Gemeenteblad van Winterswijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Winterswijk | Gemeenteblad 2018, 237712 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Winterswijk | Gemeenteblad 2018, 237712 | Beleidsregels |
Beleidsregel Beschermd Wonen Gemeente Winterswijk 2019
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de hierop gebaseerde lagere regelgeving, de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2019 en het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2019.
Organisatie die de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen biedt en hiervoor een contract heeft afgesloten met de regio Achterhoek.
Dit zijn de volgende gemeenten: gemeente Aalten, gemeente Berkelland, gemeente Bronckhorst, gemeente Doetinchem, gemeente Montferland, gemeente Oost-Gelre, gemeente Oude-IJsselstreek en gemeente Winterswijk.
Het Buurtplein B.V. is de organisatie waaraan de centrumgemeente de uitvoering van de beleidsregels Beschermd Wonen heeft gemandateerd. Het Buurtplein heeft de consulenten Beschermd Wonen in dienst.
Voor de taken van Beschermd Wonen is gemeente Doetinchem voor de Achterhoekse gemeenten door het ministerie van VWS aangewezen als centrumgemeente. Doetinchem is door de Achterhoekse gemeenten gemandateerd voor de uitvoering van Beschermd Wonen.
De medewerker in dienst bij het Buurtplein, die voor de Achterhoekse gemeenten is gemandateerd om de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen in te zetten.
Consulent van de regiogemeente:
De medewerker die als consulent werkzaam is in één van de Achterhoekse gemeenten.
Het Gesprek betreft het gesprek dat door de consulent Beschermd Wonen na de melding met de cliënt wordt gevoerd. Het doel van het Gesprek is de ervaren problematiek en mogelijke oplossingsrichtingen helder te krijgen.
Onder hoteldiensten wordt onder meer verstaan; horeca, was- en strijkservice en huishoudelijke dienst.
Ondersteunings- en budgetplan:
Plan waaruit blijkt op welke manier het persoonsgebonden budget zal worden ingezet en besteed.
2.1 De doelgroep van Beschermd Wonen
De consulent Beschermd Wonen stelt vast of de cliënt behoort tot de doelgroep van Beschermd Wonen. De cliënt behoort tot de doelgroep van Beschermd Wonen wanneer deze 18 jaar of ouder is en sprake is van complexe psychische en/ of psychosociale problematiek op meerdere levensterreinen. De cliënt kan zijn zorgvraag niet (uit)stellen. Hierdoor heeft de cliënt 24-uurs toezicht of bereikbaarheid van een professionele organisatie nodig.
2.2 Het beoogde resultaat van Beschermd Wonen
Het beoogde resultaat van Beschermd Wonen is het realiseren van een situatie, waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven of, indien dit niet mogelijk is, zich met een toenemende mate van zelfredzaamheid in de samenleving te handhaven. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende hoofddoelen:
Onder deze hoofddoelen vallen verschillende subdoelen:
2.3 Varianten van Beschermd Wonen
Door de Achterhoekse gemeenten wordt de wettelijke definiëring van Beschermd Wonen gehanteerd. Het gaat daarbij om het wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding. Wonen in een accommodatie van een instelling wordt hierbij breed geïnterpreteerd. Het gaat bij Beschermd Wonen om het bieden van noodzakelijk verblijf (onderdak) en begeleiding. Op deze definitie zijn de volgende varianten gebaseerd:
Bij deze varianten gaat het altijd om een combinatie van:
Woonkosten bestaan uit ‘wonen’, ‘verblijf’ en ‘voeding’.
‘voeding’ betreft de gebruikelijke voeding: 3 maaltijden (waaronder 1 warme maaltijd) per dag en voldoende drinken, zoals koffie, thee en frisdranken. Ook fruit en tussendoortjes horen daarbij. Als de bewoner een (medisch noodzakelijk) dieet moet volgen, zorgt de organisatie voor Beschermd Wonen daarvoor.
Daarnaast vallen ook de basis contactmomenten (stimulering tijdens algemene dagelijkse levensverrichtingen, toezicht op de groep, begeleiding bij gezamenlijk eten) onder de Woonzorg, evenals het onderhoudscontact: bijvoorbeeld wekelijks samen boodschappen doen, post doornemen, ondersteuning bij de huishouding.
Een omklapwoning is bedoeld voor cliënten die door psychische en/of psycho-sociale problemen nog niet zelfstandig kunnen wonen. De verwachting is dat ze dit binnen maximaal een jaar wel zullen kunnen. De cliënt dient alle kosten voor huur, vaste lasten, voeding etc. zelf te betalen. Hij heeft nog wel ondersteuning nodig op verschillende levensterreinen. De cliënt kan zijn ondersteuningsvraag meestal uitstellen, maar heeft de zekerheid van 24-uurs bereikbaarheid nodig om zo nodig op terug te kunnen vallen.
Een omklapwoning betreft een zelfstandige woning die door de aanbieder van een woningcorporatie wordt gehuurd. Hierbij wordt de afspraak gemaakt om deze uiterlijk na één jaar om te klappen tot een zelfstandige woning op naam van de cliënt.
Wonen Beschut Ambulant is bedoeld voor cliënten die door psychische en/of psycho-sociale problemen (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen en waarbij een aanbieder de cliënt (enige tijd) in een beschermende omgeving opvangt. De cliënt heeft de wens zelfstandig te wonen en dient alle kosten voor huur, vaste lasten, voeding, etc. zelf betalen. De cliënt woont in een zelfstandige woning. De woning huurt de cliënt zelfstandig van een woningcorporatie of van de aanbieder of de woning is eigendom van de cliënt. De cliënt kan zijn ondersteuningsvraag niet uitstellen en heeft de zekerheid van 24-uurs bereikbaarheid nodig om op terug te kunnen vallen. Het is (nog) niet bekend of en wanneer de cliënt zelfstandig kan wonen.
Wonen Beschut is bedoeld voor cliënten die door psychische en/of psycho-sociale problemen (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen en waarbij een aanbieder de cliënt (enige tijd) in een beschermende omgeving opvangt. De aanbieder biedt geclusterde zelfstandige appartementen per cliënt of een gedeelde woning met eigen zit-/slaapkamer. De cliënt heeft behoefte aan sociale contacten in het kader van zijn problematiek. Een gemeenschappelijke ruimte voor het ontmoeten van anderen is hierbij een voorwaarde. De aanbieder biedt deze ruimte aangrenzend aan de geclusterde appartementen of in de woonvorm.
De cliënt kan zijn ondersteuningsvraag niet uitstellen en heeft de zekerheid van 24-uurs bereikbaarheid nodig om op terug te kunnen vallen. Cliënt heeft geen 24-uurs toezicht nodig. Het is (nog) niet bekend of en wanneer de cliënt zelfstandig kan wonen.
Bij Wonen Beschut bestaan twee varianten:
Kenmerkend aan Wonen Beschut inclusief woonkosten is dat de woonkosten door de centrumgemeente worden betaald;
Kenmerkend aan Wonen Beschut exclusief woonkosten is dat de woonkosten door de cliënt worden betaald.
Wonen Beschermd is bedoeld voor cliënten die door psychische en/of psycho-sociale problemen (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen en waarbij een aanbieder de cliënt (enige tijd) in een beschermende omgeving opvangt. De aanbieder biedt woonruimte, hoteldiensten, toezicht en begeleiding. Meestal is sprake van (ernstige) gedragsproblemen en kan de cliënt moeilijk of geen hulp vragen wanneer dat nodig is. Hierdoor is 24-uurs toezicht voor signalering en om zo nodig bijtijds bij te kunnen sturen noodzakelijk.
Bij Wonen Beschermd bestaan de volgende varianten:
Kenmerkend aan de varianten ‘Wonen Beschermd inclusief woonkosten’ is dat de woonkosten door de centrumgemeente worden betaald.
Kenmerkend aan de varianten ‘Wonen Beschermd exclusief woonkosten’ is dat de woonkosten door de cliënt worden betaald.
‘Wonen beschermd gericht op stabiliseren’ is gelijk aan ‘Wonen beschermd gericht op ontwikkeling’ uitgezonderd dat:
De aanvullende ondersteuning wordt ingezet, afgestemd op de behoefte van de cliënt. Deze ondersteuning kan bestaan uit:
Bij elk van de ondersteuningsvormen geldt dat de aanbieder die het wonen biedt verantwoordelijk is voor coördinatie en regie van de totale ondersteuning (individuele en groepsbegeleiding). Dit is ook het geval wanneer de groepsbegeleiding bij een andere organisatie in onderaanneming is ondergebracht. De aanbieder wordt geacht nauw samen te werken met andere bij de cliënt betrokken hulpverleners.
De duur van de aanvullende ondersteuning hoeft niet gelijk te zijn aan de duur van de indicatie voor Beschermd Wonen. De consulent maakt in overleg met cliënt en vertegenwoordiger een inschatting van de benodigde aanvullende ondersteuning en de lengte van de periode waarin deze zal worden geboden. Naar gelang de ondersteuningsbehoefte van de cliënt zal de aanvullende ondersteuning uit een combinatie van verschillende ondersteuningsvormen bestaan. De consulent bepaalt op basis van onderzoek welke variant van Beschermd Wonen en welke ondersteuning het meest passend zijn. Hierbij wordt uitgegaan van maatwerk. Wanneer de verwachting is dat de behoefte aan aanvullende ondersteuning zal variëren, kan de consulent een gemiddelde aantal uren indiceren. Voor de aanvullende ondersteuning worden specifieke doelen afgesproken.
In bijlage 1 staan de Beschermd Wonen varianten in een overzichtstabel weergegeven. In bijlage 2 is het afwegingskader voor de mogelijke ondersteuningsvormen opgenomen.
Artikel 3 Melding en onderzoek
In de Wmo 2015 is landelijke toegankelijkheid voor de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen geregeld. Dit betekent dat iemand in elke gemeente van Nederland een melding kan doen voor Beschermd Wonen. Nadere afspraken hierover zijn vastgelegd in de Handreiking Landelijke Toegankelijkheid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De vraag om Beschermd Wonen kan binnen elke Achterhoekse gemeente binnenkomen afhankelijk van de lokale inrichting: het sociale team, het wijkteam, het Wmo-loket, het Buurtplein etc.
Als blijkt dat Beschermd Wonen aan de orde is of kan zijn, worden de gegevens binnen vijf werkdagen overgedragen naar de centrumgemeente. Gegevensuitwisseling vindt plaats met inachtneming van de bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens en de privacyreglementen van de betrokken gemeenten.
Mensen die in aanmerking (wensen te) komen voor Beschermd Wonen kunnen voor cliëntondersteuning terecht bij de gemeente waar zij wonen. Iedere gemeente garandeert de mogelijkheid van onafhankelijke professionele cliëntondersteuning en informeert de eigen inwoners hierover. De door de gemeente geboden cliëntondersteuning is gratis en onafhankelijk van het besluit op een maatwerkvoorziening. De cliënt heeft de vrije keuze door wie hij zich wil laten ondersteunen. Hij kan er ook voor kiezen zich door iemand uit het eigen sociale netwerk, zoals familie of vrienden of een professional te laten ondersteunen.
De consulent Beschermd Wonen onderzoekt in het Gesprek met de cliënt wat zijn ondersteuningsbehoefte is. Het Gesprek vindt binnen twee weken na melding plaats en wordt bij voorkeur bij de cliënt thuis of in een voor de cliënt vertrouwde omgeving gevoerd. Crisissituaties worden met voorrang behandeld. Bij dit Gesprek kan de cliënt zich laten ondersteunen door anderen, bijvoorbeeld een mantelzorger, hulpverlener of een onafhankelijk cliëntondersteuner. De cliënt dient voor het Gesprek een geldig identiteitsbewijs te laten inzien. Het Gesprek, met de daarbij aangeleverde gegevens, vormt de basis voor het onderzoek, als bedoeld in artikel 2.3.2 van de Wmo2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning. Het Gesprek heeft een tweeledig doel, namelijk:
Van belang is om eerst in kaart te brengen wat de ondersteuningsbehoefte en de specifieke situatie van de cliënt zijn, voordat er over oplossingen gesproken wordt.
Tijdens het Gesprek komt de specifieke situatie van de cliënt uitgebreid aan bod. Daarbij is het van belang dat de cliënt alle relevante gegevens aan de orde brengt. Dit maakt het voor de consulent Beschermd Wonen mogelijk de meest passende indicatie te stellen. De consulent Beschermd Wonen zal het onderzoek zoveel mogelijk in samenspraak met een consulent van de betreffende Achterhoekse gemeente verrichten. Afgestemd wordt of het, bijvoorbeeld voor de continuïteit van zorg, wenselijk is om samen het Gesprek te voeren.
Tijdens het Gesprek informeert de consulent Beschermd Wonen de cliënt over het vervolg van het proces. Hij geeft uitleg over de mogelijkheid van keuze voor een persoonsgebonden budget, de voorwaarden die daaraan zijn verbonden en de plichten die daarbij komen. Ook wordt de cliënt op de hoogte gesteld van de eigen bijdrage, hoe de hoogte daarvan door het CAK wordt vastgesteld en hoe de eigen bijdrage wordt geïnd. Indien een cliënt nog een geldige indicatie vanuit de AWBZ heeft en deze nog niet afloopt, wordt hij geïnformeerd over het geldende overgangsrecht. Van het Gesprek wordt door de consulent Beschermd Wonen een gespreksverslag gemaakt. Dit gespreksverslag bestaat uit een schriftelijke weergave van het Gesprek en de afspraken die eruit zijn voortgekomen. De cliënt ontvangt hier binnen vijftien werkdagen een afschrift van. De cliënt heeft de mogelijkheid om binnen twee weken te reageren met eventuele wijzigingen.
Wanneer het voor de vaststelling van de ondersteuningsbehoefte noodzakelijk is, kan de consulent Beschermd Wonen medisch advies aanvragen. Daarnaast kan een advies voor de consulent zinvol zijn om te beoordelen wat de grondslag voor de aanvraag is en voor het in kaart brengen van de behandel- en ontwikkelingsmogelijkheden van de cliënt. Zolang intramurale behandeling niet centraal staat, kan ambulante behandeling naast Beschermd Wonen bestaan. Ambulante behandeling wordt bekostigd vanuit de Zorgverzekeringswet. De medische advisering zal altijd plaatsvinden door een onafhankelijke organisatie die niet aan de centrumgemeente verbonden is. Wanneer het adviestraject niet binnen de wettelijke onderzoekstermijn van zes weken kan worden afgerond, kan deze termijn in overleg met de cliënt worden verlengd. De kosten van het medisch advies zijn voor rekening van de centrumgemeente. Het medisch advies wordt meegenomen in de afweging van de consulent.
Wanneer een cliënt zelf een medisch advies, bijvoorbeeld als second opinion, wil aanvragen, kan hij dit via de eigen zorgverzekering doen. Dit advies wordt meegenomen in het onderzoek.
De cliënt krijgt binnen acht weken na melding een schriftelijke beschikking. In de beschikking wordt in ieder geval opgenomen:
Wanneer een passende plek nog niet beschikbaar is wordt de cliënt op de wachtlijst van de instelling geplaatst. Met hem wordt besproken hoe de periode tot plaatsing kan worden overbrugd, zie ook artikel 4.3 ‘Wanneer Beschermd Wonen niet direct beschikbaar is”. De cliënt ontvangt de beschikking wanneer de aanbieder en startdatum van de indicatie bekend is.
De decentralisatie van Beschermd Wonen heeft onder andere tot doel mensen niet langer dan nodig in een instelling en beschermd te laten wonen. Door het stimuleren van de eigen kracht en het uitgaan van de eigen mogelijkheden van de cliënt kan de huidige gemiddelde verblijfsduur mogelijk worden bekort. Daarom is de indicatie voor Beschermd Wonen in beginsel voor maximaal twee jaar. Dit om sturing te geven aan het structureel begeleiden van mensen in Beschermd Wonen en daar waar het kan mensen daadwerkelijk de kans te geven door te stromen. De consulent Beschermd Wonen stelt de indicatieduur vast.
Dat een indicatie een einddatum heeft betekent niet dat na afloop van de indicatie geen Beschermd Wonen meer mogelijk is. Indien blijkt dat na deze periode een maatwerkvoorziening (Beschermd Wonen of ambulante ondersteuning) nodig blijft, wordt door de aanbieder of de cliënt een nieuwe melding gedaan. Dit moet minimaal acht weken voor afloop van de indicatie worden gedaan. Een melding kan bij de centrumgemeente worden gedaan. Indien de cliënt minder dan acht weken voor afloop van de indicatie een melding doet, kan het zijn dat de nieuwe indicatie niet direct aansluit op de oude.
Wanneer bij een herindicatie de cliënt en de consulent Beschermd Wonen vaststellen dat Beschermd Wonen niet meer aan de orde is, wordt een indicatie voor Beschermd Wonen van maximaal zes maanden afgegeven. In de indicatie worden afspraken vastgelegd over de verwachte inspanningen van de cliënt en aanbieder om een woning te vinden. Ook worden indien nodig afspraken gemaakt over de overdracht van de cliënt naar de betreffende regiogemeente en aanbieders voor ambulante ondersteuning.
Wanneer duidelijk is dat de cliënt niet binnen de gestelde tijd kan uitstromen wordt contact opgenomen met de consulent om te bespreken of verlenging van de indicatie mogelijk en nodig is.
4.3.1 Wanneer Beschermd Wonen niet direct beschikbaar is
Indien een indicatie voor Beschermd Wonen is gesteld, maar Beschermd Wonen niet direct beschikbaar is, blijft de bestaande (ambulante) ondersteuning gehandhaafd tot de geschikte Beschermd Wonen plek beschikbaar is. Het kan zijn dat iemand nog geen (ambulante) ondersteuning ontvangt. In dat geval zullen de consulent Beschermd Wonen en de consulent van de Achterhoekse gemeente samen met de cliënt beoordelen wat passende ondersteuning voor de overbruggingstijd is. De indicatie dient volgens de Verordening door de cliënt binnen zes maanden na toekenning te worden aangewend ten behoeve van het resultaat, waarvoor de indicatie is verstrekt. Er zijn situaties denkbaar, zoals wachtlijsten of opname van cliënt in het ziekenhuis, waardoor de indicatie niet binnen de gehanteerde periode van zes maanden kan worden ingezet. De cliënt dient in een dergelijk geval contact op te nemen met de consulent Beschermd Wonen. De consulent Beschermd Wonen beoordeelt in overleg met de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger of ondersteuner of een verlenging of aanpassing van de maatwerkvoorziening noodzakelijk is. De kosten voor de ondersteuning ter overbrugging worden door de centrumgemeente betaald.
4.3.2 Tijdelijk verblijf in een andere regio
Het kan voorkomen dat een cliënt uit de Achterhoek tijdelijk in een instelling in een andere regio moet verblijven. ‘Tijdelijk verblijf’ is verblijf van maximaal één jaar, waarbij vanaf het begin de intentie aanwezig is om de cliënt terug te laten keren naar de regio Achterhoek. In dergelijke gevallen zal centrumgemeente Doetinchem de plek in de andere centrumgemeente financieren.
4.3.3 Tijdelijke afwezigheid bij instelling
Indien een cliënt, tijdelijk als gevolg van een behandeling in een ziekenhuis of behandelcentrum of detentie elders wordt opgenomen, moet dit binnen een week na opname bij de centrumgemeente worden gerapporteerd door de aanbieder Beschermd Wonen. Dit geldt ook wanneer de cliënt op eigen initiatief de beschermde woonplek heeft verlaten.
De beschermde woonplek bij een organisatie wordt door de centrumgemeente voor een maximum van 14 dagen bekostigd, als ware de cliënt verblijft bij de aanbieder. Vervolgens mag een aanbieder gedurende maximaal tien weken de verblijfscomponent nog declareren. In het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem is hiervoor het bedrag per dag opgenomen. Wanneer duidelijk wordt dat de cliënt langer dan twaalf weken elders zal verblijven, zal in principe zijn plek bij de aanbieder vervallen.
Wanneer de cliënt na deze periode weer beschermd wil gaan wonen, kan de cliënt hiervoor contact opnemen met de consulent Beschermd Wonen. De cliënt kan in overleg met de consulent Beschermd Wonen ervoor kiezen zijn ondersteuning bij een andere aanbieder voor Beschermd Wonen te verzilveren.
De cliënt kan pas weer instromen bij de aanbieder als er plaats is.
Artikel 5 Wijze van verstrekking
Beschermd Wonen wordt toegekend in:
Wanneer een maatwerkvoorziening toegewezen is, informeert de consulent Beschermd Wonen de cliënt of zijn vertegenwoordiger over het door de gemeente gecontracteerde aanbod. Ook informeert de consulent Beschermd Wonen de cliënt over de mogelijkheid om te kiezen voor een verstrekking van een persoonsgebonden budget.
De hoogte van het persoonsgebonden budget is vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem. Jaarlijks kunnen de bedragen wijzigen.
5.1 Maatwerkvoorziening in Natura
Het verkrijgen van een voorziening in Natura gaat via een van de gecontracteerde aanbieders, waarmee de centrumgemeente afspraken heeft gemaakt. De Achterhoekse gemeenten hebben bij de aanbesteding de volgende categorieën kwaliteitseisen geformuleerd:
5.1.1 Specifieke eisen voor Beschermd Wonen
Voor Beschermd Wonen zijn specifieke eisen gesteld aan de 24-uurs bereikbaarheid en de begeleiding die de aanbieder moet bieden.
Eisen aan de 24 uur bereikbaarheid
Bij elke variant van Beschermd Wonen moet sprake zijn van 24 uur bereikbaarheid van de begeleiding. Bij de varianten ‘Wonen Beschermd – Ontwikkeling’ en ‘Wonen Beschermd – Stabilisatie’ moet de begeleiding altijd aanwezig zijn. Bij de andere varianten moet de begeleiding binnen 20 minuten ter plaatse kunnen zijn. De aanbieder biedt dan zo nodig aan cliënt een kortdurende interventie. Hierbij zorgt hij zo nodig voor contact met netwerk, structurele begeleider van de cliënt, politie en lokale team, toegangsteam van gemeente;
De aanbieder ziet erop toe dat de cliënt in en buiten de woning geen overlast veroorzaakt. Mocht dit toch gebeuren dan spreekt de aanbieder de cliënt daarop aan en maakt de aanbieder afspraken met de cliënt om herhaling te voorkomen.
Overlastklachten die over bewoners bij de gemeente binnenkomen worden aan de aanbieder doorgegeven zodat er maatregelen kunnen worden genomen. Bij herhaaldelijke en voortdurende overlastklachten uit de buurt, zal de aanbieder, in overleg met de cliënt en de gemeente, maatregelen treffen. Dit kan betekenen dat voor de overlast veroorzakende cliënt een ander onderkomen moet worden gezocht;
De begeleiding wordt door meerdere professionele begeleiders geboden. De verantwoordelijkheid voor de 24-uurs bereikbaarheid en de dagelijkse begeleiding wordt door meerdere begeleiders gedeeld.
Bij Wonen Beschermd (stabiliseren en ontwikkelen) geldt dat minimaal één van de bij de cliënt betrokken beroepskrachten (dus geen betrokken behandelaar vanuit de Zorgverzekeringswet o.i.d.) een relevante Hbo-opleiding (of Mbo-opleiding met door ervaring verkregen gelijkwaardigheid aan een Hbo-opleiding) heeft. In de praktijk vervult deze beroepskracht vaak de rol als casemanager. Er kan een verscheidenheid aan expertises en functieniveaus van beroepskrachten nodig zijn die de benodigde zorg en ondersteuning kunnen bieden. Welke mix van beroepskrachten als passend wordt gezien, is de verantwoordelijkheid van de aanbieder;
De aanbieder zoekt met de cliënt naar een passende, stimulerende dagactiviteit, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van algemene voorzieningen en van de mogelijkheden van de cliënt om als vrijwilliger, in arbeidsmatige werkprojecten of in een beschutte omgeving werkzaamheden te verrichten. Vrijwilligerswerk moet aansluiten bij de mogelijkheden van de cliënt en tegelijk uitdagend zijn. De dagbesteding is bij voorkeur zo dichtbij de woonplek dat de cliënt hier zelfstandig naartoe kan. Nadrukkelijk dient de aanbieder te kijken of de cliënt als vrijwilliger bij kan dragen en zijn kwaliteiten in kan zetten voor de samenleving, de buurt (of buurtgenoten), de woonplek (of medebewoners) of anderen;
5.2 Maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget
Indien de cliënt dit wenst, kan hij de maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget aanvragen. Met een persoonsgebonden budget kan de cliënt zelf de gewenste ondersteuning inkopen. Het persoonsgebonden budget kan uitsluitend worden ingezet voor de kosten van de toegekende maatwerkvoorziening. De kosten van het wonen en voeding worden door de cliënt zelf betaald. De cliënt mag geen bijdrage in de kosten uit het persoonsgebonden budget betalen.
Om een persoonsgebonden budget toegekend te krijgen moet de cliënt aan drie wettelijke voorwaarden (Wmo2015 artikel 2.3.6) voldoen. Het is aan de consulent Beschermd Wonen om te beoordelen of hieraan wordt voldaan. Zo beoordeelt de consulent Beschermd Wonen onder meer:
Als de cliënt de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken uitvoert met hulp van een vertegenwoordiger, toetst het college deze persoon op dezelfde wettelijke voorwaarden als de cliënt. Daarnaast gelden nog enkele aanvullende voorwaarden ten aanzien van de vertegenwoordiger zoals bepaald in artikel 17 van de Verordening.
In beginsel is het toegestaan dat de clïent zich bij het beheervan zijn persoonsgebonden budget laat vertegenwoordigen door een familielid in de eerste of tweede graad, die tevens (een deel van) de ondersteuning levert, tenzij er naar het oordeel van het college sprake is van ongewenste belangenverstrengeling. Het belang van de cliënt moet centraal staan. Een factor die kan wijzen op ongewenste belangenverstrengeling is als de cliënt vanwege zijn beperkingen een lage mate van invloed heeft op het besluit om voor een persoonsgebonden budget te kiezen. De dubbelrol van informeler zorgverlener en pgb beheerder mag daarnaast niet ten koste gaan van het bereiken van de gewenste resultaten. Ervaringen die er vanuit het verleden eventueel al met ondersteuning en het beheer van het persoonsgebonden budget zijn, kunnen hierbij een rol spelen. Aangezien de combinatie van beheerder van het persoonsgebonden budget en uitvoerder van ondersteuning kwetsbaar is, kan ervoor gekozen worden de indicatieduur te beperken of om frequenter tussentijds te evalueren hoe de ondersteuning en het beheer van het persoonsgebonden budget verloopt.
De cliënt moet motiveren waarom hij de maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget wil ontvangen.
De centrumgemeente moet beoordelen of de met het persoonsgebonden budget in te kopen ondersteuning veilig, doeltreffend en cliëntgericht is.
Om de veiligheid van de ondersteuning te waarborgen moet:
De doeltreffendheid en cliëntgerichtheid van de ondersteuning uit zich in dat:
de organisatie met de cliënt zoekt naar een passende, stimulerende dagactiviteit, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van algemene voorzieningen en van de mogelijkheden van de cliënt om als vrijwilliger, in arbeidsmatige werkprojecten of in een beschutte omgeving werkzaamheden te verrichten. De dagbesteding is bij voorkeur zo dichtbij de woonplek dat de cliënt hier zelfstandig naartoe kan;
5.2.2 Ondersteunings- en budgetplan
Om de in artikel 5.2.1 genoemde punten te kunnen beoordelen, verwacht de centrumgemeente dat de cliënt een ondersteunings- en budgetplan indient waar dit duidelijk in beschreven staan. In dit ondersteunings- en budgetplan legt de cliënt samen met de organisatie waar hij de ondersteuning wil inkopen afspraken rondom de gewenste ondersteuning vast. Het moet duidelijk maken dat de organisatie kwalitatief goede ondersteuning levert, die aansluit bij de gestelde doelen. In het ondersteunings- en budgetplan maakt de cliënt in ieder geval inzichtelijk:
5.2.3 Beschermd Wonen en persoonsgebonden budget voor sociaal netwerk
Er is een groep cliënten met een indicatie voor Beschermd Wonen overgekomen vanuit de AWBZ, die zelfstandig een woning huurt of bezit en zelf de ondersteuning regelt met een persoonsgebonden budget. Middels dit persoonsgebonden budget huren zij (24-uurs) ondersteuning en begeleiding in vanuit het eigen sociaal netwerk. Op basis van de Wmo 2015 en de toelatingscriteria Beschermd Wonen stellen de Achterhoekse gemeenten dat deze wijze van ondersteuning niet onder de definitie Beschermd Wonen valt. Immers, deze cliënten wonen niet in een accommodatie van een instelling en hebben geen 24-uurs ondersteuning van een professionele organisatie nodig.
Wanneer hun indicatie afloopt en deze cliënten een nieuwe melding voor ondersteuning doen, zullen ze opnieuw worden beoordeeld aan de hand van de huidige systematiek. Het onderzoek hiervoor zal door een consulent Beschermd Wonen in samenwerking met een consulent van de betreffende Achterhoekse gemeente worden uitgevoerd. In dit geval kan, wanneer sprake is van financiële achteruitgang, een overgangstermijn worden geboden.
5.2.4 Spelregels persoonsgebonden budget
Naast het ondersteunings- en budgetplan moet de cliënt ook de zorgovereenkomst van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) invullen. Hierin worden afspraken over het aantal te leveren uren en uurtarieven vastgelegd.
De SVB faciliteert zowel betalingen via een vast maandloon als via facturering per uur of dagdeel. De budgetbeheerder is verantwoordelijk voor de rechtmatigheid van de bestedingen uit het budget. De centrumgemeente vindt het belangrijk dat de budgetbeheerder hier voldoende inzicht in heeft. Daartoe hanteert de centrumgemeente het uitgangspunt dat een betaling via facturatie de standaard is. Betaling via facturatie ondersteunt de controle op rechtmatigheid voor zowel budgetbeheerder als de centrumgemeente. Betaling via een vast maandloon is mogelijk. Net als bij betaling via facturatie moet de cliënt de rechtmatigheid van de bestedingen kunnen aantonen en verantwoorden. Daartoe moet een administratie worden bijgehouden. Eventuele wijzigingen in de hoogte van de geleverde ondersteuning moeten worden doorgeven aan de SVB. Wanneer een budgetbeheerder kiest voor betaling via maandloon moet hij in het ondersteunings- en budgetplan aangeven dat hij zich van deze verantwoordelijkheid bewust is.
Het ondersteunings- en budgetplan en de zorgovereenkomst moeten door de consulent Beschermd Wonen zijn goedgekeurd voordat de centrumgemeente het persoonsgebonden budget bij de Sociale Verzekeringsbank klaarzet. Bij de herbeoordeling van de indicatie wordt het ondersteunings- en budgetplan geëvalueerd. Ook kan de centrumgemeente steekproefsgewijs controles uitvoeren. Indien de budgetbeheerder de besteding van het pgb niet adequaat kan verantwoorden, kan het college besluiten het pgb te beëindigen of (een deel van) het pgb terug te vorderen.
De cliënt aan wie een persoonsgebonden budget is toegekend heeft de mogelijkheid om te kiezen voor een ondersteuner die een hoger tarief hanteert dan het tarief waarop het persoonsgebonden budget is gebaseerd. Indien als gevolg hiervan sprake is van meerkosten, dan komen deze volledig voor rekening van de cliënt. Indien als gevolg hiervan de cliënt minder ondersteuning inkoopt dan is geïndiceerd, dan is dit in beginsel toegestaan. Wel zal bij een herindicatie worden onderzocht wat de invloed van de lagere inzet op het beoogde resultaat is geweest.
Ondersteuning in het buitenland
Als ondersteuning is ingekocht buiten Nederland mogen de reis- en verblijfskosten niet vanuit het persoonsgebonden budget worden betaald. Daarnaast geldt dat voor het bieden van begeleiding aan de cliënt in het buitenland expliciet toestemming door de consulent moet worden gegeven. De consulent zal hierbij toetsen of de besteding van het persoonsgebonden budget past binnen het ondersteuningsplan en de te behalen resultaatgebieden. Daarbij geldt dat een persoonsgebonden budget maximaal dertien weken per jaar buiten Nederland mag worden besteed.
Als de cliënt langer dan zes weken per jaar in het buitenland verblijft en daar ondersteuners inhuurt die niet onder de Nederlandse sociale- en belastingwetgeving vallen, zal de hoogte van het persoonsgebonden budget verlaagd worden op grond van het voor dat land geldende aanvaardbaarheidspercentage zoals bepaald door het Menzis Zorgkantoor regio Arnhem.
Het persoonsgebonden budget kent geen vrij besteedbaar bedrag en geen eenmalige uitkering. Kosten die de ondersteuner bij een budgethouder in rekening brengt in verband met een opzegtermijn zijn niet te verhalen op de gemeente. Ook kosten die de ondersteuner de budgethouder in rekening brengt voor het niet nakomen van een afspraak kunnen niet worden verhaald op de gemeente.
Artikel 6 Bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik
Artikel 28 van de Verordening beschrijft de mogelijkheden die de gemeente heeft ter voorkoming en bestrijding van fraude.
Bij het voorkomen van fraude staat de voorlichting aan de ingezetene centraal. Deze moet vooraf weten wat zijn of haar rechten en plichten zijn. En wat de consequenties zijn bij het overtreden van de regels. In de aanpak van fraudepreventie maakt de centrumgemeente gebruik van de principes van het hoogwaardig handhaven:
Vroegtijdig detecteren en afhandelen: de consulenten Beschermd Wonen zijn ook alert op fraudesignalen. Bij twijfels over de rechtmatigheid, organiseren zij een huisbezoek; dit doet een beroep op de professionaliteit van de consulent. Intercollegiaal overleg over het bepalen van de te nemen stappen vindt zo nodig plaats.
Daadwerkelijk sanctioneren: De centrumgemeente gaat er van uit dat de voorzieningen op rechtmatige wijze worden ingezet en verantwoord. Zodra er signalen zijn over onrechtmatig gebruik, wordt de nodige expertise binnen de centrumgemeente ingezet om nader onderzoek te doen. De centrumgemeente hanteert een krachtige consequent sanctiebeleid en een effectief opsporingsbeleid.
Deze principes worden in samenhang uitgevoerd, zo kunnen ze elkaar versterken. Er is aandacht voor bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van individuele maatwerkvoorzieningen. Van de ingezetene wordt verwacht dat hij/zij mededeling doet van wijzigingen in hun omstandigheden, waarvan redelijkerwijs is in te schatten dat deze consequenties hebben voor de verstrekte voorziening. Ook wordt van de ingezetene verwacht dat hij/zij meewerkt aan onderzoek in geval van (vermoedens van) onrechtmatigheden.
Voor wat betreft de beheersing van de risico’s zijn onder andere goede voorlichting/ communicatie, onderlinge samenwerking, eenduidige werkwijze en het persoonsgebonden budget-trekkingsrecht belangrijke maatregelen.
Voor alle medewerkers van de centrumgemeente geldt dat zij zich aan de wetten moeten houden. Zodra er fraude geconstateerd wordt, moet daar op ingegrepen worden. Dit vertaalt zich er in eerste instantie in dat de consulent bij (vermoedens van) fraude met de betrokken ingezetene in gesprek gaat. De ingezetene heeft de plicht dit te melden bij de betrokken instantie. Wanneer aan deze oproep geen gehoor wordt gegeven zal de consulent Beschermd Wonen hiervan zelf melding moeten maken. In uitzonderlijke gevallen kan een uitzondering worden gemaakt. Dit wordt dan opgeschaald naar het college.
Bijlage 2 Ondersteuningsvormen
Naast de woonvarianten kunnen verschillende ondersteuningsvormen worden geïndiceerd. Deze worden ingezet al na gelang de behoefte van de cliënt. De volgende vier vormen worden onderscheiden:
In deze bijlage wordt per ondersteuningsvorm het afwegingskader weergegeven.
Begeleiding Individueel is gericht op het vergroten, dan wel behouden van de zelfredzaamheid en de deelname aan de samenleving.
Van begeleiding individueel worden de volgende vormen onderscheiden:
Begeleiding individueel – ontwikkelen en coachen bij
Begeleiding gericht op ‘ontwikkelen en coachen bij’ is in principe eindig. De cliënt is leerbaar, beschikt over voldoende verandercapaciteit en is in staat de beoogde vaardigheden te ontwikkelen. Vaak is de ondersteuning in het begin van intensievere aard voor het aanleren van vaardigheden. De cliënt (en zijn omgeving) leert (leren) vaardigheden om voldoende te participeren, dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren en het persoonlijke leven te structureren en daar zoveel mogelijk regie over te voeren. De cliënt heeft na verloop van tijd minder/geen begeleiding nodig of kan overgaan op een lichtere vorm van begeleiding.
Begeleiding individueel – ontwikkelen plus
Aanvullend op ‘begeleiding individueel ontwikkelen en coachen bij’ geldt dat het bij ‘ontwikkelen plus’ altijd gaat om meervoudig complexe (gezins-)problematiek. Er zijn altijd beperkingen op meerdere levensdomeinen en er is altijd aanvullend sprake van gedragsproblematiek. In veel gevallen is extra inspanning nodig op het gebied van communicatie en motivatie.
Het gaat bij ‘begeleiding individueel – ontwikkelen plus’ om cliënten met een grote mate van onvoorspelbaar gedrag, (reële kans op) agressief gedrag (verbaal of fysiek), zorgmijders, forse psychiatrie, hardnekkige patronen of als de veiligheid van de cliënt zelf of de directe omgeving in geding komt/ kan komen.
‘Begeleiding individueel – ontwikkelen plus’ wordt afgegeven voor de ondersteuning die voortkomt uit bovengenoemde problematiek. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan extra toezicht ter voorkoming van incidenten, extra achterwacht en/of extra ongeplande ondersteuning. De begeleider moet hierbij doelgericht samenwerken met andere ketenpartners, zoals reclassering, jeugdhulp en/of ggz.
Begeleiding individueel – stabiliseren en helpen bij
Begeleiding gericht op ‘stabiliseren en helpen bij’ is bedoeld voor cliënten die structureel begeleiding en/ of toezicht nodig hebben bij het zelfstandig functioneren.
De cliënt ervaart op een of meerdere levensgebieden problemen bij het oplossen van problemen, het zelfstandig nemen van besluiten, het regelen van dagelijkse bezigheden en de dagelijkse routine. De cliënt is bij het voorkomen en/of oplossen van problemen en het nemen van besluiten afhankelijk van anderen voor structuur en regie. De cliënt beschikt over beperkte verandercapaciteit en heeft beperkt mogelijkheden tot ontwikkelen van vaardigheden of gedrag. Het samen doen, oefenen, bestendigen, deels overnemen van vaardigheden staan centraal.
Begeleiding individueel – stabiliseren en overnemen
Bij ‘stabiliseren en overnemen’ is de cliënt op meerdere levensdomeinen afhankelijk van anderen. De cliënt kan taken en vaardigheden op meerdere levensdomeinen niet meer zelfstandig of slechts met hulp uitvoeren. De begeleidingsvraag komt veelal voort uit een (chronische) aandoening. Een (progressieve) achteruitgang kan aan de orde zijn, net als fluctuerende intensiteit van ernst en “goede” en “slechte” periodes. De inzet van de professional kan hierdoor ook fluctueren.
Begeleiding individueel – stabiliseren plus
In tegenstelling tot ‘begeleiding individueel – stabiliseren en helpen bij’, of ‘-overnemen’ geldt dat het bij ‘stabiliseren plus’ altijd gaat om meervoudig complexe (gezins-)problematiek. Er zijn altijd beperkingen op meerdere levensdomeinen en er is altijd aanvullend sprake van gedragsproblematiek. In veel gevallen is extra inspanning nodig op het gebied van communicatie en motivatie.
Het gaat bij ‘begeleiding individueel – stabiliseren plus’ om cliënten met een grote mate van onvoorspelbaar gedrag, (reële kans op) agressief gedrag (verbaal of fysiek), zorgmijders, forse psychiatrie, hardnekkige patronen of als veiligheid van de cliënt zelf of de directe omgeving in geding komt/ kan komen.
‘Begeleiding individueel – stabiliseren plus’ wordt afgegeven voor de ondersteuning die voortkomt uit bovengenoemde problematiek. Hierbij valt te denken aan extra toezicht ter voorkoming van incidenten, benodigde achterwacht, extra ongeplande ondersteuning. De begeleider moet hierbij doelgericht samenwerken met andere ketenpartners, zoals reclassering, jeugdhulp en/of ggz.
Begeleiding groep betreft planmatig werken aan een zinvolle daginvulling, dagstructuur, aanleren, oefenen, bestendigen of overnemen van vaardigheden en het ontplooien van talenten om zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving te vergroten, dan wel achteruitgang te voorkomen. Hiervoor worden in het ondersteuningsplan doelen vastgesteld. De groepsgrootte moet passend en veilig zijn, zowel voor cliënt als medewerkers. Er moet constant toezicht/ aanwezigheid van een bevoegd begeleider ter plaatste zijn.
Van begeleiding groep worden de volgende vormen onderscheiden:
Begeleiding groep - ontwikkelen
Begeleiding groep gericht op ontwikkeling is het groepsgewijs coachend ondersteunen door een zinvolle daginvulling te bieden. Het gaat om niet-loonvormende activiteiten, dagstructuur, aanleren en stimuleren van (arbeids-)vaardigheden, verdienvermogen en ontplooiing van talenten om de zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving te vergroten. De ondersteuning is gericht op door- of uitstroom richting scholing, werk of vrijwilligerswerk. Uitstroom naar werk kan ook zijn uitstroom naar deels (al dan niet met ondersteuning verrichten van) loonvormend werk.
De ondersteuning is gericht op het aanleren en bestendigen van vaardigheden en gedrag. De doelen zijn afgestemd op eventuele andere ondersteuning die de cliënt ontvangt, bijvoorbeeld een scholings- of werktraject.
Begeleiding groep gericht op ‘ontwikkeling’ is bedoeld voor cliënten die leerbaar zijn en zich willen ontwikkelen om door of uit te stromen richting scholing, werk of vrijwilligerswerk.
Begeleiding groep – ontwikkelen plus
Aanvullend op ‘ontwikkelen’ geldt dat het bij ‘ontwikkelen plus’ altijd gaat om meervoudig complexe (gezins-)problematiek. Er zijn beperkingen op meerdere levensdomeinen en er is altijd aanvullend sprake van gedragsproblematiek. In veel gevallen is extra inspanning nodig op het gebied van communicatie en motivatie.
Het gaat bij ‘begeleiding groep – ontwikkelen plus’ om cliënten met een grote mate van onvoorspelbaar gedrag, (reële kans op) agressief gedrag (verbaal of fysiek), zorgmijders, forse psychiatrie, hardnekkige patronen of als veiligheid van de cliënt zelf of de directe omgeving in geding komt/ kan komen.
‘Begeleiding groep – ontwikkelen plus’ wordt afgegeven voor de ondersteuning die voortkomt uit bovengenoemde problematiek. Hierbij valt te denken aan extra toezicht ter voorkoming van incidenten, benodigde achterwacht, extra ongeplande ondersteuning. De begeleider moet hierbij doelgericht samenwerken met andere ketenpartners, zoals reclassering, jeugdhulp en/of ggz.
Begeleiding groep – stabiliseren en begeleiden bij
Begeleiding groep gericht op ‘stabiliseren en begeleiden bij’ is voor cliënten die structureel ondersteuning en/of toezicht nodig hebben. De cliënt is beperkt leerbaar en heeft beperkt mogelijkheden tot ontwikkelen van vaardigheden of gedrag, maar kan wel zelf om hulp vragen. Het samen doen, oefenen, bestendigen en deels overnemen van vaardigheden en gedrag staan centraal.
De cliënt ervaart op één of meerdere levensgebieden problemen bij het oplossen van problemen, het zelfstandig nemen van besluiten, het regelen van dagelijkse bezigheden en de dagelijkse routine. De cliënt is bij het voorkomen en/of oplossen van problemen en het nemen van besluiten afhankelijk van anderen voor structuur en regie.
Begeleiding groep – stabiliseren en overnemen
Begeleiding groep ‘gericht op stabiliseren en overnemen’ is voor cliënten die structureel ondersteuning en/ of toezicht nodig hebben. De cliënt is op meerdere levensdomeinen afhankelijk van anderen. De cliënt kan taken en vaardigheden op meerdere levensdomeinen niet meer zelfstandig of met hulp uitvoeren.
De aard van de vraag komt veelal voort uit een (chronische) aandoening. Een (progressieve) achteruitgang kan aan de orde zijn, net als fluctuerende intensiteit van ernst, en “goede” en “slechte” periodes. De inzet van de professional kan hierdoor ook fluctueren.
Begeleiding groep – stabiliseren plus
Bovenop ‘begeleiding groep – stabiliseren en helpen bij’, of ‘– overnemen’ geldt dat het bij ‘stabiliseren plus’ altijd gaat om meervoudig complexe (gezins-)problematiek. Er zijn altijd beperkingen op meerdere levensdomeinen en er is altijd aanvullend sprake van gedragsproblematiek, waardoor de cliënt een prikkelarme omgeving nodig heeft. In veel gevallen is extra inspanning nodig op het gebied van communicatie en motivatie.
Het gaat bij ‘begeleiding groep – stabiliseren plus’ om cliënten met een grote mate van onvoorspelbaar gedrag, (reële kans op) agressief gedrag (verbaal of fysiek), zorgmijders, forse psychiatrie, hardnekkige patronen of als veiligheid van de cliënt zelf of de directe omgeving in geding komt/ kan komen.
‘Begeleiding groep – stabiliseren plus’ wordt afgegeven voor de ondersteuning die voortkomt uit bovengenoemde problematiek. Hierbij valt te denken aan extra toezicht ter voorkoming van incidenten, benodigde achterwacht, extra ongeplande ondersteuning. De begeleider moet hierbij doelgericht samenwerken met andere ketenpartners, zoals reclassering, jeugdhulp en/of ggz.
Bij het product Begeleiding groep kan indien noodzakelijk een opslag voor individueel vervoer of rolstoelvervoer toegekend worden door de consulent. De consulent bepaalt of een cliënt met een indicatie voor Begeleiding groep in aanmerking komt voor een vervoersvoorziening naar de locatie waar de ondersteuning wordt geboden. Het vervoer wordt in ieder geval noodzakelijk geacht als:
Persoonlijke verzorging richt zich op algemene dagelijkse levensverrichtingen, persoonlijke hygiëne en lichamelijke basiszorg om een tekort aan zelfredzaamheid op dit gebied op te lossen. Hiervoor worden taken aangeleerd, dan wel overgenomen, zodat de cliënt zo lang mogelijk zelfredzaam is en deel kan nemen aan de samenleving. Het kan gaan om taken zoals wassen, aan- en uitkleden, in en uit bed gaan, toiletgang, bewegen, vervangen katheter/ stomazakje, toedienen sondevoeding en/of aanreiken medicijnen.
Gemeenten zijn voor alle cliënten, zowel onder als boven de 18 jaar, alleen verantwoordelijk voor het gedeelte van persoonlijke verzorging dat niet onder voorliggende wetgeving zoals de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg valt.
Wanneer de persoonlijke verzorging verband houdt met de behoefte aan op geneeskundige zorg of een hoog risico daarop dan is de Zorgverzekeringswet van toepassing.
Van persoonlijke verzorging worden de volgende vormen onderscheiden:
Persoonlijke verzorging – ontwikkelen
Persoonlijke verzorging gericht op ‘ontwikkelen’ is bedoeld voor een cliënt die leerbaar is en waarvoor de ondersteuning in principe eindig is of kan overgaan in een lichtere vorm van ondersteuning. Het is gericht op het aanleren en verbeteren van vaardigheden rondom persoonlijke hygiëne en lichamelijke basiszorg zodat de cliënt deze taken (weer) zelfstandig of met behulp van zijn omgeving kan uitvoeren.
Persoonlijke verzorging – stabiliseren
Persoonlijke verzorging gericht op ‘stabiliseren’ is bedoeld voor een cliënt die niet of beperkt leerbaar is. De aard van de vraag komt veelal voort uit een (chronische) aandoening. Hierbij bestaat de ondersteuning vooral uit het helpen bij, inslijten en of (deels) overnemen van taken in de persoonlijke hygiëne en lichamelijke basiszorg.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-237712.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.