Gemeenteblad van Westerwolde
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Westerwolde | Gemeenteblad 2018, 192725 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Westerwolde | Gemeenteblad 2018, 192725 | Beleidsregels |
Beleidsregel bijtincidenten honden gemeente Westerwolde 2018
In de beleidsregel bijtincidenten honden gemeente Westerwolde 2018 wordt onderscheid gemaakt tussen ‘niet ernstige’ en ‘ernstige’ bijtincidenten. Bij een ernstig bijtincident met grote of zeer grote impact op openbaar terrein wordt de hond gevaarlijk geacht en wordt in beginsel een aanlijn- en muilkorfgebod opgelegd voor zover de hond verblijft of loopt in de openbare ruimte. Bij bijtincidenten met geringe of matige impact wordt in beginsel eerst volstaan met een schriftelijke waarschuwing. Bij herhaling wordt alsnog een aanlijn- en muilkorfgebod opgelegd.
Overtreding aanlijn en/of muilkorfgebod
Handhaving van het aanlijn- en/of muilkorfgebod vindt plaats via de strafbepaling van de APV, dus bij overtreding ervan middels het opleggen van een boete. Bij een aanlijn- en muilkorfgebod wordt in beginsel geen last onder dwangsom opgelegd om naleving af te dwingen. Als een last onder dwangsom is opgelegd kan in spoedeisende gevallen, bijvoorbeeld als zich nieuwe bijtincidenten voordoen, geen bestuursdwang (inbeslagname) meer worden toegepast omdat dit in strijd is met het anti-cumulatiebeding, inhoudende dat ter zake dezelfde overtreding niet meerdere herstelsancties kunnen worden toegepast (artikel 5:6, van de Algemene wet bestuursrecht).
Alhoewel bij verstoring van de openbare orde wegens nieuwe bijtincidenten strikt formeel ook gebruik kan worden gemaakt van de (lichte) bevelsbevoegdheid van artikel 172, lid 3, van de Gemeentewet (bevel de hond af te geven) heeft ook dit niet de voorkeur aangezien alsdan een wettelijke grondslag voor het verhalen van kosten, alsmede het eventueel kunnen laten herplaatsen of euthanaseren van de hond, ontbreekt (aan het bevel kleeft de eis van onmiddellijke en onverwijlde vrees voor verstoring van de openbare orde en daar is na een aantal weken geen sprake meer van). De Algemene wet bestuursrecht bevat wel een regeling voor kostenverhaal, verkoop, herplaatsing en vernietiging/euthanasie (artikel 5:25 jo 5:30).
Op basis van artikel 2:59a lid 1 APV is het de eigenaar, houder of verzorger van een hond of degene die een hond onder zijn toezicht heeft, verboden deze hond op zijn erf zonder muilkorf te laten loslopen, indien de burgemeester een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod heeft opgelegd als bedoeld in artikel 2:59 eerste lid APV dan wel indien de hond is opgeleid voor bewakings-, opsporings- en verdedigingswerk.
Het in artikel 2:59a lid 1 APV geldt niet indien het erf is voorzien van een zodanig hoge en deugdelijke afrastering dat de hond zonder menselijke tussenkomst niet buiten het erf kan komen en op een vanaf de weg zichtbare plaats een - ter beoordeling aan de burgemeester - duidelijk leesbaar waarschuwingsbord is aangebracht.
Het opleggen van een aanlijn- en/of muilkorfgebod is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartoe eerst een voornemen dient te worden uitgebracht. Hiertegen kan de eigenaar/houder van de hond zijn/haar zienswijze indienen. Na het uitbrengen van de zienswijze wordt tot besluitvorming overgegaan. Hiertegen kan bezwaar en vervolgens beroep worden ingesteld.
Ook het toepassen van bestuursdwang (inbeslagname) of het geven van bevelen ter handhaving van de openbare orde (bevel tot afgifte) zijn besluiten in de zin van de Awb waartegen bezwaar en beroep kan worden ingediend.
Overtreding van het op grond van artikel 2 lid 2, artikel 2 lid 3 en artikel 3 lid 1, opgelegde aanlijn- en/of muilkorfgebod wordt op grond van artikel 2:59 jo 6:1, van de APV, bestraft met een geldboete van de tweede categorie.
In opdracht van de eigenaar of houder kan van de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. Deze zogenaamde risico-assessment dient altijd te worden afgenomen door een door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied(RBKG) benoemde gedragskeurmeester dan wel door een andere erkende en door de gemeente goedgekeurde onderzoeker of faculteit.
Artikel 6 Afstand doen of inbeslagname van een gevaarlijke hond
Als de eigenaar of houder van een hond, welke op grond van artikel 3 van deze beleidsregel door de burgemeester is aangewezen als gevaarlijk, in strijd met de bepalingen in artikel 2:59 (APV) handelt én vervolgens de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt, wordt de eigenaar of houder gevraagd om vrijwillig afstand te doen van de hond.
In uitzonderlijke, spoedeisende gevallen waarin nog geen aanlijn- en muilkorfgebod is opgelegd, en waarbij de openbare orde wordt verstoord dan wel ernstige vrees bestaat voor het ontstaan daarvan, is het mogelijk om, ter directe afwending van het gevaar, over te gaan tot inbeslagname van de hond op grond van artikel 172, lid 3 Gemeentewet (lichte bevelsbevoegdheid) indien de eigenaar/houder van de hond geen vrijwillige afstand doet.
Artikel 8 Opvang en gedragstest na afstand of inbeslagname
Indien inbeslagname het gevolg is van het toepassen van de lichte bevelsbevoegdheid als genoemd in artikel 7, vindt na de gedragstest overleg plaats met de eigenaar/houder van de hond over de opties als genoemd in lid 3 van dit artikel. Indien de eigenaar/houder de hond persé terug wil hebben wordt alsnog een aanlijn- en muilkorfgebod opgelegd conform het gestelde in artikel 3. Indien de hond vervolgens een nieuw bijtincident veroorzaakt wordt alsnog toepassing gegeven aan artikel 6, inhoudende dat als niet vrijwillig afstand wordt gedaan de hond in beslag wordt genomen op grond van artikel 5:31, van de Algemene wet bestuursrecht. Er hoeft in deze gevallen geen nieuwe gedragstest plaats te vinden.
De kosten van opvang, (medische) verzorging, gedragstest en eventuele overige noodzakelijke kosten na inbeslagname op grond van artikel 5:31, van de Algemene wet bestuursrecht, zijn voor rekening van de eigenaar/houder van de hond en worden op hem/haar verhaald. In de overige gevallen zijn de kosten voor de gemeente.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-192725.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.