Gemeenteblad van Zevenaar
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zevenaar | Gemeenteblad 2018, 221636 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zevenaar | Gemeenteblad 2018, 221636 | Beleidsregels |
Beleidsregels Wet bibob gemeente Zevenaar 2018
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de houder van een vergunning, de subsidieontvanger, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een vastgoedtransactie is aangegaan of zal worden aangegaan, de gegadigde die wil deelnemen aan een aanbestedingsproces, de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een overheidsopdracht is of zal worden gegund, de onderaannemer;
Artikel 1.2 Doel beleidsregels
In deze beleidsregels geeft het bestuursorgaan aan hoe de wet wordt toegepast bij aanvragen om beschikkingen of intrekkingen van beschikkingen als bedoeld in paragraaf 2 (publiekrechtelijke beschikkingen) van deze beleidsregels. Daarnaast geeft deze beleidsregels aan hoe de rechtspersoon met een overheidstaak de wet toepast bij het aangaan, opschorten of ontbinden van vastgoedtransacties en gunning dan wel intrekking van aanbestedingen (overheidsopdrachten) als bedoeld in paragraaf 3 (privaatrechtelijke transacties) van deze beleidsregels.
Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
De toepassing van de wet zal door het bestuursorgaan op de hieronder aangeduide beschikkingen op de volgende wijze plaatsvinden:
Uitvoering van de bibob-toets vindt bij onderstaande aanvragen voor een beschikking plaats, als er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van het Bureau en/of informatie afkomstig van één van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of informatie afkomstig van het OM als bedoeld in artikel 26 jo. artikel 11 van de wet, die een aanleiding vormen om te vermoeden dat bij de aanvraag sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet:
artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e., van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning inrichting Wet Milieubeheer, waaronder de gevallen die behoren tot de afval en/of vuurwerkbranche);
artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i., van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 Wet bibob, kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets, waaronder gevallen die onder de categorie afvalstoffen vermelde activiteiten autodemontage, banden van voertuigen, kunststofafval, medisch en hygiënisch afval, mengen van afval in de betonindustrie en schroot vallen).
Artikel 2.1a Uitbreiding toepassing bibob-toets bij aanvragen voor een beschikking genoemd in artikel 2.1
Naast de in artikel 2.1 aangeduide gevallen, laat het bestuursorgaan een bibob-toets plaatsvinden als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau blijkt, dat tegen de aanvrager van een beschikking, in de afgelopen twee jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Bureau.
Artikel 2.1b Beperking toepassing bibob-toets bij aanvragen voor een beschikking genoemd in artikel 2.1
De bibob-toets zal ten aanzien van de in artikel 2.1 aangeduide gevallen niet worden toegepast, ingeval de aanvraag afkomstig is van:
Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
Het bestuursorgaan past de wet toe met betrekking tot reeds verleende beschikkingen indien:
bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een bibob-toets een ernstig gevaar is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, verzoekt het bestuursorgaan het RIEC om coördinatie in de bibob-toets.
Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij subsidies
Het bestuursorgaan kan de wet toepassen met betrekking tot een aanvraag voor dan wel de intrekking van een reeds verleende subsidie als bedoeld in de Algemene Subsidieverordening. Een bibob-toets wordt uitgevoerd indien er vanuit:
aanleiding is om te vermoeden dat (bij de aanvraag) sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.
Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties
De rechtspersoon met een overheidstaak kan de wet toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties waarbij deze rechtspersoon partij is. Bij de start van elke onderhandeling over het aangaan van een vastgoedtransactie, stelt de rechtspersoon met een overheidstaak de wederpartij ervan in kennis dat een bibob-toets deel kan uitmaken van de procedure.
In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op basis waarvan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst kan worden overgegaan.
De bibob-toets wordt beperkt tot de gevallen, die één of meerdere van onderstaande kenmerken hebben:
Een bibob-toets kan daarnaast worden uitgevoerd als er vanuit:
aanleiding is om te vermoeden dat sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.
Artikel 3.2 Toepassingsbereik bij aanbestedingen
De rechtspersoon met een overheidstaak voert de bibob-toets ten aanzien van een gegadigde of onderaannemer in de zin van de wet, alleen uit bij overheidsopdrachten die vallen binnen de wet en die, conform het Inkoop- en aanbestedingsbeleid van de Liemerse gemeenten Duiven, Westervoort, Zevenaar en Samenwerking de Liemers, voor het aanbesteden van werken respectievelijk van diensten en leveringen die openbaar moeten worden aanbesteed.
De bibob-toets vindt bij openbare aanbestedingen alleen plaats als er vanuit:
aanleiding is om te vermoeden dat sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.
Artikel 4.1 Aanvraag (buiten behandeling stellen)
Bij een weigering om de bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn de aanvraag voor een beschikking aan te vullen. Een weigering om de gevraagde extra informatie aan te leveren, dan wel onvolledig aan te leveren, leidt tot het buiten behandeling stellen van de aanvraag voor een beschikking (artikel 4:5 van de Awb).
Artikel 4.2 Eigen onderzoek (vast onderdeel van de bibob-toets)
Het onderzoek door het bestuursorgaan / de rechtspersoon met een overheidstaak naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet bestaat uit:
het beoordelen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking dan wel het beoordelen van een reeds verleende beschikking of het aangaan van een transactie of een opdracht en in dat kader overgelegde gegevens, mede aan de hand van bij het bestuursorgaan / de rechtspersoon met een overheidstaak bekende feiten en omstandigheden, alsmede aan de hand van de ingevulde Indicatorenlijst(en);
het verzamelen, bewerken en analyseren van informatie die, al dan niet via de gegevens zoals vermeld in het bibob-vragenformulier en bijbehorende bijlagen, is verstrekt door de betrokkene en de gegevens die zijn verkregen uit informatiebronnen die het bestuursorgaan / de rechtspersoon met een overheidstaak volgens de wet kan raadplegen.
Het bestuursorgaan / de rechtspersoon met een overheidstaak informeert betrokkene schriftelijk over een adviesaanvraag aan het Bureau. Betrokkene wordt daarbij gewezen op de opschorting van de beslistermijn als bedoeld in artikel 31 jo. artikel 15 van de wet (geldt alleen voor beschikkingen). Een afschrift van deze brief wordt gevoegd bij het adviesverzoek aan het Bureau.
In geval een van het Bureau ontvangen adviesverzoek leidt tot het voornemen om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, wordt aan betrokkene een kopie van het adviesrapport ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door het bestuursorgaan gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet.
Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt bij het Bureau wordt, op grond van artikel 31 van de wet, de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies door het Bureau in behandeling wordt genomen en eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen. Met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15, eerste lid, van de wet.
Het bestuursorgaan / de rechtspersoon met een overheidstaak gaat over tot een negatieve beslissing op de aanvraag van de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht of het aangaan van een vastgoedtransactie, dan wel intrekking van een reeds verleende beschikking, indien uit het eigen onderzoek en een eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau blijkt dat er sprake is van ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet. Daarbij zal in geval van een inschrijving op een overheidsopdracht, het geconstateerde ernstig gevaar dienen als versterking van één of meerdere uitsluitingsgronden als genoemd in de Aanbestedingswet 2012.
Indien het bestuursorgaan / de rechtspersoon met een overheidstaak voornemens is negatief te beslissen op de aanvraag van de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht op grond van de wet, of het aangaan van een vastgoedtransactie, dan wel een reeds verleende beschikking in te trekken wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld daartegen een zienswijze in te brengen.
Artikel 5.1 Afwijkingsbevoegdheid
Het bestuursorgaan / de rechtspersoon met een overheidstaak kan op basis van feiten en omstandigheden in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de maatregelen zoals deze zijn vastgesteld in deze beleidsregels (artikel 4:84 van de Awb, de zogenaamde inherente afwijkingsbevoegdheid).
Deze beleidsregels is van toepassing op ontvangen aanvragen, aangevangen onderhandelingen en aanbestedingen, en op reeds verleende beschikkingen, aangegane transacties en gegunde overheidsopdrachten, vanaf de datum van inwerkingtreding.
Aldus besloten door de burgemeester respectievelijk het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zevenaar (ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft) op 9 oktober 2018.
De burgemeester van de gemeente Zevenaar,
mr. P. Schadd-de Boer
Burgemeester en wethouders van Zevenaar,
M. Tromp
secretaris
Mr. P. Schadd-de Boer
burgemeester
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-221636.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.