Beleidsregel Wet Bibob voor horeca- en prostitutiebranche gemeente Gemert-Bakel 2018

De burgemeester van de gemeente Gemert-Bakel;

 

gelet op de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

besluit:

 

vast te stellen de

 

Beleidsregel Wet Bibob voor horeca- en prostitutiebranche gemeente Gemert-Bakel 2018.

 

1. Inleiding

Gemeenten krijgen steeds meer te maken met ondermijnende criminaliteit. Ondermijnende criminaliteit bestaat uit alle vormen van criminaliteit die een bedreiging zijn voor de integriteit van het bestuur. Kenmerkend voor ondermijning is de verwevenheid tussen de boven- en onderwereld. Criminelen maken gebruik van legale structuren – zoals vergunningen, subsidies en overheidsopdrachten – om criminele activiteiten uit te voeren. Dit heeft tot gevolg dat de integriteit van de overheid wordt aangetast.

 

2. Wet Bibob

De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) geeft de overheid een instrument in handen om zich tegen het risico van aantasting van de integriteit te beschermen. Als er een ernstig gevaar dreigt dat bijvoorbeeld een vergunning wordt misbruikt, kan het bevoegde bestuursorgaan de aanvraag weigeren of de afgegeven vergunning intrekken. Om de mate van gevaar te bepalen, voert het bevoegde bestuursorgaan een eigen onderzoek uit. Ook kan het bestuursorgaan een advies aanvragen bij het Landelijk Bureau Bibob. Zo wordt voorkomen dat de overheid criminele activiteiten faciliteert en wordt de concurrentiepositie van bonafide ondernemers beschermd.

 

De Wet Bibob en het daarbij behorende Besluit Bibob zijn van toepassing op diverse gemeentelijke vergunningen en ontheffingen, regelingen en transacties, waaronder:

  • Drank- en Horecawetvergunningen;

  • Exploitatievergunningen voor openbare inrichtingen;

  • Exploitatievergunningen voor speelautomatenhallen;

  • Omgevingsvergunningen voor bouwactiviteiten;

  • Omgevingsvergunningen voor milieuactiviteiten;

  • Subsidies;

  • Aanbestedingen in de sectoren bouw en milieu en ict;

  • Vastgoedtransacties.

Bestuursorganen zijn zelf verantwoordelijk voor de toepassing van de Wet Bibob. Daarom worden er voor de verschillende toepassingscategorieën van de wet beleidsregels vastgesteld. In elke beleidsregel staat aangegeven binnen welke branches de wet wordt toegepast. Een helder Bibobbeleid voorkomt willekeur, biedt duidelijkheid voor de burger en is inzichtelijk voor alle betrokkenen. Bovendien kunnen beleidsregels preventief werken.

 

Deze beleidsregel ziet op toepassing van de Wet Bibob op de volgende vergunningen:

  • a.

    vergunning voor de uitoefening van het horecabedrijf;

  • b.

    vergunning voor de uitoefening van het slijtersbedrijf;

  • c.

    exploitatievergunning voor een openbare inrichting;

  • d.

    exploitatievergunning voor een seksinrichting of een escortbedrijf.

3. Juridisch kader

In het kader van de Wet Bibob, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 3, 27, 30a en 31 van de Drank- en Horecawet, artikel 30b van de Wet op de kansspelen en de artikelen 2:28a en 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening, kan er een Bibobtoets plaatsvinden bij de in deze beleidsregel genoemde vergunningen.

 

Het van toepassing verklaren van de Wet Bibob op de hiervoor onder 2 genoemde vergunningen betekent dat de gemeente, zowel bij de verlening van de vergunning als bij het toezicht op de naleving ervan, in de in deze beleidsregel genoemde gevallen steeds zal onderzoeken of er sprake is van ernstig gevaar dat de beschikking mede zal worden gebruikt om:

  • a.

    uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten; of

  • b.

    strafbare feiten te plegen.

Als ernstig gevaar wordt vastgesteld, heeft de burgemeester de bevoegdheid om een vergunning te weigeren of in te trekken.

 

4. Beleidsregel

Het doel van de Wet Bibob is het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan en het voorkomen van het faciliteren van criminele activiteiten. Uitgaande van dat doel zijn hierna beleidsuitgangspunten geformuleerd van gevallen waarin de aanvraag voor een vergunning of een verleende vergunning aan een Bibobtoets wordt onderworpen.

A. Bibobtoets bij aanvraag voor een vergunning

Uitvoering van de Bibobtoets vindt in beginsel plaats bij elke aanvraag voor een:

  • a.

    vergunning voor de uitoefening van het horecabedrijf;

  • b.

    vergunning voor de uitoefening van het slijtersbedrijf;

  • c.

    exploitatievergunning voor een openbare inrichting;

  • d.

    exploitatievergunning voor een seksinrichting en voor een escortbedrijf.

B. Bibobtoets bij een reeds verleende vergunning

De Bibobtoets kan ook worden toegepast ten aanzien van al verleende vergunningen. Dit kan onder meer het geval zijn wanneer bekend wordt dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibobtoets een mindere of ernstige mate van gevaar is geconstateerd.

C. Tipfunctie Officier van Justitie

Artikel 26 van de Wet Bibob geeft de Officier van Justitie de mogelijkheid om de burgemeester te informeren over de wenselijkheid een Bibobadvies aan te vragen (de zogenaamde 'tipfunctie'). Dit gebeurt als uit gegevens die bij de officier van justitie bekend zijn, redelijkerwijs kan worden afgeleid dat de aanvrager van een vergunning in relatie staat tot strafbare feiten. In het geval dat de officier van justitie gebruik maakt van zijn tipfunctie, vindt altijd een Bibobtoets plaats van de gevraagde of reeds verleende vergunning en wordt altijd advies gevraagd bij het Landelijk Bureau Bibob.

D. Bijzondere gevallen

Het kan voorkomen dat een gevraagde of verleende vergunning niet onder de hiervoor geformuleerde beleidsuitgangspunten valt, maar er toch aanleiding is om de vergunning aan een Bibobtoets te onderwerpen. Als concrete informatie van de gemeente of informatie van één of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband van het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) hiertoe aanleiding geeft, kan er toch een Bibobtoets plaatsvinden.

E. Uitzonderingen

Wanneer een vergunning voor het uitoefenen van of een vergunning voor de uitoefening van een horecabedrijf wordt aangevraagd door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet, vindt er in beginsel geen Bibobtoets plaats.

 

Deze uitzondering geldt niet:

  • a.

    als op grond van informatie van de gemeente of informatie van één of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC een indicatie of een vermoeden bestaat dat er sprake kan zijn van criminele invloed op de exploitatie;

  • b.

    als onderzocht wordt of een verleende vergunning op grond van de Wet Bibob moet worden ingetrokken; of

  • c.

    als de Officier van Justitie de gemeente adviseert om bij een aanvraag een advies bij het Landelijk Bureau Bibob aan te vragen.

F. Aanvraag van een Bibobadvies bij het Landelijk Bureau Bibob (LBB)

Er wordt een Bibobadvies aangevraagd bij het LBB in tenminste de volgende gevallen:

  • 1.

    De Officier van Justitie maakt gebruik van zijn in de wet verankerde tipfunctie en adviseert de burgemeester een Bibobadvies aan te vragen;

  • 2.

    Na afronding van het eigen onderzoek van de gemeente bestaan nog onduidelijkheden over de aanvraag, bijvoorbeeld over:

    • a.

      bijzondere antecedenten van partners in de zakelijk samenhang;

    • b.

      vermoeden van strafrechtelijke feiten en /of onduidelijkheid omtrent strafrechtelijke feiten;

    • c.

      de bedrijfsstructuur;

    • d.

      de financiering van het bedrijf;

    • e.

      omstandigheden rond de aanvraag, bijvoorbeeld in de persoon van de aanvrager, de financier van de onderneming of de eigenaar van het pand waarin de onderneming is gevestigd.

5. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag nadat deze bekend is gemaakt.

  • 2.

    Artikel 2.1, eerste lid, van de Beleidsregel Wet Bibob Gemert-Bakel, vastgesteld door de burgemeester op 15 november 2016 wordt gelijktijdig ingetrokken en het tweede en derde lid van dat artikel vernummerd tot eerste respectievelijk tweede lid.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Gemert-Bakel op 1 oktober 2018.

De burgemeester,

ing. M.S. van Veen

Naar boven