Aanvulling van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 met de voorziening Combinatiefunctie Voor- en Vroegschool.

 

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 20 februari 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 704);

Gelet op:

  • -

    artikelen 6 en 140 van de Wet op het primair onderwijs;

  • -

    artikel 3 van de Verordening op het Lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2014,

 

Besluit:

 

de door het college op 20 februari 2018 vastgestelde tijdelijke aanvullende Voorziening Combinatiefunctie Voor- en Vroegschool te bekrachtigen en deze voorziening als bijlage 28 toe te voegen aan de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 (VloA 2014).

 

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam

Bijlage 28 Voorziening Combinatiefunctie Voor- en Vroegschool

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze voorziening wordt verstaan onder:

  • a.

    Combinatiefunctie: functie waarbij een pedagogisch medewerk(st)er op MBO (3/4) of HBO niveau zowel werkzaam is op een voorschool als op de vroegschool om de doorgaande leerlijn vorm te geven;;

  • b.

    Combinatiefunctionaris: pedagogisch medewerk(st)er op MBO (3/4) of HBO niveau werkzaam op zowel de voorschool als de vroegschool die de combinatiefunctie uitvoert en die voldoet aan de taalnorm en vve-gecertificeerd is ;

  • c.

    Dagdeel: 3 aaneengesloten uren in binnen een schooldag

  • d.

    Gekoppelde voorschool: een voorschool met een samenwerkingsverband met de vroegschool, zoals geregistreerd in de schoolwijzer;

  • e.

    Kleutergroep: groep 1 of 2 of een combinatie daarvan op een basisschool.

  • f.

    Samenwerkingspartners: het schoolbestuur onder wiens gezag de vroegschool valt en de door de gemeente erkende houder van de aan de vroegschool gekoppelde voorschool, die gezamenlijk zorgdragen voor de combinatiefunctie; .

  • g.

    Taalnorm: de landelijke norm voor spreek- en leesvaardigheden Nederlandse taal op niveau 3F en schrijfvaardigheden op niveau 2F voor beroepskrachten op voor- en vroegscholen;

  • h.

    Vroegschool: een basisschool waar vroegschoolse educatie wordt aangeboden aan leerlingen in de kleutergroepen, waarbij sprake is van meer dan 10% gewichtenleerlingen krachtens de Wpo;

  • i.

    Vroegschoolvariant: een basisschool waar vroegschoolse educatie wordt aangeboden in de kleutergroepen waarbij sprake is van maximaal 10% gewichtenleerlingen krachtens de Wpo;

  • j.

    voorschoolse educatie: een door de gemeente gesubsidieerd onderwijsprogramma dat gericht is op het verminderen van onderwijsachterstanden;

  • k.

    Voorschool: kindercentrum waar op een groep van maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar een door de gemeente gesubsidieerd onderwijsprogramma wordt uitgevoerd gericht op het verminderen van onderwijsachterstanden;

  • l.

    Vve-programma: programma waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • m.

    VVE: Voor- en Vroegschoolse Educatie:

Artikel 2. Doel voorziening

Het doel van de voorziening is het stimuleren van een doorlopende leerlijn van peuter naar kleuter door de extra inzet van een combinatiefunctionaris in een kleutergroep naast de gebruikelijke bezetting van leerkrachten en onderwijsassistenten, waardoor hetzelfde pedagogisch klimaat in zowel de voorschool als de vroegschool geborgd wordt.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

Het college kan een periodieke subsidie van € 3.894,0o verlenen voor de kosten verbonden aan de inzet van een combinatiefunctionaris voor een dagdeel per week gedurende een schooljaar in een kleutergroep van een basisschool die erkend is als vroegschool.

 

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4. Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond van de voorziening Combinatiefunctie VVE bedraagt voor het schooljaar 2018-2019 € 2.000.000.

  • 2.

    Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

     

Hoofdstuk 3 Aanvraag

Artikel 5. De aanvrager

Deze voorziening kan uitsluitend worden aangevraagd door een schoolbestuur ten behoeve van een of meerdere onder zijn gezag vallende basisscholen.

Artikel 6 . Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag

verstrekt: een samenwerkingsdocument inclusief een bijbehorende begroting van het schoolbestuur onder wiens gezag de vroegschool valt en de door de gemeente erkende houder van de aan de vroegschool gekoppelde voorschool, waarin zij aangeven:

  • a.

    op welke wijze de samenwerkingspartners gezamenlijk vorm willen geven aan de combinatiefunctie en de daarbij behorende doelen en resultaten;

  • b.

    op welke wijze de combinatiefunctionaris wordt aangesteld op de vroegschool;

  • c.

    of de leerkracht, de onderwijsassistent en de combinatiefunctionaris voldoen aan de taalnorm en de VVE-certificering;

  • d.

    de wijze waarop de combinatiefunctionaris wordt begeleid door de basisschool;

  • e.

    met welk vve-programma de voorschool en vroegschool werken;

  • f.

    van welk gezamenlijk ontwikkel-volg-systeem de samenwerkingspartners gebruik maken;

  • g.

    op welke wijze na het uitvoeren van de activiteiten wordt geëvalueerd of de gestelde resultaten zijn bereikt;.

  • h.

    of de combinatiefunctionaris als onderdeel wordt opgenomen in de uitvoeringsafspraken van de alles-in-één school;

Artikel 7. Aanvraagtermijn periodieke subsidie

In afwijking van artikel 5, tweede lid van de VloA 2014 wordt een aanvraag voor een subsidie voor 1 april 2018 ingediend bij het college.

 

Hoofdstuk 4 Verstrekking voorziening en verlening subsidie

Artikel 8. Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het college een subsidie te verlenen als:

  • a.

    de basisschool erkend is als vroegschoolvariant;

  • b.

    als de basisschool niet in aanmerking komt voor de Voorziening Vroegschool, Bijlage 8 van de VloA 2014;

  • c.

    de basisschool niet voldoet aan de basiskwaliteit van de Onderwijsinspectie;

  • d.

    de voorschool niet voldoet aan de wettelijke -en Amsterdamse kwaliteitseisen voor de VVE;

  • e.

    de pedagogisch medewerker die wordt voorgedragen voor de combinatiefunctie, niet werkzaam is op de gekoppelde voorschool;

  • f.

    de vroegschool niet werkt met een erkend VVE-programma;

  • g.

    de gekoppelde voorschool een startsubsidie ontvangt op grond van de Subsidieregeling Voorschoolse Educatie Amsterdam 2018

     

Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 9. Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013 zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de leerkrachten en onderwijsassistenten die worden ingezet voor de uitvoering van vroegschoolse educatie voldoen aan de taalnorm en zijn aanvullend geschoold voor de vroegschoolse educatie;

  • b.

    de vroegschool en gekoppelde voorschool maken gebruik van een gezamenlijk ontwikkel-volg-systeem voor de VVE;

  • c.

    de combinatiefunctionaris mag uitsluitend worden ingezet boven op de normale voor de kleutergroep geldende personele bezetting en niet worden ingezet ter vervanging van leerkrachten bij ziekte of lerarentekort .

     

Hoofdstuk 6 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 10.Verantwoording en vaststelling

In aanvulling op artikel 14 van de ASA 2013 verstrekt het schoolbestuur in het kader van de aanvraag om vaststelling van de subsidie informatie waaruit blijkt:

  • a.

    hoeveel het schoolbestuur per basisschool aantoonbaar gebruik heeft gemaakt in uren van de combinatiefunctionaris. Deze informatie kan worden verstrekt door het overleggen van een bewijs van aanstelling dan wel detachering;

  • b.

    de inzet in uren van de combinatiefunctionaris op een vroegschool gedifferentieerd naar groepen waar de combinatiefunctionaris is ingezet;

  • c.

    een evaluatie van de inzet van de combinatiefunctionaris aan de hand van datgene dat hierover is opgenomen in het samenwerkingsdocument.

     

Hoofdstuk 7 Slotbepaling

Artikel 11. inwerkingtreding en duur

Deze voorziening treedt in werking een dag na publicatie in het Gemeenteblad en eindigt van rechtswege op 31 december 2019.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Voorziening Combinatiefunctie VVE

 

 

Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd in zijn vergadering op 19 september 2018.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Marijke Pe

Toelichting

 

Algemeen

De gemeente zet in op de kwaliteit van de voorschoolse educatie op de voorscholen. Een van de speerpunten uit het beleidsplan “ontwikkelrecht voor alle peuters” betreft het goed laten aansluiten van de peutervoorzieningen op kleutergroepen van de basisscholen onder meer door inzet van de de combinatiefunctie

De combinatiefunctie houdt in dat de gecertificeerde pedagogisch medewerkster van de voorschool een dagdeel per week meedraait in de kleuterklas van de gekoppelde vroegschool Zij levert een inhoudelijk en zinvolle bijdrage aan de doorgaande ontwikkeling binnen de voor- en vroegschoolse educatie. Deze functie draagt ook bij aan een intensivering van de samenwerking tussen voor- en vroegschool en verbetering van de expertises.

Deze functie kan ook uitgevoerd worden door een hbo opgeleide pedagogisch medewerker in de vve (hbo’er op de groep), die sinds 2014 als extra inzet worden gefinancierd door de gemeente.

De voorziening Combinatiefunctie VVE is begonnen als pilot met 22 scholen (1e fase) en is in de 2e fase uitgebreid naar 32 scholen. De combinatiefunctie is aanvankelijk opgenomen als onderdeel in de uitvoeringsafspraken van de alles-in-een school.

Binnen de pilot zijn de middelen verstrekt aan de voorschoolorganisaties waar de pedagogisch medewerkers werkzaam zijn. Nu de combinatiefunctie als structurele voorziening wordt opgenomen, krijgen de schoolbesturen de regie om zelf de combinatiefunctie in te kopen middels de VLOA. De voorziening kan alleen aangevraagd worden voor reguliere vroegscholen, omdat daar de meeste doelgroepleerlingen geplaatst zijn. Vroegschoolvariantscholen zijn uitgesloten van deze voorziening.

Er hebben 32 vroegscholen meegedaan aan de pilot. Dat betekent dat er nog 104 vroegscholen resteren die nog geen combinatiefunctie hebben.

De voorziening wordt nu aangedragen als aparte extra voorziening omdat de VLOA 2018-2019 al is vastgesteld. De werkgroep vroegschool werkt aan een opgave om de vroegschoolvoorziening inclusief coördinatie te herijken voor 2019-2020. De combinatiefunctie zal dan als structurele voorziening hierin worden opgenomen.

 

Artikel 1 Begripsbeschrijvingen

Geen toelichting

 

Artikel 2 doel van de voorziening

Het doel van de voorziening is een goede doorlopende ontwikkeling van peuter naar kleuter. Door de herkenning van de persoon van de combinatiefunctionaris, thema’s en methodiek heeft de peuter een veilige, vertrouwde en herkenbare overgang van voorschool naar de basisschool. Daarnaast daagt door de inzet van de combinatiefunctie school en kindcentrum uit gebruik te maken van elkaars personeel en expertise, wat de samenwerking en doorgaande lijn versterkt en borgt. Daarvoor is een nauwe samenwerking tussen voor- en vroegschool essentieel. Voor deze methode is een breed draagvlak binnen het veld.

Met de combinatiefunctie kan de voorschoolprofessionals zich profileren als deskundig op het de gebied van het voor- en vroegschoolse programma en kennis van het jonge kind richting de basisschool. .

Door de krapte op de arbeidsmarkt dreigt er een groot tekort aan leraren, pedagogisch medewerkers en onderwijsondersteunend personeel. .De combinatiefunctie biedt een nieuwe mogelijkheid voor pedagogisch medewerkers die zowel qua inhoud als omvang aantrekkelijk kan zijn en doorstroommogelijkheden tussen kinderopvang en onderwijs bevordert. Dit is een positief neveneffect van deze inzet.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

De hoogte van het subsidiebedrag is berekend op basis van een vve gecertificeerde pedagogisch medewerker van de voorschool die een aaneengesloten blok van drie uur per week gedurende een schooljaar van 40 weken werkt op een vroegschool. Dit kan zowel een mbo als hbo opgeleide medewerker zijn. Het uurtarief a € 32,45 is een gemiddelde van een mbo en hbo tarief conform de cao Kinderopvang.

 

Artikel 4 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de Combinatiefunctie is voor 2018 vastgesteld op 2 miljoen Euro, ervan uitgaande dat maximaal 95% van de vroegschoolgroepen gebruik zal maken van deze voorziening.

 

Artikel 5 De aanvrager

Geen toelichting

 

Artikel 6 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

Al hoewel de scholen verantwoordelijk zijn voor de aanvraag van de voorziening, moet wel uit de aanvraag blijken dat deze door de samenwerkingspartners gezamenlijk wordt gedragen. In het samenwerkingsdocument (aanvraagformulier) moeten zij aangeven op welke wijze zij vormgeven aan de samenwerking. Verder moeten zij aantonen of zij voldoen aan de vereisten om voor de subsidie in aanmerking te komen.

 

Artikel 7 Aanvraagtermijn periodieke subsidie

Geen toelichting

 

Artikel 8 Weigeringsgronden

Een aanvraag wordt onder meer afgewezen als de basisschool of de voorschool de kwaliteit niet op orde hebben, of als de voorgedragen combinatiefunctionaris niet in dienst is de gekoppelde voorschool.

Startende voorscholen worden eveneens uitgesloten. Dus wanneer een vroegschool ervoor kiest te wisselen van voorschoolpartner, zal de voorschool eerst volledig moeten voldoen aan de randvoorwaarden die gelden voor een periodieke subsidie die wordt verleend op grond van de subsidieregeling Voorschoolse Educatie Amsterdam 2018. Dat houdt in dat na erkenning er eerst een jaarlijkse GGD inspectie met goed gevolg is uitgevoerd.

 

Artikel 9 Aanvullende verplichtingen

Deze verplichten kunnen gedurende de loop van de subsidie worden ingelost. Indien het nog niet op orde is bij de aanvraag, wordt hen nog een tijd gegund om aan deze verplichtingen te voldoen. Het gaat daarbij om de volgende verplichtingen.

Een basisschool is verplicht om er voor te zorgen dat het onderwijspersoneel voldoet aan de taalnorm en aanvullend is geschoold op het gebied van de VVE.

De voorschool en vroegschool moeten werken met een gezamenlijk ontwikkel-volg-systeem voor de VVE.

De combinatiefunctionaris mag niet worden ingezet al vervanger voor het reguliere personeel.

 

Artikel 10 Verantwoording en vaststelling

In aanvulling op de normale verantwoording van een voorziening dient een schoolbestuur aan te tonen op welk wijze hij gebruik heeft gemaakt van combinatiefunctionarissen. Per groep dient hij inzichtelijk te maken het aantal uren dat een combinatiefunctionaris is ingezet. Ook dienen de samenwerkingspartners de inzet van de combinatiefunctionaris te evalueren aan de hand van de aspecten genoemd in het samenwerkingsdocument.

 

Artikel 11 inwerkingtreding en duur

Geen toelichting.

 

Artikel 12. Citeertitel

Geen toelichting

 

 

Naar boven