Verordening gemeenschappelijke rekenkamercommissie BUCH 2018-2023

De raad van de gemeente Heiloo:

 

Overwegende dat,

 

de gemeente Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo hebben besloten per 1 januari 2017 over te gaan tot een ambtelijke fusie.

 

In dat kader van de ambtelijke samenwerking en het ontstaan van de Werkorganisatie BUCH onderzocht is of de gemeenteraden een gemeenschappelijke rekenkamerfunctie kunnen instellen.

 

Gelet op het bepaalde in artikel 81oa Gemeentewet

 

Gelezen het voorstel van de Auditcommissie van 21 juni 2018

Besluit

 

vast te stellen de volgende Verordening:

 

Verordening gemeenschappelijke rekenkamercommissie BUCH 2018-2023

 

HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Deelnemende gemeenten: gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo, ieder voor zover dezelfde verordening is vastgesteld;

  • b.

    Gemeenteraad: dit betreft de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten;

  • c.

    Rekenkamercommissie: de organisatie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraden op grond van artikel 81oa van de Gemeentewet;

  • d.

    Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken;

  • e.

    Doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • f.

    Rechtmatigheid: het voldoen aan wettelijke kaders en regelgeving;

  • g.

    Samenwerkingsovereenkomst: de samenwerkingsovereenkomst betreffende de gemeenschappelijke rekenkamercommissie BUCH 2015.

HOOFDSTUK 2 - TAAK, SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 2 Taak van de gemeenschappelijke rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een gemeenschappelijke rekenkamercommissie.

  • 2.

    Deze rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar:

    • a.

      de doeltreffendheid (maatschappelijke effecten) van het gemeentelijke beleid;

    • b.

      de doelmatigheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie;

    • c.

      de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur;

    • d.

      (alsmede) de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

  • 3.

    De rekenkamercommissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

Artikel 3 Benoeming en samenstelling gemeenschappelijke rekenkamercommissie

  • 1.

    De rekenkamercommissie bestaat uit vier externe leden. De leden worden door de gemeenteraden gezamenlijk benoemd. De leden kunnen geen raadsleden zijn. De leden benoemen uit hun midden een voorzitter.

  • 2.

    Op de voorzitter en de leden zijn de artikelen 81e, 81f en 81h van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    De rechtspositieregeling van de penvoerende gemeente is niet van toepassing op de externe leden van de Rekenkamercommissie

  • 4.

    De voorzitter en de leden worden benoemd voor een periode van vier jaar, behalve de eerstvolgende periode alwaar een benoemingsduur van vijf jaar geldt.

  • 5.

    De leden kunnen voor één periode worden herbenoemd.

  • 6.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de secretariële ondersteuning.

  • 7.

    Ook bewaakt de voorzitter het budget van de rekenkamercommissie en fungeert hij als centraal aanspeekpunt voor de algemene gang van zaken rond de rekenkamercommissie.

Artikel 4 Eed of belofte

  • 1.

    Ten aanzien van de externe voorzitter en leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Er kan worden volstaan met het afleggen van de eed of de belofte in de raad van de penvoerende gemeente zoals genoemd in artikel 2 van de samenwerkingsovereenkomst.

Artikel 5 Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    De gemeenteraden ontslaan de voorzitter en de leden of stellen hen op non-actief overeenkomstig hetgeen daarover in lid 2 van dit artikel is bepaald, met dien verstande dat de bevoegdheden conform de Gemeentewet door de gemeenteraden gezamenlijk kunnen of worden uitgeoefend.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de voorzitter en de leden eindigt:

    • a.

      Op eigen verzoek;

    • b.

      Bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap/voorzitterschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      Wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      Indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      Indien het lid naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen;

    • f.

      Bij einde van de benoemingstermijn, behoudens herbenoeming.

  • 3.

    De leden kunnen door de gemeenteraden worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

  • 4.

    Tevens kan een lid ontslagen worden wanneer hij niet functioneert zoals op grond van het functieprofiel leden rekenkamercommissie BUCH mag worden verwacht.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de voorzitter en de externe leden van rekenkamercommissie

  • 1.

    De leden van de rekenkamercommissie ontvangen een maandelijkse vergoeding voor hun reguliere werkzaamheden van € 300,00. Voor de voorzitter is deze vergoeding vastgesteld op € 400,00.

  • 2.

    De in het vorige lid genoemde bedragen zullen bij aanvang van een nieuwe zittingstermijn opnieuw worden vastgesteld, gebaseerd op de nominale stijging van het loon- en prijsindexcijfer van het CBS gedurende de afgelopen zittingstermijn.

  • 3.

    De door de leden gemaakte reiskosten worden vergoed in 2016 volgens de bij de penvoerende gemeente gebruikelijke regeling. Vanaf 2017 geldt de reiskostenregeling van de werkorganisatie BUCH.

  • 4.

    Ingeval door de voorzitter en leden van de commissie feitelijke onderzoekswerkzaamheden worden verricht, wordt daarvoor een (uurloon)vergoeding toegekend.

Artikel 7 Openbaarheid/geheimhouding

  • 1.

    De rekenkamercommissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent de inhoud van stukken die aan haar worden overgelegd, geheimhouding opleggen.

  • 2.

    De geheimhouding wordt door allen die van deze stukken kennis dragen in acht genomen totdat de rekenkamercommissie haar opheft.

  • 3.

    De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar, met dien verstande dat hierin niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn.

Artikel 8 Budget rekenkamercommissie

  • 1.

    Ten laste van het in artikel 4 van de samenwerkingsovereenkomst bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de voorzitter en leden;

    • b.

      de vergoeding van de secretaris van de commissie;

    • c.

      eventuele onderzoeksmedewerkers en/of externe deskundigen;

    • d.

      de kosten van de werving en selectie van de leden;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 2.

    De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. Deze verantwoording wordt opgenomen in het verslag zoals bedoeld in artikel 2.3 van deze verordening.

  • 3.

    De rekenkamercommissie is bevoegd binnen het aan haar beschikbaar gestelde budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

Artikel 9 Reglement van orde

  • 1.

    De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

  • 2.

    Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraden.

Artikel 10 Onderzoeksopdracht en bevoegdheden

  • 1.

    Jaarlijks voor 1 november biedt de rekenkamercommissie een jaarplan met begroting voor het volgende jaar ter kennis aan, aan de gemeenteraden. In het jaarplan is in ieder geval opgenomen welke onderzoeken de rekenkamercommissie overweegt op te pakken, voorzien van een evenwichtige verdeling van te plegen onderzoeken in de deelnemende gemeenten.

  • 2.

    De volgende criteria worden door de Rekenkamercommissie gehanteerd bij de selectie van de te onderzoeken onderwerpen:

    • a.

      Moet te maken hebben met doelmatigheid of doeltreffendheid van het beleid, en de rechtmatigheid van het gemeentebestuur gevoerde bestuur;

    • b.

      Er moet sprake zijn van een substantieel belang;

    • c.

      Het moet door de gemeente(n) te beïnvloeden beleid betreffen;

    • d.

      In de opvolgende onderzoeken dient sprake zijn van een evenwichtige spreiding over gemeentelijke beleidsterreinen.

  • 3.

    Ten behoeve van het in het eerste lid genoemde jaarplan worden de gemeenteraden tijdig in de gelegenheid gesteld tot het doen van suggesties t.b.v. onderzoeken. Hiervoor treedt de rekenkamercommissie in overleg met de in artikel 6 van de samenwerkingsovereenkomst genoemde klankbordgroep.

  • 4.

    Gemotiveerde verzoeken tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan door de gemeenteraad van de deelnemende gemeenten zowel gezamenlijk als afzonderlijk als door inwoners van de deelnemende gemeenten.

  • 5.

    De commissie informeert de gemeenteraden over wat er met het verzoek wordt gedaan. Indien de commissie niet aan het verzoek voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

  • 6.

    Voordat met een onderzoek wordt gestart stelt de rekenkamercommissie een onderzoeksopzet op, die ter kennisname wordt voorgelegd aan de betreffende raden. De raden kunnen, op advies van de in artikel 6 genoemde Klankbordgroep zienswijzen indienen.

  • 7.

    In de onderzoeksopzet wordt in ieder geval opgenomen:

    • a.

      de afbakening van het onderzoeksterrein;

    • b.

      de formulering van de onderzoeksvraagstelling;

    • c.

      de eventuele randvoorwaarden bij de uitvoering van het onderzoek;

    • d.

      de planning van het onderzoek;

    • e.

      de begroting.

  • 8.

    De rekenkamercommissie beslist welke onderwerpen worden onderzocht en op welke wijze.

  • 9.

    De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van een gemeentelijk bestuursorgaan en bij alle ambtenaren van de gemeenten dan wel de werkorganisatie BUCH de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek.

  • 10.

    De leden van het gemeentelijke bestuursorgaan en de ambtenaren van de gemeenten dan wel werkorganisatie BUCH verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 11.

    De rekenkamercommissie is bevoegd bij de besturen en of directies van de hierna genoemde organisaties de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek, zijnde:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt;

    • b.

      instellingen die een subsidie, lening of garantie van de gemeente ontvangen;

    • c.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen waarvan de gemeente ten minste 50% van het aandelenkapitaal houdt;

    • d.

      rechtspersonen die een bij of krachtens de wet geregelde taak uitoefenen en daartoe geheel of gedeeltelijk worden bekostigd uit de opbrengst van bij of krachtens de wet ingestelde heffingen.

  • 12.

    De rekenkamercommissie kan met in achtneming van het beschikbare budget zich laten bijstaan door deskundigen en/of onderzoekbureaus inhuren.

  • 13.

    Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris van de rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen onderzoekers en deskundigen.

HOOFDSTUK 3 - WERKWIJZE VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 11 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1.

    De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De rekenkamercommissie kan de raad of de verzoeker tot het verrichten van een onderzoek tussentijds informeren over de voortgang van een onderzoek.

  • 3.

    De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 4.

    De rekenkamercommissie stelt daarna het bestuur van de gemeente(n) waarop het onderzoek betrekking heeft in de gelegenheid om binnen een door de rekenkamercommissie te stellen termijn, die ten minste drie weken bedraagt, hun zienswijze op het onderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken.

  • 5.

    Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen, de zienswijze van betrokkenen en de reactie van de rekenkamercommissie op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college(s) van burgemeester en wethouders en de overige betrokkenen, aan de betrokken gemeenteraden aangeboden.

Artikel 12 Behandeling rapporten

De betreffende gemeenteraden bepalen op welke wijze zij het rapport behandelen en bespreken.

HOOFDSTUK 4 - SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Voorziening en verdere uitwerking

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, treedt een vertegenwoordiging van de gemeenteraden in overleg en neemt ter zake een besluit.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    De verordening rekenkamercommissie BUCH 2015 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rekenkamercommissie BUCH 2018”.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Heiloo in de openbare raadsvergadering van maandag 8 oktober 2018

De heer R. Vennik

griffier

De heer T.J. Romeyn

voorzitter

Naar boven