Subsidieregeling peuteropvang 2019

 

Subsidieregeling peuterprogramma’s

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam;

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan de sociale

creatieve en educatieve ontplooiing en motorische ontwikkeling van het jonge kind, onder

meer door spel en omgang met leeftijdsgenootjes;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Werkendam 2015;

besluit

vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling peuteropvang 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Werkendam 2015;

  • b.

    peuteropvang: een product van een in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) geregistreerde kinderopvanginstelling van een beperkt aantal uren binnen de kinderopvang, waarbinnen gewerkt wordt met een peuterprogramma ter ondersteuning en begeleiding van peuters in hun ontwikkeling in een groep van maximaal 16 peuters;

  • c.

    peuterplaats: een rekeneenheid die overeenkomt met een peuterbezoek van maximaal 6 uur per week verdeeld over twee dagdelen in de peuteropvang als regulier aanbod, gedurende maximaal 40 weken per jaar;

  • d.

    Peuterprogramma: een aanbod bedoeld van peuters van 2 tot 4 jaar. Binnen het peuterprogramma dient gewerkt te worden met een geïntegreerd en erkend programma voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) dat zich richt op de sociaal-emotionele-, motorische-, taal- en spraakontwikkeling, beginnend lezen en ontluikend rekenen. Het VVE-programma en de uitvoering dienen te voldoen aan de eisen zoals gesteld in de Wet Kinderopvang en de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang. Het programma dient opgenomen te zijn in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd instituut;

  • e.

    VVE-dagdelen: dagdelen waarop een specifiek peuterprogramma aan doelgroepkinderen wordt aangeboden gedurende maximaal 4 dagdelen en maximaal 3 uur per dagdeel gedurende maximaal 40 weken per jaar;

  • h.

    Peuters: in Werkendam woonachtige kinderen in de leeftijdscategorie 2 tot 4 jaar;

  • f.

    VVE-doelgroepkind: een peuter met een doorverwijzing van de deskundige van het consultatiebureau voor deelname aan een peuterprogramma voor extra uren peuteropvang;

  • g.

    Kinderopvanginstelling: een voorziening van kinderopvang zoals bedoeld in de Wet Kinderopvang (Wko), niet zijnde gastouderopvang, welke is ingeschreven in het LRKP, welke gevestigd is in de gemeente Werkendam en die een peuteraanbod heeft met een peuterprogramma;

  • h.

    Voorbereidings- en uitvoeringstijd: de inzet van de medewerkers van de peuteropvang die nodig is voor o.a. voorbereiding, inrichting, uitzetten van activiteiten, (warme) overdracht passend binnen de uitvoering van het VVE-programma welke niet binnen de VVE-dagdelen kunnen worden gedaan.

Artikel 2 Doelgroep

De peuteropvang is toegankelijk voor,

  • 1.

    Alle peuters van ouder(s)/verzorger(s) die geen aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag. Deze kinderen kunnen gebruik maken van maximaal 2 dagdelen.

  • 2.

    Doelgroepkinderen van de ouder(s)/verzorger(s) die geen aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag, kunnen gebruik maken van maximaal 4 dagdelen en maximaal 12 uur VVE per week.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen en eisen waarvan moet worden voldaan

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor instandhouding van kinderopvang met een peuterprogramma in alle kernen van de gemeente Werkendam ter stimulering van ontwikkelingskansen bij peuters. De peuteropvang die hiervoor in aanmerking wil komen moet voldoen aan de volgende eisen:

  • 1.

    Er wordt gewerkt met een erkend VVE-programma ter stimulering van de ontwikkelingsgebieden waar deze VVE-programma’s zich op richten, zoals genoemd onder artikel 1 lid d. Hierbij wordt het aanbod van activiteiten, dan wel begeleiding en ondersteuning van ouder en kind, afgestemd op de ontwikkelingsbehoefte van het kind.

  • 2.

    Met de basisscholen waar de peuters naar doorstromen zijn afspraken gemaakt over de doorgaande ontwikkelingslijn, geformuleerd in een verbeterplan.

  • 3.

    Het peuterprogramma omvat een aanbod van maximaal 6 uur per week verdeeld over 2 dagdelen voor kinderen die niet als doelgroepkind zijn aangemerkt. Doelgroepkinderen ontvangen een aanbod van maximaal 12 uur per week verdeeld over 4 dagdelen.

  • 4.

    Eenzelfde peuter neemt per dag niet meer dan één dagdeel van maximaal 3 aaneengesloten uren deel aan het peuterprogramma.

Artikel 4 Verplichtingen voor het verkrijgen van subsidie

  • 1.

    De kinderopvangorganisatie vraagt een maandelijkse bijdrage van de ouders/verzorgers. Er wordt uitgegaan van een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Een overzicht van deze bijdragen is als bijlage 1 bij deze subsidieregeling gevoegd. Deze ouderbijdrage is bedoeld voor ouders die geen recht hebben op Kinderopvangtoeslag.

  • 2.

    De kinderopvangorganisaties verzoekt ouder(s) om hen alle gegevens te verstrekken, die redelijkerwijs van invloed kunnen zijn op de hoogte van de gemeentelijke subsidie en deze zo spoedig mogelijk kenbaar te maken aan de instelling.

  • 3.

    De kinderopvangorganisatie registreert de bezetting van de VVE-peuterplaatsen en de periode waarbinnen de doelgroeppeuters gebruik maken van dit aanbod.

Artikel 5 Berekening van de subsidie

  • 1.

    Het subsidiebedrag per uur wordt door het college vastgesteld en bestaat uit een normbedrag per uur voor een peuter waarvan de ouder(s)/verzorger(s) geen recht hebben op Kinderopvangtoeslag en een bedrag voor voorbereidings- en uitvoeringsactiviteiten.

  • 2.

    Uitgangspunt is de VNG adviestabel ouderbijdrage peuterwerk welke jaarlijks door de VNG beschikbaar wordt gesteld. Voor 2019 bedraagt het normbedrag € 8,02 per uur minus de inkomensafhankelijke ouderbijdrage voor kinderen die deelnemen aan het reguliere aanbod peuteropvang. Daarnaast wordt € 2,- per uur toegekend voor voorbereidings- en uitvoeringsactiviteiten en voor de administratie rondom de inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

  • 3.

    Voor 2019 bedraagt het normbedrag voor doelgroepkinderen in het kader van vve € 10,76 per uur voor de aanvullende uren peuteropvang.

  • 4.

    Per peuter komt maximaal 1 peuterplaats en/of maximaal 1 VVE-plaats voor subsidie in aanmerking.

Artikel 6 Aanvraag tot subsidieverlening en vaststelling subsidie

  • 1.

    De instelling dient jaarlijks, uiterlijk 1 mei van het jaar vooruitlopend op het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd een aanvraag voor subsidie in.

  • 2.

    In de subsidieaanvraag wordt een onderbouwing opgenomen van de berekeningswijze van de hoogte van de aangevraagde subsidie.

  • 3.

    De instelling dient jaarlijks, uiterlijk voor 1 mei volgend op het kalenderjaar waarvoor subsidie is verleend, een aanvraag tot vaststelling in.

  • 4.

    Vaststelling van de jaarlijkse subsidie vindt plaats op basis van het werkelijk aantal peuters (van ouders/verzorgers zonder recht op kinderopvangtoeslag), per inkomenscategorie, dat in het subsidiejaar gebruik heeft gemaakt van peuteropvang.

  • 5.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

a) een inhoudelijk jaarverslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht;

b) een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening).

c) de wijze waarop er met de basisscholen afspraken zijn gemaakt over de doorgaande ontwikkelingslijn.

d) het aantal (doelgroep)peuters dat deelnam aan een peuterprogramma per inkomenscategorie per maand.

Artikel 7 Weigeringsgronden

De subsidieverlening kan naast de in artikel:25, 4:34 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 9 van de Algemene subsidieverordening genoemde gevallen, geheel of gedeeltelijk worden geweigerd, indien de instelling niet voldoet aan de wettelijke voorschriften die gelden voor kinderopvanginstellingen en de voorschriften opgenomen in wetgeving en aanvullende regelingen die gelden voor VVE, de ASV, de subsidieregeling peuteropvang en het vastgesteld gemeentelijke VVE-beleid.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    De Subsidieregeling peuterprogramma’s 2018, vastgesteld op 29 augustus 2017, wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 3.

    De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling peuteropvang 2019.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 september 2018.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam

de secretaris, de burgemeester,

C.A.A.M. de Jong Y.C.M.G. de Boer

Naar boven