Regeling IKB en verkoop vakantie-uren gemeente Schouwen-Duiveland 2017

Burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland;

 

gezien het voorstel van de afdeling Bedrijfsvoering 1 van 8 november 2016, registratienummer 45p5.8;

 

gelet op:

artikel 125 van de Ambtenarenwet;

artikel 160 van de Gemeentewet;

Wet op de loonbelasting 1964;

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011;

Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965;

hoofdstuk 3 van de CAR-UWO;

de overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg op 25 oktober 2016.

 

besluiten tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Schouwen-Duiveland:

 

IKB & verkoop vakantie-uren

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

•Medewerker:

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1, onder a van de CAR-UWO die over een aanstelling of arbeidsovereenkomst beschikt voor de duur van minimaal één jaar.

• Fiscale ruimte:

Het verschil tussen wat fiscaal onbelast mag worden vergoed aan een medewerker en wat daadwerkelijk door de werkgever wordt vergoed.

•Individueel KeuzeBudget (IKB):

In geldwaarde uitgedrukte aanspraken die de medewerker kan aanwenden voor de landelijke en lokaal aangewezen doelen.

•IKB-saldo:

De op enig moment beschikbare geldwaarde (tot dan toe opgebouwd minus tot dan toe besteed).

• Vakbond:

Organisatie, zoals bedoeld in artikel 12:1, lid 1, sub c en artikel 12:1, lid 3 van de CAR-UWO;

•Werkgever:

Burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland.

 

Artikel 2 Uitgesloten van deelname

Politieke ambtsdragers van de gemeente Schouwen-Duiveland kunnen niet deelnemen aan de lokale IKB-regeling.

 

Paragraaf 2 Lokale bronnen

Artikel 3 Lokale bronnen van het IKB

Lid 1

Op basis van artikel 3:28 lid 6 van de CAR-UWO geldt tot en met 2019 (zie toelichting) de volgende lokale bron:

•bovenwettelijk vakantieverlof conform artikel 4 van deze regeling.

Lid 2

De bovengenoemde lokale bron is niet pensioengevend.

 

Artikel 4 Bovenwettelijk vakantieverlof

Lid 1

Uitsluitend voor de financiering van een IKB-doel, anders dan het doel ‘extra inkomen’, geldt het navolgende. Medewerkers die op grond van de Regeling Flexibele werktijden Gemeente Schouwen-Duiveland plusuren hebben opgebouwd, kunnen verzoeken om daarvan maximaal 50,4 uur per kalenderjaar (deeltijders naar rato) te laten omzetten in een aanspraak op bovenwettelijk vakantieverlof.

Lid 2

Een verzoek als bedoeld in lid 1 kan eenmaal per kalenderjaar worden gedaan.

Lid 3

Een verzoek als bedoeld in lid 1 wordt toegewezen, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten.

Lid 4

Deze verlofaanspraak wordt omgezet in een financiële aanspraak en toegevoegd aan het IKB. De financiële waarde hiervan wordt bepaald op basis van de rekenmethode zoals geformuleerd in artikel 3:31 van de CAR-UWO.

Lid 5

Indien de medewerker de tot bovenwettelijk vakantieverlof omgezette plusuren volgens het eerste lid als bron toevoegt aan het IKB, kan hij deze uren niet verkopen op grond van artikel 3:36 CAR-UWO. Andersom geldt dat als een medewerker de naar bovenwettelijk vakantieverlof omgezette plusuren heeft verkocht op grond van artikel 3:36 CAR-UWO (zie verder artikel 12 van deze regeling), hij deze niet nog eens kan inzetten als bron voor het IKB.

 

Paragraaf 3 Lokale doelen

Artikel 5 Lokale doelen

Naaste de genoemde landelijke doelen in artikel 3:29 van de CAR-UWO gelden de volgende lokale doelen:

• fiets,

• fitnessabonnement,

• inrichting thuiswerkplek,

• vakbondscontributie,

• fiscale uitruil niet vergoede kilometers woon-werkverkeer, en

• aflossing rentedragende lening voor een PC (geen fiscaal voordeel mogelijk).

 

Artikel 6 Fiets

Lid 1

De medewerker kan eenmaal per drie kalenderjaren de keuze maken om zijn of haar IKB-saldo te gebruiken voor de aanschaf van één fiets.

Lid 2

Door deze keuze te maken, verklaart de medewerker dat hij de fiets voor meer dan de helft van de voor hem van toepassing zijnde aantal werkdagen voor het woon-werkverkeer gebruikt, waaronder ook begrepen naar en van een busstation of carpoolplaats.

Lid 3

De keuze van het type fiets is in die zin beperkt, dat de deelnemer geen kinderfietsen of motorisch aangedreven fietsen mag kiezen. Fietsen met elektrische trapondersteuning, ook wel e-bikes genoemd, zijn daarentegen wel toegestaan.

Lid 4

Het maximale bedrag dat kan worden ingezet vanuit het IKB is € 749,- bruto.

Lid 5

De medewerker kan de keuze alleen maken indien er binnen het kalenderjaar voldoende IKB-saldo beschikbaar is. Spreiding van financiering binnen het kalenderjaar is mogelijk, spreiding over meerdere kalenderjaren is niet mogelijk.

Lid 6

De medewerker dient bij de keuze de factuur van de aanschaf van de fiets en het betalingsbewijs te overleggen.

Lid 7

Vanaf de aanschaf van de fiets mag gedurende drie kalenderjaren per kalenderjaar voor maximaal € 82,- het IKB-saldo worden gebruikt voor de aanschaf van een aantal accessoires voor de fiets. Zie de toelichting voor de voorwaarden.

Lid 8

Gelijktijdig met de aanschaf van de fiets mag het IKB-saldo gebruikt worden voor een diefstalverzekering. Het werkelijke totaalbedrag van de premie mag volledig ingezet worden waarbij de medewerker de factuur en het betalingsbewijs overlegt.

 

Artikel 7 Fitnessabonnement

Lid 1

De medewerker kan zijn budget gebruiken voor de aanschaf (van een deel) van zijn individuele fitnessabonnement bij een sportschool naar keuze. Deze keuzevrijheid geldt tot en met 2019 (zie toelichting).

Lid 2

De medewerker kan de keuze alleen maken indien er voldoende IKB-saldo beschikbaar is.

Lid 3

De medewerker dient bij de keuze een betalingsbewijs van het fitnessabonnement te overleggen, met uitzondering van abonnementen bij die sportscho(o)l(en) waarvoor de werkgever het factuurbedrag naar de sportschool overmaakt (zie hiervoor de toelichting).

 

Artikel 8 Vakbondscontributie

Lid 1

De medewerker die lid is van een vakbond die de belangen van medewerkers in de gemeentelijke sector behartigt, kan één keer per jaar het IKB aanwenden voor het doel vakbondscontributie.

Lid 2

De medewerker dient bij de keuze de jaaropgave van de vakbond en het betalingsbewijs te overleggen.

 

Artikel 9 Inrichting thuiswerkplek

Lid 1

Medewerkers die structureel wekelijks minimaal 4 uur thuiswerken, kunnen eens per vijf kalenderjaren het IKB aanwenden voor een bureau, -stoel en/of –verlichting, etc. voor de inrichting van de thuiswerkplek.

Lid 2

De voorwaarden hiervoor zijn:

  • a.

    het maximale bedrag dat kan worden ingezet in het IKB is € 1.815,- bruto;

  • b.

    de medewerker beschikt over een thuiswerkovereenkomst, waaruit blijkt dat hij minimaal 4 uur per week structureel thuiswerkt;

  • c.

    de thuiswerkplek waar de medewerker de goederen voor aanschaft, voldoet daarmee aan de eisen van het vigerende Arbeidsomstandighedenbesluit.

Lid 3

De medewerker kan de keuze alleen maken indien er binnen het kalenderjaar voldoende IKB-saldo beschikbaar is. Spreiding van financiering binnen het kalenderjaar is mogelijk.

Lid 4

De medewerker dient bij de keuze de factuur van de aanschaf van de goederen en het betalingsbewijs te overleggen.

 

Artikel 10 Fiscale uitruil niet vergoede kilometers woon-werkverkeer

Lid 1

De medewerker kan - indien fiscale ruimte aanwezig is - maandelijks voor niet vergoede kilometers het IKB uitruilen tegen een netto vergoeding woon-werkverkeer.

Lid 2

Hiertoe wordt bepaald wat de ruimte is die maandelijks belastingvrij kan worden uitgeruild.

Lid 3

De medewerker kan deze keuze doorgeven via FlexBenefits.

Lid 4

In geval van verhuizing dient de medewerker dit per direct aan de werkgever door te geven door dit te wijzigen in YouForce. Dit heeft immers invloed op de uitruilmogelijkheden.

Lid 5

Bij een aanpassing van het aantal dagen dat de medewerker werkt, wordt dienovereenkomstig het uit te ruilen bedrag aangepast.

Lid 6

In geval van langdurige afwezigheid of ziekte van meer dan zes weken wordt de uitruil stop gezet.

 

Artikel 11 Aflossing rentedragende lening computer

Lid 1

De medewerker kan eens per drie kalenderjaren op elk gewenst moment een aanvraag doen voor een lening voor de aanschaf van een computer, inclusief randapparatuur.

Lid 2

Het maximale bedrag dat kan worden geleend voor de genoemde aanschaf in lid 1 is € 1.415,-.

Lid 3

Over het bedrag van de lening wordt wettelijke rente geheven (zie toelichting).

Lid 4

Het aanschafbedrag inclusief de wettelijke rente mag in maximaal 36 maanden worden afgelost.

Lid 5

Voor de aflossing kan de medewerker het netto resultaat van de bruto uitbetaling van (een deel van) het IKB worden ingezet of kan er afgelost worden uit het netto salaris. Er is dus geen sprake van een fiscaal voordeel bij dit doel.

Lid 6

Voor de aflossing wordt een overeenkomst opgesteld op basis van overlegging van de factuur en het betalingsbewijs.

 

Artikel 12 Gevolgen keuzes

Het gestelde in artikel 3:33 van de CAR-UWO is van toepassing op deze regeling.

 

Paragraaf 4 Verkoop van vakantie-uren

Artikel 13 Samenstelling verkoop bovenwettelijk vakantieverlof

Lid 1

Medewerkers die op grond van de Regeling Flexibele werktijden Gemeente Schouwen-Duiveland plusuren hebben opgebouwd, kunnen - met inachtneming van lid 5 van artikel 4 van deze regeling -verzoeken om daarvan maximaal 50,4 uur per kalenderjaar (deeltijders naar rato) te laten omzetten in een aanspraak op bovenwettelijk vakantieverlof voor de verkoop op basis van artikel 3:36 CAR-UWO.

Lid 2

Naast de uren als bedoeld in het eerste lid, kan ook het toegekende leeftijdsverlof, diensttijdverlof of het verlof gebaseerd op artikel 6:2:1 vierde lid worden ingezet voor de verkoop van bovenwettelijk vakantieverlof als bedoeld in artikel 3:36 van de CAR-UWO.

 

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 14 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

 

Artikel 15 Citeertitel en looptijd

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling IKB en verkoop vakantie-uren gemeente Schouwen-Duiveland 2017” en treedt in werking met ingang van 01 januari 2017. Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervalt de Regeling cafetariamodel Schouwen-Duiveland. Bepaalde in de regeling nader aangeduide elementen hebben een looptijd van drie jaar. Deze vervallen met ingang van 01 januari 2020.

 

Toelichting

Algemeen

Deze regeling geeft uitvoering aan zaken die lokaal geregeld mogen worden op het gebied van het uitwisselen van arbeidsvoorwaarden, inclusief de verkoop van bovenwettelijke verlofdagen op basis van artikel 3:36 CAR.

In deze regeling is gekozen om alleen bepalingen uit de CAR-UWO over te nemen wanneer dit voor de leesbaarheid noodzakelijk is. Dit om de onderhoudslast zo laag mogelijk te houden. Hieronder een artikelsgewijze toelichting.

 

Artikel 2  

Op basis van de redactie van de artikel 3:27 van de CAR mogen medewerkers die vallen onder het begrip ambtenaar zoals gedefinieerd in artikel 1:1 CAR deelnemen aan het IKB. Dit betekent dat ook medewerkers die tijdelijk zijn aangesteld, maar minimaal voor de duur van één jaar, gebruik kunnen maken van het IKB. Stagiaires, buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand en politieke ambtsdragers kunnen niet deelnemen.

Politieke ambtsdragers kennen afzonderlijke rechtspositieregelingen. In deze regelingen is geen rechtspositionele grondslag aanwezig voor deelname aan het IKB. Om eventuele onduidelijkheid bij betrokkenen te voorkomen is dit hier expliciet verwoord.

 

Artikel 3  

Aan het (voorlopig) tijdelijke karakter van deze lokale IKB-bron liggen verschillende motieven ten grondslag. Aan de ene kant is er de wens om de ‘oude cafetariaregeling’ zoveel mogelijk te continueren. Aan de andere kant – omdat het om een nieuwe regeling gaat - is er ook de wens om bedrijfsvoeringsrisico’s (te hoge salarislasten) te beheersen en daartoe jaarlijks het gebruik van de regeling te monitoren. Met een periode van drie jaar om ervaringen op te doen, te monitoren en eventuele bijstellingen voor te bereiden, is sprake van een overzienbare periode met beperkt risico.

De monitoring zal worden besproken met de werknemersvertegenwoordiging en met hen zal tijdig overlegd worden over het al dan niet continueren deze lokale bron na 2019.

 

Artikel 4  

Deze mogelijkheid geldt voor een periode van 3 jaar (zie ook artikel 3) vanaf de inwerkingtreding van het IKB, te weten t/m 2019, en is bedoeld om de mogelijkheid van gebruikmaking van deze uren onder de cafetariaregeling voorlopig te continueren.

In afwijking van de werking (maandelijkse opbouw) van het IKB wordt de financiële equivalent van het bovenwettelijke verlof op het moment van de aanvraag en verkregen toestemming toegevoegd voor het gekozen doel, met uitzondering van het doel ‘extra inkomen’ (voor dat doel is artikel 3:36 in de CAR-UWO in het leven geroepen).

De benodigde toestemming houdt verband de mogelijkheid om een verzoek af te wijzen indien zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich tegen het toewijzen van een verzoek verzetten. Er is sprake van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang als toekenning van de aanvraag leidt tot problemen:

• van financiële of organisatorische aard;

• wegens het niet voorhanden zijn van voldoende werk;

• geen ruimte binnen de formatie of begroting;

• op het gebied van veiligheid;

• van roostertechnische aard.

 

Het aantal om te zetten plusuren moet daadwerkelijk gerealiseerd zijn. Er kan geen voorschot worden genomen op nog op te bouwen plusuren.

De voorwaarde van het kunnen omzetten van maximaal 50,4 plusuren naar bovenwettelijk vakantieverlof voor:

• de inzet als bron voor het IKB of

• de inzet ter verkoop van bovenwettelijk vakantieverlof onder artikel 3:36 CAR-UWO voorkomt dat er tot twee keer toe maximaal 50,4 plusuren worden ingezet, wat tot dubbele lasten voor de gemeentelijke organisatie leidt.

 

Artikel 6  

Sinds de invoering van de werkkostenregeling hebben wij niet meer te maken met de fiscale normen van de oude regeling voor vrije vergoedingen en verstrekkingen van de fiets. Dit betekent dat de gemeentelijke organisatie zelf de regels bepaalt. Wij hebben er eind 2014 voor gekozen om de toenmalige fiscale voorwaarden ook vanaf 2015 (onder de werkkostenregeling) te blijven toepassen.

Daartoe verklaart de medewerker meer dan de helft van zijn werkdagen met de fiets naar het werk te komen. Een medewerker kan er ook gebruik van maken als een gedeelte van het woon-werktraject per fiets wordt afgelegd, zoals het fietsen van huis naar een busstation of carpoolplaats.

Verder is er aandacht voor wat onder het begrip fiets moet worden verstaan. E-bikes zijn toegestaan.

Naast de aanschaf van je fiets mag je jaarlijks belastingvrij het IKB aanwenden voor de aanschaf van een aantal accessoires voor je fiets tot een bedrag van maximaal € 82,-. Denk bijvoorbeeld aan een slot, een regenpak of een kofferklem. Voorwaarde is dat de accessoires een duidelijke relatie moeten hebben met het gebruik van de fiets voor het werk.

In deze regeling is er ook voor gekozen om medewerkers de mogelijkheid te blijven bieden om het IKB fiscaal gunstig aan te wenden om een fietsverzekering te financieren.

Het onderstaande rekenvoorbeeld is indicatief en bedoeld om inzicht te geven in het gevolg van besteding van het IKB voor de aanschaf van een fiets. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.

Voorbeeld

De medewerker heeft een fiets gekocht en wendt het IKB aan om dit te financieren. De medewerker gebruikt hiervoor het maximale bedrag € 749,- . Hierdoor is geen belasting verschuldigd over € 749,- bruto. Aan het einde van de rit (op de salarisstrook) wordt € 749,- netto uitbetaald. Het voordeel is afhankelijk van de het belastingtarief. Voor de medewerker geldt een tarief van 40.2%. Het voordeel voor de medewerker is dit geval ongeveer € 300,- netto.

Het uitruilen heeft geen gevolgen voor het pensioengevend inkomen zolang de uitruil niet meer bedraagt dan 30% van het gebruikelijke loon. Door uit te ruilen daalt het fiscale loon. Dit kan leiden tot een eventuele toekomstige lagere uitkeringen die onder andere voortvloeien uit de sociale verzekeringswetgeving (o.a. WW-uitkering, WIA-uitkering, ZW-uitkering).

 

Artikel 7  

In de regeling is gekozen om de medewerker gedurende drie jaren vanaf inwerkingtreding van het IKB, te weten tot en met 2019, vrij te laten kiezen voor een bepaalde sportschool. In 2018 wordt met de werknemersvertegenwoordiging (OR/GO) overlegd over continuering of bijstelling van deze afspraak na 2019. Indien dat niet tot een andere lokale IKB-regeling leidt, kan het IKB vanaf 2020 uitsluitend bij door de werkgever gecontracteerde sportscholen worden ingezet.

De medewerker betaalt de factuur/abonnementskosten rechtstreeks aan de sportschool, tenzij de werkgever met de betreffende sportschool een afspraak heeft dat de werkgever het factuurbedrag aan de sportschool overmaakt. Dit is ten tijde van het opstellen van deze regeling het geval bij een fitnessabonnement bij Laco sportcentrum Schouwen-Duiveland, Sportworx, Fysant en Fysio4U.

Het IKB mag alleen aangewend worden voor de kosten die verband houden met het lidmaatschap van de individuele medewerker. Een groeps- of gezinsabonnement is uitgesloten van deze regeling.

Het onderstaande rekenvoorbeeld is indicatief en bedoeld om inzicht te geven in het gevolg van besteding van het IKB voor de aanschaf van een fitnessabonnement. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.

Voorbeeld

De medewerker heeft een fitnessabonnement en wendt het IKB aan om dit te financieren. De medewerker gebruikt hiervoor € 30,- per maand, ofwel € 360,- per jaar. Hierdoor is – op jaarbasis - geen belasting verschuldigd over € 360,- bruto. Aan het einde van de rit (op de salarisstrook) wordt in totaal € 360,- netto uitbetaald. Het voordeel is afhankelijk van de het belastingtarief. Voor de medewerker geldt een tarief van 40.2%. Het voordeel voor de medewerker is dit geval ongeveer € 145,- netto.

Het uitruilen heeft geen gevolgen voor het pensioengevend inkomen zolang de uitruil in één jaar niet meer bedraagt dan 30% van het gebruikelijke loon. Door uit te ruilen daalt het fiscale loon. Dit kan leiden tot een eventuele toekomstige lagere uitkeringen die onder andere voortvloeien uit de sociale verzekeringswetgeving (o.a. WW-uitkering, WIA-uitkering, ZW-uitkering).

 

Artikel 8  

Het IKB gebruiken voor de vakbondscontributie is fiscaal voordelig. Het onderstaande rekenvoorbeeld is indicatief en bedoeld om inzicht te geven in het gevolg van besteding van het IKB voor de financiering van de vakbondscontributie. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.

Voorbeeld

De medewerker is lid van de vakbond en wendt het IKB aan om dit te financieren. De medewerker gebruikt hiervoor een bedrag van € 180,-. Hierdoor is geen belasting verschuldigd over € 180,- bruto. Aan het einde van de rit (op de salarisstrook) wordt € 180,- netto uitbetaald. Het voordeel is afhankelijk van de het belastingtarief. Voor de medewerker geldt een tarief van 40.2%. Het voordeel voor de medewerker is dit geval ongeveer € 72,- netto.

Het uitruilen heeft geen gevolgen voor het pensioengevend inkomen zolang de uitruil niet meer in één jaar niet meer bedraagt dan 30% van het gebruikelijke loon. Door uit te ruilen daalt het fiscale loon. Dit kan leiden tot een eventuele toekomstige lagere uitkeringen die onder andere voortvloeien uit de sociale verzekeringswetgeving (o.a. WW-uitkering, WIA-uitkering, ZW-uitkering).

 

Artikel 9  

Medewerkers die structureel minimaal 4 uur thuiswerken, kunnen door middel van het cafetariamodel eens per 5 jaar voor maximaal € 1.815,- een bureau, stoel, verlichting, etc. voor de inrichting van de thuiswerkplek aanschaffen.

Voorwaarden voor aanschaf zijn al verwoord in het tweede lid. Voor het voldoen van de thuiswerkplek aan de eisen van het Arbeidsomstandighedenbesluit kan de medewerker de checklist van de thuiswerkregeling bekijken.

 

Artikel 10  

Volgens de fiscale wetgeving mag een werkgever zijn medewerkers een vrije vergoeding van € 0,19 per zakelijk afgelegde kilometer verstrekken. Voor de afgelegde afstand woon-werkverkeer geldt een gerichte vrijstelling van € 0,19 per kilometer. De vergoeding voor woon-werkverkeer, zoals die lokaal op basis van artikel 3:22 van de CAR-UWO wordt toegepast is lager dan dat fiscaal is toegestaan. In onze regeling woon-werkverkeer is opgenomen dat je voor de eerste 5 kilometer per enkele reis en de reiskilometers boven de 50 geen vergoeding ontvangt. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om een gedeelte van het brutoloon uit te ruilen tegen een netto vergoeding voor reiskosten.

De regeling houdt in dat de medewerker kan profiteren van een maximale onbelaste vergoeding van € 0,19 per kilometer als de medewerker bereid is om hiervoor (een deel van) IKB uit te ruilen. Het nettoloon wordt daardoor hoger. Het belastingtarief van de medewerker bepaalt de hoogte van het voordeel, dit varieert afhankelijk van de hoogte van het inkomen.

Indien de omstandigheden veranderen, bijvoorbeeld als de medewerker verhuist of op minder dagen gaat werken, wordt de mogelijkheid tot uitruil dienovereenkomstig aangepast. De medewerker dient hiertoe wijzigingen in zijn omstandigheden onmiddellijk te verwerken in SelfService van YouForce (verhuizing) en/of door te geven aan de salarisadministratie (wijziging aantal werkdagen per week).

Indien een medewerker gebruik maakt van een dienstvoertuig voor het woon-werkverkeer is er geen recht op een vergoeding voor woon-werkverkeer en ook geen fiscale ruimte. Deze medewerker kan geen gebruik maken van de uitruilregeling.

Het onderstaande rekenvoorbeeld is indicatief en bedoeld om inzicht te geven in het gevolg van besteding van het IKB voor de fiscale uitruil woon-werkverkeer. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.

Voorbeeld

De maximale onbelaste jaarlijkse vergoeding woon-werkverkeer voor onze organisatie wordt berekend door de onderstaande formule.

reisafstand retour * ( 206 * (aantal werkdagen per week/5) ) * € 0,19

Een medewerker werkt op 5 dagen per week en reist iedere dag 50 kilometer naar het werk en terug. Maximale onbelaste jaarlijkse vergoeding woon-werkverkeer Schouwen-Duiveland = 50 * (206 *(5/5) * € 0,19 = € 1.957,-. Dit is per maand € 1.957,- /12 = €163,08.

Op basis van onze Regeling reiskosten woon-werkverkeer gemeente Schouwen-Duiveland ontvangt de medewerker € 130,47 per maand.

Het verschil tussen wat fiscaal onbelast mag worden vergoed en wat daadwerkelijk door de werkgever wordt vergoed, is de zogenoemde fiscale ruimte. Deze ruimte kan worden benut door de het IKB hiervoor in te zetten.

De medewerker heeft een fiscale ruimte van € 32,61 per maand. De medewerker kiest om hiervoor zijn IKB te gebruiken. Hierdoor is geen belasting verschuldigd over € 32,61 bruto. Aan het einde van de rit (op de salarisstrook) wordt € 32,61 netto uitbetaald. Het voordeel is afhankelijk van de het belastingtarief. Voor de medewerker geldt een tarief van 40.2%. Het voordeel voor de medewerker is in dit geval ongeveer € 13,- netto per maand.

Het uitruilen heeft geen gevolgen voor het pensioengevend inkomen zolang de uitruil niet meer in één jaar niet meer bedraagt dan 30% van het gebruikelijke loon. Door uit te ruilen daalt het fiscale loon. Dit kan leiden tot een eventuele toekomstige lagere uitkeringen die onder andere voortvloeien uit de sociale verzekeringswetgeving (o.a. WW-uitkering, WIA-uitkering, ZW-uitkering).

 

Artikel 11  

Een rentedragende lening kan rechtstreeks uit het netto salaris worden gefinancierd. Daarvoor is het IKB niet direct nodig. Toch is dit artikel in de regeling opgenomen omwille van de instandhouding van deze leningsmogelijkheid onder de voormalige cafetariaregeling.

Bij randapparatuur gaat het om een printer of scanner of aanverwante apparatuur.

De te heffen wettelijke rente is een jaarlijks door de Belastingdienst vastgestelde rente, ook wel belastingrente genoemd voor niet-handelstransacties. Gedurende de looptijd van de aflossingsovereenkomst verandert de hoogte van de rente niet.

 

Artikel 12  

Deze bepaling voorkomt dat medewerkers zich kunnen op onbekendheid met het feit dat dat zij niet op dat lokale keuzes ook eventuele onverwachte gevolgen kunnen hebben. Om de regeling onderhoudsvriendelijk te maken, is besloten om alleen te verwijzen naar het artikel in de CAR-UWO dat hierover gaat.

 

Artikel 15  

Deze regeling hanteert voor sommige onderdelen een looptijd van drie jaar. Indien nadien geen nieuwe lokale regeling wordt overeengekomen, vallen alle medewerkers terug op de IKB-regeling 2017 Schouwen-Duiveland exclusief de tijdelijke elementen.

 

Naar boven