Gemeenteblad van Lingewaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lingewaard | Gemeenteblad 2018, 220849 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lingewaard | Gemeenteblad 2018, 220849 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent inkomensdraagkracht bijzondere bijstand Beleidsregel inkomensdraagkracht bijzondere bijstand Participatiewet Gemeente Lingewaard 2018
Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 10 oktober 2018 in het gemeenteblad 'het Gemeentenieuws' van de gemeente Lingewaard geplaatst.
Burgemeester en wethouders van Lingewaard
Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op het bepaalde in artikel 15, 35, 48, 49, 50, 51 van de Participatiewet.
Overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor over de wijze waarop het college op grond van artikel3 5 Participatiewet uitvoering geeft aan de bevoegdheid Bijzondere Bijstand te verstrekken.
Vast te stellen de volgende beleidsregel:
Beleidsregel Inkomens draagkracht Bijzondere Bijstand Participatiewet Gemeente Lingewaard 2018
Artikel 2 Aard van de bijzondere bijstand
Bijzondere bijstand, zoals aangegeven in artikel 35 van de Participatiewet, wordt verstrekt als bijzondere omstandigheden in het individuele geval leiden tot noodzakelijke kosten van het bestaan, waarin het inkomen niet voorziet, die niet gedekt worden door voorliggende voorzieningen en die niet uit de draagkracht kunnen worden voldaan.
Artikel 7 Draagkrachtvaststelling
De draagkracht wordt uitgedrukt in een percentage van de norm zoals bedoeld in artikel 20,21, 22 en 23. van de Participatiewet namelijk:110% uitgezonderd kostensoorten vermeld in de toelichting. Hiervoor geldt een draagkracht van 100% conform de richtlijn inkomensdraagkracht vastgesteld op 17 aug 2016.
Bij incidentele en wisselende inkomsten wordt de draagkracht over de periode waarop de draagkracht betrekking heeft vastgesteld. Sterk wisselende inkomsten dienen over een langere periode te worden gemiddeld. Ook inkomsten die de klant niet heeft, maar waar hij wel de beschikking over kan krijgen, worden als inkomsten beschouwd.
Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Sluiting
Lingewaard 15 augustus 2018
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard,
de gemeentesecretaris/directeur,
drs. J. Wijnia
de burgemeester,
M. Schuurmans-Wijdeven.
Toelichting bij de Beleidsregel draagkracht bijzondere bijstand
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Begrippen die in de Participatiewet voorkomen hebben in deze beleidsregel dezelfde betekenis als in de Participatiewet. Ten aanzien van een aantal begrippen dat als zodanig niet in de Participatiewet zelf staan is een definitie gegeven in deze beleidsregel.
Artikel 2 Aard van de bijzondere bijstand
Door bijzondere omstandigheden kan het voorkomen dat in het individuele geval de uitkeringsnorm of het inkomen niet (volledig) toereikend is ter voorziening in bepaalde bijzondere noodzakelijke kosten. Voor zover de belanghebbende geen beroep kan doen op een voorliggende voorziening en de betreffende uitgaven noodzakelijk zijn en evenmin uit de eigen middelen kunnen worden voldaan, kan bijzondere bijstand worden verleend.
Het maatwerkprincipe geldt, wat betekent dat uit de bijzondere individuele omstandigheden de noodzaak van de kosten moet blijken en dat gelet op elke specifieke situatie een zorgvuldige afweging gemaakt dient te worden op de maat van de belanghebbende.
In deze beleidsregel wordt, om uniformiteit in werkwijze te bevorderen, een aantal veel voorkomende kostensoorten gespecificeerd in de artikelen 9 tot en met 19.
Het verstrekken van een voorschot is niet mogelijk tenzij door dringende redenen het reguliere betalingsmoment niet afgewacht kan worden.(bijvoorbeeld bij levensbedreigende situaties: indien spoed noodzakelijk is om erger te voorkomen. Bijv. - reiskosten bij bedreiging (blijf van mijn lijfhuis).
Men spreekt van een voorschot als betaling volgt voordat het besluit genomen is. Een versnelde betaling nadat besluitvorming wel heeft plaatsgevonden wordt aangeduid als een spoedbetaling.
Voor de verlening van bijzondere bijstand is het geen vereiste dat men algemene bijstand krachtens de Participatiewet ontvangt. Ook degenen met een andere uitkering of een laag inkomen kunnen een beroep doen op bijzondere bijstand.
Bepalend is de hoogte van het inkomen en vermogen van de belanghebbende en zijn gezin. Is er sprake van een inkomen tot 110% van de geldende bijstandsnorm en vermogen dat lager is dan de in artikel 34 Participatiewet aangegeven vermogensgrens, dan kan aanspraak op bijzondere bijstand bestaan voor specifieke kosten, die niet uit het reguliere inkomen of de bijstand kunnen worden voldaan.
De bijzondere noodzakelijke kosten moeten de draagkracht te boven gaan.
De middelen en het vermogen zoals genoemd in de artikelen 31 tot en met 33 Participatiewet worden tot het aanwezige inkomen gerekend. Het vermogen, voor zover dat het de grens van het vrij te laten vermogen niet te boven gaat, wordt buiten beschouwing gelaten, evenals andere vermogensbestanddelen genoemd in artikel 34 Participatiewet. Het vermogen, voor zover dat meer bedraagt dan de genoemde normen in artikel 34 lid 3 Participatiewet, dient eerst aangewend te worden voor de betaling van de bijzondere noodzakelijke kosten.
De individuele inkomenstoeslag vormt een aanvulling op het sociale minimum, waarbij in artikel 35 lid 1 Participatiewet is bepaald dat dit meegenomen moet worden bij het vaststellen van het (gezins)inkomen.
De periode waarover de draagkracht geldt, de draagkrachtperiode, is het kalenderjaar waarin de aanvraag om bijzondere bijstand wordt ingediend. De draagkrachtperiode vangt aan op 1 januari en duurt tot en met 31 december.
Het bovenstaande heeft als doel om te voorkomen dat aanvragers binnen enkele maanden al hun gegevens meerdere malen moeten overleggen. Let er wel op dat je de draagkracht in een dergelijk geval ook echt langer vaststelt dan 12 maanden. Bijvoorbeeld bij een aanvraag in oktober is de draagkracht 15-maal de maand.
Artikel 5 Vaststellen maandinkomen
Indien ten tijde van de aanvraag vaststaat dat de financiële omstandigheden binnen de draagkrachtperiode van 12 maanden aanmerkelijk ( toename / afname van 15%) zullen veranderen, kan de draagkracht in de loop van het draagkrachtjaar dienovereenkomstig worden aangepast.
De belanghebbende zal door het overleggen van bewijsstukken moeten aantonen in hoeverre de draagkracht zal verminderen of toenemen door de gewijzigde omstandigheden.
Artikel 6 De aanvraag en het tijdstip van aanvragen van bijzondere bijstand
Het uitgangspunt is dat bijzondere bijstand op aanvraag wordt verstrekt. In uitzonderlijke situaties, bijvoorbeeld bij zeer ernstige ziekte, geestelijk onvermogen of een ernstige calamiteit kan het college ambtshalve bijzondere bijstand verstrekken.
De aanvraag moet zo spoedig mogelijk na ontstaan van de kosten, worden ingediend, doch uiterlijk binnen 12 maanden na de datering van de factuur. Het ontstaan van de kosten is het uitgangspunt. Voor duurzame gebruiksgoederen geldt een afwijkende regeling.
Vooraf aanvragen, dat wil zeggen vóór de feitelijke aanschaf, is noodzakelijk. Als belanghebbende het duurzaam goed dat vervangen moet worden niet meer ter beschikking heeft of het al heeft aangeschaft, kan de noodzaak niet worden vastgesteld door het college en zal in de regel om die reden de aanvraag worden afgewezen.
Artikel 7 Draagkracht vaststelling
Om de kostendelersnorm als vergelijkbare bijstandsnorm te kunnen vaststellen is het van belang te weten hoeveel meerderjarige personen in dezelfde woning wonen. Bij de kostendeler telt voor de draagkracht niet mee de personen die studiebeurs ontvangen of opleiding BBL-volgen. Ook tellen personen die een commerciële huur/ verhuurrelatie of kostgangersovereenkomst hebben niet mee. Dat volgt uit de wettelijke bepalingen van 22a Participatiewet.
Dat betekent dat om tot een juiste vaststelling van die norm te kunnen overgaan die gegevens moeten worden uitgevraagd. Dat is bewerkelijk en mutatiegevoelig. Dit betekent feitelijk ook dat de eerder vastgestelde draagkracht bijvoorbeeld weer moet worden herzien als er sprake is van een persoon die eerst niet meetelde als kostendeler maar nadien weer wel bijv. omdat een studie eindigt of wanneer er iemand komt inwonen die als kostendeler telt. Mutatie verwerking betekent een arbeidsintensieve (dure) herberekening en tijdsinvestering. De verwachting is dat dit dermate weinig oplevert dat het redelijk is om bij het vast stellen van de draagkracht uit te gaan van de situatie op het moment van de aanvraag,
Voor is voor een aantal kostensoorten wordt echter van 100 % van de van toepassing zijnde bijstandsnorm en wordt ook de volledige inkomensdraagkracht gebruikt. Zie richtlijn inkomensdraagkracht vastgesteld op 17 aug 2016.
Het gaat hier kostensoorten die worden verstrekt als bijzondere bijstand, maar die naar hun aard behoren tot de algemene noodzakelijke kosten van het bestaan of te maken hebben met het betalen van de algemene noodzakelijke kosten van het bestaan.
100% draagkracht geldt voor de volgende kostensoorten aanvragen bijzondere bijstand:
Voor deze kostensoorten geldt het volgende:
Voor overige kostensoorten aanvragen bijzondere bijstand geldt een inkomensdraagkracht van 110% bijstandsnorm.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-220849.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.