Gemeenteblad van Nuenen, Gerwen en Nederwetten
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | Gemeenteblad 2018, 237569 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | Gemeenteblad 2018, 237569 | Beleidsregels |
Protocol bijtincidenten honden gemeente Nuenen c.a. 2018
Veel mensen hebben huisdieren, zo ook de inwoners en bezoekers van gemeente Nuenen c.a.. Huisdieren kunnen overlast veroorzaken, maar ze mogen geen gevaar veroorzaken. Vanuit het oogpunt van veiligheid en welzijn van mensen en dieren is het gewenst dat wordt ingegrepen bij gevaarlijke en agressieve honden. Om die reden is voor gemeente Nuenen het protocol bijtincidenten honden vastgesteld. Het protocol dient ertoe duidelijkheid en uniformiteit te creëren wat betreft de procedure die gevolgd wordt in geval van een (dreigend) incident.
Naar aanleiding van (de dreiging van) een incident kan zowel door de gemeente als door de politie en/of openbaar ministerie worden opgetreden. Dit beleid ziet uitsluitend toe op de verantwoordelijkheden van de gemeente en wanneer en op welke wijze de gemeente de haar toekomende bevoegdheden inzet.
In dit protocol wordt uitleg gegeven aan de uitvoering van artikel 2:59 van de Algemene plaatselijke verordening (hierna: Apv). Dit artikel gaat over gevaarlijke honden. Er worden mogelijke maatregelen beschreven die kunnen worden ingezet als ingrijpen noodzakelijk is vanwege de verstoring van de openbare orde of de vrees voor het ontstaan daarvan.
Dit protocol volgt op chronologische wijze het proces wat wordt gevolgd van bijtincident tot besluitvorming. De verschillende stappen worden in dit protocol beschreven en zijn ook grafisch weergegeven in bijlage 1. Het startpunt is de melding van een bijtincident met een hond. De gemeente ontvangt de melding direct van de burger of via de politie. Er wordt nadere informatie ingewonnen en daarna vindt beoordeling van het incident plaats. Hierna kan een besluit worden genomen die in de fase daarna gehandhaafd wordt.
Dit protocol beoogt helder weer te geven welke procedure normaliter wordt gevolgd wanneer er een melding van een bijtincident binnenkomt. Door middel van goede registratie wordt het aantal (ernstige) bijtincidenten inzichtelijk gemaakt. De te volgen procedure is bij bijtincidenten afhankelijk van de omstandigheden en aard en omvang van het incident. In afwijking van het standaard protocol kan daarom door het college besloten worden om lichtere dan wel zwaardere maatregelen dan vastgesteld in het protocol op te leggen.
Op grond van artikel 2:59 Apv kan de burgemeester, indien hij een hond in verband met zijn gedrag gevaarlijk of hinderlijk acht, de eigenaar of houder van de hond een aanlijngebod en/of een muilkorfgebod opleggen voor zover die hond verblijft of loopt op een openbare plaats of op het terrein van een ander. Een aanlijngebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond aangelijnd te houden met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter. Een muilkorfgebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond voorzien te houden van een muilkorf die:
In gevolge artikel 172 lid 3 Gemeentewet is de burgemeester bevoegd om bevel te geven om een (dreigende) verstoring van de openbare orde te voorkomen. Deze zogenaamde lichte bevelsbevoegdheid bestaat in geval van acute situaties, waarbij geen sprake is van overtredingen van wettelijke voorschriften, en de burgemeester het wel nodig acht in te grijpen. Als er wel sprake is van een overtreding, bijvoorbeeld een overtreding van een aanlijngebod of muilkorfgebod, is toepassing van de lichte bevelsbevoegdheid niet mogelijk.
4. Bijtincidenten & registratie
Als er een bijtincident heeft plaatsgevonden, kunnen inwoners daarvan melding maken bij de politie of gemeente. Zij kunnen, indien gewenst, aangifte doen bij de politie voor een eventuele strafrechtelijke vervolging. Dit protocol ziet daar niet op toe. De melding die bij de gemeente binnenkomt wordt geregistreerd in zaaksysteem Squit[1] en de registratie bevat minimaal de volgende gegevens:
Aan de hand van de registratie wordt het bijtincident gekwalificeerd. Bij deze kwalificatie wordt er een onderscheid gemaakt tussen een licht bijtincident een ernstig bijtincident.
[1] Deze registratie zal in het systeem altijd beginnen met ‘bijtincident hond’. Op deze manier is snel een overzicht te creëren van alle registraties.
5. Uitvoering, handhaving & sancties
De uitvoering van handhaving en eventuele sancties gebeurt stapsgewijs. Hieronder worden de stappen in chronologische volgorde weergegeven.
5.1 Licht bijtincident, eerste registratie
Na het eerste geregistreerde licht bijtincident volgt een waarschuwing, gericht aan de eigenaar/houder van de hond die het bijtincident heeft veroorzaakt. In deze waarschuwing staat duidelijk dat bij een tweede registratie handhavend opgetreden gaat worden door bijvoorbeeld het opleggen van een aanlijn- en/of muilkorfgebod.
5.2 Ernstig bijtincident, eerste registratie of tweede licht bijtincident
Na een eerste ernstig bijtincident of een tweede licht bijtincident. Er wordt een voornemen gestuurd tot het opleggen van een aanlijn- en/of muilkorfgebod voor de hond aan de eigenaar of houder van de hond. De termijn voor het indienen van een zienswijze is twee weken.
5.3 Zienswijze eigenaar/houder
Uit de zienswijze van de eigenaar/houder van de hond kan blijken dat de eigenaar bereid is een risico-assessment (gedragstest) te laten uitvoeren met betrekking tot de hond. Dit moet gaan via een daartoe bevoegde instantie. Het Riskassessmentteam Universiteit Utrecht maakt risicoanalyses in opdracht van gemeenten en het openbaar ministerie.[2] De kosten hiervoor komen voor rekening van de eigenaar van de hond. De gemeente blijft bevoegd om een besluit te nemen tot het opleggen van een aanlijn- en / of muilkorfgebod, ook wanneer dit besluit strijdig zou zijn met het advies van de gedragsdeskundige. Dit moet altijd gemotiveerd gebeuren, bijvoorbeeld op grond van een contra-expertise.
[2] https://www.diergeneeskunde.nl/klinieken/gedragskliniek/
5.4 Besluit tot het opleggen van een aanlijn- en/of muilkorfgebod
Besluit tot het opleggen van een aanlijn- en/of muilkorfgebod. Overtreding van aanlijn- en/of muilkorfgebod wordt gestraft met een geldboete van maximaal de tweede categorie.
NB: Op het moment dat artikel 2:59a aan de Apv is toegevoegd, is het mogelijk een aanlijn- en muilkorfgebod op te leggen op het terrein van de eigenaar/houder van de hond.
5.5 Last onder dwangsom na aanlijn- en/of muilkorfgebod
Wanneer het gebod door de eigenaar/houder wordt genegeerd of overtreden, kan daartegen door middel van een last onder dwangsom worden opgetreden. Bij de eerstvolgende overtreding kan dan een dwangsom verbeurd worden. De hier bedoelde bestuursrechtelijke handhaving is een besluit in de zin van de Awb, waartegen bezwaar en beroep openstaat.
5.6 Dwangsom na overtreding van aanlijn- en/of muilkorfgebod [3]
De hoogte van de dwangsom is €500,- per geconstateerde overtreding van het gebod met een maximum van €2.500,-. De eigenaar/houder van de hond loopt tevens het risico op een strafrechtelijke boete van de politie op grond van artikel 6:1 van de Apv. Hierbij gaat het om een geldboete van de tweede categorie zoals bedoeld in het Wetboek van Strafrecht te weten €4150,-.
[3] In het geval op grond van de APV een aanlijn- en muilkorfgebod is opgelegd, kan ter voorkoming van overtreding daarvan slechts een preventieve last onder dwangsom worden opgelegd indien de overtreding zich met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal voordoen.
Wanneer het gebod niet wordt nageleefd na verbeurte van de maximale dwangsom, is het college bevoegd om een last onder bestuursdwang op te leggen. Ook als de hond een nieuw bijtincident heeft veroorzaakt legt het college een last onder bestuursdwang op. Hierbij valt te denken aan inbeslagname van de hond.
5.8 Inbeslagname door de burgemeester
Op grond van artikel 172, derde lid, Gemeentewet is de burgemeester bevoegd bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, de bevelen te geven die noodzakelijk te achten zijn voor de handhaving van de openbare orde. De burgemeester kan bijvoorbeeld besluiten tot inbeslagname van de hond wanneer deze is aangewezen als gevaarlijke hond en handelt in strijd met artikel 2:59 Apv en deze hond vervolgens een nieuw bijtincident veroorzaakt waarbij sprake is van (zeer) ernstig letsel of ernstige gevolgen. Als de eigenaar vrijwillig afstand doet van de hond is er vanuit de gemeente geen verdere actie vereist. Als de eigenaar niet vrijwillig afstand doet van de hond, kan de burgemeester bevel geven tot het onvrijwillig in beslag nemen van de hond. De Politie Oost-Brabant beschikt over een hondenbrigade die geschikt is om de hond in beslag te nemen en te vervoeren. De kosten die hiermee gemoeid gaan (vervoer, verblijf, test en eventueel euthanaseren of resocialiseren van de hond) zijn voor rekening van de eigenaar van de hond. Het gaat hier namelijk om bestuursdwang op grond van artikel 172 Gemeentewet waarbij de kosten verhaalbaar zijn op de overtreder conform artikel 5:25 Awb. Een eventueel besluit tot euthanasie van de hond wordt in overleg met het openbaar ministerie genomen.
In dit protocol is vastgelegd hoe de gemeente om gaat met bijtincidenten. Dit soort incidenten is altijd erg afhankelijk van de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden. Omdat geen incident hetzelfde is, is het mogelijk om van dit protocol af te wijken als de omstandigheden daarom vragen. Hierbij kan het gaan tot opleggen van lichtere dan wel zwaardere maatregelen dan dit protocol voorschrijft. Afwijking van het protocol wordt goed gemotiveerd. Een grond voor het opleggen van een lichtere maatregel is bijvoorbeeld wanneer reden voor het bijtincident is gelegen in de noodzakelijke zelfverdediging van de hond. Andersom is een grond voor het opleggen van een zwaardere maatregel bijvoorbeeld wanneer de eigenaar het incident bagatelliseert.
De eigenaar van de hond kan gemotiveerd verzoeken de opgelegde maatregel op te heffen. Aan een dergelijk verzoek kan een succesvolle deelname aan een professioneel begeleidingstraject met betrekking tot het (bijt)gedrag van de hond ten grondslag worden gelegd. Bij het verzoek kunnen de resultaten van een gedragstest, uitgevoerd door een gecertificeerde instelling, worden gevoegd. Bij het ontbreken daarvan, kan het college verzoeken om een gedragstest bij de hond te laten afnemen. Naar aanleiding hiervan wordt een besluit genomen of de opgelegde maatregelen al dan niet kunnen worden ingetrokken.
Dit protocol kan worden aangehaald als “Protocol bijtincidenten honden gemeente Nuenen c.a. 2018”.
Vastgesteld en getekend op 23 oktober 2018 door het bevoegd gezag, te weten de burgemeester.
Algemene plaatselijke verordening
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden
Artikel 2:59a [4] Gevaarlijke honden op eigen terrein
Het is de eigenaar of houder van een hond verboden deze hond op zijn terrein zonder muilkorf te laten loslopen als de burgemeester [een aanlijngebod- en muilkorfgebod heeft opgelegd als bedoeld in artikel 2:59, eerste lid OF heeft meegedeeld dat hij de hond gevaarlijk acht], dan wel als de hond is opgeleid voor bewakings-, opsporing- en verdedigingswerk.
[4] Deze bepaling wordt nog opgenomen in de nieuwe Apv. Tot die tijd kan hier geen toepassing aan worden gegeven.
De commissaris van de Koning geeft, indien een ordeverstoring van meer dan plaatselijke betekenis dan wel ernstige vrees voor het ontstaan van zodanige ordeverstoring zulks noodzakelijk maakt, de burgemeester in de provincie zoveel mogelijk na overleg met hen, de nodige aanwijzingen met betrekking tot het door hen ter handhaving van de openbare orde te voeren beleid. De aanwijzingen worden zo enigszins mogelijk schriftelijk gegeven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-237569.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.