Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar houdende regels omtrent verkeersontheffingen Beleidsregels Verkeersontheffingen gemeente Alkmaar

Het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar;

gelet op artikelen 149 en 150 Wegenverkeerswet, artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Besluit vast te stellen de Beleidsregels Verkeersontheffingen gemeente Alkmaar

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

• a. afgesloten binnenstad: het deel van de binnenstad dat afgebakend is met een geslotenverklaring met behulp van de verkeerstekens C1, C2, en C6 tot en met C21. Er geldt een verbod de betrokken weg in te rijden of in te gaan alsmede de betrokken weg te gebruiken buiten de laad- en lostijden. De afgesloten binnenstad is opgedeeld in een bewonersgebied en een kernwinkelgebied (zie kaartje in bijlage I);

• b. ANBI-status: status die door de belastingdienst als zodanig gegeven is aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI);

• c. busbaan: als bedoeld in artikel 1, sub j RVV 1990;

• d. bewonersgebied: een door het college aangewezen gebied waar een parkeervergunning geldig is (groene gebied op kaartje in bijlage I). Zie het vigerende Aanwijzingsbesluit Parkeren;

• e. kernwinkelgebied: een aaneengesloten gebied in de afgesloten binnenstad, met een hoge concentratie aan winkels en dat afgebakend is met een geslotenverklaring met behulp van de verkeerstekens C1, C2, en C6 tot en met C21 en G7 van bijlage I van het RVV 1990 (rode gebied op kaartje in bijlage I);

• f. fysieke afsluiting: afsluiting van een bepaald punt met een beweegbare paal. Dit betreft de volgende afsluitingen: Luttik Oudorp, Sliksteeg/Herenstraat, Herenweg, Drechterwaard, Wilhelminalaan, Olympiaweg, Frieseweg en Nijenburgerweg;

• g. goederenvervoerder: een persoon die namens een bedrijf eigen goederen of goederen van derden vervoert en dient te laden of lossen op een bepaald adres;

• h. jaarontheffing: een ontheffing die het gehele ontheffingsjaar geldig is;

• i. kernwinkeltijden: de drukste winkelmomenten in de afgesloten binnenstad, van 11:00 – 17:00 uur;

• j. laad- en lostijden: de door het college van burgemeester en wethouders bij dit besluit vastgestelde tijden waarin het is toegestaan een gesloten gebied in te rijden ten behoeve van het onmiddellijk laden en lossen van goederen of het in- en uit laten stappen van passagiers. Deze tijden zijn te vinden in bijlage II;

• k. motorvoertuig: alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen;

• l. ontheffing: een op basis van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en artikel 149 Wegenverkeerswet door het college van burgemeester en wethouders verleende ontheffing voor de genoemde artikelen in artikel 87 RVV;

• m. ontheffinghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend;

• n. ontheffingsjaar: de periode van 1 februari tot en met 31 januari in het daarop volgende jaar;

• o. personenvervoer: lijn- en dienstregeling gebonden openbaar vervoer en vormen van aanvullend collectief vervoer;

• p. taxivervoer: vervoer als bedoeld in artikel 1, sub j jo sub h Wet Personenvervoer 2000;

• q. tijdelijke ontheffing: een ontheffing die tijdelijk geldig is. Deze ontheffing wordt verleend voor eenmalig gebruik of voor meermalen gebruik, gedurende een periode van 0 – 5 dagen;

• r. voorrangsvoertuigen: motorvoertuigen in gebruik bij politie en brandweer, motorvoertuigen in gebruik bij diensten voor spoedeisende medische hulpverlening, en motorvoertuigen van andere door Onze Minister aangewezen hulpverleningsdiensten, die blauw zwaai-, flits- of knipperlicht voeren en een tweetonige hoorn hebben om kenbaar te maken dat zij een dringende taak vervullen.

Artikel 2 Aanvraag

• 1. Een aanvraag voor ontheffing wordt digitaal gedaan via de website van de gemeente of op een door het college vastgesteld formulier.

• 2. Bij een digitale aanvraag dienen de gevraagde gegevens digitaal overlegd te worden.

• 3. Bij de schriftelijke aanvraag dienen de voor beoordeling van belang zijnde gegevens en bescheiden overlegd te worden.

• 4. Het college kan nadere regels stellen omtrent inhoud, inrichting, uitvoering, vorm, aantal en wijze van indiening van de aanvraag.

• 5. De tarieven die in rekening gebracht worden voor de ontheffingen, staan in de jaarlijks door de gemeenteraad vastgestelde Legesverordening van de gemeente Alkmaar.

Artikel 3 Afgifte van ontheffing

• 1. Voor de afgesloten binnenstad geldt dat gemotoriseerd verkeer alleen mag rijden, laden en lossen gedurende de laad- en lostijden. Indien dit niet afdoende is, wordt overwogen een ontheffing te verstrekken.

• 2. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

• 3. Er kunnen tijdelijke en jaarontheffingen worden verleend.

• 4. Ontheffingen kunnen zowel in digitale als in papieren vorm worden verstrekt.

• 5. Indien een ontheffing in papieren vorm wordt verstrekt, dient deze zichtbaar achter de voorruit aangebracht te worden en op eerste vordering van een opsporingsambtenaar ter inzage te worden afgegeven.

• 6. Voor alle ontheffingen geldt dat per kenteken één ontheffing wordt verstrekt.

Artikel 4 Geldigheidsduur van ontheffing

• 1. Een ontheffing wordt verleend voor de duur van 0 -5 dagen, een maand of een jaar.

• 2. Een ontheffing ten behoeve van bouw-, installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden en verhuizingen worden verstrekt voor ten hoogste de duur van de werkzaamheden, met een maximum van één jaar. Bij bijzondere omstandigheden is verlenging van de tijdelijke ontheffing mogelijk.

Artikel 5 Intrekken van ontheffing

De ontheffing kan worden ingetrokken, gewijzigd of niet opnieuw worden verleend, indien:

• 1. Ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt zijn.

• 2. Aan de ontheffing verbonden beperkingen of voorschriften niet worden nagekomen.

• 3. De ontheffinghouder niet (meer) voldoet aan de criteria om in aanmerking te komen voor een ontheffing.

• 4. Sprake is van misbruik van de ontheffing.

• 5. De ontheffinghouder dit verzoekt.

• 6. De ontheffing vervalt bij overlijden of bedrijfsbeëindiging.

• 7. Moet worden aangenomen dat intrekking noodzakelijk wordt geacht om redenen van openbaar belang.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels en nadere voorschriften. Bij een beroep op bijzondere omstandigheden wordt tenminste getoetst aan de volgende criteria:

• 1. De aanvrager dient de noodzaak voor de ontheffing te beargumenteren.

• 2. Het ontbreekt aan alternatieve mogelijkheden, waardoor onevenredig nadeel ontstaat wanneer geen ontheffing wordt verleend.

• 3. De aanvraag moet gezien worden in relatie tot het beoogde doel van de maatregel, waar ontheffing van wordt gevraagd.

• 4. De aanvrager houdt rekening met de volgende belangen:

  • a. de verkeersveiligheid;

  • b. een goed winkelklimaat en een fijne uitgaanssfeer;

  • c. de nachtrust;

  • d. het stimuleren van het gebruik van een alternatieve vervoerswijze voor de auto in dicht stedelijk gebied;

  • e. het voorkomen van sluipverkeer.

• 5. Mogelijke precedentwerking en de gevolgen daarvan moeten beperkt zijn.

Hoofdstuk 2 Nadere bepalingen omtrent de afgifte van ontheffingen

Artikel 7 Ontheffingen voor bewoners

• 1. Het college kan bewoners woonachtig op een adres in één van de onderstaande gebieden in de afgesloten binnenstad, ontheffing verlenen voor:

  • a. bewoner bewonersgebied: 24/7 toegang tot het bewonersgebied;

  • b. bewoner kernwinkelgebied: 24/7 toegang tot het bewonersgebied en buiten de kernwinkeltijden toegang tot het kernwinkelgebied.

• 2. Het college kan bewoners woonachtig op een adres dat alleen toegankelijk is door het negeren van een ge- of verbodsbepaling (o.a. voetpad, fietspad, park, busbaan) ontheffing verlenen voor het bereiken van de eigen woning.

• 3. Het college kan bewoners woonachtig in een gebied dat genoemd is in bijlage III, ontheffing verlenen voor het passeren van een (fysieke) afsluiting.

• 4. De aanvrager dient woonachtig te zijn op het aangegeven adres conform lid 1 of 2 en als zodanig ingeschreven te staan in de Gemeentelijke Basisadministratie.

• 5. De aanvrager dient aantoonbaar houder te zijn van het motorvoertuig door de overlegging van een kopie van het kentekenbewijs, gesteld op eigen naam.

• 6. Indien de aanvrager gebruik maakt van een leaseauto zal een kopie van de leaseovereenkomst en een kopie van het kentekenbewijs overlegd moeten worden.

• 7. Indien de aanvrager woonachtig is op een adres in de afgesloten binnenstad of op een adres woont dat valt in het gebied zoals weergegeven is in bijlage III.a, en zelf geen ontheffing of parkeervergunning voor een eigen motorvoertuig heeft, kunnen ontheffingen afgegeven worden, waarmee deze persoon opgehaald of gebracht kan worden (niet zijnde taxi’s). De aanvrager dient de noodzaak voor deze ontheffing(en), bij voorbeeld mantelzorg, aan te geven.

• 8. Per ontheffing kan maximaal één kenteken opgegeven worden.

• 9. De ontheffing mag alleen worden gebruikt ten behoeve van het rijden en onmiddellijk laden en lossen van goederen en het uit laten stappen van personen met hun bagage.

Artikel 8 Ontheffingen voor ondernemers

• 1. Het college kan ondernemers die in het bezit zijn van een bedrijvenvergunning en gevestigd zijn op een adres in één van de onderstaande gebieden in de afgesloten binnenstad, ontheffing verlenen voor:

  • a. ondernemer bewonersgebied: 24/7 toegang tot het bewonersgebied;

  • b. ondernemer kernwinkelgebied: 24/7 toegang tot het bewonersgebied en buiten de kernwinkeltijden toegang tot het kernwinkelgebied.

• 2. Het college kan ondernemers gevestigd op een adres dat alleen toegankelijk is door het negeren van een ge- of verbodsbepaling (o.a. voetpad, fietspad, park, busbaan) ontheffing verlenen voor het bereiken van dit adres.

• 3. Het college kan ondernemers gevestigd op een adres of in een gebied dat genoemd is in bijlage III, ontheffing verlenen voor het passeren van een (fysieke) afsluiting.

• 4. De aanvrager dient gevestigd te zijn op het aangegeven adres conform lid 1 of 2 en als zodanig ingeschreven te staan bij de Kamer van Koophandel.

• 5. Het motorvoertuig waarvoor ontheffing wordt aangevraagd dient op naam van het bedrijf of één van de werknemers van het bedrijf te staan.

• 6. De aanvrager dient bij de ontheffingsaanvraag een kopie van het kentekenbewijs van het voertuig waarop de ontheffing wordt aangevraagd, te overleggen.

• 7. Indien de aanvrager gebruik maakt van een leaseauto zal een kopie van de leaseovereenkomst en een kopie van het kentekenbewijs overlegd moeten worden.

• 8. Per ontheffing kan maximaal één kenteken opgegeven worden.

• 9. De ontheffing mag alleen worden gebruikt ten behoeve van het rijden en onmiddellijk laden en lossen van goederen en het uit laten stappen van personen met hun bagage.

Artikel 9 Ontheffingen voor goederenvervoerders

• 1. Het college kan goederenvervoerders ontheffing verlenen voor:

  • a. het afleveren of ophalen van goederen op een woonadres in het bewonersgebied in de afgesloten binnenstad;

  • b. het afleveren of ophalen van goederen op een adres dat alleen toegankelijk is door het negeren van een ge- of verbodsbepaling (o.a. voetpad, fietspad, park, busbaan);

  • c. het passeren van een (fysieke) afsluiting.

• 2. De in lid 1 genoemde ontheffingen worden alleen verstrekt indien de bedrijfsvoering aantoonbaar wordt bemoeilijkt en de gevolgen hiervan niet meer in redelijke verhouding staan tot het beoogde doel van de afsluiting.

• 3. De in lid 1 genoemde ontheffingen worden niet verstrekt voor het afleveren of ophalen van goederen bij winkels of bedrijven.

• 4. De aanvrager dient met zijn bedrijf ingeschreven te staan bij de Kamer van Koophandel.

• 5. Het motorvoertuig waarvoor ontheffing wordt aangevraagd dient op naam van het bedrijf of één van de werknemers van het bedrijf te staan.

• 6. De aanvrager dient bij de ontheffingsaanvraag een kopie van het kentekenbewijs van het voertuig waarop de ontheffing wordt aangevraagd, te overleggen.

• 7. Indien de aanvrager gebruik maakt van een leaseauto zal een kopie van de leaseovereenkomst en een kopie van het kentekenbewijs overlegd moeten worden.

• 8. Per ontheffing kan maximaal één kenteken opgegeven worden.

• 9. De ontheffing mag alleen worden gebruikt ten behoeve van het rijden en onmiddellijk laden en lossen van goederen.

Artikel 10 Ontheffingen voor personenvervoerders

• 1. Het college kan onderstaande personenvervoerders ontheffing verlenen voor:

  • a. vervoersdiensten die personen vervoeren in het kader van de Wmo: 24/7 toegang tot het bewonersgebied en het kernwinkelgebied, uitgezonderd het voetgangersgebied;

  • b. vervoersdiensten met een ANBI-status: 24/7 toegang tot het bewonersgebied en het kernwinkelgebied, uitgezonderd het voetgangersgebied;

  • c. vervoersdiensten die meerdere personen vervoeren en volgens een vaste dienstregeling rijden: 24/7 toegang tot het bewonersgebied en het kernwinkelgebied, uitgezonderd het voetgangersgebied;

  • d. taxivervoerders die binnenstadbewoners ophalen of wegbrengen: 24/7 toegang tot het bewonersgebied.

• 2. Het college kan de in lid 1 genoemde personenvervoerders ontheffing verlenen voor het bereiken van een adres dat alleen toegankelijk is door het negeren van een ge- of verbodsbepaling (o.a. voetpad, fietspad, park, busbaan).

• 3. Het college kan lijn- en dienstregeling gebonden openbaar vervoer en aanvullend openbaar vervoer ontheffing verlenen voor het passeren van een (fysieke) afsluiting.

• 4. Het motorvoertuig waarvoor ontheffing wordt aangevraagd dient op naam van het bedrijf te staan.

• 5. De aanvrager dient bij de ontheffingsaanvraag een kopie van het kentekenbewijs van het voertuig waarop de ontheffing wordt aangevraagd, te overleggen.

• 6. Indien de aanvrager gebruik maakt van een leaseauto zal een kopie van de leaseovereenkomst en een kopie van het kentekenbewijs overlegd moeten worden.

• 7. Per ontheffing kan maximaal één kenteken opgegeven worden.

• 8. De ontheffing mag alleen worden gebruikt ten behoeve van het rijden en onmiddellijk laten in- en uitstappen van personen.

Artikel 11 Ontheffingen voor aannemersbedrijven en verhuisbedrijven

• 1. Het college kan voor aannemersbedrijven (zoals bouw-, installatie-, onderhouds- en reparatiebedrijven) en verhuisbedrijven ontheffing verlenen voor:

  • a. het rijden en onmiddellijk laden en lossen alsmede het parkeren buiten de vakken in het bewonersgebied en/of het kernwinkelgebied in de afgesloten binnenstad;

  • b. het bereiken van een adres dat alleen toegankelijk is door het negeren van een ge- of verbodsbepaling (o.a. voetpad, fietspad, park, busbaan);

• 2. De aanvrager als bedoeld in lid 1 sub a dient aan te tonen dat de activiteit waarvoor ontheffing verleend wordt, niet anders dan buiten de laad- en lostijden kan plaatsvinden.

• 3. De onder lid 1 genoemde ontheffing wordt verleend voor de duur van de werkzaamheden.

• 4. De aanvrager dient met zijn bedrijf ingeschreven te staan bij de Kamer van Koophandel.

• 5. Het motorvoertuig waarvoor ontheffing wordt aangevraagd dient op naam van het bedrijf of de aanvrager te staan.

• 6. De aanvrager dient bij de ontheffingsaanvraag een kopie van het kentekenbewijs van het voertuig waarop de ontheffing wordt aangevraagd, te overleggen.

• 7. Indien de aanvrager gebruik maakt van een leaseauto zal een kopie van de leaseovereenkomst en een kopie van het kentekenbewijs overlegd moeten worden.

• 8. Per ontheffing kan maximaal één kenteken opgegeven worden.

• 9. De ontheffing wordt afgegeven voor de duur van de werkzaamheden, waarbij er in principe één ontheffing per pand wordt verstrekt.

Artikel 12 Ontheffingen voor voorrangsvoertuigen, toezicht en handhaving en geld- en waardetransport

• 1. Voorrangsvoertuigen hebben een algemene landelijke vrijstelling via artikel 91 van het RVV 1990. Door middel van het doorgeven van de kentekens hebben zij toegang tot het afgesloten gebied voor noodzakelijke ritten die verband houden met de veiligheid, (volks)gezondheid en noodgevallen.

• 2. Ontheffing voor het rijden in de afgesloten binnenstad of het bereiken van een adres dat alleen toegankelijk is door het negeren van een ge- of verbodsbepaling (o.a. voetpad, fietspad, park, busbaan) wordt verleend voor noodzakelijke ritten die verband houden met de veiligheid, (volks)gezondheid en noodgevallen. Dit geldt voor erkende bedrijven die geld- en waardetransporten uitvoeren en voertuigen van stadstoezicht.

Artikel 13 Ontheffingen voor bijzondere situaties of doelgroepen

• 1. Het college kan in bijzondere situaties ontheffing verlenen voor:

  • a. het rijden en onmiddellijk laden en lossen van goederen of personen in het bewonersgebied en/of het kernwinkelgebied in de afgesloten binnenstad;

  • b. het bereiken van een adres dat alleen toegankelijk is door het negeren van een ge- of verbodsbepaling (o.a. voetpad, fietspad, park, busbaan);

  • c. het rijden in de gebieden genoemd in lid 1 sub a en b, gecombineerd met ontheffing voor het aldaar geldende parkeerverbod;

  • d. het passeren van een (fysieke) afsluiting;

• 2. Tot bijzondere doelgroepen worden onder andere gerekend, eerste- en tweedelijnsgezondheidszorg, personen of bedrijven met een ministeriële ontheffing, personen die in het bezit zijn van een gehandicapten parkeerkaart, personen die gaan trouwen.

• 3. Bij spoedeisende situaties kan binnen 24 uur een gemotiveerd verzoek worden ingediend om (achteraf) een (dag) ontheffing te verstrekken.

• 4. Het motorvoertuig waarvoor ontheffing wordt aangevraagd dient op naam van de aanvrager of het bedrijf te staan.

• 5. De aanvrager dient bij de ontheffingsaanvraag een kopie van het kentekenbewijs van het voertuig waarop de ontheffing wordt aangevraagd, te overleggen.

• 6. Indien de aanvrager gebruik maakt van een leaseauto zal een kopie van de leaseovereenkomst en een kopie van het kentekenbewijs overlegd moeten worden.

• 7. De ontheffing:

  • a. mag alleen worden gebruikt ten behoeve van het rijden en onmiddellijk laden en lossen van goederen;

  • b. kent alleen de combinatie met ontheffing voor het aldaar geldende parkeerverbod conform lid 1 sub c indien kan worden aangetoond dat de nabijheid van het voertuig noodzakelijk is.

Artikel 14 Ontheffing voor landbouwvoertuigen en ander langzaam verkeer

Het college kan ontheffing verlenen voor het passeren van een (fysieke) afsluiting voor de volgende locaties:

• a. Herenweg;

• b. Drechterwaard;

• c. Olympiaweg.

Artikel 15 Ontheffing voor evenementen

• 1. Het college kan ten behoeve van (het opbouwen van) evenementen een of meerdere ontheffingen verlenen.

• 2. De ontheffing wordt verleend voor de duur van het evenement.

• 3. De evenementencommissie van de gemeente Alkmaar beoordeelt de aanvragen.

Artikel 16 Fietsontheffing

• 1. Fietsers kunnen een ontheffing krijgen om te mogen fietsen in een voetgangersgebied, voor zover het gaat om noodzakelijk gebruik van de fiets als vervoermiddel als gevolg van een fysieke beperking.

• 2. De aanvrager dient bij de aanvraag een medische verklaring of een gehandicapten parkeerkaart te overleggen.

• 3. Een ontheffing wordt op naam verstrekt vanwege het ontbreken van een kenteken.

• 4. Een ontheffing wordt afgegeven voor een periode van vijf jaar.

• 5. Scootmobielen kunnen zonder ontheffing de afgesloten binnenstad inrijden.

Hoofdstuk 3 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 17 Overgangsbepaling

Ontheffingen die verleend zijn voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel blijven bestaan tot de datum als op de ontheffing is vermeld. Daarna zal een nieuwe aanvraag gedaan moeten worden die wordt beoordeeld op basis van de criteria uit deze beleidsregel.

Artikel 18 Inwerkingtreding

• 1. Dit beleid treedt in werking op 1 februari 2019.

• 2. Met de inwerkingtreding van dit beleid komen de Modernisering Ontheffingenbeleid 2011 en Ontheffingenbeleid Parkeren 2015 te vervallen.

• 3. Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels verkeersontheffingen gemeente Alkmaar”.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar op 31-10-2018.

De secretaris,

De burgemeester.

Bijlage I

Kaart afgesloten binnenstad

Bijlage II

Schema laad- en lostijden afgesloten binnenstad

Dag van de week	Ochtend	Avond
Maandag	7.00 – 11.00 uur	17.00 – 19.30 uur
Dinsdag	7.00 – 11.00 uur	17.00 – 19.30 uur
Woensdag	7.00 – 11.00 uur	17.00 – 19.30 uur
Donderdag	7.00 – 11.00 uur	17.00 – 18.00 uur
Vrijdag	7.00 – 11.00 uur*	17.00 – 19.30 uur
Zaterdag	7.00 – 11.00 uur	17.00 – 19.30 uur
Zondag	Geen laden en lossen	Geen laden en lossen

* Op vrijdagen waarop de Kaasmarkt plaatsvindt zijn de laad- en lostijden in de ochtend van 7.00 uur tot 10.00 uur. Het kaasmarktseizoen loopt doorgaans vanaf de eerste week van april tot eind september.

Bijlage III

a: Afsluiting Luttik Oudorp en Sliksteeg/Herenstraat

Ontheffing voor bewoners en bedrijven op een adres in het gebied dat omsloten is door de volgende straten: as van de Kanaalkade, Kaarsenmakersgracht, Voordam, Zijdam, Appelsteeg, Fnidsen tussen Appelsteeg en Hekelstraat, Hekelstraat, Verdronkenoord, Bierkade, Wageweg

b: Afsluiting Herenweg

Ontheffing voor bewoners en bedrijven die woonachtig/gevestigd zijn op de Herenweg tussen de fysieke afsluiting en de spoorbaan. Aan de westzijde betreft het hierbij de huisnummers 195 t/m209, aan de oostzijde 196a t/m 222.

c: Afsluiting Nijenburgerweg

Ontheffing voor bewoners en bedrijven die woonachtig/gevestigd zijn op de Nijenburgerweg tussen de Toermalijnstraat en de tweede bocht vanaf de Kennemerstraatweg.

d: Achterweg

Ontheffing voor bewoners en bedrijven die woonachtig/gevestigd zijn op de Achterweg en deel van de Achtergeest.