Gemeenteblad van Nissewaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nissewaard | Gemeenteblad 2018, 194365 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nissewaard | Gemeenteblad 2018, 194365 | Beleidsregels |
Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent Persoonsgebonden Budget Beleidsregels Persoonsgebonden Budget Nissewaard
Wanneer iemand naar het oordeel van het college van Burgemeester en Wethouders (hierna College) niet in staat is tot zelfredzaamheid of participatie en onvoldoende is geholpen met de inzet van eigen kracht, gebruikelijke hulp, mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene/collectieve voorzieningen, kan het college overgaan tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening.
Een maatwerkvoorziening kan binnen de door de gemeente vastgestelde kaders bestaan uit diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die kunnen bijdragen aan het verbeteren of het in stand houden van zelfredzaamheid, participatie of het bieden van beschermd wonen of opvang aan een cliënt.
Wanneer cliënten voldoen aan specifieke voorwaarden zoals benoemd in artikel 4 van deze beleidsregels, hebben zij het recht om te kiezen voor een persoonsgebonden budget (hierna pgb), waarmee zij zelf de maatschappelijke ondersteuning kunnen regelen die tot de maatwerkvoorziening behoort. Uitgangspunt is een proces waarin de gemeente en de persoon met een ondersteuningsbehoefte in samenspraak diens situatie in kaart brengen en op basis daarvan wordt bezien op welke wijze de zelfredzaamheid en participatie van betrokkene kan worden versterkt. In de Wmo 2015 is opgenomen dat dit wordt vastgelegd in een persoonlijk plan. Binnen de gemeente Nissewaard wordt dit het zorg- en budgetplan benoemd.
Onderhavige beleidsregels zijn een uitleg van de Wmo 2015, de Verordening maatschappelijke ondersteuning Nissewaard en het Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard. Regels met betrekking tot het pgb voor de voorziening ‘beschermd wonen’ voor mensen met psychische of psychosociale problemen of licht verstandelijk beperkten, zijn in afzonderlijke beleidsregels opgenomen. Regels ten aanzien van de waarde van en het tarief voor het pgb zijn vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard.
Deze Beleidsregels bevatten regels over de bevoegdheden die aan ons college zijn gegeven, als zijnde uitwerking dan wel verduidelijking van artikelen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), de Verordening maatschappelijke ondersteuning Nissewaard (Verordening) en het Besluit maatschappelijke ondersteuning Nissewaard (Besluit Wmo). De regels die zijn opgenomen in deze Beleidsregels gaan onder andere over:
Artikel 5 Bekwaamheid van de cliënt
Naar het oordeel van het college is de cliënt of diens (wettelijk) vertegenwoordiger voldoende bekwaam tot het beheren van het pgb, zoals bedoeld in het tweede lid van artikel 2.3.6 van de Wmo 2015, tweede lid, indien hij/zij:
in staat is de verantwoordelijkheid van de opdrachtgeverstaak op zich te nemen, zoals onder meer het zoeken van een formele en/of informele zorgverlener, het voeren van gesprekken, het (laten) opstellen van zorgovereenkomsten, het aansturen van de formele en/of informele zorgverlener, het accorderen van facturen en het bewaken van de kwaliteit en voortgang van de maatschappelijke ondersteuning.
Artikel 7 Kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning en de zorgverlener
In aanvulling op artikel 13 van de Verordening is naar het oordeel van het college de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning middels het pgb, zoals bedoeld in het tweede lid van artikel 2.3.6 van de Wmo 2015, gewaarborgd indien aan de volgende eisen wordt voldaan:
de formele zorgverlener een aantoonbaar goed werkend kwaliteitssysteem heeft om de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning te beheersen, te bewaken, te borgen en te verbeteren. Het kan hier gaan om het vastleggen van processen, het systematisch toetsen van kwaliteit in de vorm van audits- en tevredenheidsonderzoeken, een klachtenprocedure, het anticiperen op cliëntwensen en nieuwe inzichten en het continue verbeteren;
Als de debiteur binnen Nederland staat ingeschreven in het Basisregistratie personen, wordt het aflossingsbedrag vastgesteld op een bedrag van € 150, voor zover de (bruto) vordering binnen 36 maanden volledig kan worden afgelost. Als dit niet haalbaar is, wordt op basis van een onderzoek een bedrag naar draagkracht vastgesteld.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard van 4 september 2018.
De secretaris,
M.L.M. Weerts
De burgemeester,
G. Veldhuijzen
Toelichting Beleidsregels Persoonsgebonden Budget Wmo Nissewaard
In dit artikel wordt uitgelegd wat verstaan wordt onder het pgb. Een persoonsgebonden budget (pgb) wordt in de Wmo 2015 als volgt gedefinieerd: “bedrag waaruit namens het college betalingen worden gedaan voor diensten, hulpmiddelen, woning-aanpassingen en andere maatregelen die tot een maatwerkvoorziening behoren, en een cliënt van derden heeft betrokken”. In dit artikel wordt ook de afbakening aangegeven. Regels met betrekking tot het pgb voor beschermd wonen zijn namelijk in separate beleidsregels opgenomen. Regels over het tarief voor het pgb zijn in het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning opgenomen. Diverse overige regels met betrekking tot het pgb zijn opgenomen in de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Nissewaard.
De bevoegdheid van het college ten aanzien van het pgb worden in dit artikel benoemd. In deze beleidsregels worden onder meer regels gesteld over de voorwaarden van het pgb, de voorwaarden aan de besteding van het pgb, de verantwoording en controle van het pgb en wanneer en hoe de terug- en invordering van ten onrechte genoten pgb plaatsvindt.
Een cliënt heeft de keuze om de maatschappelijke ondersteuning in te kopen bij een professionele hulpverlener/organisatie of maatschappelijke ondersteuning te betrekken van een persoon of organisatie behorende tot het informele circuit (of een combinatie daarvan). Het college maakt dan ook onderscheid in deze typen zorgverleners. Namelijk formele en informele zorgverleners. Het type zorgverlener bepaald de hoogte van het pgb tarief.
Artikel 4 Voorwaarden en criteria voor het pgb
In de Wmo 2015 zijn een drietal wettelijke voorwaarden benoemd waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor het pgb. Deze voorwaarden/criteria zijn de volgende:
In de artikelen 5, 6 en 7 van deze beleidsregels is nadere invulling gegeven aan deze voorwaarden.
Aanvullend op deze voorwaarden/criteria is in dit artikel van de beleidsregels aanvullend bepaald dat de cliënt gebruik moet maken van het zorg- en budgetplan, een format dat door het college ter beschikking wordt gesteld. Hiermee geeft Nissewaard vorm aan het persoonlijk plan, zoals in de Wmo 2015 is opgenomen. In dit plan moet de cliënt onder meer zijn probleemgebieden en zijn doelen benoemen en de wijze waarop aan deze doelen is/wordt gewerkt, de afspraken over de maatschappelijke ondersteuning, de motivatie voor het pgb van de cliënt, de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning en wie de maatschappelijke ondersteuning gaat leveren.
Als voorwaarde moet de cliënt daarnaast ook gebruik maken van het format voor een zorgovereenkomst van de SVB en deze afsluiten met de zorgverlener, en dient hij bovendien er voor te zorgen dat hij aan de SVB doorgeeft welke betalingen er gedaan moeten worden aan de zorgverlener.
Artikel 5 Bekwaamheid van de cliënt
In dit artikel is nadere invulling gegeven aan de wettelijke voorwaarde dat de cliënt in staat dient te zijn de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren. Het beheren van een pgb is geen vrijblijvende taak. Met een pgb neemt een cliënt zelf de regie in handen over zijn maatschappelijke ondersteuning. De cliënt moet zijn ondersteuningsvraag daarom kenbaar kunnen maken, op de hoogte zijn van de rechten en plichten van het pgb en in staat zijn de opdrachtgeverstaken uit te voeren die bij het pgb horen. In samenspraak met de cliënt toetst het college zijn bekwaamheid. Daarvoor kan de gemeente van de cliënt vragen een pgb test te doen. De test is bedoeld om cliënt en het college meer inzicht te geven in de mate waarin cliënt beschikt over de vaardigheden die noodzakelijk zijn om een pgb te beheren. De test is een hulpmiddel bij het gesprek (cliënt kan niet zakken of slagen) dat het college voert met de cliënt over de keuze voor pgb of zorg in natura. Wanneer één of meerdere omstandigheden als genoemd in het vierde lid aan de orde zijn, kan de cliënt niet voldoende het pgb uitvoeren.
De cliënt kan zich laten vertegenwoordigen in de uitoefening van het pgb. Een derde wordt dan gemachtigd om voor hem de taken, verbonden aan het pgb, uit te voeren. De vertegenwoordiger dient bekwaam te zijn om het pgb te beheren. Uitgangspunt is dat degene die de cliënt vertegenwoordigt, de belangen van de cliënt centraal stelt. De vertegenwoordiger kan niet de uitvoerder zijn van de maatschappelijke ondersteuning die met het pgb wordt ingekocht. Ook mag de vertegenwoordiger geen financiële relatie hebben met de uitvoerder van de maatschappelijke ondersteuning. De vertegenwoordiger dient voor het derdenbeding getekend te hebben. Het zogenaamde derdenbeding wordt door de pgb beheerder en de zorgverlener vastgelegd in de zorgovereenkomst. Deze afspraak houdt in dat wanneer uit onderzoek van de gemeente blijkt dat er ten onrechte een bedrag uit het pgb is betaald aan een zorgverlener terwijl die zorgverlener zelf handelingen heeft verricht voor het ten onrechte ontvangen van het bedrag, de verstrekker dit direct kan terugvorderen van de zorgverlener.
Artikel 6 Motivatie van de cliënt
Met dit artikel is nadere invulling gegeven aan de wettelijke voorwaarde dat de cliënt motiveert waarom hij maatschappelijke ondersteuning middels het pgb wil ontvangen. Aan de motivatieplicht verbindt het college dat de cliënt aangeeft waarom een voorziening in natura niet geschikt is in zijn situatie en wat de meerwaarde van het pgb is via de beoogde zorgverlener. Bij de beoordeling van de toekenning van het pgb wordt de motivering meegewogen.
Artikel 7 Kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning en de zorgverlener
Aan de wettelijke voorwaarde dat de kwaliteit van de ingekochte maatschappelijke ondersteuning via het pgb gewaarborgd moet zijn, wordt in dit artikel nadere invulling gegeven. Het college stelt aan de geboden maatschappelijke ondersteuning door zorgverleners bepaalde kwaliteitseisen. In eerste instantie is de cliënt ervoor verantwoordelijk om toe te zien op de kwaliteit van de geleverde maatschappelijke ondersteuning. Echter, het college heeft als verstrekker van de indicatie en het budget ook een rol. Er dient beoordeeld te worden of de pgb zorgverlener voldoet aan de kwaliteitscriteria van de formele of informele zorgverlener, dit aan de hand van de in het eerste lid benoemde kwaliteitseisen. Aan formele zorgverleners worden op een aantal punten meer eisen gesteld dan aan informele zorgverleners. Gezien het verschil in tarieven is dit ook redelijk.
Artikel 8 Verblijf in het buitenland
Om het pgb te kunnen besteden in het buitenland dient de cliënt vooraf toestemming te vragen aan het college. De cliënt heeft een inlichtingenplicht en dient het college om die reden tijdig op de hoogte te stellen van zijn situatie. In het tweede lid zijn de criteria benoemd voor besteding van het pgb in het buitenland. Om het pgb toegekend te krijgen, zijn daar tevens de voorwaarden als bedoeld in artikel 4 tot en met 7 van toepassing.
Artikel 9 Besteding van het pgb
Dit artikel geeft de kosten weer waaraan het pgb niet besteed mag worden en stelt nadrukkelijk dat het pgb alleen besteed mag worden voor het doel waarvoor het pgb is verstrekt.
Artikel 10 Controle en verantwoording
Rijksmiddelen dienen gebruikt te worden voor het bestemde doel (rechtmatigheid). Daarom kan het college de cliënt vragen om verantwoording van het pgb. Hieraan dient de cliënt mee te werken want hij heeft op grond van artikel 2.3.8 van de Wmo 2015 een inlichtingenplicht. Dit betekent dat hij op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling moet doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij invloed hebben op de aanvraag of aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van de verstrekking van een voorziening.
Artikel 11 Afzien van terugvordering
Volgens artikel 2.4.1 van de Wmo 2015 kan het college een ten onrechte genoten pgb terugvorderen. Dit kan als een pgb door het college is ingetrokken vanwege onjuiste informatieverstrekking en de cliënt opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt. Het college heeft de mogelijkheid om terug te vorderen van de cliënt zelf, maar ook van degene die daaraan opzettelijk zijn of haar medewerking heeft verleend.
Onder een aantal omstandigheden kan worden afgezien van terugvordering en komt de vordering te vervallen (afboeken). Deze omstandigheden zijn in dit artikel opgenomen en hebben betrekking op het niet kunnen verhalen op de nalatenschap van een overleden cliënt, het met goed gevolg afronden van een schuldregelingstraject, het tot een bedrag van 250 euro meer dan 1 jaar niet kunnen invorderen van de vordering en in geval van dringende redenen.
In dit artikel zijn regels gesteld over de waarop een vordering wordt ingevorderd. In principe dient degene waarop de vordering rust, de vordering in één keer te betalen. Als dit niet mogelijk is, is aflossing in termijnen mogelijk. Het aflossingsbedrag bedraagt dan in principe 150 euro per maand. Er gelden afwijkende regels voor debiteuren die in Nederland wonen ten opzichte van debiteuren die in het buitenland woonachtig zijn. In het uiterste geval zal het college bij het niet nakomen van betalingen een dwangbevel uitvaardigen. Ook verrekent, indien mogelijk, het college de vordering met andere financiële gemeentelijke aanspraken van de debiteur.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-194365.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.