1e Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari 2018, gemeente Berkelland

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland;

 

gelezen het voorstel van 14 augustus 2018;

 

besluit:

 

vast te stellen de “1e wijziging van de Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2018”, waarbij de Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2018, besluit van 14 november 2017 als volgt wordt gewijzigd.

 

ARTIKELI
  • A.

    In artikel 9 wordt na het vijfde gedachtestreepje ingevoegd:

    • -

      Verzuim invorderingsambtenaar bij uitbetaling;

  • B.

    Artikel 14.1.10 wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      In de eerste alinea wordt ‘dan kan de invorderingsambtenaar kiezen voor een onderhandse verkoop.' vervangen door: vraagt de invorderingsambtenaar de belastingschuldige om instemming met de onderhandse verkoop. Indien de belastingschuldige zijn instemming niet verleent en daarbij geen redelijk belang heeft, kan de invorderingsambtenaar besluiten over te gaan tot onderhandse verkoop.

    • 2.

      Aan de tweede alinea wordt een volzin toegevoegd, luidend:

      De invorderingsambtenaar heft het beslag niet op wanneer het aangeboden bedrag direct of indirect uit het vermogen van de belastingschuldige afkomstig is.

  • C.

    Na artikel 14.4.5 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidend:

    14.4.5a Derdenbeslag en kosten van levensonderhoud

    Wanneer de invorderingsambtenaar derdenbeslag legt als gevolg waarvan de belastingschuldige niet meer kan voorzien in zijn levensonderhoud, verleent de invorderingsambtenaar zijn medewerking aan (gedeeltelijke) opheffing van het beslag dan wel stelt hij een passend deel van het door de derde betaalde bedrag beschikbaar aan de belastingschuldige. De invorderingsambtenaar verleent slechts medewerking onder voorwaarde dat de belastingschuldige voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij als gevolg van het beslag gedurende een bepaalde periode niet meer kan voorzien in de kosten van levensonderhoud. Voor de vaststelling van het passend deel gaat de invorderingsambtenaar uit van de kosten van bestaan als bedoeld in artikel 16 van de regeling.

  • D.

    Artikel 17.1 wordt vervangen door:

    7.1  Aanhouden tenuitvoerlegging bij verzet

    Als de belastingschuldige zich in rechte verzet tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel, houdt de invorderingsambtenaar de (verdere) tenuitvoerlegging van het dwangbevel aan, tenzij:

    • -

      de gronden van het verzet voor de invorderingsambtenaar geen aanleiding vormen om de tenuitvoerlegging aan te houden en

    • -

      de belangen van de gemeente worden geschaad door uitstel van de tenuitvoerlegging.

  • E.

    Artikel 19.1.8 wordt als volgt gewijzigd:

     

    In artikel 19.1.8 worden na de eerste volzin twee volzinnen ingevoegd, luidende:

     

    Als de vordering ziet op een belastingschuld die materieel is ontstaan in de periode vóór het aangaan van het huwelijk, beperkt de invorderingsambtenaar zijn vordering tot de helft van het voor beslag vatbare deel van de periodieke betalingen. Deze beperking geldt niet als de echtgenoot instemt met verhaal op het geheel.

  • F.

    In artikel 26 wordt de derde alinea beginnend met “Bij de berekening van de kwijtschelding” en eindigend met “waarin dit percentage is vastgesteld” vervangen door:

     

    Bij de berekening van de kwijtschelding worden de kosten van bestaan gesteld op 100% van het inkomen van de belastingschuldige (zie het raadsbesluit van 19 december 2017, waarin dit percentage is vastgesteld).

  • G.

    Artikel 26.2.15A vervalt.

     

  • H.

    In artikel 26.2.19 wordt ‘€ 85’ door ‘€ 81’ en wordt ‘€ 39’ vervangen door ‘€ 34’.

     

  • I.

    Na artikel 26.3.8 wordt een artikel ingevoegd, luidend:

     

  • J.

    26.3.9 Betaling bedrag saneringsakkoord

    Betaling van het bedrag van het saneringsakkoord vindt in beginsel zonder uitstel plaats. De invorderingsambtenaar kan echter toestaan dat het bedrag in termijnen wordt betaald. Dit kan enkel indien de belastingschuldige een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent en aannemelijk maakt dat de termijnen, bedoeld in de tweede volzin, evenals de nieuw opkomende fiscale verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen. In het geval de invorderingsambtenaar betaling in termijnen heeft toegestaan, treedt hij voorwaardelijk toe tot het akkoord. Op de betalingsregeling voor het bedrag van het saneringsakkoord zijn de artikelen 25.6.1 en 25.6.2 van toepassing met dien verstande dat in afwijking van:

    • -

      artikel 25.4.3 van deze leidraad geen verrekening plaatsvindt van belastingteruggaven en andere teruggaven voor zover die materieel zijn ontstaan na de dag waarop het verzoek tot het sluiten van het saneringsakkoord is ingediend;

    • -

      artikel 25.6.1 van deze leidraad de looptijd van twaalf maanden aanvangt op de dag na de dagtekening van de voorwaardelijke beschikking tot kwijtschelding;

    • -

      artikel 25.6.2 van deze leidraad de belastingschuldige nieuw opkomende fiscale en andere financiële verplichtingen, waarvan de invordering aan de invorderingsambtenaar is opgedragen, niet alleen gedurende de uitstelregeling, maar gedurende de gehele looptijd van de saneringsprocedure nakomt;

    • -

      artikel 25.6.2 van deze leidraad de belastingschuldige geen zekerheid hoeft te stellen.

  • Kwijtschelding wordt pas verleend indien het saneringsakkoord in al zijn onderdelen is nagekomen.

  • J.

    In artikel 31 en artikel 31a wordt ‘Verder’ vervangen door: Er.

     

  • K.

    Artikel 33.5 vervalt.

     

  • L.

    Artikel 73.6.2 wordt vervangen door:

     

    73.6.2 Voorwaarden voor toetreding tot een buitengerechtelijk akkoord

    De invorderingsambtenaar moet zich er eerst van verzekeren of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat de wettelijke schuldsaneringsregeling van toepassing zal worden verklaard. Van belang voor de beantwoording van die vraag is artikel 288 FW dat de weigeringsgronden voor de rechter bevat op een verzoek om toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling.

     

  • M.

    Na artikel 73.6.2 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidend:

     

    73.6.2a Betaling bedrag saneringsakkoord

    Betaling van het bedrag van het saneringsakkoord vindt in beginsel zonder uitstel plaats. De invorderingsambtenaar kan toestaan dat het bedrag in termijnen wordt betaald. Dit kan enkel indien belastingschuldige een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent en aannemelijk maakt dat de termijnen, bedoeld in de tweede volzin, evenals de nieuw opkomende fiscale verplichtingen tijdig zullen worden nagekomen. In dat geval treedt de invorderingsambtenaar voorwaardelijk toe tot het akkoord. Op de uitstelregeling voor het bedrag van het saneringsakkoord zijn de artikelen 25.6.1 en 25.6.2 van toepassing met dien verstande dat in afwijking van:

    • -

      artikel 25.4.3 van deze leidraad geen verrekening plaatsvindt van belastingteruggaven en andere teruggaven die materieel zijn ontstaan na de dag waarop het verzoek tot het sluiten van het saneringsakkoord is ingediend;

    • -

      artikel 25.6.1 van deze leidraad de looptijd van twaalf maanden aanvangt op de dag na de dagtekening van de voorwaardelijke beschikking tot kwijtschelding;

    • -

      artikel 25.6.2 van deze leidraad de belastingschuldige nieuw opkomende fiscale en andere financiële verplichtingen, waarvan de invordering aan de invorderingsambtenaar is opgedragen, niet alleen gedurende de uitstelregeling, maar gedurende de gehele looptijd van de saneringsprocedure nakomt;

    • -

      artikel 25.6.2a van deze leidraad belastingschuldige geen zekerheid hoeft te stellen.

  • De invorderingsambtenaar verleent pas kwijtschelding indien het saneringsakkoord in al zijn onderdelen is nagekomen.

    Als in het buitengerechtelijk akkoord belastingschulden zijn begrepen waarvoor derden aansprakelijk kunnen worden gesteld, neemt de invorderingsambtenaar als voorwaarde op dat de kwijtschelding pas wordt geëffectueerd op het moment dat op grond van die aansprakelijkheid geen baten meer kunnen worden verkregen. De invorderingsambtenaar ziet van deze voorwaarde af als in het aangeboden bedrag de baten in de aansprakelijkheid tot uitdrukking komen.

    De invorderingsambtenaar stemt alleen in met een buitengerechtelijk akkoord als het bodemvoorrecht of de waarde van de bodemzaken tot uitdrukking komt in het aangeboden bedrag.

ARTIKEL II  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: 1e Wijziging leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2018.

 

 

 

Berkelland, 14 augustus 2018

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

M. Broers

de burgemeester,

J. van Oostrum

Naar boven