Beleidsregel Sociaal makelaarschap gemeente Utrecht 2019-2024

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

Gelet op:

• de nota van uitgangspunten Sociaal Makelaarschap 2019-2024;

• artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening 2014 en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

• de Transformatieagenda ‘Samen verder bouwen aan een zorgzame en toegankelijke stad’ oktober 2016

• de Uitvoeringsagenda Zorg voor Jeugd 2017

• het Beleidskader beheerde speeltuinen

 

Besluit vast te stellen de navolgende beleidsregel Sociaal makelaarschap gemeente Utrecht 2019-2024.

Artikel 1 Begripsbepalingen (reikwijdte en definities)

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

 Aanvullende zorg: maatwerkvoorziening in de zin van de Wmo 2015 gefinancierd door de gemeente. Het gaat hier om zorg met een specifiek of intensief karakter, aanvullend op de basiszorg geboden door de buurtteams; zorg die aanvullend op de sociale en/of medische basiszorg wordt ingezet, het omvat specialistische jeugdhulp, jeugdhulp met verblijf, pleegzorg en crisiszorg met verblijf.

 Basiszorg middels buurtteams: teams van professionals die generalistisch en buurtgericht begeleiding en ondersteuning zorg en hulp bieden. In 18 buurten is een buurtteam gehuisvest/actief dat bestaat uit een team Sociaal en een team Jeugd & Gezin; De medewerkers van de buurtteams zijn professionals die gezinnen jongeren volwassen Utrechters met inbegrip van hun omgeving ondersteunen bij het versterken van hun veerkracht en het benutten en/of ontwikkelen van hun netwerk. Zij bieden waar nodig zelf begeleiding en ondersteuning zorg en hulp.

 Horizontale verantwoording: De aanvrager maakt zichtbaar op welke wijze zij bewoners en andere stakeholders om feedback vraagt bij het leerproces dat zij in de dagelijkse uitvoering van haar opdracht doorloopt en geeft aan wat zij met de uitkomsten daarvan heeft gedaan en van plan is te doen.

 Informele zorg: mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg, waarbij het wat betreft de vrijwillige inzet gaat om vrijwilligers die onbetaald en onverplicht werkzaamheden verrichten in georganiseerd verband voor anderen die zorg en ondersteuning nodig hebben in het dagelijks leven.

 Intellectueel eigendom: Resultaten betreffen alle uitingen die onderwerp kunnen zijn van bescherming door middel van intellectuele eigendomsrechten, daaronder in ieder geval begrepen: materialen, methodes, processen, producten, software, (uit)vindingen, of data die tijdens de looptijd van de subsidie, en door of in verband met de subsidie, tot stand zijn gekomen.

 Formele zorg: basiszorg middels buurtteam en aanvullende zorg.

 Pedagogische civil society: Activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen noemen we de pedagogische civil society (De Winter, 2008). in een goed functionerende civil society zijn burgers bereid om met elkaar in de eigen sociale netwerken en in het publieke domein verantwoordelijkheid rond het opgroeien en opvoeden van kinderen te delen. Ouders, buurtbewoners, familieleden, leraren, sportcoaches, kortom burgers, zijn op zo'n manier onderling betrokken dat het bevorderend is voor het opvoeden en opgroeien van kinderen.

 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015): Wet van 9 juli 2014, houdende regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang.

 

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

Utrecht wil een vitale en gezonde stad zijn en blijven, waar iedereen zijn of haar talenten kan ontwikkelen, waar bewoners zelfredzaam zijn, waar kinderen veilig en gezond kunnen opgroeien, waar alle inwoners prettig kunnen wonen en zoveel mogelijk mee kunnen doen aan het ‘gewone’ leven. We willen het leefklimaat verbeteren door de sociale samenhang in buurten en wijken te vergroten. En we willen kwetsbare bewoners eerder ondersteunen en versterken en daarmee voorkomen dat hun problemen verergeren of dat zij zwaardere zorg of ondersteuning nodig hebben. Dit bedoelen we als we zeggen dat we ‘de beweging naar voren’ willen maken. Deze ambitie vinden we ook terug in de transformatieagenda “Samen verder bouwen aan een zorgzame en toegankelijke stad” (oktober 2016) en ‘Gewoon Opgroeien’ uit de uitvoeringsagenda Zorg voor Jeugd (2017) en de nota’s van uitgangspunten:

 Buurtteams

 Informatievoorziening, advies en onafhankelijke cliëntondersteuning

 Sport, bewegen en verenigingsondersteuning

 

De gemeente Utrecht zet in op buurten met een sterke sociale basis. De sociale basis omvat algemene voorzieningen die goed toegankelijk en bereikbaar zijn voor iedereen. Het gaat om onderwijs, sport, welzijn, cultuur, openbare gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg en meer. Maatschappelijke initiatieven en bewoners die zich vrijwillig inzetten voor elkaar en voor de buurt zijn onderdeel van deze sociale basis. Hoe beter de voorzieningen van de sociale basis hun werk doen, des te minder beroep bewoners zullen doen op ondersteuning en zorg.

 

Ook in de nota van uitgangspunten sociaal makelaarschap 2019-2024 wordt verwezen naar deze doelen. De rol van het sociaal makelaarschap is een bijdrage te leveren aan levendige en leefbare buurten en wijken, door te ondersteunen wat mensen met en voor elkaar doen.

 

Daarin brengen we drie accenten aan:

• Sociaal makelaars dragen bij aan meer sociale samenhang en inclusiviteit in wijken en buurten zodat mensen prettig kunnen samenleven.

• Sociaal makelaars bevorderen dat ook kwetsbare bewoners mee kunnen doen aan het ‘gewone leven’.

• Sociaal makelaars werken goed samen met bewoners(initiatieven), andere organisaties in de sociale basis, met de formele en informele zorg en dragen bij aan ‘de beweging naar voren’.

Artikel 3 Eisen aan de aanvrager subsidie

1. De subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.

2. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager in ieder geval zich te vergewissen van de wet- en regelgeving en van toepassing zijnde cao bepalingen rondom overgang van onderneming dan wel overname van personeel.

3. Subsidieaanvragers moeten voldoen aan financiële economische en juridische eisen, zoals beschreven in de Algemene Subsidie Verordening en dit artikel. Deze eisen gelden als uitsluitingscriteria in het geval de subsidieaanvrager er niet aan voldoet. De gemeente Utrecht behoudt zich het recht voor om in een later stadium onderliggende bewijsstukken bij de subsidieaanvrager op te vragen.

4. Vanaf 2019 voert de aanvrager het sociaal beheer uit in de beheerde speeltuinen waar geen gebruik is gemaakt van het recht op verzelfstandiging (zie Beleidskader beheerde speeltuinen). De speeltuinen hebben jaarlijks het recht om per 1 januari te verzelfstandigen.

5. Op het moment van het indienen van de aanvraag alsmede na verlening van de subsidie voert de aanvrager in de gemeente geen taken uit op het terrein van de basiszorg (spoor 2) en de aanvullende zorg (spoor 3).

6. De subsidieaanvrager gaat akkoord met het feit dat alle resultaten die voortvloeien uit de gesubsidieerde activiteiten (intellectueel) eigendom van de gemeente Utrecht zijn of worden, tenzij hiervan door of namens de gemeente Utrecht expliciet afstand wordt gedaan.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

1. Het subsidiebedrag wordt vermeld in de subsidiestaat. Het college van B&W stelt jaarlijks het subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat. Voor de eerste periode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 staan de bedragen vermeld op www.utrecht.nl/subsidie.

2. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde van de vaststelling van de programmabegroting door de gemeenteraad.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

In het kader van Sociaal Makelaarschap Utrecht subsidieert de gemeente Utrecht de volgende activiteiten:

• sociaal makelaarschap voor volwassenen

• sociaal makelaarschap voor kinderen

• sociaal beheer van de buurtcentra

De invulling van deze verschillende onderdelen kan verenigd zijn in één persoon of gescheiden worden uitgevoerd.

 

Doelen en activiteiten van de sociaal makelaar volwassenen

Sociaal makelaars zetten in op het versterken van sociale netwerken in de wijk, zodat deze krachtiger worden en waarmee ook de veerkracht van bewoners in de wijk vergroot wordt. Zij zorgen ervoor dat mensen elkaar kunnen vinden en ontmoeten. Zij maken mogelijk dat bewoners initiatieven kunnen ontwikkelen, gericht op het laten ontstaan van die ontmoeting. Zij dragen bij aan het collectief maken van individuele vragen en problemen van buurtbewoners.

 

Zie voor een verdere toelichting van de belangrijkste activiteiten van de sociaal makelaar volwassenen de nota van uitgangspunten sociaal makelaarschap 2019-2024.

 

Doelen en activiteiten van de sociaal makelaar kinderen

 

Sociaal makelaars werken aan het versterken van de pedagogische civil society in de wijk. Zij werken hierin samen met andere partijen en leveren hun bijdrage aan de doelen van ‘Gewoon Opgroeien’ uit de uitvoeringsagenda Zorg voor Jeugd (2017): ‘Iedereen kan meedoen’, ‘Samen leven, samen opgroeien in de buurt’ en ‘Ondersteuning dichtbij’.

 

Sociaal makelaars werken volgens de methodiek van ‘Vreedzame wijk’ omdat we het belangrijk vinden dat iedereen kan meedoen en dat we ruimte maken voor diversiteit. De sociaal makelaars hebben extra aandacht voor kwetsbare kinderen en gezinnen en stellen de leefwereld van het kind centraal.

 

Zie voor een verdere toelichting van de belangrijkste activiteiten van de sociaal makelaar kinderen de nota van uitgangspunten sociaal makelaarschap 2019-2024.

 

Doel en activiteiten van sociaal beheer van buurtcentra

Bruisende buurtcentra in de wijk, die laagdrempelig, uitnodigend, schoon, veilig en gastvrij zijn, waar iedereen welkom is, waar iedereen zich prettig voelt en waar gebruikers zoveel mogelijk eigenaarschap voelen. Dat is het belangrijkste doel voor sociaal beheer. Elk buurtcentrum heeft een gastheer/gastvrouw, die aanspreekpunt is, de sfeer bewaakt, zorgt voor goed contact met de buurt en die een belangrijke bijdrage levert aan optimaal gebruik van het buurtcentrum, door bewoners en bewonersinitiatieven, alle dagen van de week. Om dit te bereiken intensiveren we de inzet op het sociaal beheer.

 

Zie voor een verdere toelichting van de belangrijkste activiteiten van sociaal beheer de nota van uitgangspunten sociaal makelaarschap 2019-2024.

 

Werkplekken en kantoorlocaties: sociaal makelaars en sociaal beheerders hebben flexibele werkplekken nodig. De buurtcentra (zie bijlage 2) worden om-niet ter beschikking gesteld aan de aanbieders van het sociaal makelaarschap. U doet een voorstel voor de locatie(s) en benodigde aantal vierkante meters van deze werkplekken. De huisvesting van overig personeel van de aanbieders (zoals HRM en directie) is aan de subsidieaanvrager; wij verwachten een overzichtelijke weergave van de overhead.

 

Uitsluitend de strikt noodzakelijke kosten voor uitvoering van de activiteiten zijn subsidiabel conform de Algemene Subsidieverordening 2014. Er is geen kostensoort uitgesloten. Op eventuele bijdragen van deelnemers zelf is de Wmo-verordening van de gemeente Utrecht van toepassing.

 

Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag

Aan de subsidieaanvraag worden een aantal eisen gesteld. De subsidieaanvraag bestaat uit:

1. Eén aanvraag voor het buurtgericht uitvoeren van het sociaal makelaarschap in heel Utrecht. Dit kan een aanvraag voor de hele stad door één organisatie zijn of een aanvraag voor de hele stad door een samenwerkingsverband van meerdere organisaties. In dat laatste geval behoort een verleningsbeschikking per organisatie tot de mogelijkheden.

2. Een visie en aanpak voor zes jaar, met een gedetailleerde uitwerking voor het eerste jaar. U verwoordt hierin uw zienswijze en concretiseert uw activiteiten.

3. Een sluitende begroting aansluitend bij de subsidiabele activiteiten in artikel 5. In uw begroting maakt u inzichtelijk hoe elk van de activiteiten / onderdelen financieel is opgebouwd. U geeft in elk geval inzicht in:

a. Salariskosten met onderbouwing van in te zetten fte (beide voor zowel uitvoering als overhead)

b. Overige personele kosten (bijvoorbeeld opleidingskosten)

c. Overige materiële kosten

d. Opbrengsten gesplitst in subsidies gemeente en overige opbrengsten

e. Overige kosten

Sociaal makelaars en sociaal beheerders hebben flexibele werkplekken nodig. De buurtcentra (zie bijlage 2) worden om-niet ter beschikking gesteld aan de aanvrager. U doet in uw aanvraag een voorstel voor de locatie(s) en benodigde aantal vierkante meters van deze werkplekken.

4. Inzet van Social Return. Richtlijn voor de inzet is 5% van het aangevraagde subsidiebedrag, maar u mag dit beperken tot 2% van uw totale inkomsten als dit lager is dan de genoemde 5% van de subsidie. Nadere detaillering hiervan kan samen met de gemeente later worden ingevuld na het besluit tot verlening.

Artikel 7 Indieningstermijn subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen kunnen uiterlijk 1 mei 2018 worden ingediend. Dit kan uitsluitend digitaal middels een aanvraagformulier op www.utrecht.nl/subsidie of per email (subsidie@utrecht.nl). Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. Subsidieaanvragen die worden ingediend na 1 mei 2018 worden geweigerd.

 

Er is tot 25 februari 2018 gelegenheid tot het stellen van vragen over deze beleidsregel. Die kunt u digitaal toesturen aan subsidie@utrecht.nl. De antwoorden op de vragen worden gepubliceerd op www.utrecht.nl.

Artikel 8 Beoordeling subsidieaanvraag

De gemeente Utrecht verleent subsidie voor de activiteiten voor de periode 2019 tot en met 2024 (zes jaar). De invulling van de uit te voeren activiteiten vindt jaarlijks plaats. U dient daar jaarlijks een activiteitenplan en begroting voor in op 1 oktober van het voorgaande jaar.

 

De aanvragen worden gewaardeerd aan de hand van de volgende criteria. In bijlage 1 vindt u een verdere toelichting op het onderdelen waar op gescoord wordt. Per criterium wordt uw aanvraag door de beoordelingscommissie gewaardeerd met een score die maximaal het aantal punten is zoals hieronder vermeld:

 Criterium 1: een visie die goed aansluit bij de leidende principes, doelstellingen en accenten van de nota van uitgangspunten sociaal makelaarschap 2019-2024 (15 punten).

 Criterium 2: een effectieve en innovatieve aanpak, waaruit blijkt dat u kennis heeft van wat er speelt in de Utrechtse buurten, bekend bent met de netwerken, voortbouwt op de ervaringen van afgelopen jaren, het sociaal makelaarschap en sociaal beheer doorontwikkelt, zorgt voor continuïteit in de uitvoering en hoe u bewoners heeft betrokken bij de totstandkoming van uw aanpak (35 punten).

 Criterium 3: afstemming en samenwerking met zowel professionele partners als (organisaties van) bewoners in de sociale basis (spoor 1), de basiszorg (spoor 2) en de aanvullende zorg (spoor 3), hoe u in deze samenwerking denkt vorm te geven aan de ‘beweging naar voren’ (20 punten).

 Criterium 4: de wijze waarop u het sociaal makelaarschap organisatorisch vormgeeft in aansluiting op de genoemde voorwaarden in de nota van uitgangspunten sociaal makelaarschap, hoe u buurtgericht werkt, uw inzet verdeelt over de verschillende activiteiten en flexibel in kunt spelen op ontwikkelingen in de stad (15 punten).

 Criterium 5: efficiënte en effectieve inzet van middelen waarbij de hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag in logisch verband staat met de activiteiten (15 punten).

Artikel 9 Besluitvorming

1. Het besluit wordt uiterlijk 3 juli 2018 door het college van B&W bekend gemaakt.

2. Het college van B&W verleent aan maximaal één partij of samenwerkingsvorm van meerdere partijen (eventueel met een subsidiebeschikking per partij) subsidie voor de uitvoering van het sociaal makelaarschap.

3. Het college van B&W laat zich bij de beoordeling van de subsidieaanvragen bijstaan door een ambtelijke commissie.

4. De beoordelingsprocedure is onderscheiden in een drempeltoets (artikels 3 en 6) en een kwalitatieve toets (artikel 8). Indien een aanvraag niet voldoet aan alle eisen in artikel 3 en 6 wordt de aanvraag niet verder in de beoordeling meegenomen en wordt deze aanvraag geweigerd.

5. De kwalitatieve toets omvat een beoordeling van de subsidieaanvraag en alle door de subsidieaanvrager in het kader van deze regeling ingediende bescheiden. Daarnaast organiseert de gemeente in de periode mei-juni 2018 een gesprek tussen de aanvragers en een selectie van betrokken bewoners. De uitkomsten van dit gesprek worden door de commissie meegenomen in de beoordeling en puntentoekenning van de aanvragen.

6. Voor de criteria van de kwalitatieve toets worden punten toegekend als genoemd in artikel 8 waarbij de maximale totaalscore 100 punten is. De subsidieaanvraag die door de commissie met het hoogst aantal punten wordt gewaardeerd en waarbij voor elk afzonderlijk criterium minimaal 60% van het maximaal te halen aantal punten is gescoord, krijgt de subsidie verleend.

7. Indien het college dit wenselijk acht, wordt in juni 2018 met alle aanvragers een gesprek gevoerd om de aanvraag toe te lichten. Voor dit gesprek wordt de beoogde directie van de organisatie uitgenodigd. Deze gesprekken zullen van gelijke duur zijn en met gelijke agenda’s.

Artikel 10 Monitoring en evaluatie

 

In de nota van uitgangspunten Sociaal makelaarschap 2019-2024 is bepaald dat het Utrechtse model en de leidende principes de basis blijven voor de doorontwikkeling de komende periode. Deze leidende principes vormen ook de basis van de monitoring en evaluatie.

 

Monitoring

Jaarlijks wordt op basis van een tussentijdse rapportage en eindrapportage getoetst of de inzet bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen. Wij verwachten één inhoudelijke tussentijdse en eindrapportage voor de hele stad. Onderdeel van de rapportages is onder andere een omschrijving van de wijze waarop horizontale verantwoording is vormgegeven. De financiële verantwoording kan apart per organisatie ingediend worden, gekoppeld aan de subsidieverlening per organisatie.

 

Evaluatie na drie jaar

In het najaar 2021, halverwege de subsidieperiode, vindt een uitvoerige evaluatie plaats. Deze evaluatie vindt plaats op het niveau van uitvoering (leveren de gesubsidieerde organisaties hetgeen wij hebben afgesproken) en beleid (sluit de inrichting, organisatie en aanbod van de voorziening nog wel aan op de wensen en behoeften van de inwoners van Utrecht).

 

In de evaluatie op uitvoeringsniveau zijn de kwaliteitscriteria genoemd in artikel 8 uitgangspunt. In de evaluatie op beleidsniveau zijn de nota’s van uitganspunten zoals genoemd in artikel 2 de basis. De evaluatie vindt plaats op basis van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens (o.a. die worden gebruikt voor de monitoring). Hier worden ook stakeholders in de stad bij betrokken. Daartoe vindt eind 2018 een bijeenkomst plaats waar in ieder geval de beoogde subsidieontvanger(s), samenwerkingspartners en de gemeenteraad aanwezig zijn. Deze bijeenkomst wordt benut om - met het oog op de evaluatie in 2021- invulling te geven aan de doorontwikkeling van het sociaal makelaarschap en een nulmeting uit te voeren wanneer het onderwerp zich daarvoor leent. In de verleningsbeschikking wordt vastgelegd welke concrete doelstellingen worden verwacht ten aanzien van de doorontwikkeling en wat we hebben geconstateerd in de nulmeting.

 

De evaluatie kan tot beleids- en budgettaire wijzigingen leiden die ook van invloed kunnen zijn op de opdracht en het budget van de buurtteams voor de periode 2022-2024. In overeenstemming met toepasselijke wet- en regelgeving (Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Utrecht) kan tijdens de subsidieperiode de subsidie worden ingetrokken of gewijzigd. De reden kan liggen bij de subsidieontvanger (bijvoorbeeld het niet voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen) of als gevolg van een beleidswijziging.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregel treedt met ingang van datum bekendmaking in werking en wordt aangehaald als ‘Beleidsregel Sociaal makelaarschap Utrecht’. De Beleidsregel “Uitvraag Sociaal makelaarschap”, vastgesteld op 30 mei 2012, wordt met ingang van 1 januari 2019 ingetrokken.

 

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 23 januari 2018.

De secretaris, De burgemeester,

G.G.H.M. Haanen Mr. J.H.C. van Zanen

Bijlage 1 Toelichting op het activiteitenplan

Ons uitgangspunt is dat de organisatie van het sociaal makelaarschap aansluit bij de leidende principes en bijdraagt aan het optimaal kunnen realiseren van de doelen voor sociaal makelaarschap. Tevens streven we naar continuïteit voor vrijwilligers, bewoners en wijkpartners.

 

We zien graag dat u in de subsidieaanvraag duidelijk en beknopt ingaat op de volgende onderwerpen:

 Visie: wat is uw visie op de rol en werkwijze van het sociaal makelaarschap volwassenen, sociaal makelaarschap kinderen en sociaal beheer?

 Kennis van de stad: welke onderwerpen spelen in de buurten? Wat weet u van de doelstellingen en activiteiten van andere partners en de gemeente?

 Flexibiliteit: hoe speelt u in op de veranderingen die zich met regelmaat aandienen in het sociaal domein?

 Innovatie: welke ideeën heeft u over innovatie in bewonersondersteuning?

 Afstemming en samenwerking: hoe ziet u de samenwerking met andere partijen in het veld? Graag aandacht voor de volgende aspecten van afstemming en samenwerking:

o de wijze waarop u de sociale wijkanalyse benut voor het stellen van prioriteiten in de buurt (zie paragraaf 2.2 van de nota van uitgangspunten, waarin aangegeven wordt welke samenwerkingspartners van belang zijn. Denk hierbij ook aan de samenwerking met de woningbouwcorporaties en sport(verenigingen));

o de positie van het sociaal makelaarschap in het Utrechts model van de sociale basis (spoor 1), de basiszorg (spoor 2) en de aanvullende zorg (spoor 3).

 Organisatie: hoe geeft u vorm aan de organisatorische randvoorwaarden zoals omschreven in de nota van uitgangspunten sociaal makelaarschap 2019-2024?

 Ondersteuning-op-maat voor bewonersinitiatieven: U omschrijft hoe u samenwerkt met andere organisaties die bewonersinitiatieven ondersteunen. Deze samenwerking moet een structureler karakter krijgen dan tot nu toe het geval is. Wij vinden het belangrijk dat sociaal makelaars beschikken over basiskennis over het aanvragen van fondsen en het opzetten van een stichting om initiatieven op weg te helpen.

 Flexibele inzet voor innovatieve activiteiten: hoe geeft u vorm aan de flexibele inzet voor innovatieve activiteiten in samenwerking met partners? Hiervoor dient jaarlijks 5% (304.450 euro) van het totale budget ingezet te worden.

 Leren en verantwoorden: hoe zorgt u dat u een lerende organisatie bent en hoe geeft u vorm aan horizontale verantwoording?

 Diversiteit: Wij vinden het belangrijk dat alle Utrechters volwaardig 'meedoen' aan de samenleving, ook mensen met een beperking, ouderen en Utrechters met een andere culturele achtergrond. Maatschappelijke drempels willen we slechten. Wij verwachten van u als subsidieaanvrager dat u cultuursensitief werkt, op de hoogte bent van Agenda 22 en het VN-gehandicaptenverdrag, dat u weet om te gaan met diversiteit, en uw werkwijze en communicatie afstemt op de verschillende bewonersgroepen. We verwachten dat u hier rekening mee houdt in de samenstelling van uw organisatie.

 Social return: in uw aanvraag dient u aan te geven welke inzet u gaat realiseren voor social return. De nadere detaillering hiervan kan samen met de gemeente later worden ingevuld na het besluit tot verlening. De richtlijn voor de inzet voor social return is 5% van het aangevraagde subsidiebedrag, maar u mag dit beperken tot 2% van uw totale inkomsten als dit lager is dan de genoemde 5% van de subsidie.

 Activiteiten: hoe geeft u vorm aan de hieronder benoemde activiteiten?

Sociaal makelaarschap volwassenen

 Ondersteuning van bewonersinitiatieven en deze op gang helpen, verbinden, signaleren en informeren (zie paragraaf 2.4 van de nota van uitgangspunten sociaal makelaarschap 2019-2024).

 Samenwerken met en flexibel inspelen op verschillende vormen in het spectrum van bewonersinitiatief: van een bewonersinitiatief dat intensief begeleid wordt door sociaal makelaars aan de ene kant tot een volledig zelfstandig draaiend bewonersinitiatief aan de andere kant.

 Toeleiding naar en het tijdelijk opzetten van activiteiten voor de participatie van sociaal kwetsbare Utrechters.

 De ontwikkeling van buurtnetwerken in samenwerking met bewoners, de buurtteams, informele zorgorganisaties en overige betrokken partners. De sociaal makelaar heeft hierin een trekkersrol.

 Coördinatie Samen in de Stad

o Faciliteren en stimuleren van netwerken in de wijk van actieve bewoners(initiatieven) en professionals rondom ouderen.

o Vergroten van het sociaal netwerk van ouderen en activering door middel van aanpak huisbezoeken in samenwerking met huisartsen.

o Koppelen van bewoners aan elkaar. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het met elkaar in contact brengen van ouderen die beiden willen wandelen en ook om koppelingen die meer gericht zijn op de informele zorg.

 Huiskamers van de Wijk

o Het realiseren van (mobiele) huiskamers om kwetsbare inwoners te ondersteunen in het vergroten van hun sociaal netwerk en het versterken van hun sociale participatie. U voert dit uit in samenwerking met de betrokken aanbieders van Sociale Prestatie / Dagondersteuning activiteiten.

 Informatievoorziening:

o Fungeren als schakel tussen bewoners(initiatieven) en de organisatie die stedelijk uitvoering geeft aan Informatievoorziening.

o Het op gang brengen en faciliteren van bewoners(initiatieven) die een rol willen spelen in buurt- en wijkgerichte informatievoorziening.

o De wederkerigheid van het halen en brengen van informatie in samenwerking met de organisatie die stedelijk uitvoering geeft aan Informatievoorziening.

Kinder sociaal makelaarschap

 Hoe brengt u een bijdrage aan de doelen van Gewoon Opgroeien, ondersteunen en initiëren van initiatieven, signaleren en verbinden (zie paragraaf 2.5 van de nota van uitgangspunten sociaal makelaarschap 2019-2024).

 Hoe geeft u vorm aan de coördinatie Vreedzame Wijk.

 De inzet op de leeftijd 10-14 jaar en de doorgaande lijn in samenwerking met partners.

 

 

Sociaal beheer

 Bruisende buurtcentra in de wijk, die laagdrempelig, uitnodigend, schoon, veilig en gastvrij zijn, waar iedereen welkom is, waar iedereen zich prettig voelt en waar gebruikers zoveel mogelijk eigenaarschap voelen. Zie voor een lijst van de buurtcentra bijlage 2.

 Elk buurtcentrum heeft sociaal beheer, die aanspreekpunt is, de sfeer bewaakt, zorgt voor goed contact met de gebruikers en buurt, die een belangrijke bijdrage levert aan optimaal gebruik/bezettingsgraad van het buurtcentrum door maatschappelijke organisaties en bewonersinitiatieven, alle dagen van de week.

 Draagt zorg voor een goede afstemming tussen technisch en-sociaal beheer en het stedelijk verhuurloket buurtcentra.

 Organiseert en coördineert het 3hoeksoverleg per pand van gebruikers, technisch en sociaal beheer. De 3hoek komt gezamenlijke tot een visie en uitvoeringsplan op medebeheer, programmering en communicatie. Zie voor verdere toelichting paragraaf 2.6 van de nota van uitgangspunten sociaal makelaarschap 2019-2024.

 Stuurt en stimuleert op verscheidenheid van activiteiten en communicatie middelen.

 Organiseert het medebeheer en werft vrijwilligers op de buurtcentra door gebruikers te betrekken bij het beheer/toezicht op het buurtcentrum.

 Werkt aan verruiming van de openstelling van buurtcentra op avonden en in het weekeinde door gebruikers gaandeweg meer verantwoordelijkheid te geven.

 Creëert laagdrempelige en gezellige huiskamers en biedt faciliteiten zoals buffet en vergaderfaciliteiten voor ontmoeting en vermaak.

 Heeft de verantwoordelijkheid om aanwezig te zijn op de locatie wanneer er activiteiten plaatsvinden of zorgt dat vrijwilligers deze taak hebben overgenomen.

 Bevraagt periodiek gebruikers naar de tevredenheid over het gebruik en faciliteiten van de accommodatie, dit kan in samenwerking met het technisch beheer Stadsbedrijven.

 Is als richtlijn 24 tot 28 uur per week per buurtcentrum aanwezig. De inzet wordt jaarlijks geëvalueerd door het 3hoeksoverleg en kan jaarlijks worden bijgesteld.

 

 

Bijlage 2 Overzicht buurtcentra met sociaal beheer

Gebied Leidsche Rijn

1. Buurtcentrum Hof ’t Spoor, Operettelaan 629

2. Buurtcentrum ’t Zand, Pauwoogvlinder 20

3. Buurtcentrum Parkwijk, Oosterparklaan 76

4. Buurtcentrum Hoge Weide (oplevering nieuwbouw medio 2019 – 2020)

Gebied Noordoost

5. Buurtcentrum de Leeuw, Samuel Van Houtenstraat 1

Gebied Overvecht

6. Buurtcentrum de Jager, Teun de Jagerdreef 1

7. Buurtcentrum de Boog, Gambiadreef 60

8. Buurtcentrum de Dreef, Schooneggendreef 27c

Gebied Zuid

9. Buurtcentrum Musketon, Hondsrug 17-19

10. Buurtcentrum Hart van Hoograven, Goylaan 77

Gebied Oost

11. Buurtcentrum Sterrenzicht, Keerkringplein 40

Gebied Noordwest

12. Buurtcentrum de Speler, Thorbeckelaan 18

13. Buurtcentrum de Uithoek, 2e Daalsedijk 2b

14. Buurtcentrum Zuilen, Sint Ludgerusstraat 251

Gebied West

15. Buurtcentrum Rosa, Malakkastraat 6

16. Buurtcentrum Oase, Cartesiusweg 11

17. Buurtkamer Herderplein ( vinger aan de pols sociaal makelen), Herderplein 21-22

Gebied Vleuten- de Meern

18. Buurtcentrum de Schakel, Schoolstraat 11

19. Buurtcentrum Weidewereld, Teunisbloemlaan 48

20. Buurtcentrum de Pijler, Bovenpolder 80

Gebied Zuidwest

21. Buurtcentrum Hart van Noord, Trumanlaan 60 c

22. Buurtcentrum BuurThuis, Livingstonelaan 1350

23. Buurtkamer Strandpaviljoen (vinger aan de pols sociaal makelen), Noordzeestraat 20

Naar boven