Taxiverordening Utrecht 2018

 

De raad van de gemeente Utrecht;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

gelet op Hoofdstuk V. Taxivervoer, en specifiek de artikelen 82, 82a, 82c en 87, van de Wet personenvervoer 2000;

overwegende dat de Wet personenvervoer 2000 de raad de bevoegdheid geeft regels te stellen die in het belang zijn van de kwaliteit van op de gemeentelijke openbare weg aangeboden taxivervoer;

BESLUIT

vast te stellen de verordening:

Taxiverordening Utrecht 2018

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. aanbieden van (straat)taxivervoer: zich met de auto waarmee taxivervoer wordt verricht, op de openbare weg bevinden, met het kennelijke doel van vervoerder of bestuurder consumenten te werven ten behoeve van taxivervoer, daaronder mede begrepen de situatie dat naar oordeel van het college niet aannemelijk kan worden gemaakt dat sprake is van taxivervoer op de bel- of contractmarkt;

b. kwaliteitsregels taxivervoer Utrecht: door het college vastgestelde kwaliteitsregels voor taxivervoer waaraan vergunninghouders in Utrecht moeten voldoen;

c. openbare weg: de openbare weg zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet;

d. taxichauffeur: bestuurder van een auto waarmee taxivervoer wordt verricht;

e. Utrechts keurmerkcertificaat: een bewijs van een door het college aangewezen onafhankelijke en professionele organisatie waaruit blijkt dat een taxichauffeur met goed gevolg de Utrechtse kwaliteitstoets taxivervoer heeft afgelegd. De toets kan bestaan uit een toets op vaardigheden en kennis en het volgen van cursussen.

f. Utrechtse kwaliteitstoets taxivervoer: een toets waaruit blijkt dat de taxichauffeur voldoet of kan voldoen aan de kwaliteitsregels taxivervoer Utrecht en andere uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen;

g. Utrechtse taxivergunning: een door het college afgegeven vergunning om op de openbare weg in de gemeente Utrecht taxivervoer te mogen aanbieden;

i. vergunninghouder: de houder van een Utrechtse taxivergunning.

j. volledige chauffeurskaart: door de bevoegde minister afgegeven nationaal document, waaruit blijkt dat de chauffeur voldoet aan de op grond van de Wet personenvervoer 2000 gestelde nationale eisen;

Artikel 2: Verbod- en gebodsbepalingen

1. Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college van burgemeester en wethouders verleende Utrechtse taxivergunning op de openbare weg taxivervoer aan te bieden;

2. Een vergunninghouder leeft tijdens het uitvoeren van de vergunningplichtige activiteiten, de in artikel 8, 9, 10 en 13 bedoelde regels, en de aan de Utrechtse taxivergunning verbonden voorschriften na.

Artikel 3: Aanvraagformulier

Voor het indienen van een aanvraag voor een Utrechtse taxivergunning wordt gebruik gemaakt van het door of namens het college van burgemeester en wethouders vastgestelde aanvraagformulier.

Artikel 4: Indieningsvereisten

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een Utrechtse taxivergunning dient de aanvrager in ieder geval:

a. het aanvraagformulier volledig en juist te hebben ingevuld;

b. in het bezit te zijn van een geldige volledige chauffeurskaart;

c. te beschikken over een vaste woon- of verblijfplaats

d. de leges voor het aanvragen van de Utrechtse taxivergunning te hebben voldaan.

Artikel 5 Eisen

Voor het verkrijgen van een Utrechtse taxivergunning mag de aanvrager niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn.

Artikel 6: Utrechts keurmerkcertificaat

1. De taxichauffeur die met goed gevolg de Utrechtse kwaliteitstoets taxivervoer aflegt, verkrijgt een Utrechts keurmerkcertificaat.

2. De toets wordt afgenomen door een of meerdere door het college van burgemeester en wethouders aangewezen onafhankelijke professionele organisaties.

3. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen over de inhoud van de Utrechtse kwaliteitstoets taxivervoer. De regels kunnen betrekking hebben op het toetsen van kennis en vaardigheden die de kwaliteit van het taxivervoer bevorderen, zoals:

a. het toetsen van kennis van de Utrechtse kwaliteitsregels, lokale wegen en evenementen, en

b. het toetsen van kennis en vaardigheden in de vorm van toetsen, cursussen, of trainingen op het gebied van professionaliteit dienstverlening, gastvrijheid, veiligheid, weerbaarheid en integriteit, of levensreddend handelen.

c. het afleggen van herexamens en zo nodig het afleggen van examens van aanvragers die over een Utrechtse taxivergunning beschikken of eerder over zo’n taxivergunning hebben beschikt.

Artikel 7: Weigeren Utrechtse taxivergunning

Het college van burgemeester en wethouders weigert de vergunning indien:

a. de aanvrager geen geldig Utrechts keurmerkcertificaat kan overleggen

b. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming is;

c. naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders aannemelijk is dat de aanvrager door zijn gedrag de kwaliteit van het lokale taxivervoer zal schaden;

d. de aanvrager niet aan de in artikel 5 omschreven eisen voldoet;

e. in een periode korter dan 12 maanden voor de aanvraag, een aanvraag voor een Utrechtse taxivergunning is geweigerd, tenzij de vergunning is geweigerd op een punt van ondergeschikt belang, waaronder niet wordt begrepen het niet tijdig verkrijgen van het Utrechts keurmerkcertificaat;

f. in een periode korter dan 24 maanden voor de aanvraag, een Utrechtse taxivergunning van aanvrager is ingetrokken, met uitzondering van de situatie dat door vergunninghouder zelf om intrekking is verzocht.

Artikel 8: Utrechtse taxivergunning

1. Het college van burgemeester en wethouders kan aan een Utrechtse taxivergunning voorschriften verbinden in het belang van de kwaliteit van het op de openbare weg aangeboden taxivervoer.

2. De Utrechtse taxivergunning wordt verleend voor een periode van maximaal vijf jaar.

3. Een Utrechtse taxivergunning staat op naam van de houder en is niet overdraagbaar.

4. De vergunninghouder dient een schorsing of intrekking van zijn volledige chauffeurskaart, of rijbewijs, direct schriftelijk aan het college te melden (uiterlijk binnen 3 werkdagen).

Artikel 9: Kwaliteitsregels taxivervoer Utrecht

1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd op de onderstaande terreinen kwaliteitsregels voor taxivervoer vast te stellen:

a. professionaliteit dienstverlening;

b. vervoer van de klant;

c. informatie over tarieven;

d. kennis van de lokale verkeerssituatie;

e. staat van het taxivoertuig;

f. klachtenprocedure t.b.v. de klant;

g. gedrag op de standplaats;

h. gedrag tegenover collega-taxichauffeurs;

i. overige regels voorzover deze betrekking hebben op de kwaliteit van het taxivervoer.

2. Een taxichauffeur weigert klanten geen ritten naar een bestemming in de gemeente Utrecht, De Bilt, Zeist, Bunnik, Houten, Vianen, Nieuwegein, IJsselstein, Woerden en Stichtse Vecht. De vervoerplicht geldt niet als de klant zich niet correct gedraagt. Een taxichauffeur vervoert klanten via de meest gunstige weg, tenzij de reiziger opdracht geeft langs een andere weg te rijden. De meest gunstige weg is de snelste weg of de economisch meest voordelige route.

Artikel 10: Herkenbaarheid taxichauffeur

1. Door of namens het college van burgemeester en wethouders wordt het identificatiemiddel vastgesteld waarmee de herkenbaarheid van de taxichauffeur wordt gewaarborgd.

2. Het identificatiemiddel wordt zichtbaar onder de voorruit van het taxivoertuig bevestigd.

3. Het identificatiemiddel is niet overdraagbaar.

Artikel 11: Schorsing of intrekking vergunning

1. De Utrechtse taxivergunning vervalt van rechtswege indien de volledige chauffeurskaart of het rijbewijs wordt ingetrokken. De Utrechtse taxivergunning is van rechtswege geschorst indien de volledige chauffeurskaart of het rijbewijs is geschorst, deze schorsing geldt voor de periode waarvoor de volledige chauffeurskaart of het rijbewijs is geschorst. De Utrechtse taxivergunning is van rechtswege geschorst voor de periode waarbinnen een Ontzegging Besturen Motorrijtuigen (OBM) is opgelegd.

2. Het college van burgemeester en wethouders trekt een Utrechts taxivergunning in indien :

a. de vergunninghouder naar het oordeel van het college door zijn gedrag de kwaliteit van het lokale taxivervoer heeft geschaad of kan schaden;

b. de vergunninghouder naar het oordeel van het college door zijn gedrag een klant in gevaar heeft gebracht of in gevaar kan brengen;

c. de aanvrager niet langer aan de in artikel 5 omschreven eisen voldoet.

3. Het college van burgemeester en wethouders kan een Utrechtse taxivergunning schorsen of intrekken indien:

a. de vergunninghouder het aanvraagformulier niet juist of onvolledig blijkt te hebben ingevuld, of niet meer beschikt over een vaste woon- of verblijfplaats;

b. de in deze verordening opgenomen verplichtingen, waaronder mede begrepen de Utrechtse kwaliteitsregels taxivervoer, of de aan de Utrechtse taxivergunning verbonden voorschriften, niet worden nageleefd;

c. artikel 13 niet wordt nageleefd;

d. de vergunninghouder artikel 13 sub c van het Ontheffingsbesluit RVV reglement ontheffingen (besluiten ontheffing berijden busbanen) niet naleeft;

e. de vergunninghouder de Wet Personenvervoer 2000, het Reglement verkeersregels en verkeertekens 1990 (RVV); het Wetboek van strafrecht, of een andere wettelijke regeling, niet naleeft, voorzover hierdoor de kwaliteit van het lokale taxivervoer naar het oordeel van het college is of kan worden geschaad, of een klant van de taxichauffeur in gevaar is of had kunnen worden gebracht.

Artikel 12: Aanwijzing handhavingsambtenaren

Behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde ambtenaren zijn met de handhaving van deze verordening en de zorg voor de naleving van de daarin bedoelde strafbare feiten de personen of categorieën van personen belast die door het college van burgemeester en wethouders zijn aangewezen.

Artikel 13: Tonen en inhouden bescheiden

1. De vergunninghouder geeft op eerste vordering van een opsporingsambtenaar, of de in artikel 12 bedoelde personen of categorieën van personen, zijn Utrechtse taxivergunning, volledige chauffeurskaart, of rijbewijs, ter inzage af.

2.

De in het eerste lid bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, namens het college van burgemeester en wethouders een Utrechtse taxivergunning, of het in artikel 10 bedoelde identificatiemiddel,  in te nemen en in te houden wanneer dit in het belang van de kwaliteit van het taxivervoer nodig is.

 

Artikel 14: Strafbepaling

Een gedraging in strijd met artikel 2 van deze verordening is een strafbaar feit in de zin van artikel 1, onder 4 van de Wet op de economische delicten.

Artikel 15: Overgangsregeling

Vergunningen die zijn verleend onder de Taxiverordening Utrecht 2015 blijven nog tot twee jaar na de inwerkingtreding van de Taxiverordening Utrecht 2018 geldig, waarna deze vergunningen van rechtswege vervallen. Vanaf de datum van de inwerkingtreding van de Taxiverordening Utrecht 2018, zijn op onder de Taxiverordening Utrecht 2015 verleende vergunningen, de regels van de Taxiverordening Utrecht 2018 van toepassing.

Artikel 16: Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking op de vijftiende dag na de datum van de bekendmaking.

2. De Taxiverordening Utrecht 2015 wordt ingetrokken op de dag van de inwerkingtreding van de Taxiverordening Utrecht 2018.

Artikel 17: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Taxiverordening Utrecht 2018.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad gehouden op 26 april 2018,

De griffier,

mr. M. van Hall CMC

De burgemeester,

Mr. J.H.C. van Zanen

Naar boven