Wijzigen van de Voorziening tegemoetkoming in aanvulling op cao vergoede reiskosten (Bijlage 25 Verordening op het Lokaal onderwijsbeleid in Amsterdam 2014) en vaststellen subsidieplafond voor het schooljaar 2018/2019, gemeente Amsterdam

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

 

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 18 september 2018  hebben besloten:

 

Vast te stellen de aanvullende Voorziening tegemoetkoming in aanvulling op cao vergoede reiskosten, zoals opgenomen in bijlage 1.

 

De praktijk leert dat de reiskosten voor leraren, onderwijsondersteunend personeel en directieleden buiten de stad een belangrijke belemmering vormen voor scholen bij het werven van leraren. Met deze voorziening komen alle schoolbesturen primair onderwijs (po), voortgezet onderwijs (vo) en (voortgezet) speciaal onderwijs (v)so in aanmerking voor een subsidie als tegemoetkoming in de extra kosten verbonden aan de boven de cao’s liggende reiskostenvergoeding voor leraren, onderwijsondersteunend personeel en directieleden die op meer dan 21,5 (po en (v)so) of 25 km (vo) afstand van de werkplek wonen.

 

Het subsidieplafond voor de aanvullende Voorziening tegemoetkoming in aanvulling op cao vergoede reiskosten voor het schooljaar 2018-2019 wordt vastgesteld op €900.000.

 

De gemeente ondersteunt het onderwijsveld bij het tegengaan van de onderwijspersoneelstekorten, door het scheppen van goede randvoorwaarden voor het behoud en instroom van leraren.

Met de Voorziening tegemoetkoming in aanvulling op cao vergoede reiskosten worden Amsterdamse schoolbesturen ondersteund om een hogere reiskostenvergoeding te verstrekken aan leraren, onderwijsondersteunend personeel en directieleden die buiten de regio Amsterdam wonen dan op basis van de onderwijscao’s gebruikelijk is. Voor de onderwijspersoneelsleden buiten de regio Amsterdam kunnen de reiskosten van en naar werk enorm oplopen. De voorziening moet ertoe leiden dat de te verwachten onderwijspersoneelstekorten in Amsterdam tegen gegaan worden.

 

Burgemeester en wethouders voornoemd,

 

E. van der Burg, (loco)burgemeester A.H.P. Van Gils, secretaris

 

Bijlage 1: Subsidieregeling tegemoetkoming in aanvulling op cao vergoede reiskosten.

 

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014

 

Bijlage 25: Voorziening tegemoetkoming in aanvulling op cao vergoede reiskosten

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    OOP: onderwijsondersteunend personeel ;

  • b.

    Personeelsleden: Leraren, onderwijsondersteunend personeel (OOP) en directieleden volgens de Wet op het voortgezet onderwijs (VO), de Wet op het primair onderwijs (PO) of de Wet op de expertisecentra ((V)SO) , werkzaam op een Amsterdamse school of in een vervangingspool van een schoolbestuur of van samenwerkende schoolbesturen;

  • c.

    (V)SO: (Voortgezet) speciaal onderwijs

 

Artikel 2. Doel voorziening

  • 1.

    Het doel van de voorziening is om in het kader van het lerarentekort in Amsterdam schoolbesturen te ondersteunen bij het werven van nieuwe en het behouden van leraren, OOP en schooldirectieleden, die verder weg wonen van hun werklocatie dan 21,5 km (PO) en 25 km (VO).

  • 2.

    Dit doel wordt bereikt door schoolbesturen in staat te stellen om aan de in het eerste lid genoemde personeelsleden een hogere tegemoetkoming te verstrekken in de kosten verbonden aan het woon-werkverkeer dan op basis van de cao’s PO en VO gebruikelijk is.

 

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten en de hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het college kan per schooljaar een eenmalig subsidie verlenen als bijdrage in de kosten die een bestuur maakt, in aanvulling op de vergoedingen die de cao’s PO en VO voorschrijven voor woon-werkverkeer van leraren, OOP en directieleden die verder weg wonen van hun werklocatie dan 21,5 km (PO) en 25 km (VO).

  • 2.

    De hoogte van de subsidie wordt berekend op basis van de uitkomst van de volgende som: aantal fte per afstandscategorie genoemd in de in lid 3 opgenomen tabel, vermenigvuldigd met het van toepassing zijnde bedrag per schooljaar.

  • 3.

     

Afstand woon-werk enkele reis

Maximale vergoeding gemeente per leraar per schooljaar (uitgaande van 10 maanden)

21,5-25 km

€ 345

25-30 km

€ 440

30-40 km

€ 598

Meer dan 40 km

€ 880

 

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4. Subsidieplafond

  • 1.

    Het college stelt voor deze voorziening voor het schooljaar 2017-2018 en voor het schooljaar 2018-2019 een afzonderlijk subsidieplafond vast.

  • 2.

    Indien het subsidieplafond onvoldoende is om alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen te honoreren, vermindert het college de te verlenen subsidies met eenzelfde percentage, zodat het subsidieplafond wel toereikend is.

  

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5. De aanvrager

De voorziening tegemoetkoming openbaar vervoer kan uitsluitend door het schoolbestuur PO, (V)SO of VO worden aangevraagd voor het personeel van de onder zijn gezag vallende scholen.

 

Artikel 6. Aanvraagtermijn en in behandeling name eenmalige subsidies

In afwijking van het bepaalde in artikel 5, eerste lid van de VloA 2014 kan een schoolbestuur deze voorziening aanvragen:

  • a.

    voor het schooljaar 2017 - 2018 van 13 november tot en met 15 december 2017;

  • b.

    voor het schooljaar 2018-2019 van 30 augustus tot en met 15 oktober 2018.

 

Artikel 7. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5, tweede lid van de ASA 2013 wordt bij de subsidieaanvraag

een begroting verstrekt , waarin een berekening is opgenomen van de meerkosten die een schoolbestuur maakt voor de reiskosten aanvullend op de cao .De berekening wordt gemaakt aan de hand van het aantal fte dat bij aanvang van het te subsidiëren schooljaar als bedoeld in artikel 6 bij het schoolbestuur werkzaam is , onderverdeeld naar de afstandscategorieën genoemd in artikel 3, derde lid.

 

Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 8. Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, is het schoolbestuur verplicht eenzelfde bedrag als het verleende subsidiebedrag voor de reiskosten van de leraren bedoeld in artikel 3, eerste lid bij te dragen per leraar, OOP of directielid.

 

Hoofdstuk 5 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 9. Verantwoording

In aanvulling op artikel 14 van de ASA 2013 verstrekt het schoolbestuur in het kader van de aanvraag om vaststelling van de subsidie informatie waaruit blijkt:

  • a.

    hoeveel fte op meer dan 21,5 km woonachtig waren gedurende de 10 maanden van het schooljaar waarop de verantwoording betrekking heeft, waarbij het schoolbestuur een onderverdeling maakt naar de afstandscategorieën genoemd in de tabel van artikel 3, tweede lid en de daarbij behorende bedragen aan uitgekeerde reiskostenvergoeding;.

  • b.

    het bedrag dat het schoolbestuur zelf heeft bijgedragen aan de reiskosten. 

Artikel 10. Overgangsbepaling

Een subsidie die is verleend op grond van de Voorziening tegemoetkoming in aanvulling op cao vergoede reiskosten , zoals vastgesteld door het college op 31 oktober 2017 en bekrachtigd door de gemeenteraad op 29 november 2017 (gemeenteblad 2017, nr. 334/1453), wordt vastgesteld op grond van de bepalingen van deze voorziening.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding en duur

Deze voorziening treedt in werking een dag na publicatie in het Gemeenteblad en eindigt van rechtswege op 1 januari 2020.

 

Toelichting

 

Inleiding

Amsterdamse scholen zijn in toenemende mate genoodzaakt om leraren, OOP en directieleden van buiten de stad te werven. Leraren die van buiten de regio moeten komen, maken relatief veel reiskosten, omdat de cao PO, respectievelijk VO de vergoeding maximeert bij 21,5 km (PO en (V)SO) en 25 km (VO). De cao PO is ook van toepassing op het (V)SO. De voorziening is bedoeld om nieuwe leraren, OOP en directieleden voor het Amsterdamse onderwijs te werven en leraren, OOP en directieleden die in dienst zijn te behouden.

 

De lage reiskostenvergoeding is voor veel leraren, OOP en directieleden een belemmering om in de stad les te (blijven) geven. Met deze regeling maken de schoolbesturen en de gemeente het aantrekkelijker om van buiten de stad les te komen of blijven geven. Met de Voorziening tegemoetkoming in aanvulling op cao vergoede reiskosten worden via de besturen de leraren OOP en directieleden die verder weg wonen dan de cao-grens gedeeltelijk tegemoet gekomen in deze reiskosten. De aanvullende reiskosten worden voor de helft vergoed door de gemeente en voorde andere helft door de schoolbesturen. Deze voorziening moet er voor zorgen dat de reiskosten minder een obstakel vormen om in Amsterdam les te komen of te blijven geven. Een ruimere reiskostenvergoeding maakt de stad een meer aantrekkelijke plek om voor het onderwijs te werken.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De gemeente zal de subsidie uitkeren aan de schoolbesturen De schoolbesturen zijn er vervolgens voor verantwoordelijk dat de tegemoetkoming voor de reiskosten bij hun personeel terecht komt.

 

Artikel 2

De subsidieregeling is een uitwerking van de Amsterdamse Lerarenagenda die onder andere tot doel heeft om bij te dragen aan voldoende en goed opgeleide leraren in Amsterdam.

 

Artikel 3

De gemeente vraagt een eigen bijdrage van de schoolbesturen van 50%. Dit kan het bestuur aantonen met een overzicht van de reiskosten conform cao en een overzicht van de te maken kosten ‘boven cao’. De gemeente heeft in kaart gebracht hoe de cao PO en VO eruit zou zien als deze zou doorlopen tot 50 km. Bij de berekening van de gemiddelde kosten is de gemeente uitgegaan van een dienstverband van 0,8 fte. In de tabel zijn vier categorieën opgenomen vanaf 21,5 km (PO en (V)SO) en 25 km (VO op basis van extrapolatie van de bestaande bedragen in de cao PO en VO).

 

Artikel 4

Het college stelt voor het schooljaar 2017-2018 en 2018-2019 een afzonderlijk subsidieplafond vast. Op grond van artikel 4:25 van de Awb dient het college een subsidie te weigeren zodra door het verstrekken van de subsidie het plafond wordt overschreden. Indien het subsidieplafond onvoldoende is om alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen te honoreren, worden alle te verlenen subsidies met eenzelfde percentage verlaagd, zodat het subsidieplafond toereikend zal zijn.

 

Artikel 6

De aanvraag voor deze voorziening mag alleen worden ingediend door het schoolbestuur.

 

Artikel 7

Het schoolbestuur dient bij de aanvraag om de subsidie een begroting te overleggen betreffende de geraamde meerkosten, dus de kosten aanvullend op de cao-vergoeding.

 

Artikel 8

De gemeente en de schoolbesturen gaan samen het lerarentekort tegen. De aanvullende reiskostenvergoeding betreft een cofinanciering en kan nooit alleen bestaan uit de subsidie van de gemeente. De extra bijdrage vanuit het schoolbestuur is tenminste even hoog als de subsidie vanuit de gemeente.

 

Artikel 9

Scholen dienen bij de verantwoording aan te kunnen tonen dat het bedrag is uitgekeerd aan reiskosten aan personen die verder weg woonden dan 21,5 km PO en 25 km VO.

 

Artikel 10

Behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 11

Behoeft geen nadere toelichting.

 

Naar boven