wijken van het bestemmingsplan.
Bezwaar, beroep en h oger Beroep
Alle ingekomen bezwaarschriften, beroepschriften en hoger beroepschriften tegen verleende en/of geweigerde omgevingsvergunningen worden afgehandeld door een juridisch medewerker.
* In 2017 heeft de administratie 206 uur besteed aan de sloopmeldingen. Deze uren zitten in het totaal van 272 uur. Voor 2018 wordt er ook rekening gehouden met 200 uur administratie. De overige uren betreffen specialistische inzet van vergunningverleners.
** In 2017 is gestart om een extern constructie bedrijf een gedeelte van de constructieve gegevens te laten toetsen. Dit in verband met piekopvang en digitalisering van het vergunningenproces. De in te zetten uren zijn flexibel, op deze manier wordt het te kort aan uren opgelost. Dit wordt voortgezet in 2018.
Voor 2018 is vanwege een gewijzigde dienstverlening in 2017 de nadruk gelegd op het onderdeel Bouwinfo verzoeken. Voor informatieverstrekking worden daardoor minder uren geraamd. Het totaal over deze twee onderdelen blijft nagenoeg gelijk.
Zoals eerder in paragraaf 2.3 is vermeld, is de benodigde capaciteit voor het onderdeel vergunningverlening al ingevuld. Hierdoor kan dit onderdeel op een adequate wijze worden uitgevoerd.
2.5 Toezicht en handhaving Wabo
De regelgeving op het gebied van Toezicht en handhaving Wabo is opgenomen in onder andere de Wabo, de Woningwet en het Bouwbesluit. Hieronder vallen tevens de planologische voorschriften op basis van de Wet ruimtelijke ordening, opgenomen in bestemmingsplannen en het toezicht op de naleving van de voorschriften van de gebruiksvergunningen en gebruiksmeldingen. Door de toezichthouders en de juridisch medewerkers wordt erop toegezien dat de regelgeving nageleefd wordt.
Etten-Leur is momenteel opgedeeld in twee rayons. Twee toezichthouders hebben ieder hun eigen rayon waarvoor ze de werkzaamheden uitvoeren en één toezichthouder pakt de kleinere zaken / projecten op die in heel Etten-Leur spelen. Met enige regelmaat worden controles uitgevoerd. Deze vinden plaats als een toezichthouder zijn of haar rayon bezoekt voor een specifieke controle maar ook bij het schouwen van een bepaald gebied wat met enige regelmaat gebeurt. Verder wordt voor het signaleren van illegale bouwwerken incidenteel gebruik gemaakt van luchtfoto’s. In de verschillende onderdelen die hierna volgen wordt ingegaan op de wijze waarop toezicht wordt uitgeoefend en wordt gehandhaafd.
De juridische (vervolg)werkzaamheden zijn algemener van aard en worden daarom niet bij elk onderdeel uitvoerig beschreven. In paragraaf 2.5.11 worden deze apart toegelicht.
2.5.1 Toezicht en handhaving bouwen
Als uitgangspunt geldt dat iedere verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen volgens een vaste controlefrequentie wordt gecontroleerd. Afhankelijk van de indeling in een categorie worden er één of meerdere controles uitgevoerd. De huidige categorie indeling wordt samen met toetsingsniveau (vergunningverlening) in 2018 herzien. Als uit de prioriteitenlijst van het VTH-beleid blijkt dat er een hogere prioriteit aangekoppeld moeten worden, dan wordt deze ingeschaald in een hogere categorie.
Op systematische wijze wordt tijdens de bouw gecontroleerd op de naleving van wettelijke voorschriften. Uitgangspunt is dat iedere vergunning wordt gecontroleerd, soms meerdere keren. Het aantal controles van een gebouw is afhankelijk van de categorie waar een bouwwerk in valt. Er wordt onderscheid gemaakt in drie categorieën.
Lichtste categorie (<100.000 euro aan bouwkosten)
In de lichtste categorie (<100.000 euro aan bouwkosten) vallen omgevingsvergunningen voor tuinhuisjes, erkers, dakkapellen en aan- en uitbouwen. Het kan voorkomen dat er alleen na realisatie een controle wordt uitgevoerd. In enkele gevallen wordt er 2 keer gecontroleerd (bijvoorbeeld bij een controle van de fundering van een aan- of uitbouw). In de praktijk blijkt dat vergunninghouders niet altijd de aanvang van werkzaamheden melden waardoor een funderingscontrole niet mogelijk is. Hierdoor wordt gemiddeld genomen 1,5 keer gecontroleerd. Om te bevorderen dat vergunninghouders tijdig hun bouwactiviteiten melden, is een e-mailadres beschikbaar, zodat vergunninghouders ook digitaal hun melding kunnen doen.
Middelzware categorie (>100.000 tot <1.000.000 aan bouwkosten).
Nieuwbouwwoningen, forse verbouwingen, (kleinschalige) industriegebouwen, bedrijfsgebouwen in de agrarische sector, kleine schoolgebouwen en kinderdagverblijven zijn ondergebracht in de middelste categorie (>100.000 tot <1.000.000 aan bouwkosten). De praktijk leert dat hier gemiddeld 6 keer gecontroleerd wordt. De controles betreffen onder andere toezicht op heiwerkzaamheden, het aanbrengen van wapening van de fundering en vloeren en overige constructieve controles. Opleveringen waarbij tevens gecontroleerd wordt op het brandveilig kunnen gebruiken van het pand vergen soms vele controles. Ten slotte wordt altijd een eindcontrole uitgevoerd.
Z waarste categorie (>1.000.000 aan bouwkosten)
Relatief gezien wordt het meeste bouwtoezicht uitgeoefend op grote, complexe bouwwerken waarin veel personen kunnen verblijven en die een publieksaantrekkende werking hebben evenals zeer grootschalige bedrijfsgebouwen met zware brandveiligheidsmaatregelen en/of een zware milieucategorie. Ook seriematige woningbouwprojecten vallen in deze categorie. Dit betreft de zogenaamde zwaarste categorie bouwwerken (>1.000.000 aan bouwkosten). In de risicomatrix komen deze bouwwerken in de categorie hoog.
Uitgangspunt is dat de hoofdconstructie volledig wordt gecontroleerd evenals de brandveiligheid en de afbouw. Het aspect veiligheid staat voorop. Het aantal controles is meestal hoger dan 10. Bij de verslaglegging over de uitvoering van het toezicht zal nader worden aangegeven hoeveel uren aan de controles bij de diverse bouwwerken in de zwaarste categorie is besteed.
Aangezien veiligheid speerpunt van beleid is en op basis van de risicomatrix de categorieën middelzwaar en zwaar de hoogste prioriteit krijgen, wordt de beschikbare capaciteit in ieder geval ingezet in deze categorieën. De bouwwerken in de lichtste categorie hebben een lagere prioriteit.
Naast het reguliere bouwtoezicht komt het ook voor dat er toezichtstaken zijn die niet specifiek onder het reguliere bouwtoezicht vallen. Hiervoor dienen wel de nodige uren beschikbaar te zijn. In het programma is hiermee rekening gehouden en worden deze uren opgenomen onder de post toezicht overig.
In het regionale De6 VTH-beleid is opgenomen om de uniformiteit binnen de De6 gemeenten waar mogelijk te verhogen. Hierbij wordt de indeling van de huidige categorieën vergeleken tussen de De6 gemeenten. Deze ambitie is opgenomen in paragraaf 2.3 Doelen VTH-beleid.
Juridisch e (vervolg)werkzaamheden
De juridische werkzaamheden blijven bij dit taakveld over het algemeen beperkt tot juridische ondersteuning. Omdat de toezichthouders bovenop deze (bouw)werkzaamheden zitten, wordt relatief weinig in afwijking van een vergunning gebouwd. Daar waar toch sprake is van een afwijking ten opzichte van de vergunning wordt dit veelal door de toezichthouders opgelost. Incidenteel leidt dit tot een juridisch vervolgtraject. Vandaar dat hier relatief weinig uren (50) voor geraamd zijn.
De kolom “controles per jaar “ is op de volgende manier opgebouwd: programma 2017 – realisatie 2017 – programma 2018.
Gelet op de realisatie in 2017, en omdat er keuzes gemaakt moeten worden in de besteding van de uren is er voor gekozen om categorie licht met 100 uur te verminderen. Dit is tevens in overeenstemming met de risicomatrix –prioriteitenlijst.
In 2017 zijn er geen bouw projecten uitgevoerd met het project private kwaliteitstoets. Voor 2018 zijn er op dit moment geen concrete projecten op het gebied van private kwaliteitstoets voorzien, aangezien over dit onderwerp nog geen besluitvorming in de Tweede Kamer heeft plaatsgevonden.
2.5.2 Toezicht en handhaving slopen
Bij het slopen van bouwwerken kan sprake zijn van het vrijkomen van asbest. Vanuit de landelijke overheid wordt waarschijnlijk bepaald dat in 2024 asbestdaken verwijderd moeten zijn. Op basis van dit gegeven is de verwachting dat het aantal meldingen gaat stijgen de komende jaren.
In 2017 is door een wetswijziging het basistakenpakket van de OMWB aangepast. Dit heeft tot gevolg dat het toezicht op bedrijfsmatige verwijdering van asbest vanaf 2018 ondergebracht moet worden bij de OMWB. Het aantal uren toezicht bij de gemeente wordt dus minder.
Bij saneringen wordt gecontroleerd of de werkzaamheden worden uitgevoerd volgens de wettelijk voorgeschreven wijze. Daarnaast wordt toezicht gehouden op situaties waarbij (door de slechte staat van een gebouw) asbest kan vrijkomen. Daarnaast wordt ook bij calamiteiten opgetreden.
Dit kan resulteren in het inschakelen van een asbestverwijderingsbedrijf en/of handhaving richting de overtreder waarbij vervolgens wordt toegezien op een goede afwikkeling van het nazorgtraject (onder andere een juiste wijze van afvoeren van het aanwezige asbest).
Naar verwachting is er vanaf 2024 een verbod op asbesthoudende daken in Nederland. Eind 2017 zijn we gestart met de eerste voorbereidingen om hier actief invulling aan te geven. Er is onder andere regionaal een oproep gedaan om dit onderwerp gezamenlijk op te pakken. Daarnaast is er eind 2017 opdracht gegeven aan een bedrijf om alle asbesthoudende daken in Etten-Leur in kaart te brengen. De resultaten worden in 2018 verwacht. In 2018 zal dit project verder vorm krijgen. Het anticiperen op het verbod op asbesthoudende daken in Nederland is ook opgenomen in paragraaf 2.3 Doelen VTH-beleid.
Juridische (vervolg)werkzaamheden
Wanneer er sprake is van een dusdanige situatie dat handhavend optreden gewenst is, zal vanwege de hoge (gezondheids)risico’s gekozen worden voor spoedeisende bestuursdwang. Hierbij wordt door de toezichthouders bestuursdwang aangezegd. Het verdere sanctietraject wordt door de juridisch medewerkers opgepakt.
In 2017 zijn er ca. 186 meldingen ingediend. In 2018 verwachten wij ca. 190 meldingen. De verwachting is dat er in 2018 ca. 120 bedrijfsmatige meldingen ingediend worden. Volgens het basistakenpakket ligt het toezicht op deze 120 meldingen bij de OMWB. De niet bedrijfsmatige meldingen handelen wij zelf af. Alle meldingen worden door ons digitaal verwerkt zodat we gemeentebreed inzicht houden over dit taakveld. Dit sluit aan op de hiervoor genoemde actie over het asbestdaken verbod 2024.
2.5.3 Toezicht en handhaving illegale bouw en gebruik
Zowel in het stedelijk, het buitengebied en op het industrieterrein wordt toegezien op de naleving van de bepalingen van het bestemmingsplan. Ook hiervoor geldt als uitgangspunt dat volgens een vaste controlefrequentie en/op thematisch wordt gecontroleerd.
Daarnaast is voor het actueel houden van het gemeentelijke gebouwenbestand toezicht nodig.
Ook informatieverstrekking over vergunningvrije activiteiten en overige zaken wordt bij dit onderdeel meegenomen vanwege de directe relatie met het al dan niet legaal zijn van deze activiteiten.
Daarnaast speelt ook de Wet BAG (basisadministratie adressen en gebouwen) een rol bij het inzichtelijk krijgen van al dan niet vergunningvrije bebouwing. Vanwege deze wet maar ook de BGT (grootschalige topografie) dient het gemeentelijke gebouwenbestand actueel te zijn. Alle aanwezige bebouwing wordt buiten ingemeten zodat de feitelijke situatie zoals die buiten zichtbaar is, bekend is. Deze gegevens komen ook bij de toezichthouders.
Tegen het illegaal bouwen van een bouwwerk en het gebruik van een perceel of een gebouw is in 2017 meerdere malen opgetreden. In eerste instantie wordt er samen met de overtreder bekeken of we een goede oplossing vinden voor de overtreding. Dit betekent niet dat er meer wordt toegestaan, maar dat we meer naar de burgers toe gaan om hun wensen binnen de wettelijke mogelijkheden te realiseren (bewustwording). In 2017 zijn er 62 zaken (binnenstedelijk/industrie 12 stuks, project buitengebied 23 stuks en buitengebied 27 stuks) afgehandeld door de juridisch medewerkers. De toezichthouders lossen regelmatig zelf illegale bouw en/of gebruik op door een gesprek met de overtreder. Deze aantallen zijn niet opgenomen in de afgehandelde 62 zaken.
In het kader van de herziening van het bestemmingsplan buitengebied is in 2011 gestart met de doelstelling om de huidige situatie in beeld te brengen en te relateren aan de gewenste situatie.
Er heeft een inventarisatie plaatsgevonden waarbij een groot aantal overtredingen is geconstateerd dat met succes wordt aangepakt. Vanwege het grote aantal overtredingen zijn voornamelijk de juridische vervolgwerkzaamheden zodanig omvangrijk dat dit aangemerkt wordt als een apart project.
In 2017 zijn er 23 zaken van het project “Buitengebied” afgehandeld. Daarvan zijn er 15 tijdelijk gedoogd of hebben een langere begunstigingstermijn gekregen om overtredingen weg te nemen. Het totaal aantal afgehandelde zaken komt daarmee op 181 sinds de start van het project “Buitengebied”.
Naast het project Buitengebied komen er ook nieuwe zaken aan het licht in het buitengebied. Deze zaken zijn niet meegenomen in het Project Buitengebied. In 2017 zijn 27 van deze zaken afgehandeld. Daarvan zijn er 8 tijdelijk gedoogd of hebben een langere begunstigingstermijn gekregen om overtredingen weg te nemen.
Ook in 2017 zijn nieuwe zaken geregistreerd. Het totaal aan nieuwe zaken in het buitengebied (die lopen of nog opgepakt moeten worden) staat nu op 53 zaken. In het kader van ondermijning hebben onze toezichthouders ook extra aandacht voor de vrijkomende en/of leegstand agrarische bebouwing.
Themaprojecten in het b uitengebied
In 2018 staan er twee themaprojecten op het gebied van toezicht en handhaving gepland voor het buitengebied van de gemeente Etten-Leur. Deze projecten zijn gekozen in overleg met het team Planologie & Beleid. Een aantal vergelijkbare zaken die uit de inventarisatie naar voren zijn gekomen, worden vanuit efficiencyoogpunt als project opgepakt.
In het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ zijn voor diverse bedrijfsvoeringen, bouwwerken en activiteiten (bestaand en nieuw) landschappelijke inpassingen voorgeschreven. Deze landschappelijke inpassingen vormen een belangrijke voorwaarde om –gelet op de landschappelijke impact- met bepaalde bedrijfsvoeringen, bouwwerken en activiteiten te kunnen instemmen. Er geldt dan een verplichting tot aanleg, beheer en instandhouding van een specifiek beplantingsplan. Het is wenselijk om op de naleving van deze verplichtingen toe te zien.
Het stallen van caravans vindt met name plaats bij afbouwende agrarische bedrijfsvoeringen, voormalige agrariërs en burgers op een agrarische bestemming. Hier is veelal sprake van een grote oppervlakte aan (voormalige) agrarische bedrijfsbebouwing. Gelet op de vraag naar caravanstalling, mede vanwege het niet buiten mogen stallen van caravans in het stedelijk gebied, is het geen vreemde gedachte om vrijkomende of leegstaande bedrijfsbebouwing hiervoor te benutten. Niet alle caravanstallingen zijn in beeld. Een inventarisatie is gewenst:
Juridische (vervolg)werkzaamheden Buitengebied
Gelet op de op dit moment nog lopende zaken in zowel het project Buitengebied als de nieuwe zaken in het buitengebied zal, kijkend naar de juridische capaciteit en gelet op de resultaten uit 2017, naar verwachting zo’n 2000 uur besteed worden aan juridische afhandeling.
Bij een overtreding van de Opiumwet wordt de locatie ook op het gebied van bouwen en gebruik gecontroleerd. Het gaat daarbij om een separate handhaving van de bepalingen uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Bouwbesluit en het bestemmingsplan. In 2017 heeft dit bij enkele situaties geleid tot verdere vervolgtrajecten.
Voor 2017 is hiervoor 50 uur opgenomen. De besteedde uren (30) zijn minder dan geraamd. Reden is een afname van het aantal geconstateerde overtredingen van de Opiumwet. Gelet op een aantal nu nog lopende zaken waarbij ook op het gebied van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht overtredingen zijn waargenomen en de hoge prioritering, wordt hier voor 2018 ook 50 uur voor geraamd. Hierbij is nog geen rekening gehouden met eventueel bezwaar en beroep. In deze gevallen zal het aantal uren verder oplopen.
In 2017 is meer tijd ingezet op “Toezicht Binnenstedelijk” dan was opgenomen in het programma, maar niet meer dan geraamd. In het uitvoeringsprogramma 2017 is namelijk de keuze gemaakt om op dit onderdeel 100 te verminderen wegens een te kort aan uren. Uiteindelijk is het wel gelukt om de geraamde uren te maken.
2.5.4 Toezicht en handhaving brandveilig gebruik
Het toezicht op de naleving van de regelgeving op het gebied van de brandveiligheid wordt uitgeoefend door de brandweer Midden en West-Brabant (BMWB). Dit is één van de ondersteunende basistaken die het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden en West Brabant in januari 2015 heeft vastgesteld. Inmiddels zijn deze uitgewerkt in het Basis Taken Pakket (BTP).
De manier van prioritering en uitvoering van het toezicht sluit niet meer aan bij de huidige beleving van risicobeheersing, omdat er te weinig verschil was in de manier van toezicht houden in relatie tot het risico op brand. De BMWB kan het brandveiligheidsdoel bij minder risicovolle objecten op een andere, meer effectieve manier bereiken, die meer gericht is op het bewustmaken van de eigen verantwoordelijkheid op gebied van brandveiligheid. Dit betekent steeds meer doelgroepbenadering en beantwoorden van vragen die op dat moment leven.
De brandweer heeft als doel om in 2018 in alle gemeenten in Midden- en West-Brabant te werken conform het BTP. We hebben al ervaring opgedaan met het BTP. Net als voorheen wordt hierbij ook gewerkt met een prioritering. Deze wordt op basis van een wettelijke verplichting jaarlijks geactualiseerd. Uitgangspunt blijft een risicogerichte benadering. Toezicht vindt daar plaats waar de risico’s het grootst zijn. Er moeten steeds keuzes worden gemaakt tussen uit te voeren taken en de beschikbare capaciteit.
Ook in het nieuwe VTH-beleid zullen de uitgangspunten van risicogerichte benadering niet wijzigen.
Risicogericht toezicht en bestuurlijke prioriteiten
BMWB kiest er voor om toezicht daar te plegen waar de fysieke veiligheidsrisico’s het hoogst zijn. Het doel daarbij is bewustzijn van (brand)veiligheid realiseren bij object eigenaren en gebruikers. Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden en West Brabant heeft binnen het BTP de volgende prioriteiten benoemd:
Voor 2017 betekende dit dat BMWB zich in het toezicht op brandveiligheid richt op de objecten met de hoogste risico’s en de prioriteiten zoals in het BTP opgenomen. De gemeente Etten-Leur heeft hiertoe een lijst opgesteld, geconformeerd aan het BTP, met panden die de BMWB periodiek voor ons zal controleren. Panden die niet op basis van vastgestelde criteria onder het BTP vallen, kunnen wij alsnog opnemen in de lijst als wij als bevoegd gezag vinden dat hierop gecontroleerd moet worden. Twee voorbeelden hiervan zijn de parkeergarage en het winkelcentrum. Beide zijn in 2017 ook gecontroleerd. Het winkelcentrum in het bijzonder geeft toch veel terugkerende overtredingen waar aandacht aan besteed dient te worden in het kader van ontvluchting bij de horecapanden. De gemeente controleert hier samen met de brandweer en legt waar nodig sanctiemaatregelen op.
De lijst met panden wordt in samenspraak met de gemeente opgesteld en door de BMWB gecontroleerd. Voor 2017 zijn in eerste instantie 15 reguliere controles brandveilig gebruik bij de BMWB afgenomen en uitgevoerd. Uiteindelijk zijn er 17 reguliere controles uitgevoerd. Daarnaast zijn er in samenwerking met de OMWB twee controles van vuurwerkverkooppunten uitgevoerd. Er zijn zeven voorlichtingsbijeenkomsten geweest en vier Geen Nood Bij Brand-expedities uitgevoerd. Er is deelgenomen aan twee Keurmerk Veilig Ondernemen-trajecten en de Pop-up-store is in Etten-Leur geweest ter verhoging van het brandveiligheidsbewustzijn van de inwoners van Etten-Leur.
De BMWB heeft ook controles uitgevoerd op afroep. Dit zijn controles die uitgevoerd zijn op ons specifieke verzoek. Als wij een melding krijgen of een vraag over een pand waarbij de BMWB voor ons een controle dient uit te voeren geven wij hiervoor apart opdracht aan de BMWB.
Voor 2018 is er nieuwe controleprogramma brandveiligheid opgesteld. Dit wordt door de BMWB voor ons uitgevoerd.
Ook in 2018 is het controleprogramma gebaseerd op de uitgangspunten van het BTP. Concreet betekent het voor de gemeenten dat de objecten onder de ondergrens niet bezocht worden in het kader van toezicht op de gebruiksvoorschriften. Het gaat dan om onder andere kantoorpanden, cafés en sportverenigingen. Hier ligt de directe relatie met het risicogestuurd toezicht, zoals ook in het VTH-beleid is opgenomen.
Dit betekent niet dat de overige panden in Etten-Leur die beschikken over een gebruiksmelding niet gecontroleerd worden. Deze panden worden op een andere manier benaderd. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan:
De horeca kan op verzoek tijdens feestdagen informatie inwinnen bij de gemeente over versieringen e.d. Hier is in 2017 geen gebruik van gemaakt. Ook in 2018 bieden wij deze mogelijkheid aan de horeca. Nieuwe horecazaken zullen wij in ieder geval bezoeken. Daarnaast is ons doel om de scholen en wijkgebouwen te controleren in kader van bewustwording. De scholen hebben dit twee jaar geleden als positief ervaren. Naast het toezicht in de vorm van één op één controles zal dus steeds meer de nadruk worden gelegd op een betere bewustwording van brandveiligheid en de eigen verantwoordelijkheid.
Concreet betekent dit voor de gemeente Etten-Leur in 2018:
Controle toezichthouders bouwregelgeving
Naast de controle op brandveiligheid door de brandweer, wordt ook door de toezichthouders een aantal taken op brandveiligheid uitgevoerd. Het gaat hierbij om de volgende onderdelen.
•Incidentele controles van inrichtingen.
Dit zijn incidentele controles, bijvoorbeeld op basis van klachten.
•Steekproefsgewijze controles feestdagen.
Bij scholen en horeca-inrichtingen kunnen steekproefsgewijs controles worden verricht om te zien of de toegepaste carnavals- en kerstdecoratie voldoet aan de brandveiligheidseisen.
•Controles op bouwplaatsen van carnavalsverenigingen.
Bij wijze van proef is in 2014 voor het eerst gecontroleerd op bouwplaatsen. In 2015 is dit verder vormgegeven. In 2016 zijn we weer een stap verder gegaan en wordt daar een vervolg aan gegeven in 2017, met nog steeds het doel voor ogen dat de kwaliteit van de bouwplaatsen in 2018 voldoende op orde is.
Door de toezichthouder worden (eventueel in samenwerking met de regionale brandweer) hercontroles gehouden op de door de regionale brandweer geconstateerde tekortkomingen.
Kijkend naar de resultaten uit 2017 (gemaakte uren en uitgevoerde controles) is voor dit totaalpakket aan toezichtwerkzaamheden en overleggen/ coördinatie richting de BMWB 150 uur gereserveerd voor 2018.
Juridische (vervolg)werkzaamheden
Daar waar uit de controle van de brandweer of toezichthouders blijkt dat zaken niet op orde zijn, kan dit leiden tot een juridisch traject. Kijkend naar de resultaten uit 2017 is hiervoor 50 uur geschat.
2.5.5 Klachten, meldingen en calamiteiten
In 2017 zijn er ca. 57 externe meldingen ingediend die betrekking hebben op de bouwregelgeving. Alle meldingen zijn in behandeling genomen en geregistreerd. Alle melders zijn in kennis gesteld van de afloop van de behandeling van hun melding of klacht. Uit de resultaten blijkt dat er ongeveer 2,5 uur nodig is om een klacht te behandelen. Eventuele vervolgwerkzaamheden (aanschrijving op illegaal bouw) zijn hierin niet opgenomen.
Gebaseerd op voorgaande jaren worden er naar verwachting in 2018 70 meldingen ingediend. Deze bestaan naast klachten van bewoners ook uit meldingen van collega’s over mogelijke illegale situaties. Daarnaast kunnen zich calamiteiten voordoen waarbij de aanwezigheid van een toezichthouder gewenst is. Bijvoorbeeld bij een brand, waar sprake is van instortingsgevaar of mogelijk asbest vrijkomt.
De klager wordt geïnformeerd over de voortgang en afhandeling van de klacht. Vaak wordt de klager binnen 1 werkdag na het indienen van de klacht geïnformeerd.
In de praktijk blijkt dat door het direct behandelen van een klacht de dienstverlening naar een hoger niveau wordt getild. Uit klanttevredenheidsonderzoeken blijkt dat het binnen 1 werkdag contact opnemen met de melder zeer op prijs wordt gesteld. Klachten kunnen zo vaak op korte termijn worden opgelost en hiermee worden arbeidsintensieve sanctietrajecten voorkomen.
Juridische (vervolg)werkzaamheden
Veelal worden klachten en meldingen door de toezichthouders opgelost. Daar waar deze klachten en meldingen een juridisch vervolg (moeten) krijgen, of als een verzoek om handhaving wordt ingediend, wordt dit door de juridisch medewerkers opgepakt. Omdat het merendeel van de klachten en meldingen gaat over illegale bouw en gebruik, zijn die uren onder dat taakveld verwerkt. Uren die besteed worden aan calamiteiten (bijvoorbeeld een asbestbrand) zijn hierin wel opgenomen. Kijkend naar de daadwerkelijke besteedde uren in 2017 is voor 2018 25 uur opgenomen.
Het aantal meldingen is iets minder dan verwacht. Schatting was 70 meldingen, daadwerkelijk zijn 57 externe meldingen ontvangen. Daarnaast blijkt dat de tijd die nodig is per klacht is verminderd. (ca. 0,5 uur per klacht minder). Het aantal uren is hoger dan verwacht dit komt hoofdzakelijk door een calamiteit.
2.5.6 Toezicht en handhaving huisvesting personen
De gemeente Etten-Leur voert huisvestingcontroles uit. De controles worden tweeledig uitgevoerd. Enerzijds via een projectmatige aanpak (regionale aanpak handhaving huisvesting arbeidsmigranten) en anderzijds controles van de reguliere voorraad verleende vergunningen. In 2017 heeft Etten-Leur deelgenomen aan het regionale project Handhaving Huisvesting Personen. Het project is ondertussen succesvol afgerond en bestond uit vier controleavonden. De regionale aanpak richt zich vaak op adressen die “nieuw” zijn en door signalen naar voren komen. Dit kan een inschrijving zijn op een adres door een persoon waarbij de samenstelling van de inwoners vragen oproept. Deze signalen komen via een interne melding bij de toezichthouders. Ook kunnen door controles van de politie of signalen die de toezichthouders zelf opvangen adressen worden aangedragen voor de regionale controleavond. De controles worden uitgevoerd in samenwerking met politie, en de VNG. Tijdens de integrale controles staan voor de gemeente de kwaliteit en de brandveiligheid van de huisvesting centraal. Daarnaast richten de controles zich op het opsporen van diverse vormen van fraudezaken, zoals uitkeringsfraude, belastingfraude, onterechte AOW-opbouw en arbeidsmarktfraude. Ook wordt beoordeeld of mensen recht hebben op bepaalde toeslagen en of ze die ook ontvangen. Voor de politie gaat het tijdens de controle vooral om toezicht op de identiteitspapieren en openstaande boetes.
Daarnaast hebben de toezichthouders samen met de politie ook de reguliere voorraad vergunningen gecontroleerd. Dan wordt alleen de identiteit vastgesteld, de vergunning gecontroleerd en eventuele bouwkundige gebreken opgenomen. Uiteraard kunnen we altijd, indien dit nodig is, de informatie met andere partijen delen.
In 2017 zijn er 31 effectieve controles uitgevoerd in het kader van huisvesting personen. Deze zijn onder te verdelen in de volgende aantallen, waarbij opgemerkt wordt dat de adressen waar niet meer gehuisvest wordt niet zijn meegenomen in de aantallen. Het gaat dus om daadwerkelijke opbrengst van de controle.
4 overige controles. Dit zijn adressen geweest die aangedragen zijn, zelf geconstateerd door de toezichthouders of op basis van de inschrijvingen in de Basis Registratie Personen (BRP). Ook een eventuele hercontrole van illegale bewoning of het controleren van het terugbrengen van het aantal bedden in een huis vallen hieronder.
Over het algemeen kan gesteld worden dat bij de controles van de verleende vergunningen weinig tot geen opmerkingen zijn gemaakt. Bij de adressen waar geen vergunning voor is verleend (en welke regionaal opgepakt worden) zijn wel vaak misstanden. Deze worden direct opgepakt en zo spoedig mogelijk opgelost.
In totaliteit zijn er in 2017 door de gemeente Etten-Leur 106 personen gecontroleerd. Het betreffen Roemenen (48), Polen (28), Bulgaren (21) en overige nationaliteit (9).
De conclusie is dat Etten-Leur zich nog steeds in een beheerssituatie bevindt als het gaat om de huisvesting van arbeidsmigranten. Dit leidt ook tot minder overtredingen, of minder grove overtredingen.
In 2018 willen we verder gaan met het periodiek controleren van de reguliere voorraad vergunningen, en zullen wij deelnemen aan een eventueel vervolg van het regionale project. Daarnaast zal ook naar aanleiding van meldingen of inschrijvingen op een adres gecontroleerd kunnen worden en is er ruimte om snel en adequaat te kunnen handhaven op ad hoc situaties die niet kunnen wachten op een regionale aanpak.
Met ingang van 1 november 2013 is het convenant Zeeland-West-Brabant 2013 afgesloten voor een periode van 3 jaar. Deze periode is, na overleg met de deelnemende partijen, verlengd tot 31 december 2018. Binnen dit convenant is een geïntegreerde aanpak mogelijk waardoor bestuursrechtelijke -, strafrechtelijke -, fiscaalrechtelijke - en privaatrechtelijke maatregelen op elkaar zijn afgestemd.
Op grond van artikel 13b Opiumwet wordt tegen de bedrijfsmatige handel in drugs handhavend opgetreden door de burgemeester. Door de burgemeester is aangegeven dat zij op een zo breed mogelijk terrein handhavend wil optreden tegen de ondermijning van de samenleving. In 2015 is beleid opgesteld waarin de maatregelen zijn opgenomen die worden ingezet bij overtreding van de Opiumwet. Om beter te kunnen optreden bij overtredingen is dit beleid in 2017 aangepast. De aanpassingen zorgen dat bij een eerste overtreding van de Opiumwet een dwangsom kan worden opgelegd die een extra stok achter de deur tegen herhaling van deze overtreding vormt. Daarnaast is de periode waarbij sprake is van een tweede overtreding verlengd naar 5 jaar. Hiermee is het voor een langere periode mogelijk om een zwaardere straf op te leggen bij een herhaling van overtreding.
In 2017 zijn in 16 panden stoffen geruimd waarop de werkwijze binnen het convenant, dan wel de beleidsregel handhaving growshops kon worden toegepast. Daarbij zijn 4 panden/adressen gesloten. Voor de overige panden geldt dat hiervoor een waarschuwing naar de eigenaar is uitgedaan.
Ondanks dat er minder panden zijn geruimd dan in eerdere jaren, zijn de casussen zwaarder en wordt meer harddrugs aangetroffen. Vooral met de bezwaar- en beroepsprocedure is veel tijd gemoeid. Sinds medio 2016 zijn al deze juridische taken inclusief de bezwaar- en beroepsprocedure overgedragen aan het team juridische zaken van de afdeling Concernondersteuning. Het daadwerkelijk toezicht wordt nog uitgevoerd door de toezichthouders van het team VTH Wabo. Door het aanpassen van het beleid in 2017 ontstaan extra werkzaamheden voor het opleggen van dwangsommen in plaats van de waarschuwing bij een eerste overtreding. Daarnaast blijft tijd gemoeid met sluiten van panden en de controle hierop. Het langduriger sluiten heeft ook gevolgen voor de tijd die aan deze controle wordt besteed.
De 200 uur uit het programma 2017 waren enkel de uren voor de eerste aanschrijving. In 2017 is zoals beschreven het beleid aangepast. Sindsdien is er gekozen om alle uren (incl. bezwaar en beroep) te benoemen in dit programma voor de volledigheid.
Bij toezicht op evenementen wordt in een aantal gevallen specifiek bouwtoezicht ingezet. Het betreft dan toezicht op constructies van tenten, tribunes en dergelijke evenals controle op brandveiligheid van tenten bij grote evenementen. Uit de voorgaande jaren blijkt dat er ongeveer 2 uur per controle nodig is aan toezicht.
2.5.9 Bestaande bouw / Tijdelijke bouwwerken en gebruik
De controle op bestaande bouwwerken vindt gelijktijdig met controles op andere onderdelen plaats (integrale benadering). Bij een controle op illegale bouw en gebruik, brandveilig gebruik, huisvesting personen, maar ook bij klachten of meldingen en bij de BIT-acties wordt gekeken of een bouwwerk in alle redelijkheid voldoet aan de daarvoor geldende (bouwkundige) eisen.
Omdat deze controles integraal plaatsvinden en dit geen groot aantal uren bedraagt zijn hiervoor geen afzonderlijke uren opgenomen. Deze zijn verwerkt in de verschillende onderdelen zoals eerder genoemd.
Voor vergunningen die afgegeven zijn voor tijdelijke bouwwerken en tijdelijk gebruik geldt dat deze na verloop van de tijdelijke instandhoudingstermijn gecontroleerd worden. Er wordt gekeken of het tijdelijke bouwwerk verwijderd is en/of het tijdelijke gebruik gestaakt is. Omdat deze controles sporadisch voorkomen en dit geen groot aantal uren bedraagt zijn hiervoor niet apart uren opgenomen. Deze zijn verwerkt in het onderdeel Omgevingsvergunning activiteit bouw.
Monumenten zijn belangrijk voor onze sociale en fysieke leefomgeving. Zij zijn de bron van het verhaal over de geschiedenis van Nederland en Etten-Leur in het bijzonder: het maakt het verleden zichtbaar en versterkt zo ons cultureel en historisch besef.
In brede kring wordt onderkend dat onze monumenten een belangrijke maatschappelijke waarde vertegenwoordigt waaraan aandacht moet worden geschonken.
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de advisering bij de aanwijzing van rijksmonumenten door het Rijk, voor de borging van het cultureel erfgoed in de bestemmingsplannen, het verlenen van vergunningen voor restauratie of wijziging van monumenten en voor het houden van toezicht. Met de instandhoudingsplicht die in de Erfgoedwet is geïntroduceerd, wordt toezicht nog belangrijker. Met de instandhoudingsplicht kan de gemeente een eigenaar aanspreken die zijn monument niet (goed) onderhoud. De gemeente kan in het uiterste geval ook handhavend optreden om het noodzakelijke onderhoud af te dwingen. Wel dient handhaving proportioneel te zijn. Dit betekent dat een gemeente niet moet wachten tot een alomvattende restauratie nodig is. Om te kunnen bepalen of een monument goed wordt onderhouden of niet is het belangrijk inzicht te krijgen in de staat waarin onze monumenten verkeren. Hiervoor wordt in 2018 een 0-meting uitgevoerd. Op basis van de uitkomst van de 0-meting kunnen we vervolgstappen zetten en zullen monumenten frequent worden bezocht en visueel gecontroleerd worden op veranderingen.
Al deze wijzigingen brengen extra uren aan toezicht met zich mee. In 2018 wordt bekeken hoeveel uren dit extra vraagt van onze toezichthouders en juridisch medewerkers. Hierbij wordt dan tevens bekeken of en hoe wij het toezicht op monumenten kunnen verankeren binnen de De6 samenwerking.
2.5.11 Juridische (vervolg)werkzaamheden handhaving
Indien blijkt dat, ondanks hercontroles en waarschuwingen door de toezichthouder, aan een overtreding geen einde wordt gemaakt, wordt door de juridisch medewerker een bestuurlijk handhavingtraject opgestart. Dit geldt voor alle hiervoor genoemde toezichtsactiviteiten. Bij zaken in het buitengebied die in strijd zijn met het bestemmingsplan (vooral gericht op strijdig gebruik) is al eerder juridische betrokkenheid gewenst.
De juridisch medewerkers verzorgen aanschrijvingen, stellen collegevoorstellen op, bieden juridische ondersteuning en vertegenwoordigen de bestuursorganen van de gemeente in bezwaar en (hoger)beroepsprocedures.
Waarderend vernieuwen/mediation
Naast bovengenoemde werkzaamheden wordt ook gebruik gemaakt van “waarderend vernieuwen”. Uitgangspunt is dat wij altijd proberen om met de overtreder mee te denken naar een mogelijke oplossing (binnen de wettelijke mogelijkheden die de wet- en regelgeving ons biedt).
Ook in geschillen tussen buren onderling die leiden tot een verzoek om handhaving wordt getracht om de buren zelf tot een oplossing te laten komen. Meestal is er al een hele geschiedenis voorafgegaan aan een verzoek om handhaving en lost een juridische procedure het onderlinge geschil niet op.
Biedt deze aanpak geen soelaas dan zal alsnog het handhavingstraject opgestart worden. Dit kan bestaan uit het opleggen van een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang.
Naast het juridische handhavingstraject kan het ook voorkomen dat zaken (tijdelijk) gedoogd worden. Dit wordt gedaan middels een gedoogbeschikking waar voorwaarden aan verbonden worden.
Gedogen is echter geen vanzelfsprekendheid. Gedogen blijft namelijk altijd een uitzondering op de hoofdregel, te weten handhavend optreden.
Handhavend optreden is dan ook het uitgangspunt van de gemeente Etten-Leur. Wanneer een situatie zich voordoet waarin gedogen aanvaardbaar wordt geacht zal dat in dat specifieke geval beoordeeld en afgewogen worden.
In onderstaande tabellen zijn de totaal uren ingevuld per onderdeel. In de tabellen is ook te zien waar de keuzes in uren zijn gemaakt op bepaalde onderdelen.
* In 2017 is gestart om een extern constructie bedrijf een gedeelte van de constructieve gegevens te laten toetsen. De in te zetten uren zijn flexibel, op deze manier wordt het te kort aan aantal uren opgelost. Dit wordt doorgezet in 2018.
Gedurende 2018 zal gemonitord worden of het VTH-programma is te realiseren met de berekende uren. Indien blijkt dat het VTH-programma niet haalbaar is dan wordt er afgestemd met het college van burgemeester en wethouders.
* Op basis van de urenraming 2017 en de beschikbare uren voor 2017 was er een te kort op toezicht van ca. 911 uur. In het onderdeel “omgevingsvergunning activiteit bouw” was er een keuze gemaakt om 100 uur in mindering te brengen op de categorie licht. In 2017 is bijna geen gebruik gemaakt van de 200 uur per medewerker voor projecten organisatie ontwikkelning. Daarnaast zijn de overige uren (opleiding, werkoverleg) minder dan geraamd. Hierdoor hebben de toezichthouders toch nagenoeg het geraamde aantal uren kunnen besteden aan het programma.
** Op basis van de urenraming 2018 en de beschikbare uren voor 2018 is er een totaal tekort op toezicht van ca. 764 uur. In de onderdelen “omgevingsvergunning activiteit bouw” en “illegale bouw en gebruik” is er een keuze gemaakt om 110 uur en 150 uur in mindering te brengen. Hierdoor is er nog een verschil van 504 uur. Voorgaande jaren was het aantal gerealiseerde uren hoger dan de geraamde uren. We maken daarom nu nog geen keuze om de uren op de diverse activiteiten te verminderen. Gedurende 2018 zal gemonitord worden of het VTH-programma is te realiseren. Indien blijkt dat het VTH-programma niet haalbaar is dan wordt er afgestemd met het college van burgemeester en wethouders.
** Op basis van de urenraming 2018 en de beschikbare uren voor 2018 is er te kort op juridisch van ca. 112 uur. Omdat dit te kort relatief weinig is worden er geen specifieke keuzes gemaakt in het programma.Gedurende 2018 zal gemonitord worden of het VTH-programma is te realiseren met de te korte uren. Indien blijkt dat het VTH-programma niet haalbaar is dan wordt er afgestemd met het college van burgemeester en wethouders.
Het Besluit omgevingsrecht (Bor) is op 1 juli 2017 gewijzigd. Hierin is nu ondermeer bepaald dat de deelnemers (bestuursorganen) van een omgevingsdienst er gezamenlijk zorg voor dragen dat voor het basistakenpakket een uniform uitvoerings- en handhavingsbeleid wordt vastgesteld. Dit zal in 2018 worden opgepakt. In De6 verband is een VTH beleid opgesteld inclusief milieu, zolang er door de OMWB deelnemers nog geen gezamenlijk VTH beleid milieu voor het gebied van de OMWB is vastgesteld zal dit beleid de basis vormen. Verder zal getracht worden om dit beleid over te nemen in het VTH beleid voor de GR OMWB.
De OMWB is in 2017 een traject gestart om te komen tot een centraal inrichtingenbestand, de bedoeling is om het inrichtingenbestand met de juiste bedrijfscategorie in het voorjaar van 2018 vast te stellen. Dit inrichtingenbestand zal ook de basis gaan vormen voor de deelnemersbijdrage (MWB-norm).
De Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) voert vanaf 2013 de Vergunning-, Toezicht- en Handhavingstaken (VTH) op het taakveld milieu in opdracht uit. Aan de OMWB wordt jaarlijks een werkprogramma met ondermeer een lijst met te controleren bedrijven opgedragen. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen wettelijk verplichte basistaken, verzoektaken en collectieve taken. Dit betreft naast de taken op het gebied van toezicht en handhaving ook de overige milieutaken zoals vergunningverlening en het taakveld geluid. In 2017 is het gehele programmadeel voor toezicht en handhaving uitgevoerd. Het totale bedrag dat door de OMWB is besteed aan toezicht en handhaving (inclusief klachtenafhandeling ) bedraagt ca. € 263.000,- .
Ook in 2018 zal het taakveld milieu worden uitgevoerd door de OMWB. Voor de onderdelen toezicht en handhaving is aan de hand van de risicomatrix en met inachtneming van de wettelijk verplichte basistaken en het door de OMWB opgestelde Level Playing Field (controlefrequentie) een programma opgesteld. Dit programma maakt onderdeel uit van dit handhavingsuitvoeringsprogramma. Het programma is gebaseerd op een volledige uitvoering van de wettelijke taak op milieugebied.
De verwachting is dat de OMWB het opgedragen controleprogramma ook in 2018 volledig zal uitvoeren. De uitvoering van de taken blijft vanuit de opdrachtgeversrol de nodige aandacht vragen. De genoemde bedragen zijn dan ook exclusief de kosten voor regie.
Actie: Voor milieu en duurzaamheid zal dit vooral via de integrale controles en via het toezicht door de OMWB geschieden.
•Bedrijven nemen eigen verantwoordelijkheid voor veiligheidscultuur.
Actie: De meeste bedrijven pakken die eigen verantwoordelijkheid, daar waar het niet gebeurt zal dit via het toezicht door de OMWB op ingezet worden. De OMWB zullen we verzoeken om hiernaar te handelen.
•De veiligheid van de leefomgeving bevorderen door slimmer om te gaan met informatie.
Actie: Dit betreft met name het bijhouden van de risicokaart (door de OMWB).
•De bodemkwaliteit wordt gekoppeld aan de functie (natuur, wonen en industrie/infrastructuur).
Actie: Dit is bestaand beleid, hierop hoeven geen nadere actie te worden ondernomen.
•Bij de VTH-taken geldt het uitgangspunt dat geen verslechtering van de bodemkwaliteit wordt toegestaan (‘Stand-still-beginsel’).
Actie: Dit wordt meegenomen bij de vergunningverlening en het toezicht op bedrijven.
•Het VTH-instrumentarium wordt ingezet om een bijdrage te leveren aan de reductiedoelstellingen voor CO2.
Actie: De OMWB zal bij het toezicht nadrukkelijker op het aspect energiebesparing moeten toezien.
•Het VTH-instrumentarium wordt ingezet om een bijdrage te leveren aan het energieneutraal maken van de gemeente in 2050.
Actie: Het toezicht op energiebesparing bij bedrijven zal meer aandacht krijgen. Een goede beoordeling van bouwplannen op de energieprestatienormen.
•Het VTH-instrumentarium zal daar waar mogelijk worden ingezet om een bijdrage te leveren aan de doelstellingen voor lokaal opgewekte duurzame energie.
Actie: We zullen bedrijven en burgers moeten stimuleren om duurzame energie op te wekken. Het VTH instrumentarium wordt daarbij gezien als de stok achter de deur.
•Het VTH instrumentarium moet ten dienste staan aan en goede leef- en woonomgeving. Hierbij past – vooruitlopend op de Omgevingswet - een integrale benadering.
Actie: Voorkomen moet worden dat zaken sectoraal worden bekeken vanuit een enkele regel. Vooruitlopend op de Omgevingswet zullen we moeten inzetten op een meer integrale benadering en vanuit het belang van een goede leefomgeving.
3.4.Vergunningverlening milieu
Het aantal vergunningsplichtige bedrijven (C en D-categorie) bedraagt circa 40 stuks. De overige bedrijven zijn meldingsplichtig. De bedrijven die nu nog vergunningsplichtig zijn, zijn in het algemeen wat meer complex van karakter.
3.5 Toezicht en handhaving milieu
Zoals onder paragraaf 3.1 is aangegeven is het volledige handhavingsprogramma voor het onderdeel milieu overgedragen aan de OMWB. Hierbij werd door de OMWB tot 2018 een vast format gehanteerd waarin de diverse taken op milieugebied tot uitdrukking kwamen en zo eenduidig benaderd konden worden. Vanaf 2018 is de OMWB van dit systeem afgestapt. De OMWB garandeert de volledige uitvoering van het opgedragen handhavingsprogramma doordat gewerkt wordt met een robuuste organisatie waarbij sprake is van continuïteit. Bovendien wordt de uitvoering van de milieutaken op een adequaat niveau uitgevoerd en wordt daarmee voldaan aan de doelstellingen uit ons handhavingsbeleidsplan.
Gedurende het jaar wordt de uitvoering van het opgedragen programma gemonitord en zal indien nodig bijgesteld worden. Naast de wettelijke taken, waarbij bedrijven volgens een vaste frequentie worden gecontroleerd, worden ook specifieke verzoektaken bij de OMWB ondergebracht en vindt de klachtenbehandeling door de OMWB plaats.
De wettelijke verplichte basistaken zijn opgenomen in programma I . Hierin worden de bedrijven volgens een vaste frequentie gecontroleerd. Dit is in lijn met de risicomatrix. In programma II zijn de niet wettelijk verplichte taken (verzoektaken) opgenomen. Mede aan de hand van de risicomatrix hebben wij in ons programma aan de OMWB hier invulling aan gegeven. Hierin is tevens de geluidmonitoring opgenomen bij een aantal evenementen.
In overleg met de OMWB wordt ook specifiek aandacht besteed aan het toezicht op natte koeltorens, de integrale samenwerking met andere partners en de mogelijkheden voor slim handhaven.
Er is in 2016 deelgenomen aan een project van de OMWB om het toezicht op energieverbruik door bedrijven te verbeteren.
In onderstaande tabel is opgenomen het aantal gecontroleerde bedrijven in 2017 en het programma voor de te controleren bedrijven in 2018.
Hierna zijn de afzonderlijke milieutaakvelden aangegeven die in het programma 2018 aan de OMWB zijn opgedragen. Het totale budget voor het aan de OMWB voor 2018 opgedragen programma voor de TH taken bedraagt € 253.900,- , voor het totale programma is nog een marge voor onvoorzien ingebouwd van afgerond € 70.000,-
Behalve de reguliere milieucontroles zijn ook integrale milieucontroles en ad-hoc controles uitgevoerd. Ondermeer zijn bedrijfsverzamelgebouwen gecontroleerd.
Er zijn 13 repressieve handhavingsacties gestart waarvan er 7 zijn afgehandeld en 6 nog doorlopen in 2018 (voorlopige cijfers). Een deel van de zaken had betrekking op, na daarvoor eerst in de gelegenheid te zijn gesteld de overtreding weg te nemen, het niet tijdig melden van wijzigingen binnen het bedrijf. De overige gevallen waren divers van aard maar uit milieuoogpunt niet zwaarwegend. In 2017 hebben zich dan ook geen noemenswaardige sanctietrajecten voorgedaan.
De algemene conclusie kan worden getrokken dat de meeste bedrijven de zaken op het gebied van milieu goed voor elkaar hebben, dit is niet alleen een gevolg van het toezicht van de afgelopen jaren maar ook een gevolg van kwaliteitseisen die bedrijven zich opleggen.
3.2.1 Klachten, meldingen en incidentenIn 2017 zijn 55 milieuklachten en 2 meldingen ongewoon voorval ontvangen, hiermee is het aantal klachten lager dan in 2016. Alle klachten zijn door de OMWB in behandeling genomen en alle melders zijn in kennis gesteld van de afhandeling van de klacht. In het werkprogramma 2017 was voor klachten een bedrag geraamd van € 26.102 en is door de OMWB een bedrag besteed van (afgerond) € 35.000,-. Daar waar klachten en meldingen een juridisch vervolg (moeten) krijgen, of een verzoek om handhaving wordt ingediend en deze taken niet zijn overgedragen aan de OMWB, wordt dit door de juridische medewerkers opgepakt. Hieraan zijn in 2016 totaal 50 uur besteed.
3.2.2 Klachten en meldingen naar milieuthema
De milieuklachten zijn heel divers, ook dit jaar heeft een aanzienlijk deel (bijna 50 %) betrekking op geluidsoverlast van horeca, evenementen en muziekinstallaties. Het aantal klachten van bedrijven is gering.
Bij herhaling van geluidklachten wordt er door de OMWB een geluidsmeting verricht en een meetrapport opgesteld. In 2017 is een bemiddelingstraject opgestart met een externe mediator naar aanleiding van veelvuldige geluidklachten in de afgelopen jaren van een horecabedrijf. In 2017 zijn hieraan 14 uur externe begeleiding besteed.
Vergunningverlening APV/Bijzondere wetten (BW)
Professionele en servicegerichte dienstverlening staat voorop bij de vergunningverlening APV en Bijzondere wetten. De vergunningverleners verstrekken de aanvragers van een vergunning desgewenst informatie over de wijze van aanvragen en de documenten die bij een aanvraag horen. Vooral bij de grotere evenementenvergunning aanvragen en de aanvragen voor DHW vergunningen speelt de vergunningverlener een nadrukkelijke rol in het voorbereidende proces.
Toezicht leefbaarheid en veiligheid op straat
Toezicht en handhaving in de openbare ruimte is een gedeeltelijke verantwoordelijkheid van gemeente en politie.
De gemeente zorgt met Boa’s voor ogen en oren op straat en kunnen daar ingrijpen waar de leefbaarheid wordt aangetast door overtredingen die overlast veroorzaken en tot kleine ergernissen leiden. De politie is primair aan zet wanneer het gaat om het handhaven van de openbare orde en veiligheid. Boa’s en politie vullen elkaar dus aan en dragen zo samen zorg voor leefbaarheid en veiligheid op straat.
De totaal beschikbare capaciteit voor vergunningverlening voor 2017 alsmede de beschikbare capaciteit voor juridische werkzaamheden en advisering is in 2017 niet gemonitoord. Dit gaat vanaf 2018 wel gebeuren.
Vanwege diverse opleidingen en werkoverleggen van de vergunningverleners en de juridisch medewerker worden de productieve uren verlaagd vanwege opleiding en werkoverleg (180 per fte) en verlof (200 per fte). Daarnaast worden er uren in mindering gebracht bij juridisch voor projecten snippergroen (650), maatschappelijk vastgoed (100), en bij vergunningverlening voor Lean project (416). Dit resulteert in het volgende overzicht.
In 2018 zijn er meer beschikbare uren voor juridisch a.g.v. urenuitbreiding.
In 2018 zijn er voor vergunningverlening net als in 2017 tijdelijk meer uren beschikbaar.
Het toezicht op de naleving van de regels die gelden voor de openbare ruimte wordt uitgevoerd door specifiek daarvoor aangewezen toezichthouders/opsporingsambtenaren. Het toezicht op deze zaken wordt gestructureerd vorm gegeven.
De totaal beschikbare capaciteit voor Toezicht en Handhaving (TH) van de Openbare ruimte voor 2018 bedraagt 9880 uren. Dit betreft productieve uren na aftrek van indirect productieve uren.
Vanwege diverse opleidingen en werkoverleggen worden de productieve uren verlaagd. Daarnaast worden er uren in mindering gebracht voor projecten en organisatieontwikkeling.
Het betreft hier 6 fte aan toezicht en handhaving en 2 fte voor juridische- en administratieve (vervolg) werkzaamheden en advisering. In 2018 is sprake van 5 fte in dienst van de gemeente. Daarnaast zijn uren toezicht ingevuld door een externe partij.
Dit resulteert in het volgende overzicht.
Onder de fysieke leefomgeving worden ook openbare orde en veiligheid (Algemene plaatselijke verordening), kleine verkeersovertredingen, overlast die niet direct de openbare orde en veiligheid raakt en Bijzondere Wetten, zoals de Drank- en Horecawet en de Wet op de kansspelen geschaard. Het VTH-beleid heeft ook betrekking op de gemeentelijke taken die vallen onder de bijzondere wetten en een relatie hebben met de fysieke leefomgeving.
•Een geborgd toetsingskader evenementenveiligheid
Actie: Het opnemen van een toetsingskader veiligheid in de evenementennota.
•Nader onderzoeken naar mogelijkheden verruiming gebruik maatschappelijk vastgoed
• Actie: De projectgroep maatschappelijk vastgoed heeft een voorstel gemaakt. Dit leidt tot
het feitelijk doorvoeren van een aantal veranderingen.
•Medewerkers zijn voortdurend op de hoogte van ontwikkelingen en wetswijzigingen.
Actie: Bij het jaarlijks op te stellen opleidingsplan medewerkers inplannen voor het op peil houden van kennis met betrekking tot ontwikkelingen en wetswijzigingen.
•Bestemmingsplan en Apv op elkaar laten aansluiten met betrekking tot definitie ”Horeca”.
Actie: aanpassen regels in bestemmingsplannen.
•Het bestuurlijk slagvaardig kunnen optreden bij woonoverlast.
Actie: het opstellen van beleid conform deWet aanpak woonoverlast en Apv.
Actie: meer inzet op uitbreiden fte’s.
•Aansluiten met het gemeentelijke prostitutiebeleid bij het landelijke beleid
Actie: Na invoering van de nieuwe wet zal bekeken worden of ons huidig beleid in de Apv bijgesteld moet worden.
•Nader onderzoeken wat de consequenties zijn van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over schaarse vergunningen
Actie: De gemeente gaat de consequenties en impact voor de vergunningen nader in beeld brengen en waarnodig haar beleid hierop aanpassen.
•Voldoen aan de landelijke ontwikkelingen evenementenveiligheid
Actie: Zodra de landelijke regels inzake evenementenveiligheid in werking zijn getreden wordt op lokaal niveau getoetst of deze in de Etten-Leurse evenementennota opgenomen moeten worden.
•Daarnaast wordt in 2018 gestart met het innovatieproject APV, waarin een kwaliteitsslag gemaakt gaat worden. Hier is met name een taak weggelegd voor de juridisch medewerker.
Het toezicht op de naleving van de regels die gelden voor de openbare ruimte wordt uitgevoerd door specifiek daarvoor aangewezen toezichthouders/opsporingsambtenaren. Het toezicht op deze zaken wordt gestructureerd vorm gegeven door de aanwezigheid in de wijken, de oren- en ogenfunctie in de preventieve sfeer, met betrekking tot het voorkomen van overlastsituaties, ergernissen en verstoringen.
Hiertoe zijn medewerkers voortdurend op de hoogte van ontwikkelingen en wetswijzigingen. Via het opleidingsplan wordt hierin voorzien.
Een uitdaging is het vroegtijdiger bijsturen in ontwikkelingen die voorzienbaar problematisch kunnen worden. Er wordt momenteel relatief veel tijd besteed aan handhavingsituaties over overlast waar in essentie sprake is van onderliggende ‘burenruzies’. Door alerter te zijn op mogelijke onderliggende conflicten bij klachten of signalen vanuit de sociale wijkteams kunnen dergelijke escalaties mogelijk worden voorkomen en wordt buitensporige inzet vanuit de handhaving voorkomen. Dit gebeurt door de preventieve en voorlichtende rol van toezichthouders, boa’s en wijkteams, de inzet van communicatie-instrumenten, mediation, buurtbemiddeling of via maatschappelijke ondersteuning. Hetzelfde geldt voor het voorkomen van onnodige overtredingen of klachten doordat burgers (en bedrijven) onvoldoende op de hoogte zijn van risico’s en regelgeving.
Ook bij de aanpak om te komen tot een veilige leefomgeving staat preventie voorop waarbij wordt doorgepakt daar waar het nodig is.
Het aantal geluidklachten bij horeca en evenementen neemt toe. Doel is deze te verminderen door verbetering van het naleefgedrag. Door middel van communicatie, controle (uitvoeren metingen) en handhaving wordt geluidoverlast voor de burgers en omwonenden teruggedrongen.
4.4 Vergunningverlening APV/Bijzondere wetten
Op het terrein van APV/Bijzondere wetten is afgifte van diverse vergunningen mogelijk. Behalve vergunningen worden er ook de nodige ontheffingen verleend op basis van de APV en bijzondere wetten. Te denken valt aan ontheffingen op basis van art. 35 DHW en ontheffing sluitingstijden.
Naast het vergunningensysteem is er ook een meldingsysteem voor ondermeer uitritten en kleine evenementen alsmede voor straatbarbecues.
4.4.1 Evenementen vergunningverlening
Etten-Leur wil een bruisende gemeente zijn met een gevarieerd aanbod van evenementen, met een balans tussen de positieve effecten van evenementen en de woon- en leefomgeving.
Het evenementenaanbod in onze gemeente is groot, de vergunningverlening voor evenementen neemt dan ook een belangrijk deel van het werk van de vergunningverleners in.
Voor een optimale dienstverlening wordt er gewerkt met een:
De evenementencommissie bestaat uit interne en externe adviserende partijen, waaronder medewerkers van interne afdelingen van de gemeente, politie, brandweer en GHOR. De samenstelling is wisselend. In de evenementencommissie worden de evenementen besproken. Organisatoren van evenementen kunnen uitgenodigd worden om hun evenement toe te lichten of te evalueren voor de evenementencommissie.
4.4.2 Overige APV/BW-vergunningen/-ontheffingen
Behalve evenementenvergunningen worden ook andere vergunningen op grond van de APV en Bijzondere Wetten afgegeven. Gedacht kan worden aan: vergunning voorwerpen op de weg, DHW vergunning, exploitatievergunning, speelautomatenvergunning, collectevergunning, ventvergunning, standplaatsvergunning, vergunning snuffelmarkt. Daarnaast worden ook omgevingsvergunningen voor de activiteit kappen afgegeven.
Per 1 januari 2017 is een en ander veranderd voor wat betreft het parkeren in het centrumgebied. Zo zijn de vergunninghouders gebieden fors uitgebreid en is ook het aantal blauwe zones uitgebreid. De bewoners- en bezoekersparkeervergunningen worden toegekend voor een bepaald gebied.
Ook is er per 1 januari 2017 op straat nog maar één parkeertarief. In een aantal gebieden, waar betaald parkeren geldt, mag men niet met een bewoners- of bezoekersparkeervergunning parkeren. In andere weer wel. Dit geldt ook voor blauwe zonegebieden waar de parkeerduur minder is dan 2 uur.
Deze verscheidenheid aan parkeerregime vraagt extra toezicht en handhavingcapaciteit met het oog op voorlichting en uitdragen van de regelgeving enerzijds en anderzijds om het naleefgedrag te bevorderen.
4.5 Toezicht en handhaving openbare ruimte
Het toezicht op de naleving van de regels die gelden voor de openbare ruimte wordt, zoals aangegeven, uitgevoerd door specifiek daarvoor aangewezen toezichthouders/opsporingsambtenaren. Het toezicht op deze zaken wordt gestructureerd vorm gegeven door de aanwezigheid in de wijken, de oren- en ogenfunctie in de preventieve sfeer, met betrekking tot het voorkomen van overlastsituaties, ergernissen en verstoringen.
Verder wordt invulling gegeven aan de prioriteiten die worden gesteld ter uitvoering van het Beleidsplan Veiligheid 2015-2018 “Veiligheid door Verbinding” in nauwe afstemming met de veiligheidsregisseur.
Het toezicht in de openbare ruimte wordt op diverse vlakken uitgeoefend. Het betreft ondermeer:
Daarnaast controleren de toezichthouders het betaald parkeren, parkeren in vergunninghoudersgebieden en in blauwe zones. Ook andere verkeersgerelateerde zaken worden opgepakt.
* de exacte uren moeten wij nog ontvangen uit de regionale pool. Deze uren worden eind januari verwacht.
In 2017 is toezicht uitgeoefend op vergunningen voor grote evenementen (zoals b.v. Jaarmarkt, Meulemart, Oranjevrijmarkt, Havenfeesten). Het toezicht bestaat uit controle op de naleving van de vergunningsvoorschriften, zowel bij de opbouw, tijdens als na afloop van een evenement. Daarbij wordt ook het toezicht op de Bijzondere Wetten-vergunningen meegenomen. De uren zijn opgenomen in de 1850 uur die in 2017 aan deze toezichtstaken zijn besteed.
Voor evenementen waarvan geluid een belangrijk onderdeel is, worden de specifiek opgenomen geluidvoorschriften gecontroleerd door de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. In dit verband is een klachtenregeling overeengekomen. Bij enkele grote muziekevenementen vindt tevens een continu monitoring van het geluid plaats, waardoor bij overschrijding direct bijstelling van het geluidniveau mogelijk is.
Voor 2017 zijn drie evenementen aangemeld en ook uitgevoerd.
Ook voor 2018 worden weer voor drie evenementen voorzieningen bij de OMWB afgenomen.
Met de politie worden in dit kader afspraken gemaakt met betrekking tot de openbare orde zaken. Indien hier tijdens een evenement aanleiding voor is, zal direct worden opgetreden.
Van het uitgevoerde toezicht wordt een rapportage opgesteld. Vervolgens worden de bevindingen meegenomen bij de evaluatie van een evenement door de evenementencommissie en besproken met de organisatoren. De bevindingen worden betrokken bij de beoordeling van een volgende aanvraag voor het evenement. Ter voorkoming van overtredingen in de toekomst kunnen ook preventieve sancties worden opgelegd.
Vanaf 2015 is ook de meerjarenvergunning ingevoerd. Als gevolg hiervan is meer druk komen liggen op toezicht en handhaving, in verband met wijzigingen en aanpassingen die niet zijn gemeld.
Voor 2018 zal de werking van dit evenementenbeleid worden geëvalueerd.
4.5.2 Toezicht APV/Bijzondere wetten
Naast het toezicht op evenementen wordt ook toezicht uitgeoefend op overige APV-zaken. Als voorbeelden kunnen genoemd worden: het plaatsen van reclameborden, voorwerpen in de openbare ruimte en recreatievoertuigen.
Deze uren zijn opgenomen in de 1850 uur die in 2017 aan het totale takenpakket op dit onderdeel zijn uitgevoerd. Indien deze toezichttaken zich voordoen tijdens het zonegericht handhaven, dan worden deze meegenomen. Binnen de genoemde 3600 uur zijn derhalve ook uren besteed aan toezicht APV/BW.
Onderdeel van het takenpakket van de toezichthouders is het uitoefenen van toezicht op het betaald parkeren, op het parkeren in vergunninghoudersgebieden en in blauwe zones. In Etten-Leur zijn nieuwe parkeerzones ingevoerd. Periodiek wordt de betalingsbereidheid gemonitord. Indien blijkt dat de betalingsbereidheid te laag is worden er meer uren ingezet op het betaald parkeren. De inzet van de boa’s wordt periodiek besproken met de wethouder.
In 2017 zijn door de boa’s/toezichthouders 2480 uur ingezet op parkeren.
In 2018 wordt het parkeerbeleid geëvalueerd.
Voor het toezicht in het openbaar gebied wordt gewerkt in zones. Hierbij is Etten-Leur in 2017 in 6 zones ingedeeld, waarbij periodiek in iedere zone toezicht wordt uitgeoefend. Naast algemeen toezicht wordt heel gericht ingegaan op specifieke zaken die zich in een zone voordoen. Hiervoor is input geleverd door o.a. wijkmanagers, burgers, wijkverenigingen, wijkagenten, burgerpeiling, koerskaarten en andere (sociale) partners. Hierdoor wordt inzichtelijk welke zaken er spelen en waaraan mogelijk extra aandacht dient te worden geschonken. Hiermee wordt ook gericht ingegaan op bij burgers en bedrijven levende zaken en kleine ergernissen. In 2017 zijn 485 naheffingsaanslagen opgemaakt en 2985 Wet Mulder boetes uitgeschreven. Ten opzichte van 2016 is dit een enorm verschil, hetgeen veroorzaakt wordt door extra toezicht vanwege het nieuwe parkeerregime dat vanaf 2017 is ingevoerd.
Naar aanleiding van de viering van oud en nieuw en de bijbehorende vuurwerkoverlast wordt jaarlijks een vuurwerkproject gehouden. In 2017 is extra inzet gepleegd met betrekking tot toezicht en handhaving met als doel de toenemende schade en overlast voorafgaand aan de jaarwisseling terug te dringen alsmede het aanpakken van strafbare feiten genoemd in het Vuurwerkbesluit met betrekking tot particulieren. Plegers van strafbare feiten worden opgespoord en aangehouden. In samenspraak met de politie hebben onze toezichthouders extra inzet geleverd tijdens de vuurwerkweek en deelgenomen aan het vuurwerkproject. De indruk bestaat dat het aantal klachten over vuurwerkoverlast vermindert.
4.5.4 Toezicht Drank- en Horecawet
Het toezicht op de Drank- en Horecawet is sinds 2013 aan de gemeenten opgedragen. Hiermee hebben gemeenten bevoegdheden gekregen om het alcoholgebruik terug te dringen door het stellen van regels. Deze regels zijn opgenomen in zowel de Drank- en Horecawet als in de Algemene Plaatselijke Verordening.
De burgemeester is belast met de uitvoering van de Drank- en Horecawet en heeft een Alcohol- en Horecasanctiebeleid voor Etten-Leur vastgesteld, met daaraan gekoppeld een sanctiestrategie en sanctietabel.
Etten-Leur heeft samen met 11 andere gemeenten binnen het district de Baronie een samenwerkingsovereenkomst gesloten, waarbij een uitwisseling van DHW-gecertificeerde toezichthouders plaatsvindt. Dit houdt in dat in elkaars gemeenten het toezicht op de horeca wordt uitgevoerd.
Voordeel hiervan is dat optimaal gebruik gemaakt kan worden van de beschikbare toezichthouders, de kwetsbaarheid van personele capaciteit wordt ondervangen en efficiency kan worden behaald. Etten-Leur beschikt nu over drie DHW-gecertificeerde toezichthouders.
In Etten-Leur zijn in 2017 18 controlesessies uitgevoerd. Gecontroleerd is bij cafés, restaurants, slijterijen, supermarkten en paracommerciële instellingen (zoals sportkantines). Daarbij is gecontroleerd op het vergunningenbestand, leeftijdsgrenzen, naleven voorschriften.
Ook zijn 11 evenementen gecontroleerd op leeftijdsgrenzen en vergunningsvoorschriften.
Een aantal jongeren heeft een Halt-verwijzing opgelegd gekregen.
Onze toezichthouders zijn in 2017 binnen deze regionale pool voor 200 + 104 juridisch uur ingezet op dit toezichtsonderdeel.
Voor 2018 worden op grond van de samenwerkingsovereenkomst weer 200 uur ingepland. Indien zich specifieke zaken voordoen zijn voor de juridisch medewerker hiervoor 180 uur voorzien
Het handhavingsbeleid is verankerd in het Preventie- en Handhavingsplan alcohol gemeente Etten-Leur 2014-2018. Hierin zijn de hoofdzaken en de doelstellingen van het handhavingsbeleid opgenomen, evenals de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de planperiode worden ondernomen. Jaarlijks wordt een actieplan vastgesteld voor de preventie activiteiten. Voor de handhaving staan de onderdelen eveneens in dit integrale handhavingsuitvoeringsprogramma en de afspraken die met de regio zijn gemaakt via de samenwerkingsovereenkomst en het Boa-convenant.
Om de aanpak levend te houden en om er voor te zorgen dat de acties bijgesteld kunnen worden als de situatie daarom vraagt, vindt regelmatig overleg plaats met de partners en met de jongeren, ouders, verenigingen en alcoholverstrekkers. Op deze manier wordt de voortgang van het plan gevolgd, worden de acties geëvalueerd en kunnen vooraf risicoanalyses worden gemaakt. Daarnaast worden trends in beeld gebracht en kan bepaald worden waar aanvullende acties nodig zijn. Zowel voor de preventie als voor het toezicht en de handhaving trekken de gemeenten regionaal op. Onder regie van de regionale horecapool wordt ingezet op het kunnen betrekken van jongeren in de toezichts- en handhavingsactiviteiten.
Het preventie- en handhavingsplan alcohol wordt in 2018 opnieuw voor vier jaar vastgesteld. Dit beleidsplan wordt meegenomen in de Beleidsactualisatie, zoals toegelicht in het VTH Beleid Etten-Leur.
De Drank- en Horecawet schrijft voor dat de gemeenteraad iedere vier jaar een preventie- en handhavingsplan alcohol moet vaststellen. Hiermee wil de wetgever stimuleren dat gemeenten actief nadenken over en uitvoering geven aan het verbinden van de beleidsterreinen Volksgezondheid (voorlichting en bewustwording) en Openbare Orde en Veiligheid (beleid en handhaving) als het gaat om alcoholpreventie. Onderzoek heeft meerdere malen laten zien dat beide beleidsterreinen van belang zijn voor effectieve alcoholpreventie bij jongeren.
Voor alcoholpreventie staat in de wet dat het plan de volgende elementen bevat:
Voor handhaving staat in de wet dat het plan de volgende elementen bevat:
Etten-Leur zet met betrekking tot de handhaving van alcoholgebruik door jongeren in op het verbeteren van het naleefgedrag. De oorzaak van niet-naleving bepaalt mede de gemeentelijke reactie. Etten-Leur heeft de voorkeur voor preventief optreden boven repressief optreden. De aanpak die de gemeente kiest zal echter meestal bestaan uit een mix van instrumenten. Daarbij is sprake van een realistische en uitvoerbare handhaving. Burgers en bedrijven blijven daarbij hun eigen verantwoordelijkheid dragen. Om de uitgesproken doelstellingen te kunnen realiseren moeten alle partners in gezamenlijkheid de schouders eronder zetten.
4.5.5 klachten, meldingen, calamiteiten
In 2017 is een nieuw geautomatiseerd systeem in gebruik genomen, waarin alle meldingen over de woon- en leefomgeving worden geregistreerd. De drempel om een melding over de woon- en leefomgeving te doen is hiermee zo laag mogelijk gehouden. Ook anonieme meldingen zijn mogelijk.
Het oppakken van een melding over de woon- en leefomgeving is sneller en eenvoudiger geworden. Op welke manier de melding ook wordt gedaan, de verwerking en afhandeling gebeurt digitaal. De melding komt direct terecht bij de persoon die hiermee aan de slag gaat en voor de afhandeling en terugkoppeling zorgt.
Deze laagdrempeligheid heeft ook tot gevolg dat er meer meldingen worden gedaan.
Resultaten meldingen in 2017 per categorie melding
De uren van de toezichthouders/boa’s op dit toezichtonderdeel klachten, meldingen en calamiteiten zijn opgenomen in het overzicht uren op blz. 47 en niet afzonderlijk geregistreerd.
De juridische medewerker heeft op dit onderdeel in 2017 369 uur ingezet.
Ingezet is op toezicht op evenementen, APV/BW-vergunningen, overtredingen, klachten, meldingen, specifieke taakaccent projecten, zoals b.v. vuurwerkproject, fietsproject e.d. In 2017 is 750 uur ingezet op hondenoverlast, 1100 uur ingezet op afval, 3600 uur ingezet op veiligheid, en 2480 uur ingezet op parkeren. Voor toezicht/handhaving Drank- en Horecawet is in 2017 304 uur inzet geweest.
4.3.1 Samenwerking andere gemeenten
In 2013 is een convenant aangegaan met de gemeenten Breda en Zundert. Doel van dit convenant is in eerste aanvang elkaar kunnen ondersteunen bij controle op evenementen. Daarnaast geeft het voor de gemeente Etten-Leur het bijkomende voordeel dat een extra vangnet is gevormd om bij uitval van eigen medewerkers terug te kunnen vallen op gelijkwaardige medewerkers met de zelfde bevoegdheden. De samenwerking op dit gebied wordt door onze gemeente als erg prettig ervaren. Begin 2017 is deze samenwerking geëvalueerd en besloten is om door te gaan op deze voet.
In 2018 wordt verkend of de samenwerking uitgebreid kan worden naar andere buurgemeenten.
In het kader van de verdere professionalisering vindt samenwerking plaats met de politie over het uitvoeren van toezicht en handhaving in de openbare ruimte. In 2017 hebben de gemeentelijke toezichthouders op vele fronten samengewerkt met de politie. Bijvoorbeeld, controles hondenoverlast, overlast fietsen in het centrum en op de weekmarkt, wijkrondgangen, integrale handhavingsacties, gezamenlijke spreekuren, bijwonen wijkvergaderingen etc. Tevens sluiten de boa’s en juridisch medewerker eens per twee weken aan bij het clusteroverleg van de politie.
Doelstelling is om van elkaar te leren, een aanvulling ten opzichte van elkaar te kunnen zijn en daardoor efficiënter overlastzaken, kleine ergernissen en verkeerszaken aan te pakken.
In 2018 wordt tevens invulling gegeven aan het onderling uitwisselen van informatie, de informatievoorziening en een kwaliteitsimpuls.
De toezichthouders vervullen ook een belangrijke rol als gastheer voor de burgers in het kader van het optimaliseren van de dienstverlening. Bij geconstateerde overtredingen proberen de toezichthouders in overleg met de overtreder de overtreding te beëindigen. Lukt dit niet dan wordt een zaak overgedragen aan een juridisch medewerker.
Overigens kunnen waarnemingen en signalen van de toezichthouders, de politie of andere instanties aanleiding zijn om handhavingsacties te ondernemen.
Ontwikkeling toezicht en Handhaving 2018
Vanuit de overheid worden steeds meer toezichtstaken die nu bij de politie horen overgedragen naar de gemeenten. Tevens heeft de VNG in haar toekomstvisie een voorstel gedaan bepaalde politietaken over te gaan dragen naar de gemeenten, bijvoorbeeld op het gebied van verkeer (fietsen zonder licht, door rood licht rijden e.d.). Volgens deze toekomstvisie van de VNG moeten deze taken door de gemeentelijke boa’s worden uitgevoerd.
In het kader van de Wet kinderopvang en de bijbehorende Beleidsregels kwaliteit kinderopvang hebben gemeenten de eindverantwoordelijkheid voor het toezicht op de kwaliteit van kinderopvang. De controle op deze kwaliteit wordt uitgevoerd door de GGD. Zij stellen rapportages op van door hen uitgevoerde controles. De gemeente voert de taak kinderopvang uit. Dit betekent ondermeer het bijhouden van het register kinderopvang, verwerken van de rapportages, handhaven op zaken van de GGD en het verzorgen van de verantwoording aan het Ministerie.
De uitvoering van de Wet kinderopvang gebeurt door de afdeling Samenleving. In gevallen waar handhaving aan de orde is, wordt het dossier overgedragen aan de afdeling Beheer en Realisatie.
Indien zich specifieke zaken voordoen, worden deze opgepakt door de juridisch medewerker.
Over de uitvoering van de Wet kinderopvang (zowel registratie nieuwe centra als het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang) dient jaarlijks verslag te worden uitgebracht en te worden toegezonden aan de Inspectie van het Onderwijs. Voor nadere gegevens wordt verwezen naar het verslag uitvoering Wet kinderopvang dat medio 2018 wordt vastgesteld.
Voor 2017 is 75 uur besteed aan de handhaving.
Voor 2018 zijn hiervoor 150 uur voorzien
In onderstaande tabellen zijn de totaal uren ingevuld per onderdeel. In de tabellen is ook te zien waar de keuzes in uren zijn gemaakt op bepaalde onderdelen.
Over voornoemde onderwerpen vindt ook afstemming plaats met de politie. Dit kan leiden tot handhavingsacties. De politie ziet tijdens grootschalige evenementen toe op een ordentelijk en veilig verloop van festiviteiten. Bij een verstoring van de openbare orde en veiligheid grijpt de politie in. Tot slot voeren ook andere instanties controles op dit terrein uit.
Met de ontwikkeling en uitvoering van integraal veiligheidsbeleid wil de gemeente samen met haar partners de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente waarborgen en waar mogelijk bevorderen en versterken. De werkzaamheden die hierbij betrekken hebben op het gebied van VTH worden verder in dit jaarverslag en uitvoeringsprogramma toegelicht.
Criminaliteit stopt niet bij de gemeentegrens en dat blijkt ook uit het districtelijk ondermijningsbeeld. De verwevenheid is groot en daarmee de noodzaak om op een juiste (bestuurlijke) schaal deze problematiek aan te pakken en de bestaande informatie bij zowel gemeenten als partners slim, adequaat en juridisch correct te ontsluiten, combineren en gebruiken.
Op 15 oktober 2014 hebben de 11 burgemeesters, het Openbaar Ministerie en de districtschef van politiedistrict de Baronie in het districtelijk driehoeksoverleg besloten om voorbereidingen te treffen tot de vorming van een districtelijke samenwerking op het terrein integraal toezicht. Het team veiligheid neemt actief deel aan de werkgroep Baronie Interventie Team (BIT) die de gemeentegrensoverstijgende integrale toezichtacties operationeel voorbereidt.
Het BIT heeft een aantal uitgangspunten. Een ervan is het gezamenlijk oppakken van de problematiek en leren van elkaar. Een andere is kruisbestuiving door met elkaar mee te denken, acties voor te bereiden, de actie uit te voeren en in elkaars keuken te kijken.
Het BIT functioneert als aanvulling op de lokale aanpak van ondermijning. Casussen met een zogenaamd onderbuikgevoel worden door medewerkers van de teams VTH wabo, handhaving en veiligheid intern besproken. De eerste jaren binnen BIT zijn gebruikt om te ervaren wat verschillende partijen voor elkaar kunnen betekenen. Het BIT wordt in 2018 verder doorontwikkeld. Er zal een strakkere regie komen. De inzet van het BIT zal zich volledig richten op de aanpak van ondermijning en fenomenen daarin. Ook zal de inzet van BIT gericht zijn op het verkrijgen van meer inzicht, en kan worden ingezet in de volledige breedte van de aanpak van ondermijning
In 2017 heeft de gemeente Etten-Leur deelgenomen aan 3 BIT acties. Dit waren themagerichte dagen waarvan één thema volledig was gericht op het bedrijventerrein Vosdonk. Op deze twee dagen zijn 36 bedrijven op Vosdonk bezocht. Overtredingen zijn vastgesteld op het gebied van milieu, opslag van stoffen die aan productie van synthetyische drug moeten worden gekoppeld, en opslag van materialen welke gebruikt worden bij het oprichten van een hennepkwekerij. Deze zaken worden verder binnen de reguliere werkzaamheden van de deelnemende partijen afgewikkeld.
Het ondermijningsbeeld illustreert en onderstreept dat de aard en omvang van de criminele netwerken in De Baronie bedreigingen vormen voor de veiligheid en integriteit van de samenleving. Ook de verwevenheid tussen de onder- en bovenwereld is zorgwekkend. Dit vraagt om een krachtige verbreding en verdieping van de aanpak om gezamenlijk criminaliteit te bestrijden. In de aanpak van georganiseerde criminaliteit hebben de gemeenten een essentiële rol omdat:
Middels een film die is gemaakt in opdracht en door medewerkers van de gemeente is bij medewerkers het bewustzijn bevorderd op de verschillende verschijningsvormen van ondermijning. Met extra artikelen in de bode en sociale media zijn de aandachtspunten die kunnen helpen bij de handhaving op georganiseerde criminaliteit en hennepkwekerijen bij de bewoners van onze gemeente onder de aandacht gebracht. Daarbij zijn de verschillende mogelijkheden van melden aangegeven.
Op basis van meldingen zijn enkele signalen ingebracht die nader zijn onderzocht door het Regionaal Informatie en Expertisecentrum. Hierbij zijn ook de medewerkers integrale veiligheid betrokken. Dit heeft geleidt tot aanhoudingen en inbeslagname van goederen op betreffende locaties.
Ook in 2018 zal verder worden gebouwd aan de bewustwording van ondermijning.
Op basis van het voorliggende VTH-jaarverslag 2017 en VTH-programma 2018 wordt geconcludeerd dat het integraal handhavingsprogramma 2016 grotendeels met succes is uitgevoerd. Mede door de gestelde doelen uit het uitvoeringsprogramma 2017 te behalen concluderen we dat de gestelde doelen in hoofdstuk 1 zijn behaald. Daarnaast is met dit rapport onderbouwd dat er voor 2018 voldoende middelen beschikbaar zijn om het VTH-beleid en VTH-uitvoeringsprogramma op een adequaat niveau uit te voeren. Zoals aangegeven in hoofdstuk 1 Inleiding is volledig toezicht en handhaving op iedere onderdeel niet realiseerbaar.
Bijlage 1: Risicomatrix-Prioriteitenlijst
In de volgende overzichten wordt per fase de prioriteiten aangegeven.
In kolom prio nr. wordt de prioriteit aangeven van de totaallijst
In kolom prio nr. fase wordt de prioriteit aangegeven in de betreffende fase.
Bedrijven cat. 4 extreem grote bouwwerken en zware milieubedrijven |
||||
Bedrijven cat. 1 eenvoudige kleine verbouwingen en bouwwerken |
||||
Prioriteitenlijst bestemmingsplan:
Prioriteitenlijst brandveilig gebruik:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-24025.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.