Wijzigen van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Lingewaard 2018 voor standplaatsen

De raad van de gemeente Lingewaard;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard d.d.15 augustus 2018;

 

gehoord de behandeling tijdens de Politieke Avond d.d.11 oktober 2018;

 

gelet op het bepaalde in artikel 147 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

Vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Lingewaard 2018 (standplaatsen)

 

Artikel I  

Artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Lingewaard 2018 wordt gewijzigd als volgt:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

  • 2.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd:

    • a.

      indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

    • b.

      indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

  • 4.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

 

Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

  • 2.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor:

    • a.

      Tijdelijke standplaatsen die maximaal drie aaneengesloten dagen worden ingenomen;

    • b.

      Standplaatsen die worden ingenomen op particulier terrein voor zover er producten worden aangeboden die op het terrein zelf worden gekweekt/geteeld/geproduceerd dan wel worden bewerkt;

  • die voldoen aan door het college vastgestelde nadere regels.

  • 3.

    Voor standplaatsen als bedoeld in het tweede lid dient de standplaatshouder tenminste 10 werkdagen voor het innemen van de standplaats daarvan melding te doen aan het college via het daartoe bestemde meldingsformulier.

  • 4.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd:

    • a.

      indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

    • b.

      indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

  • 6.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

 

 

Artikel II  

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 25 oktober 2018.

 

De raad voornoemd,

de griffier,

P.J. Peters

Naar boven