Verordening tot aanwijzing van interferentiegebieden in verband met de installatie van bodemenergiesystemen

De raad van de gemeente Roosendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 december 2017;

 

gelet op de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet, artikel 2.2b van het Besluit omgevingsrecht en artikel 18 Wet bodembescherming;

 

overwegende dat bij gemeentelijke verordening zogenaamde interferentiegebieden kunnen worden aangewezen, als gevolg waarvan voor het installeren van een klein gesloten bodemenergiesysteem een omgevingsvergunning in die gebieden verplicht wordt;

 

overwegende dat bij gemeentelijke verordening de aanwijzing van deze bevoegdheid gedelegeerd kan worden aan burgemeester en wethouders;

 

verder overwegende dat in de bij dit besluit aan te wijzen interferentiegebieden ’t Zand en de Bulkstraat grote drukte van de bodemenergiesystemen wordt verwacht, het derhalve nodig is dat negatieve interferentie wordt voorkomen en dat daarom een vergunningplicht wenselijk is;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de Verordening tot aanwijzing van interferentiegebieden in verband met de installatie van bodemenergiesystemen.

Artikel 1 Aanwijzing interferentiegebieden

Ter voorkoming van interferentie tussen gesloten of open bodemenergiesystemen onderling of anderszins ter bevordering van een doelmatig gebruik van bodemenergie, worden de gebieden conform de in bijlage 1 opgenomen kaarten, aangewezen tot interferentiegebied als bedoeld in artikel 2.2a, zesde lid van het Besluit Omgevingsrecht.

 

Artikel 2 Delegatie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nieuwe interferentiegebieden aan te wijzen en vast te stellen en de grenzen van een interferentiegebied te wijzigen en opnieuw vast te stellen, indien zij van oordeel zijn dat dit ter voorkoming van interferentie tussen gesloten of open bodemenergiesystemen onderling of anderszins ter bevordering van een doelmatig gebruik van bodemenergie nodig is.

 

Artikel 3 Overgangsrecht

Op een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, evenals op enig bezwaar of beroep, ingesteld tegen een beslissing over een dergelijke aanvraag, is deze verordening niet van toepassing.

 

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

 

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 januari 2018,

 

de griffier, de voorzitter,

 

Bijlage  

Naar boven