Gemeenteblad van Alphen-Chaam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alphen-Chaam | Gemeenteblad 2018, 217235 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alphen-Chaam | Gemeenteblad 2018, 217235 | Verordeningen |
RAADSVOORSTEL: Vaststellen financiële verordening 2017
Voorstel tot : Vaststellen financiële verordening 2017
De huidige Financiële verordening is voor het laatst geactualiseerd in 2016. De ambtelijke fusie was aanleiding om de verordeningen van de ABG-gemeenten te harmoniseren. Nu wordt opnieuw een nieuwe verordening voorgelegd, deze keer naar aanleiding van de wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De nieuwe modelverordening van de VNG heeft als basis gediend voor deze nieuwe Financiële verordening. Vervolgens is deze ‘op maat gemaakt’ voor de ABG-gemeenten.
Vastleggen van uitgangspunten voor de uitvoering van de financiële functie.
2. Onderbouwing, aanpak, uitvoering
Het voorstel voor een nieuwe financiële verordening is een rechtstreeks gevolg van de wijzigingen van het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV0 in 2016 en 2017. Dezelfde wijzigingen waren al aanleiding voor een het aanpassen van de gemeentelijke begrotingsindeling per 2017. De afgelopen periode is ervaring opgedaan met de nieuwe BBV voorschriften en het is nu tijd voor de lokale inkleuring van het financieel beleid, wat in grote lijnen gebeurt in onderhavig raadsvoorstel.
Vooruitlopend op de financiële verordening hebben wij u eerder dit jaar al een nieuwe nota waardering en afschrijving vaste activa voorgelegd. Idealiter zou deze volgen op de financiële verordening. Er is specifiek voor gekozen deze nota al eerder voor te leggen, zodat het nieuwe afschrijvingsbeleid tijdig meegenomen kan worden bij de begrotingsopstelling 2018.
Bij het opstellen van de financiële verordening hebben wij ons door een aantal basisprincipes laten
leiden, die tevens een belangrijk deel van de argumentatie vormen:
Uitgangspunten en wijze van uitwerking zijn vastgelegd .Er zijn bewuste keuzes gemaakt voor uitwerking van beleid in beleidsdocumenten. Het opstellen van apart beleid geeft meer mogelijkheden dan enkele regels in een verordening. Daarbij wordt niet uit het oog verloren dat beleid wel toegevoegde waarde moet hebben.
Modelverordeningen VNG zijn de basis, met inbreng van lokale elementen .De model financiële verordening van de VNG is de leidraad geweest voor de aanpassing. Op enkele punten is gekozen voor een aangepaste uitwerking of toevoeging. Daarbij hebben wij ons laten leiden door de bestaande praktijk en specifieke lokale wensen.
Om inzicht te verschaffen in wat er veranderd is in de nieuwe financiële verordening, zijn hieronder de verschillen met de huidige verordening in hoofdlijnen samengevat:
De huidige verordening evenals de modelverordening bestaat voor een deel uit bepalingen welke rechtstreeks zijn overgenomen van het BBV. Uit praktische overwegingen is er voor gekozen om in de nieuwe verordening te volstaan met een verwijzing naar het BBV. Het weglaten van deze bepalingen ontslaat de gemeente niet van hun verplichting om deze wetgeving na te leven.
Het budgetrecht wordt versoepeld voor kleine tussentijdse investeringen (tot € 15.000) en het jaarlijks overhevelen van de dekking voor beschikbaar gestelde kredieten. De inspanningen die we moeten leveren voor het autoriseren van deze budgetten staan naar onze mening niet in verhouding tot het belang wat hiermee gediend wordt.
Het artikel inzake de kostprijsberekening is uitgebreid met bepalingen inzake de toerekenbare rente en overhead. De uitgangspunten zoals hier geformuleerd hebben wij grotendeels al gehanteerd bij de tariefberekeningen voor het huidige boekjaar. Voor de toerekenbare rente over het eigen vermogen hebben wij een minimumpercentage van 3% opgenomen in de verordening.
Zoals gezegd hebben we bij het opstellen van de begroting 2017 al rekening gehouden met de nieuwe BBV voorschriften. Om deze reden wordt voorgesteld om de nieuwe verordening met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017 in te laten gaan.
Een alternatief is om de huidige Financiële verordening nu nog niet aan te passen, maar pas in een later stadium. Risico is dan, dat deze niet meer voldoet aan wet- en regelgeving; dit kan problemen opleveren bij de accountantscontrole.
De Financiële verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2017.
De financiële verordening 2017 wordt op de gebruikelijke wijze gepubliceerd met gelijktijdige intrekking van de huidige verordening.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ALPHEN-CHAAM
mr. M.M. Hendrickx mr. J.W.M.S. Minses
DE RAAD VAN DE GEMEENTE ALPHEN-CHAAM ;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13-11-17;
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten ;
Artikel 4 Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen
De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de lasten en baten per programma, het overzicht algemene dekkingsmiddelen, het bedrag voor overhead, het bedrag aan te betalen vennootschapsbelasting, het bedrag voor onvoorzien en de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves per programma.
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen van het meerjareninvesteringsplan hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, meldt het college dit via een tussentijdse rapportage aan de raad. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid.
Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar groter dan € 15.000, die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor. Investeringen kleiner dan € 15.000 worden gemeld in de tussentijdse rapportage.
Lopende kredieten (eenmalige uitgaven, verspreid over meerdere begrotingsjaren, die niet geactiveerd worden) en investeringskredieten (eenmalige uitgaven die geactiveerd worden) worden voor zover deze niet zijn aangewend, overgeheveld naar het volgende begrotingsjaar. Voor het nog niet aangewende deel van lopende kredieten, die gedekt worden door structurele baten, vindt in het begrotingsjaar een dotatie aan de bestemmingsreserve “kredieten” plaats, zodat deze in het volgende begrotingsjaar als dekking ingezet kan worden. Voor het nog niet aangewende deel van lopende kredieten, die gedekt worden door middel van een onttrekking aan een reserve, wordt betreffende reserve ook in het volgende jaar als dekking ingezet.
Artikel 5 Tussentijdse rapportages
Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen indien de begrotingspost onvoorziene uitgaven wordt overschreden. Bij raadsvoorstellen met als dekking de begrotingsposten onvoorziene uitgaven dient ook altijd het saldo van deze post vermeld te worden.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijn de activa, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van het bij de begroting geraamde rentepercentage van de rentekosten op de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten en het rentepercentage van de rentevergoeding over de reserves en de voorzieningen zoals bepaald overeenkomstig het vierde en vijfde lid. De uitkomst van dit percentage van de omslagrente wordt op een half procent afgerond.
Het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen in de omslagrente voor de kostprijsberekening wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. De hoogte van het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen wordt bepaald aan de hand van de bij de begroting geraamde rentekosten als percentage van de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten. De uitkomst van dit rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen wordt op een half procent afgerond.
Artikel 10 Vaststelling tarieven belastingen, rechten, heffingen en diensten
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven
voor belastingen, rechten en heffingen en geleverde diensten. De raad stelt de tarieven vast.
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
Artikel 12 Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf bedrijfsvoering de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
Artikel 19 Financiële organisatie
Het college draagt het bestuur van de uitvoeringsorganisatie op om te zorgen voor en vast te leggen:
Het college zorgt voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-217235.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.