Gemeenteblad van Purmerend
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Purmerend | Gemeenteblad 2018, 23948 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Purmerend | Gemeenteblad 2018, 23948 | Verordeningen |
Nadere regels jeugdhulp Purmerend 2018
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend;
gelet op de artikelen 2.1 lid 2, 3.3 lid 2, 3.5 lid 4, 3.6 lid 2, 3.9 lid 13, 3.10 lid 7, 3.11 lid 3, 3.12 lid 5 en 3.14 lid 2 tot en met 4, van de Verordening Jeugdhulp Purmerend 2018
Hoofdstuk 2 Ondersteuningsprofielen en intensiteiten
Artikel 2.1 ondersteuningsprofielen
Een jeugdige kan op enig moment specialistische of hoogspecialistische jeugdhulp binnen één ondersteuningsprofiel ontvangen, tenzij een voorziening zoals bedoeld in het eerste lid onderdeel k (profiel 11) wordt verstrekt of naast zorg in natura tegelijkertijd een persoonsgebonden budget wordt verstrekt.
Een jeugdige kan op enig moment altijd maar specialistische of hoogspecialistische jeugdhulp met één intensiteit ontvangen, tenzij een voorziening zoals bedoeld in het eerste lid onderdeel k (profiel 11) wordt verstrekt of naast zorg in natura tegelijkertijd een persoonsgebonden budget wordt verstrekt.
Hoofdstuk 3 persoonsgebonden budget
De in het eerste lid genoemde tarieven voor een professionele ondersteuner zijn uitgedrukt in het prijspeil van 2017 en worden ieder opvolgend kalenderjaar gewijzigd aan de hand van de ontwikkeling van de consumentenprijsindex die geldt voor het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het desbetreffende kalenderjaar (T-2). De berekende bedragen worden naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,2.
Algemene toelichting Nadere regels
De nadere regels bieden een uitwerking van specifieke bepalingen in de verordening. De bevoegdheid voor het opstellen van nadere regels is dan ook opgenomen in de verordening.
Artikelsgewijze toelichting Nadere regels
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De gecontracteerde jeugdhulpaanbieder die bij de uitvoering een andere jeugdhulpaanbieder betrekt wordt de hoofdaannemer genoemd. De hoofdaannemer wordt verantwoordelijk gehouden voor de uitvoering van het hulpverleningsplan (opgesteld op basis van het perspectiefplan) en de resultaten. De gemeente financiert ook alleen de hoofdaannemer. Deze dient zelf afspraken te maken met de onderaannemer (over kosten en opdracht).
Een multiprobleemgezin is gedefinieerd als een gezin met weinig zelfredzaamheid en problemen op meerdere domeinen (bijvoorbeeld wonen, inkomen, relatie, gezondheid). De aanwezigheid van problemen op meerdere domeinen alleen is dus niet bepalend. Pas als het gezin niet de eigen kracht heeft om deze problemen het hoofd te bieden, spreken we van een multiprobleemgezin.
Een onderaannemer is een door de hoofdaannemer betrokken jeugdhulpaanbieder en hoefte niet te zijn gecontracteerd door de gemeente. De onderaannemer legt aan de hoofdaannemer – en natuurlijk de jeugdige en/of zijn ouders – verantwoording af over zijn werkzaamheden. Het college noch de lokale toegang hebben in de regel zelf contact met de onderaannemer.
Hoofdstuk 2 Ondersteuningsprofielen en intensiteiten
Artikel 2.1 Ondersteuningsprofielen specialistische en hoogspecialistische jeugdhulp
Het college heeft de specialistische en hoogspecialistische jeugdhulp ingekocht naar elf ondersteuningsprofielen. Een ondersteuningsprofiel is een cluster van hulpvragen waarmee de ondersteuningsbehoefte van de jeugdige en zijn ouders wordt gecategoriseerd.
Het ondersteuningsprofiel is een integraal pakket, wat betekent dat de betrokken jeugdhulpaanbieder (hoofdaannemer) geacht wordt alle benodigde jeugdhulp binnen dit ondersteuningsprofiel te kunnen bieden. Daarom kan een jeugdige ook altijd maar één ondersteuningsprofiel tegelijkertijd hebben. Uitzondering is de situatie waarin naast zorg in natura de jeugdige en/of zijn ouders ook een persoonsgebonden budget ontvangen of waarin sprake is van inzet van profiel 11 (crisis).
Het ondersteuningsprofiel is een integraal pakket, op het niveau van de jeugdige en niet op gezinsniveau. Hiervoor is gekozen omdat kinderen binnen één gezin soms zeer diverse ondersteuningsbehoeften kunnen hebben. Het is niet realistisch om te verwachten dat alle ondersteuning aan verschillende kinderen binnen één gezin binnen één ondersteuningsprofiel past. Dit betekent niet dat de jeugdhulp binnen een ondersteuningsprofiel alleen op het kind gericht is. De bijbehorende ondersteuning richting de ouder hoort er ook altijd bij. Wanneer binnen een gezin verschillende kinderen jeugdhulp vanuit verschillende ondersteuningsprofielen ontvangen – en mogelijk daardoor ook door verschillende jeugdhulpaanbieders (hoofdaannemers) dan dienen zij onderling de hulp af te stemmen, al dan niet met ondersteuning van de lokale toegang.
In de verordening is opgenomen dat een individuele jeugdhulpvoorziening in crisissituaties kan starten zonder dat een perspectiefplan is opgesteld. In de nadere regels is bepaald dat met crisishulp begonnen kan worden zonder voorafgaand besluit van het college. Deze crisishulp valt dan onder ondersteuningsprofiel 11.
Jeugdhulp binnen een ondersteuningsprofiel kan geboden worden met een bepaalde omvang. Er worden vier intensiteiten onderscheiden:
Bij de intensiteiten ‘perspectief’ en ‘duurzaam’ gaat het om hulpverleningstrajecten met een duidelijk resultaat dat binnen een korte (perspectief) of langere (intensief) periode behaald kan worden.
Bij de intensiteiten ‘duurzaam licht’ en ‘duurzaam zwaar’ is de verwachting dat stabilisatie het hoogst haalbare resultaat is. Ondersteuning is dan altijd voor lange tijd (soms zelfs altijd) nodig. Afhankelijk van de zwaarte van de problematiek wordt dan gekozen voor de intensiteit duurzaam licht of duurzaam zwaar.
Bij hoogspecialistische jeugdhulp ligt de keuze voor de intensiteit vast in het besluit. De lokale toegang bepaalt van tevoren met de jeugdige en/of zijn ouders de intensiteit van de benodigde hulp. In de regel zal ook de jeugdhulpaanbieder nauw betrokken zijn bij deze keuze. Wanneer er geen overeenstemming bereikt kan worden over profiel of intensiteit kunnen betrokken zich wenden tot een onafhankelijke derde die een bindend advies geeft aan het college (die daarop zo nodig het besluit herziet).
Bij specialistische jeugdhulp bepaalt de jeugdhulpaanbieder samen met de jeugdige en/of zijn ouders de intensiteit. De lokale toegang kan hiervoor een zwaarwegend advies meegeven, bijvoorbeeld in het perspectiefplan. De intensiteit ligt bij specialistische jeugdhulp ook niet vast in het besluit. Een wijziging kan dan ook worden doorgevoerd zonder dat een nieuw besluit nodig is. In de zorgtoewijzing vanuit de gemeente ligt de intensiteit wel altijd vast. Bij een intensiteitswijziging binnen specialistische jeugdhulp dient de aanbieder dit daarom door te geven aan de gemeente.
Net als met het ondersteuningsprofiel, kan er aan een jeugdige altijd maar specialistische of hoogspecialistische jeugdhulp met één intensiteit worden toegekend. Uitzondering is de situatie waarin naast zorg in natura de jeugdige en/of zijn ouders ook een persoonsgebonden budget ontvangen of waarin sprake is van inzet van profiel 11 (crisis).
Er kan, als dat nodig blijkt, van een lichtere naar een zwaardere intensiteit opgeschaald worden (of omgekeerd: afgeschaald). Wat dit betekent voor de financiering is onder andere vastgelegd in het administratieprotocol.
Specialistische of hoogspecialistische jeugdhulp met de intensiteiten perspectief en intensief heeft een trajectprijs. Daarbinnen dient de jeugdhulpaanbieder alle hulp te verzorgen tot het gestelde resultaat bereikt is. Omdat het behalen van resultaat (doelrealisatie) voorop staat is niet vastgelegd in het besluit hoeveel tijd de aanbieder heeft om het resultaat te behalen. Specialistische of hoogspecialistische jeugdhulp met de intensiteiten duurzaam kent een vast maandbedrag.
In dit vijfde lid is geregeld dat het college (de facto de lokale toegang) de noodzaak van de voortzetting van specialistische en hoogspecialistische jeugdhulp periodiek kan herbeoordelen. Als bij de herbeoordeling blijkt dat hulp nog steeds nodig is, hoeft geen nieuwe besluit genomen te worden. Wanneer er geen of andere zorg nodig is, wordt dit natuurlijk wel in een nieuw besluit vastgelegd.
In het zesde lid is opgenomen dat het college in het besluit de duur voor de intensiteiten duurzaam licht en duurzaam zwaar kan beperken. Bijvoorbeeld als een jeugdige ouder wordt, van school wisselt of er veranderingen in de omgeving van het kind te verwachten zijn. Na het verstrijken van de termijn is er een nieuw besluit nodig.
Hoofdstuk 3 Persoonsgebonden budget
De wet bepaalt dat de gemeente in ieder geval regels stelt over de wijze van het vaststellen van de hoogte van het persoonsgebonden budget. Hier wordt in dit artikel aan voldaan. De genoemde tarieven zijn inclusief vakantiebijslag.
In dit lid is opgenomen dat de bedragen in het eerste lid jaarlijks worden geïndexeerd. Omdat de consumentenprijsindex (cpi) pas lopende het jaar bekend is, wordt gekeken naar de cpi van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het desbetreffende kalenderjaar. Voor de indexatie van het jaar 2018 geldt dus de consumentenprijsindex van 2016. Het college zorgt ervoor dat de geïndexeerde bedragen bekend worden gemaakt.
In dit lid zijn de criteria opgenomen waar een professionele ondersteuner die wordt ingezet door middel van een pgb aan moet voldoen. Een familierelatie tot de jeugdige wil niet per definitie zeggen dat er geen sprake is van een professionele ondersteuner. Wel moet altijd worden bekeken in hoeverre de professionele relatie gewaarborgd kan worden. Persoonlijke verzorging komt bijvoorbeeld eerder in aanmerking dan individuele begeleiding als het gaat om een familielid in de rol van een professionele ondersteuner.
In dit lid is expliciet opgenomen dat ondersteuning uit het sociaal netwerk getoetst wordt aan het afwegingskader voor een verantwoorde werktoedeling. Dit afwegingskader is een instrument om de kwaliteit van de jeugdhulp te waarborgen.
In dit lid zijn de criteria opgenomen waar een ondersteuner uit het sociaal netwerk die wordt ingezet door middel van een pgb aan moet voldoen. Een ondersteuner uit het sociaal netwerk is afkomstig uit de directe omgeving van de jeugdige, bijvoorbeeld een ouder of ander familielid, vrienden en/of buren, en voldoet niet aan de criteria voor een professionele ondersteuner. Alleen wanneer de hulp noodzakelijk wordt geacht en niet vanuit de eigen kracht geboden kan worden, kan een pgb worden afgegeven.
Professionele aanbieders mogen een pgb niet beheren als zij ook ondersteuning leveren. Dit is opgenomen om belangenverstrengeling te voorkomen. Een uitzondering hierop is familie in de eerste tot en met de derde graad.
Deze nadere regels treden tegelijk in werking met de verordening en de start van de vernieuwde inkoop specialistische jeugdhulp. De Nadere regels jeugdhulp Purmerend 2015 worden hiermee ingetrokken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-23948.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.