Aanvulling beleidsregels bijzondere bijstand B098, B101 en B109.

 

ZAAKNUMMER: 2018018352

 

 

 

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Asten,

 

Overwegende dat:

het college ter uitvoering van de Wet werk en bijstand beleidsregels bijzondere bijstand heeft vastgesteld;

de maatschappelijke realiteit veranderd is, zodat een heroverweging van de deze beleidsregels nodig is;

het college harmonisatie van beleidsregels binnen de Peelgemeenten nastreeft.

 

Gelet op het bepaalde in artikel 35 van de Participatiewet;

 

BESLUIT

De beleidsregels B098, B101 en B109 aan te vullen conform de in bijlage van dit

besluit opgenomen geconsolideerde tekst.

 

 

B098 Aanvulling Kosten van scholing en opleiding statushouders

 

Voor wat betreft de hoogte van reiskostenvergoeding van statushouders naar de inburgeringscursus (inclusief alfabetisering) sluiten we aan bij artikel 5.3 lid 4 onder a van de Nadere regels Re-integratieverordening Participatiewet 2015:

 

Artikel 5.3 lid 4 onder a Nadere regels Re-integratieverordening Participatiewet 2015

4. Hoogte van de vergoeding

a. voor een reisafstand verder dan 10 km vanaf het woonadres van de belanghebbende kan een reiskostenvergoeding verstrekt worden op basis van de tarieven van het openbaar vervoer (2e klasse). Daarbij wordt uitgegaan van de dichtst bij het woonadres van belanghebbende zijnde halte van het openbaar vervoer. Openbaar vervoerkosten worden vergoed na het overleggen van de vervoersbewijzen en na het overleggen van een bewijs, dat de belanghebbende de trajectlocatie inderdaad heeft bezocht (bijv. een presentielijst).

 

Afweging

Bij de afweging met betrekking tot de kortste afstand tot de cursuslocatie wordt uitgegaan van een passende opleiding zo kort mogelijk in de buurt. Als een dichterbij gesitueerd opleidingsaanbod passend is, gaat dit dus boven het verlenen van bijstand in de reiskosten in een verder weg gelegen opleidingslocatie. In de regel zal de opleidingslocatie van het ROC ter Aa in Helmond de dichtstbijzijnde mogelijkheid zijn. De beoordeling welk aanbod passend is, is een maatwerkbeoordeling.

De reiskostenvergoeding van statushouders die op de ingangsdatum van deze beleidsregels op basis van een andere locatie dan de dichtstbijzijnde is toegekend, wordt ongewijzigd voortgezet, zodat die statushouders als gevolg van deze beleidsregels niet hoeven over te stappen naar een andere aanbieder.

 

B101 Aanvulling Duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten

 

De hoogte van de inrichtingskosten wordt bepaald op maximaal 60% van de Nibud normen. Uit een intern onderzoek bij alle 5 de Peelgemeenten blijkt dat dit de gemiddelde verstrekking is. Als op grond van bijzondere omstandigheden blijkt dit niet voldoende is, kan hiervan onderbouwd worden afgeweken. Uitgangspunt daarbij is dat de hoogte van de lening afgestemd wordt op de concrete, individuele situatie. Andersom, wanneer blijkt dat de aanvrager een lagere lening wenst, wordt een lagere lening verstrekt.

 

Uit het bedrag voor inrichtingskosten moet een computer of laptop aangeschaft kunnen worden. Dat geldt ook voor een fiets. De kinderen uit het gezin kunnen voor een fiets en/of laptop terecht bij de stichting Leergeld in hun gemeente.

 

Controle

De uitvoering is gericht op een doelmatige en effectieve besteding van de middelen. Daar past een steekproefcontrole bij. Aan de inwoners/statushouders aan wie een lening in het kader van deze richtlijnen wordt verstrekt, wordt in de beschikking de verplichting opgelegd om bonnetjes en betaalbewijzen te bewaren.

De uitvoering van de steekproef is onderwerp in het interne controleplan van Senzer.

 

Vluchtelingenwerk is bij iedere statushouders gezin betrokken bij de aanschaf van de inrichting en de besteding van de middelen. De begeleiding van Vluchtelingenwerk bij het inrichten van de woning sluit aan bij de mate van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van (het gezin van) de statushouders.

 

B109 Aanvulling Looptijd leenbijstand

 

Het bepalen van aflossingstermijn bij het verstrekken van een tweede leenbijstand (terwijl voor de eerste leenbijstand de aflossing nog loopt (max 36 maanden):

 

Het restant van de eerste lening wordt toegevoegd aan de tweede lening.

De aflossing wordt vastgesteld op 6% van de nieuwe norm.

De maximale aflossingstermijn wordt aangepast (minder dan 36 maanden) door rekening te houden met het reeds afgeloste bedrag van de eerste lening gedeeld door het aflossingsbedrag van de tweede lening.

 

Deze rekenmethode is uitgewerkt in onderstaand praktijkvoorbeeld.

 

Overigens zal deze situatie zich vooral voordoen bij de gezinshereniging van statushouders. De statushouder krijgt een aanvullende leenbijstand in inrichtingskosten, waarbij de beide leningen én de periode van aflossing worden teruggebracht naar één lening met één aflossingsverplichting van maximaal 36 maanden

 

Praktijkvoorbeeld B109 (statushouders)

Situatie

Alleenstaande statushouder krijgt leenbijstand van € 2.900,00 voor inrichtingskosten op

1-2-2015. Hij lost het aflossingsbedrag voor een alleenstaande af via inhouding op de uitkering.

Per 1-12-2016 voegt de partner met kinderen zich bij de statushouder in het kader van gezinshereniging. Er wordt op 1-12-2016 een aanvullende lening van € 4.256,00 verstrekt. Daarop wordt vanaf dat moment het aflossingsbedrag voor een echtpaar afgelost.

 

Normbedragen in het voorbeeld

Aflossingsbedragen bij een bijstandsuitkering:

Alleenstaande: € 54,00 per maand

Echtpaar: € 80,00 per maand

 

Berekening

Hoogte lening 1 en 2

Aflossingsbedrag alleenstaande periode 1-2-2015 tot 1-12-2016 is 21 maanden x € 54,00 is € 1.134,00.

 

Restant lening bedraagt

Lening 1 € 2.900,00

Aflossing tot 1-12-2016 € 1.134,00 -

Resterend op 1-12-2016 € 1.766,00

 

Restant Lening 1 € 1.766,00

Lening 2 € 4.256,00+

Totaal leningen op 1-12-2016 € 6.022,00

Restant aantal aflossingstermijnen:

Aflossingsbedrag echtpaar per 1-12-2016 is € 80,00 per maand.

Reeds afgelost lening 1 is € 1134,00 : € 80,00 is 14 maanden.

 

Aflossingstermijn nieuwe lening echtpaar is:

Aflossingsverplichting 36 maanden

Reeds afgelost 14 - maanden

Resterende aflostermijn 22 maanden.

 

Berekening totale aflossing na 3 jaar

Lening 1: € 54,00 x 21 = € 1.134,00

Lening 2: € 80,00 x 22 = € 1.760,00+

Totale aflossing na 36 maanden € 2.894,00

 

Berekening om niet na 3 jaar

Verstrekte lening 1 € 2.900,00

Verstrekte lening 2 € 4.256,00+

Totale leenbijstand € 7.156,00

Aflossing 36 maanden € 2.894,00-

Om niet € 4.262,00

Inwerkingtreding

Dit besluit in werking laten treden op 1 mei 2018.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten van 12 juni 2018.

College van burgemeester en wethouders van Asten,

mr. W.M.A. Verberkt

secretaris

mr. H.G. Vos

burgemeester

Naar boven