Beleidsregel van de gemeenteraad van de gemeente Waterland houdende regels omtrent plaatsing antenneinstallaties in de gemeente Waterland

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 10 juli 2008 beschikbaar via Gemeente Waterland informeert 2008, week 28.]

 

De gemeenteraad heeft 13 april 2000 de beleidsregels ‘Notitie antennemasten gemeente Waterland’ en de ‘Notitie aanvullende beleid ten aanzien van het plaatsen van GSM zendinstallaties’ vastgesteld. De gemeenteraad heeft bij besluit van nr. 2008-062B d.d. 26 juni 2008 de onderstaande beleidsregels voor de plaatsing van antennes, antennedragers en/of antenne-installaties in de gemeente Waterland vastgesteld. Voor een situatie dat een bouwaanvraag, met betrekking tot het bouwen van een antenne, antennedrager en/of antenne-installatie, strijdig is met het geldende bestemmingsplan, bevatten deze beleidsregels criteria aan de hand waarvan zal worden beoordeeld of in een dergelijk geval kan worden meegewerkt aan een vrijstelling van het bestemmingsplan. Belanghebbenden kunnen aan deze beleidsregels rechten ontlenen. Desalniettemin blijven burgemeester en wethouders te allen tijde bevoegd om in individuele gevallen – gemotiveerd – af te wijken van deze beleidsregels.

 

Inleiding

 

Afgelopen jaren is in het kader van deregulering de wetgeving zodanig aangepast, dat de regels met betrekking tot het plaatsen van opstelpunten voor GSM en UMTS antenne-installaties zijn versoepeld. Voor antenne-installaties met een hoogte van 5 meter is, indien geen sprake is van een monument of een beschermd stads- en dorpsgezicht, geen bouwvergunning meer nodig. Voor antenne-installaties van 5 tot 40 meter is een lichte bouwvergunning noodzakelijk. Eveneens is het nationaal antennebeleid van kracht geworden. Dit beleid heeft als doel om binnen duidelijke kaders van volksgezondheid, leefmilieu en veiligheid voldoende ruimte voor antenne-installatie opstelpunten te stimuleren en faciliteren. Naar aanleiding hiervan hebben de aanbieders van mobiele telefonie en de overheid een convenant afgesloten. Hierin staan afspraken omtrent de inspanningen van beide partijen om dit doel te bereiken.

 

Sinds de vaststelling van de beleidsregels in 2000 en de nieuwe wetgeving inzake plaatsing van antenne-installaties zijn in de gemeente Waterland op diverse locaties antenne-installaties toegevoegd.

 

Antenne-installaties werden in eerste instantie alleen gebruikt voor de plaatsing van GSM-antennes. Momenteel worden door de providers, om te kunnen voldoen aan het rijksbeleid, ook UMTS-antennes geplaatst. Het grootste deel van de UMTS-antennes zal geplaatst worden op of bij de al geplaatste GSM-installaties. Hierdoor zal de toename van het aantal antennedragers beperkt blijven.

Begripsbepalingen

 

Antennedrager: een antennemast of andere constructie, bedoeld voor de bevestiging van een antenne.

Antenne-installatie: de installatie, bestaande uit een of meerdere antennes, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

Antenne: een stelsel van draden, sprieten of buizen, die elektromagnetische golven kunnen ontvangen of verzenden.

GSM: Global system for Mobile Communications (900 en 1800Mhz) geschikt voor het zenden en ontvangen van gesprekken en kleine berichten

UMTS: Universal Mobile Telecommunications System (2000Mhz), de opvolger van GSM. Maakt multimediadiensten, zoals internet en beeldtelefonie mogelijk. Biedt nieuwe digitale mogelijkheden, zoals mobiel internet, draadloos e-mail ontvangen en verzenden en het versturen van bewegende beelden en geluid. Er hangen doorgaans drie antennes, die elk een deel van de cirkel om de antenne heen bestrijken.

Beschermde en toekomstige beschermde stads- en dorpsgezichten: de gehele binnenstad van Monnickendam, Marken, Broek in Waterland inclusief Zuideinde, Zuiderwoude, Watergang

Algemene uitgangspunten

 

  • De argumenten die een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van deze beleidsnotitie zijn opgenomen in bijlage 1.

  • Voordat tot plaatsing van antennes en/of een antenne-installatie wordt overgegaan, dient in samenwerking met de provider en met deskundigen van het antennebureau een voorlichtingsavond georganiseerd te worden voor bewoners en/of omwonenden;

Zoekgebied

 

  • MoNet is het samenwerkingsverband van de mobiele-netwerkoperators (exploitanten) in Nederland;

  • conform gemaakte afspraken in het convenant d.d. 27 juni 2002 in het kader van het Nationaal Antennebeleid brengt MoNet elk jaar een gezamenlijk plaatsingsplan uit waarin alle locaties van geplande en bestaande antenne-installaties in een gemeente staan. Zoekgebieden voor plaatsing van nieuwe antennelocaties worden eveneens aangegeven;

  • de gemeente overlegt elk jaar over het plaatsingsplan, met name over de zoekgebieden;

  • bij voorkeur dient een antenne-installatie zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij hoge gebouwen (niet woongebouwen) en andere bouwwerken zoals hoogspanningsmasten, lichtmasten, en silo’s;

  • indien dit niet mogelijk blijkt dan dient de plaatsing van een antenne-installatie in ieder geval plaats te vinden in de omgeving van bv. sportvelden, verkeersknooppunten, benzinestations, parkeerplaatsen, bedrijventerreinen etc.;

  • indien een locatie voor een antenne-installatie niet aan voorgaande voldoet zal met de providers overleg dienen plaats te vinden over geschikte (alternatieve) gebieden;

  • alleen als de gemeente heeft ingestemd met een zoekgebied voor plaatsing van antenne-installaties zal op basis van de navolgende regels mee worden gewerkt aan een vrijstellingsprocedure van het bestemmingsplan;

Als voorwaarden voor de plaatsing van antennes, antennedragers en/of antenne-installaties gelden de volgende regels:

 

  • 1.

    in een zoekgebied dienen eerst alle mogelijkheden van vergunningvrij bouwen en sitesharing te worden benut;

  • 2.

    om visuele belemmeringen door het plaatsen van nieuwe antenne-installaties zoveel mogelijk tegen te gaan dient voor een oplossing te worden gekozen die ruimtelijk het minst ingrijpend is in de omgeving;

  • 3.

    de installatiekasten dienen in de onmiddellijke nabijheid van nieuwe antenne-installaties te worden geplaatst;

  • 4.

    de plaatsing mag geen afbreuk doen aan de visuele en architectonische kwaliteit van de gebouwen of de bouwwerken en/of de omgeving daarvan;

  • 5.

    de plaatsing dient zoveel mogelijk uit het zicht/geminimaliseerd plaats te vinden en qua afmeting geïntegreerd te worden in de architectuur en/of omgeving;

Buiten de gebieden welke aangewezen zijn als beschermd stads- en dorpsgezicht gelden de volgende aanvullende regels:

 

  • 1.

    een nieuwe antenne-installatie mag niet hoger zijn dan 40 meter en moet door middel van sitesharing maximaal worden benut, voordat een andere locatie voor een antenne-installatie in de omgeving mogelijk is;

  • 2.

    alle vergunningplichtige aanvragen voor nieuwe antennes, antennedragers en/of antenne-installaties worden voor advisering voorgelegd aan de welstandscommissie;

Binnen de gebieden welke aangewezen zijn als (toekomstige) beschermd stads- en dorpsgezicht gelden de volgende aanvullende regels;

 

  • 1.

    plaatsing van nieuwe antenne-installaties dient te geschieden door het plaatsen/vervangen van lichtmasten bij bv. sportvelden;

  • 2.

    een antenne-installatie (inclusief lichtmast) mag niet hoger zijn dan 25 meter, en moet naast de lichtarmatuur door middel van sitesharing maximaal worden benut, voordat een nieuwe lichtmast in de omgeving mogelijk is;

  • 3.

    alle aanvragen voor nieuwe antennes, antennedragers (lichtmasten) en/of antenne-installaties worden voor advisering voorgelegd aan de welstandscommissie.

Bijlage 1 bij beleidsregels plaatsing antenne-installaties in de gemeente Waterland

 

Argumenten:

1 De nieuwste regelgeving, jurisprudentie en standpunten van partijen zijn meegenomen in het beleid.

 

2 Overleg zal plaatsvinden over de nieuwe zoekgebieden op basis van de beleidsregels.

Het plaatsingsplan van MoNet wordt een keer per jaar ingediend bij de gemeente. Op dit plaatsingsplan zijn de zoekgebieden voor nieuwe antenne-installaties aangegeven en de geplaatste antenne-installaties (met vergunning en vergunningvrij) De gemeente toetst de nieuwe zoekgebieden aan het beleid en pleegt overleg met MoNet over eventuele gewenste wijzigingen.

 

3 De providers dienen mee te denken over de meest optimale plaatsingsmogelijkheden

De providers kunnen een bijdrage leveren door verbetering van de technologie en door mee te denken over de meest optimale plaatsingsmogelijkheden voor een stabiel netwerk. Voordat tot plaatsing van een antenne-installatie wordt overgegaan dient de gemeente in samenwerking met de provider en met des-kundigen van het antennebureau een voorlichtingsavond te organiseren voor bewoners en omwonen-den. Tijdens deze voorlichtingsbijeenkomst zal ook nader overleg plaatsvinden over de exacte locatie van een antenne-installatie.

 

4 Een antenne-installatie dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande bebouwing.

Dan heeft de mast de minste ruimtelijke impact. Indien dit niet mogelijk blijkt kan een antenne-installatie zich eveneens bevinden bij bv sportvelden, parkeerplaatsen of bedrijventerreinen in de omgeving.

 

5 Bij plaatsing in zoekgebieden zal zich altijd een woning bevinden.

Providers willen hun antenne-insatlaaties plaatsen bij dorpen of steden, daar waar mensen wonen en werken die gebruik willen maken van het mobiele netwerk. Ook aan de rand van dorpen en steden en in het landelijke gebied bevinden zich woningen. Er zullen zich dus altijd woningen in de nabijheid van antenne-installaties bevinden.

 

6 Voorkomen dient te worden dat een antenne-installatie wordt ervaren als een storend element in de omgeving.

Het beleid gaat uit van zoveel mogelijk plaatsen van antenne-installaties in bestaande elementen of an-ders bij sportvelden of bedrijventerreinen. Indien geen bestaande bouwwerken beschikbaar zijn dienen antennes via sitesharing geplaatst te worden in antennedragers van maximaal 40 meter en in bescherm-de gezichten in antennedragers van maximaal 25 meter.

 

7 Bij plaatsing op een grotere afstand van de woonomgeving moeten meerdere antenne-installaties geplaatst worden.

Om dezelfde dekking te krijgen dienen dan meerdere antenne-installaties te worden geplaatst op ver-schillende locaties bij de bewoonde omgeving. De ruimtelijke impact is hiermee groter. Het beleid gaat uit van de ruimtelijk minst ingrijpende oplossing.

 

8 De landelijke regelgeving gaat uit van plaatsing van masten tot een hoogte van 40 meter.

Afgelopen jaren is het beleid en de wetgeving aangepast en aangescherpt om de uitrol van de GSM en UMTS netwerken te vergemakkelijken.

  • 1.

    Het besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken: in artikel 3 en artikel 5 lid 1 en 2 is aangegeven dat geen vergunning noodzakelijk is voor antenne-installaties met een hoogte van 5 me-ter. Als echter sprake is van een antenne-installatie bij een monument of in een beschermd stads- of dorpsgezicht, dan is een lichte bouwvergunning noodzakelijk. Een lichte bouwvergunning is eveneens noodzakelijk voor antenne-installaties van 5 tot 40 m.

  • 2.

    Eveneens is het nationaal antennebeleid van kracht geworden, dat tot doel heeft om binnen duide-lijke kaders van volksgezondheid, leefmilieu en veiligheid voldoende ruimte voor antenne opstel-punten te stimuleren en faciliteren.

  • 3.

    Naar aanleiding hiervan hebben de aanbieders van mobiele telefonie en de overheid een convenant afgesloten. Hierin staan afspraken omtrent de inspanningen van beide partijen om dit doel te berei-ken.

 

9. De bestaande beleidsregels gingen ook uit van plaatsing van grote antennedragers voor meerdere aanbieders.

Het bestaande antennebeleid d.d. 13 april 2000 gaat uit van het plaatsen van 1 antennedrager waarin alle providers via sitesharing hun antennes opstelden. In een antennedrager van 37,5 meter kunnen 4 aan-bieders voorzieningen aanbrengen. Ook gaat het bestaande beleid uit van plaatsing op hoge bouwwer-ken in stedelijke gebieden en niet in het landelijk gebied.

 

10. Volgens het bestaande beleid wordt in beschermde stads- en dorpsgezichten alleen nog medewerking verleend aan het inte-greren van antenne-installaties op verhoogde lichtmasten van maximaal 25 meter.

Het bestaande beleid gaat uit van het optoppen van lichtmasten bij sportterreinen tot maximaal 25 meter in de beschermde stads en dorpsgezichten. Hierop kunnen aanbieders hun antenne-installaties plaatsen. In de beschermde stads- en dorpsgezichten hebben dergelijke lichtmasten minder ruimtelijke impact dan 1 grote antennedrager (mast) van 40 meter. Inmiddels zijn dergelijke lichtmasten geplaatst op Mar-ken en in Broek in Waterland.

 

11. Het bestaande beleid is door de gemeenteraad vastgelegd in de nieuwe bestemmingplannen.

Het bestemmingsplan Ilpendam laat middels een algemene vrijstellingbevoegdheid antenne-installaties toe waarbij de masthoogte ten hoogste 40 meter mag bedragen. Het bestemmingsplan Marken en het recent vastgestelde bestemmingsplan Broek in Waterland laten middels een algemene vrijstellingsbe-voegdheid antenne-installaties toe waarbij de masthoogte ten hoogste 25 meter mag bedragen. Bij plaat-sing in een woonomgeving is de bouw van deze antennes alleen mogelijk op bestaande (woon)gebouwen met een minimale hoogte van 10 meter. De masthoogte van de installatie mag in een dergelijk geval niet meer bedragen dan 5 meter gemeten vanaf het hoogste punt van bedoeld gebouw.

 

12 Antennedragers van maximaal 25 m zijn landschappelijk en cultuurhistorisch beter inpasbaar in de beschermde gebieden.

De CSDB is op 30 juli 2002 akkoord gegaan met de plaatsing van dergelijke lichtmasten als antennedra-gers bij sportterreinen ipv hogere masten. Hogere masten worden ruimtelijk niet aanvaardbaar geacht in onze beschermde en toekomstige beschermde stads- en dorpsgezichten. Een verzoek van KPN om een van de masten op het sportpark Marken te verlengen met 4 meter is in 2004 hierom afgewezen.

 

13. Het plaatsen van antenne-installaties verder weg van bebouwing (200-400m) zorgt voor hogere veldsterktes binnen de bebouwde kom.

In het voortraject is er geopperd om antenne-installaties te plaatsen op een afstand van bv. 200-400 meter van de woonomgeving. Om dezelfde dekking te krijgen dienen dan echter meerdere antenne-installaties te worden geplaatst op verschillende locaties. Indien de antenne-installaties verder van de bebouwing (gebruikers) af staan dienen de signalen sterker te worden uitgezonden; daarom dient dan met een hoger vermogen te worden uitgezonden. Daar komt overigens de argumentatie nog bij, zoals genoemd onder 9.

 

14 De welstandscommissies beoordelen de aanvragen op de ruimtelijke en welstandelijke aanvaardbaarheid.

In onze omgeving is volgens de Cultuurhistorische Waarden kaart regelmatig sprake van gronden met hoge en zeer hoge geografische waarden en stedenbouwkundige structuren van hoge en zeer hoge waarden. De welstandscommissie beoordeelt of de vergunningsplichtige antenne-installaties landschap-pelijk en cultuurhistorisch zijn in te passen.

 

15 De regering geeft aan dat plaatsing van GSM en UMTS antenne-installaties onder hun verantwoordelijkheid valt en heeft de laatste jaren de regelgeving hiervoor vereenvoudigd.

De Staatssecretaris geeft aan dat er bij het plaatsen van UMTS antenne-installaties aan de randvoor-waarden van volksgezondheid, leefmilieu en veiligheid wordt voldaan en dat deze beoordeling onder zijn verantwoording valt. De regering heeft de laatste jaren plaatsing van de meeste antennesystemen bouwvergunningvrij gemaakt. Alleen in beschermde stads- en dorpsgezichten en op monumenten en bij masten hoger dan 5 meter is een lichte bouwvergunningplicht vereist. Hier ligt de taak bij de ge-meenten om te waken over het uiterlijk en aantasting van de beschermde stads- en dorpsgezichten en de monumenten. Dit betekent dan ook dat gezondheid hierbij geen rol kan spelen.

 

16 De Wereldgezondheidsorganisatie en de Gezondheidsraad geven aan dat er geen mogelijke gezondheidsrisico’s door elek-tromagnetische velden van UMTS zijn.

Bij sommige mensen bestaat ongerustheid over de mogelijke gezondheidsrisico’s door elektromagneti-sche velden van in bedrijf zijnde UMTS antennes. Wetenschappelijk bewijs op gezondheidsrisico’s is er niet. Het Zwitserse onderzoek (COFAM II) geeft aan dat er geen significante effecten op het welbevin-den van mensen optreden in het geval van kortdurende blootstelling aan UMTS elektromagnetische velden en geeft aan dat er geen wetenschappelijk bewijs is voor de stelling dat UMTS velden de cogni-tieve functies van mensen beïnvloeden. De Wereldgezondheidsorganisatie en de Gezondheidsraad geven beide aan dat ook effecten op lange termijn niet zijn aangetoond. De WHO geeft dit aan in een fact sheet van mei 2006 en de gezondheidsraad in een persbericht van 15 februari 2007. Er zijn al eerder onderzoeken gedaan naar effecten van andere bronnen van radiogolven. Daaruit blijkt dat er geen ver-hoogde kans is op langetermijn effecten, zoals kanker. Wetenschappelijk onderzoek blijft altijd nodig omdat er steeds nieuwe ontwikkelingen en technieken bij komen.

 

17 Recente jurisprudentie wijst uit dat gemeente aansluiting mogen zoeken bij het objectieve standpunt van de regering.

De uitspraken van 19 juli 2006, 6 september 2006 en 22 augustus 2007 van de Afdeling Bestuursrecht-spraak van de Raad van State geven aan dat gemeenten terecht op zuiver juridische en objectieve gron-den een vrijstelling en bouwvergunning voor het plaatsen van een UMTS-zendmast hebben verleend.

 

18 De VNG concludeert dat er geen beleidsruimte is voor gemeenten om de plaatsing van UMTS tegen te houden op basis van bezorgdheid over mogelijke gezondheidsrisico’s.

Het standpunt van de VNG is verwoord in een brief van 30 augustus 2006 van de VNG, gericht aan de Vaste Commissie voor VROM van de Tweede Kamer.

 

19 De landelijke belangengroep Stop UMTS is tegen de plaatsing van UMTS antennes.

Stop UMTS is een landelijke belangengroep die via een website het gevoel van onveiligheid ten aanzien van UMTS velden belichaamt en kanaliseert.

 

 

 

bureau VROM d.d. 22-5-2008

Naar boven