Raadsbesluit 3e wijziging Algemene plaatselijke verordening

De raad van de gemeente Terneuzen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2018 en nummer 258990;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 2.1, derde lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, artikel 64, tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s;

gezien het advies van de commissie Bestuur en Middelen;

besluit vast te stellen de derde wijziging van de APV Terneuzen 2015.

Artikel I

De APV Terneuzen 2015 wordt gewijzigd als volgt:

 

A

In artikel 2:25 worden, onder vernummering van het tweede tot en met het vijfde lid tot het derde tot en met het zevende lid, twee leden ingevoegd, luidende:

2. Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd.

5. Onverminderd het bepaalde in lid 4 kan voor een klein evenement artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen van toepassing zijn. Indien dit het geval is, moet een melding op grond van dit artikel worden ingediend.

 

B

Artikel 2:78, lid 1 en 2 komen te luiden:

1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een bevel geven zich gedurende ten hoogste 48 uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.

2. Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste acht weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.

 

C

1. In het opschrift van hoofdstuk 6 wordt ‘Straf-,’ vervangen door : ‘Sanctie-,’.

2. Het opschrift van artikel 6:1 komt te luiden:

Artikel 6:1 Sanctiebepaling

3. Aan artikel 6:1 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. In geval van overtreding van de krachtens artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s gestelde regels kan het college een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste de geldboete, bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s.

 

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 september 2018.

De voorzitter,

De griffier,

Naar boven