Wijziging Coördinatieverordening ruimtelijke initiatieven Boxtel en Erfgoedverordening Boxtel 2017

De raad van de gemeente Boxtel;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2018;

 

gelet op:

  • -

    artikel 3.30, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening,

  • -

    artikel 3.16 van de Erfgoedwet, en

  • -

    artikel 149 en 156 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

Artikel I

 

De Coördinatieverordening ruimtelijke initiatieven Boxtel wordt gewijzigd als volgt:

 

A

 

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. De onderdelen f. en i. vervallen.

2. Van elk van de resterende onderdelen wordt de letteraanduiding vervangen door een gedachtestreep. Puntkomma’s aan het einde van een onderdeel vervallen. De tekst ‘Wro.’ wordt vervangen door ‘wet’.

 

B

 

Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. In het eerste lid wordt ‘omgevingsvergunningen en’ vervangen door ‘vergunningen, ontheffingen of’.

2. Het tweede lid vervalt.

3. De aanduiding 1. in het eerste lid vervalt.

 

C

 

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

 

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2.

    Het college besluit slechts tot een gecoördineerde behandeling:

    • a.

      indien is vastgesteld dat een of meer belemmeringen als bedoeld in artikel 4 zich niet voordoen; en

    • b.

      in overeenstemming met de aanvrager van een vergunning, ontheffing of ander besluit als bedoeld in artikel 2.

2. Het derde lid vervalt.

 

D

 

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

 

In onderdeel a. wordt de tekst ‘artikel 7, tweede lid van de Wet milieubeheer’ vervangen door ‘paragraaf 7.2 van de Wet milieubeheer’.

 

Artikel II

 

De Erfgoedverordening Boxtel 2017 wordt gewijzigd als volgt:

 

Artikel 16a, negende lid vervalt.

 

Artikel III

 

Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop het is bekendgemaakt.

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Boxtel in zijn openbare vergadering van 18 september 2018.

De voorzitter,

De griffier,

Toelichting

 

Algemeen

 

Op 1 januari 2012 is de Coördinatieverordening ruimtelijke initiatieven Boxtel in werking getreden. Sindsdien is in een 15-tal projecten ervaring opgedaan met de coördinatieregeling. Gebleken is dat de toepassing van de coördinatieregeling efficiënt is en geen nadelige gevolgen heeft voor initiatiefnemers, de gemeente en voor derdebelanghebbenden. De oorspronkelijke verordening voorzag slechts in het coördineren van een nieuw bestemmingsplan (of wijzigings- of uitwerkingsplan) met een omgevingsvergunning voor het bouwen waarbij sprake was van strijd met het geldende bestemmingsplan in combinatie met eventuele andere besluiten. Duidelijk is geworden dat deze beperking niet (meer) nodig is en dat een ruimere toepassing niet bezwaarlijk is. Zo is na wijziging van de verordening voor het gecoördineerd voorbereiden van een bestemmingsplan met de nodige verkeersbesluiten of besluiten tot het onttrekken aan de openbaarheid van wegen, geen apart raadsbesluit meer noodzakelijk maar kan het college besluiten tot de gecoördineerde voorbereiding.

 

De bestaande bevoegdheden om te beslissen blijven echter volledig intact: het college blijft bevoegd voor de meeste besluiten, maar waar de raad bevoegd is te beslissen zoals bij het vaststellen van een bestemmingsplan of het nemen van een onttrekkingsbesluit blijft de raad bevoegd.

 

Harmonisatie Boxtel – Sint-Michielsgestel

In de gemeente Sint-Michielsgestel was tot nu toe geen coördinatieverordening van toepassing. Nu wordt deze ook in de gemeente Sint-Michielsgestel ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad. Inhoudelijk is die verordening identiek aan de Boxtelse verordening na wijziging.

 

Omgevingswet

Naar verwachting zal op 1 januari 2021 de Omgevingswet in werking treden. Als gevolg hiervan zal ook de Wet ruimtelijke ordening en daarmee de coördinatieregeling uit die wet vervallen. De Algemene wet bestuursrecht bevat op dit moment in paragraaf 3.5.3 tevens een algemene coördinatieregeling. Deze voorziet echter niet in een concentratie van rechtsbescherming maar voorkomt juist een verlies van rechtsbescherming en zorgt daarmee niet per se voor versnelling van procedures. Als gevolg van de invoering van de Omgevingswet zal de coördinatieregeling uit de Wet ruimtelijke ordening in aangepaste vorm worden “overgeheveld” naar de Algemene wet bestuursrecht en de huidige regeling vervangen.

Te zijner tijd dient te worden bezien of er dan nog behoefte is aan een coördinatieverordening (in gewijzigde vorm) of dat deze kan worden ingetrokken.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel I, onderdeel A

Omdat de verordening minder specifiek wordt kunnen de definities van de begrippen ‘omgevingsvergunning voor het bouwen’ en ‘Wabo’ vervallen. Het vervangen van de letteraanduiding door gedachtestreepjes zorgt voor meer duidelijkheid en minder werk bij toekomstige wijzigingen.

 

Artikel I, onderdeel B

Artikel 2 van de verordening wordt zodanig aangepast dat de coördinatieregeling algemener wordt: het is niet langer noodzakelijk dat een omgevingsvergunning voor het bouwen één van de te coördineren besluiten is.

 

Artikel I, onderdeel C

Artikel 3 wordt aangepast aan het gewijzigde artikel 2. De formulering “de aanvrager van een vergunning, ontheffing of ander besluit” in het tweede lid, onderdeel b, van het nieuwe artikel 3 brengt tot uitdrukking dat, indien sprake is van meerdere aanvragers, deze ieder moeten instemmen met een gecoördineerde behandeling van het initiatief.

Het uitzonderen van het mandateren van het nemen van een coördinatiebesluit is onnodig beperkend. In verband daarmee kan het derde lid van artikel 3 vervallen.

 

Artikel I, onderdeel D

De onjuiste verwijzing wordt gecorrigeerd. In paragraaf 7.2 van de Wet milieubeheer is bepaald bij welke plannen en besluiten het verplicht is een milieueffectrapport te maken.

 

Artikel II

De specifieke aanwijzing in de erfgoedverordening van het gecoördineerd voorbereiden van de aanwijzing tot een gemeentelijk beschermd dorpsgezicht in combinatie met een beschermend bestemmingsplan als geval waarop de gemeentelijke coördinatieregeling van toepassing is, is niet langer noodzakelijk omdat deze nu valt onder de reikwijdte van het gewijzigde, verruimde artikel 2 van deze verordening.

Naar boven