Gemeenteblad van Lelystad
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lelystad | Gemeenteblad 2018, 201921 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lelystad | Gemeenteblad 2018, 201921 | Verordeningen |
Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels in het kader van jeugdhulp [Beleids- en nadere regels Jeugdhulp Lelystad 2018]
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad,
gelet op de Jeugdwet en de Verordening Jeugdhulp Lelystad 2018;
Overwegende dat het college bevoegd is beleids- en nadere regels vast te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze wet;
Vast te stellen de hierna volgende beleids- en nadere regels jeugdhulp 2018.
In het beleidsplan jeugdhulp 2015 – 2019 ‘Kansrijk opgroeien in Lelystad’ is het door het gemeentebestuur te voeren beleid vastgesteld. Op grond van de Jeugdwet is de verordening Jeugdhulp Lelystad 2018 vastgesteld door de raad. In de verordening word verwezen naar nadere regels. In het nu voorliggende document staan deze regels alsmede de beleidsregels nader uitgewerkt.
Het beleidsplan jeugdhulp, de verordening en deze beleids- en nadere regels zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Hoofdstuk 1 Algemene uitgangspunten
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In artikel 1.1. van de Jeugdwet en in artikel 1 van de Verordening Jeugdhulp Lelystad 2018 wordt een aantal begrippen omschreven. Deze begrippen zijn voor zover zij voorkomen in dit besluit ook van toepassing op deze beleids- en nadere regels.
Artikel 3 Ondersteuningsbehoefte
Wanneer jeugdigen of hun ouders de ondersteuningsbehoefte zelf in kaart willen brengen door middel van een familie/jeugdgroepsplan, kunnen zij dit binnen 7 dagen na verzending van de ontvangstbevestiging te melden aan de contactpersoon van het Jeugd en gezinsteam Lelystad. In overleg met jeugdigen of hun ouders wordt vervolgens bepaald binnen welk termijn zij de familie/jeugdgroepsplan inleveren.
Indien meerdere personen uit een huishouden ondersteuning nodig hebben, dan kan er één gezinsplan voor het gehele huishouden worden gemaakt en wordt beoordeeld welke ondersteuningsvormen passend zijn, tenzij jeugdigen of ouders hebben meegedeeld dit niet te wensen. In dat geval worden meerdere (gezins)plannen opgesteld.
Artikel 4 Treffen van voorziening
Indien de melding voor een hulpvraag wordt gedaan gedurende een door jeugdige en/of ouders georganiseerde hulpverleningstraject dat nog niet is afgerond, treft het college een voorziening, mits het college kan beoordelen dat de ondersteuning noodzakelijk en passend is. De voorziening moet in ieder geval worden ingezet vanaf het moment dat het college nog kan beoordelen dat er een noodzaak is voor de jeugdhulp.
Artikel 13 Medezeggenschap cliëntenvertegenwoordigers en ingezetenen
Wanneer het college in zijn besluitvorming afwijkt van het advies van een cliëntenraad die zich richt op de medezeggenschap met betrekking tot de uitvoering van de jeugdwet of het advies van de ingezetenen informeert het college desbetreffende hierover schriftelijk. Daarbij wordt aangegeven op welke gronden van het advies wordt afgeweken.
Artikel 14 - Intrekking bestaande beleids- en nadere regels
Met de inwerkingtreding van deze beleids- en nadere regels worden de Beleids- en nadere regels jeugdhulp 2015 ingetrokken.
Deze beleids- en nadere regels worden aangehaald als ‘Beleids- en nadere regels jeugdhulp Lelystad 2018’.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad van 10 juli 2018;
Toelichting Beleids- en nadere regels Jeugdhulp 2018
Sinds 1 januari 2015 is de gemeente vanuit de Jeugdwet verantwoordelijk voor het toekennen van jeugdhulp. Om te komen tot een zorgtoewijzing vindt er een keukentafelgesprek plaats met ouders en/of kind door een jeugdprofessional. Doel van het keukentafelgesprek is om de hulpvraag van het gezin te verhelderen en te komen tot een weloverwogen advies over de in te zetten jeugdhulp (nieuw) of een verlenging van de jeugdhulphulp (herindicatie). Bij het inzetten van jeugdhulp is het belangrijk met ouders/jeugdige te bepalen tot welke doelen deze jeugdhulp gaat leiden zodat deze in een later stadium te evalueren is.
Bij een herindicatie is het van belang om tijdens het keukentafelgesprek helder te krijgen wat de resultaten zijn geweest van de jeugdhulp en of op grond daarvan de jeugdhulp wordt verlengd of er een andere vorm van ondersteuning nodig is. In de gesprekken maakt het dan niet uit of het Zorg in Natura is of een pgb. Immers, in beide gevallen wordt er gekeken welke zorg het best passend is bij de hulpvraag van de jeugdige/ouder.
De gemeente treft daar waar een jeugdige of zijn ouders dit nodig hebben bij problemen met het opgroeien, de zelfredzaamheid of maatschappelijke participatie, een voorziening op het gebied van jeugdhulp. Uitgangspunt hierbij blijft echter de eigen kracht van de jeugdige en zijn ouders. In dat kader komt ook ‘gebruikelijke hulp’ aan de orde.
Dit artikel behoeft geen toelichting
Artikel 2 Beschikbare voorzieningen
Het college is er verantwoordelijk voor dat er een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod is om de noodzakelijke jeugdhulp in te kunnen zetten (artikel 2.6 lid 1 sub a Jeugdwet).
De gemeenten in Flevoland werken samen bij inkoop van jeugdhulp waarvoor gemeenten op grond van de Jeugdwet verantwoordelijk zijn. Een groot deel van de jeugdhulp wordt regionaal (of landelijk) ingekocht. Een deel is echter lokaal ingekocht. Op de website van de gemeente Lelystad is een overzicht met alle voorzieningen te vinden die gemeente Lelystad aanbiedt.
Artikel 3 Ondersteuningsbehoefte
Jeugdigen of ouders kunnen de ondersteuningsbehoefte zelf in kaart brengen, maar zijn daartoe niet verplicht. Het college zal de ondersteuningsbehoefte in samenspraak met de jeugdige en ouders in kaart brengen. In artikel 2.3 van de Jeugdwet worden hiertoe een handreiking gegeven. Dit wetsartikel is in dit artikel verder uitgewerkt, waarbij wordt aangegeven waar rekening mee gehouden dient te worden bij het bepalen van de ondersteuningsbehoefte.
Artikel 4 Treffen van voorziening
In artikel 10 van de Verordening Jeugdhulp Lelystad 2018 is een toetsingskader voor het verlenen van een individuele voorziening opgenomen. In dit artikel zijn daarnaast specifieke criteria opgenomen met betrekking tot het verlenen van Jeugdhulp.
Artikel 5 Voorwaarden passende jeugdhulp
De jeugdhulp die de jeugdige en zijn ouders krijgen, moeten de jeugdige in staat stellen gezond en veilig op te groeien, te groeien naar zelfstandigheid, voldoende zelfredzaam te zijn en deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer, rekening houdend met het ontwikkelingsniveau van de jeugdige. Deze doelen zijn opgenomen in de onderdelen a, b en c van het eerste lid van dit artikel 2.3 Jeugdwet. Slechts dan kan worden gesproken van passende jeugdhulp. In dit artikel is nader uitgewerkt wat onder passende jeugdhulp wordt verstaan.
Ouders hebben een wettelijke zorgplicht voor hun kinderen. De ouders zorgen voor de opvoeding van hun kinderen. Dit houdt in: het zorgen voor hun geestelijk en lichamelijk welzijn en het bevorderen van de ontwikkeling van hun persoonlijkheid (en naar draagkracht voorzien in de kosten van dit alles). Deze zorgplicht strekt zich uit over opvang, verzorging, begeleiding en opvoeding die een ouder (of verzorger), onder meer afhankelijk van de leeftijd en verstandelijke ontwikkeling van het kind, normaal gesproken geeft aan een kind, inclusief de zorg bij kortdurende ziekte. Bij uitval van één van de ouders neemt de andere ouder de gebruikelijke zorg voor de kinderen over.
Bij het vaststellen van de zorgbehoefte wordt rekening gehouden met wat van de ouders kan worden verwacht in het kader van deze gebruikelijke zorg. Voor dit deel is er –in principe- geen aanspraak op Jeugdhulp en kan daarvoor in principe ook geen pgb worden verstrekt.
Indien beide ouders niet in staat blijken te zijn deze gebruikelijke zorg te bieden, dan zal bekeken moeten worden wat er in dat individuele geval moet gebeuren. Mogelijk is er dan bij wijze van uitzondering wel zorg nodig vanuit de Jeugdwet.
Een aantal taken behoeven meer toelichting. Hieronder een aantal voorbeelden van taken die algemeen gebruikelijk zijn.
Aard van de zorghandeling: gebruikelijke zorg bij kinderen kan ook handelingen omvatten die niet standaard bij alle kinderen voorkomen. Voorbeelden van handelingen die gebruikelijke zorghandelingen vervangen, zijn: het legen van een katheterzakje in plaats van verschonen; bij een kind met een verstandelijke beperking oefenen met het gebruik van pictogrammen in plaats van oefenen met topografie. Dit zijn dus voorbeelden van gebruikelijke zorg.
Frequentie: zorghandelingen die meelopen in het normale patroon van dagelijkse zorg voor een kind, zoals drie keer per dag eten, kunnen als gebruikelijke zorg worden aangemerkt. Bijvoorbeeld: bij een kind dat bij het ontbijt en het naar bed gaan medicatie aangereikt moet krijgen, loopt dit mee in de het normale patroon van dagelijkse zorg voor een kind en wordt dit als gebruikelijke zorg aangemerkt. Bijvoorbeeld: zorghandelingen die niet meelopen in het normale patroon van dagelijkse zorg van ouders aan een kind, is het meerdere malen per nacht bieden van zorg van ouders aan een ouder kind. Dit is dus geen gebruikelijke zorg.
Het in de bijlage opgenomen schema (uit: Beleidsregels indicatiestelling AWBZ, bijlage 3; Gebruikelijke zorg, 2014) biedt een richtlijn voor gebruikelijke zorg en gaat uit van jeugdigen met een gezonde ontwikkeling. Hierbij geldt dat ook jeugdigen in dezelfde leeftijd kunnen verschillen; het ene kind kan meer of minder zorg of begeleiding vragen dan een leeftijdsgenoot. Het ene kind is nu eenmaal gemakkelijker of zelfstandiger dan het andere kind. En ook enige strubbeling is normaal of passend bij een leeftijdsfase.
Wel kan er sprake zijn van (dreigende) overbelasting van ouders waarvoor mogelijk begeleiding (als respijt-zorg) ingezet kan worden. Houdt bij onderstaand schema de kalenderleeftijd van de jeugdige in gedachten; de verwachtingen bij een 7 jarige zijn anders dan wat men kan verwachten van een 11 jarige (zij staan wel in dezelfde leeftijdscategorie). Dit schema dient als richtlijn. De beoordeling van de zorgbehoefte blijft altijd maatwerk.
De kwaliteit van de in te kopen zorg/jeugdhulp dient veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht te zijn en afgestemd te zijn op de reële behoefte van betrokkene. Bij het beoordelen van de kwaliteit weegt mee of de diensten in redelijkheid geschikt zijn voor het doel waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt. De desbetreffende zorgverlener zal moeten aantonen dat de door hem te leveren jeugdhulp passend is. Het zorgplan moet daarom aansluiten bij de resultaten die zijn geformuleerd in het gezinsplan. Op basis van het zorgplan beoordeelt het college of de zorgverlener in staat is voor die betreffende jeugdige passende jeugdhulp te bieden.
Artikel 8 Jeugdhulp door sociale netwerk
De jeugdhulp kan worden ingezet door niet-professionele zorgverleners, waaronder de ouders of mensen uit het sociale netwerk. Ook dan moet de jeugdhulp passend en dus doelmatig en effectief zijn. De gemeenteraad heeft in de Verordening jeugdhulp Lelystad 2018 een aantal voorwaarden opgenomen waaraan de hulpverlener uit het sociaal netwerk moet voldoen. In dit artikel is nadere invulling gegeven aan passende jeugdhulp door personen uit het sociale netwerk.
In artikel 8.1.1, tweede lid van de wet is een aantal voorwaarden opgenomen waaraan de jeugdige of zijn ouders moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een pgb. Een van de voorwaarden luidt als volgt: de jeugdige of zijn ouders zijn naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat tot een redelijke waardering van de belangen ter zake. Of ze zijn met hulp uit hun sociale netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor, gemachtigde, gecertificeerde instelling of aanbieder van gesloten jeugdhulp, in staat de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren.
In het gesprek met betrokkene zal moeten blijken of betrokkene op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn eigen belangen ter zake. De motivering waarom zorg in natura niet passend is, geeft waarschijnlijk ook al een beeld of betrokkene bekwaam is de taken als budgethouder uit te voeren.
Een Pgb bestaat weliswaar uit een geldbedrag, waarmee betrokkene in staat wordt gesteld zelf de benodigde hulp in te kopen bij derden, echter de gemeente maakt dit geldbedrag niet over aan de budgethouder. Het geldbedrag gaat naar de Sociale verzekeringsbank ( SVB), die rechtstreeks de hulpverlener(s) betaalt op basis van de zorgovereenkomst (tussen hulpverlener en budgethouder) en de ondertekende urenbriefjes.
Indien blijkt dat betrokkene zelf niet bekwaam is om de taken van budgethouder uit te voeren zal
betrokkene moeten aangeven dat er met hulp vanuit zijn sociale netwerk dan wel zijn curator,
bewindvoerder mentor, ge(vol)machtigde, (echtgenoot / partner, ouder, broer, zus) , gecertificeerde
instelling of aanbieder gesloten jeugdhulp deze taken kunnen worden uitgevoerd. Zo nodig zal nog een vervolg gesprek moeten worden ingepland met betrokkene en degene die hem ondersteunt bij de taken van de budgethouder.
In het kader van de beoordeling kunnen in het gesprek met betrokkene ook de volgende punten aan
In artikel 5.11, lid 2 van de Rlz is bepaald dat de verlening van een pgb kan worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de door de verzekerde ingeschakelde hulp:
Een budgethouder die voor 4 dagen of meer per week ondersteuning of jeugdhulp inkoopt bij
dezelfde zorgverlener is ook nog werkgever met de daarbij behorende werkgeversplichten. Indien die
situatie zich voordoet moet de budgethouder ook deze taken zelfstandig kunnen uitvoeren. Denk
hierbij onder meer aan het overeenkomen van een redelijk uurloon, het doorbetalen van loon bij ziekte en het hanteren van een redelijke opzegtermijn.
De term jeugdhulp in de Jeugdwet is breed en omvat de ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en hun ouders bij alle denkbare opgroei-, opvoedings- en psychische problemen en stoornissen. Randvoorwaarden en/of faciliteiten die noodzakelijk zijn om jeugdhulp mogelijk te maken worden niet aangemerkt als jeugdhulp. In dit artikel worden kosten genoemd, die niet onder jeugdhulp vallen en dus niet uit een pgb mogen worden betaald.
De gemeente moet beoordelen of de kwaliteit van de hulp goed is (artikel 8.1.1 lid 2 sub c Jeugdwet). Dat is van belang voor de veiligheid van de jeugdige alsmede voor de effectiviteit van de in te zetten jeugdhulp. Daarom heeft de gemeenteraad in de Verordening jeugdhulp Lelystad (artikel 13 lid 4) opgenomen dat de aanvrager van een pgb verplicht is een budgetplan op te stellen.
Met het budgetplan laten jeugdigen en ouders zien dat zij al hebben nagedacht over de manier waarop zij het budget willen gaan besteden. De gemeente kan op basis van het budgetplan beoordelen of de keuze voor de leveringsvorm pgb voldoende onderbouwd is door de jeugdige of zijn ouders en of de in te kopen zorg van voldoende kwaliteit is. In deze bepaling is aangegeven welke informatie in het budgetplan moet worden opgenomen.
Artikelen 12 tot en met 16 behoeven geen toelichting
Bijlage bij Beleids- en nadere regels jeugdhulp Lelystad 2018
Referentiekader ten aanzien van gebruikelijke zorg van ouders voor kinderen
Jong volwassenen van 18 tot 23 jaar
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-201921.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.