Wijziging Verordening leerlingenvervoer Leidschendam-Voorburg 2015

De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

 

gezien het voorstel van het college d.d.1 juni 2018 kenmerk 648;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende wijziging van de Verordening leerlingenvervoer Leidschendam-Voorburg 2015.

Artikel I  

De artikelen 1, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 17 en 18 en de toelichting van de Verordening leerlingenvervoer Leidschendam-Voorburg 2015 worden gewijzigd zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel II  

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na de dag van bekendmaking.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 10 juli 2018

de griffier, de voorzitter,

mr. G.A. van Egmond dhr. K. Tigelaar

Bijlage  

Behorende bij het raadsbesluit tot wijziging van de Verordening Leerlingenvervoer Leidschendam-Voorburg 2015

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • 1.

    Afstand: afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • 1.

    Afstand: afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste of snelste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

 

B

Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 10. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

 

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes km bedraagt.

 

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in het eerste lid en de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets.

Artikel 10. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

 

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes km bedraagt.

 

  • 1.

    De toekenning van een km vergoeding kan op basis van de kortste of snelste route. De ouders moeten vooraf aangeven hoe zij (willen) rijden. Omrijden is hierbij niet toegestaan. Uitganspunt is de rechtstreeks kortste of snelste route van huis naar school en visa versa.

 

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in het eerste lid en de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets.

  

C

Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 11. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer of vervoer per fiets ten behoeve van een begeleider

 

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer of vervoer per fiets van de leerling en een begeleider indien:

  • 2.

    ………

  • 3.

    de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.

Artikel 11. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer of vervoer per fiets ten behoeve van een begeleider

 

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer of vervoer per fiets van de leerling en een begeleider indien:

………..

  • 1.

    de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.

 

D

Artikel 12 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 12. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer

 

Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt, indien:

……….

……….

……….

  • 1.

    de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele, lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken.

Artikel 12. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer

 

  • 1.

    Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt, indien:

……….

……….

……….

  • 1.

    de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele, lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken.

 

E

Artikel 13 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 13. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

 

…….

Indien toestemming als gevolg van het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

  • 1.

    ……..

  • 2.

    een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op een voorziening in de vorm van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

Indien toestemming als gevolg van het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

…….

…….

Artikel 13. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

 

  • 1.

    …….

  • 2.

    Indien toestemming als gevolg van het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

  • 3.

    ……..

  • 4.

    een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, op basis van de vooraf gemaakte keuze van kortste of snelste route, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op een voorziening in de vorm van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 5.

    Indien toestemming als gevolg van het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, op basis van de vooraf gemaakte keuze van kortste of snelste route, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 6.

    …….

  • 7.

    …….

 

F

Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 14. Drempelbedrag

 

  • 1.

    Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs, zoals bedoeld in de Wet op het primair onderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 24.300,- wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 10 bepaalde afstand te boven gaan.

In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 10 bepaalde afstand en keuze voor kortste of snelste route, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 24.300,-.

…….

  • 1.

    Het bedrag van € 24.300,- genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 juli 2015 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,-. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 24.300,-.

  • 2.

    Deze bepaling is niet van toepassing op leerlingen die wegens hun structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, dan wel vanwege een zodanige handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kunnen maken.

Artikel 14. Drempelbedrag

 

  • 1.

    Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs, zoals bedoeld in de Wet op het primair onderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 26.100,- wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 10 bepaalde afstand te boven gaan.

In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 10 bepaalde afstand en keuze voor kortste of snelste route, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 26.100,-.

…….

  • 1.

    Het bedrag van € 26.100,- genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2019 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,-. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 26.100,-.

  • 2.

    Deze bepaling is niet van toepassing op leerlingen die wegens hun structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, dan wel vanwege een zodanige handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kunnen maken.

 

G

Artikel 15 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 15. Financiële draagkracht

 

  • 1.

    …….

  • 2.

    …….

  • 3.

    De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid worden berekend per gezin en zijn afhankelijk van de hoogte van het inkomen van de ouders.

 

Zij bedragen:

 

  • Inkomen in Euro’s

    Eigen bijdrage in Euro’s

    0-32.500

    Nihil

    32.500-39.000

    130

    39.000-45.000

    545

    45.000-51.000

    1015

    51.000-58.000

    1485

    58.000-64.000

    1955

    64.000 en verder

    Voor elke extra 5.000: 480 erbij

  

  • 1.

    .......

  • 2.

    …….

  • 3.

    Deze bepaling is niet van toepassing op leerlingen die wegens hun structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, dan wel vanwege een zodanige handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kunnen maken.

Artikel 15. Financiële draagkracht

 

  • 1.

    …….

  • 2.

    …….

  • 3.

    De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid worden berekend per gezin en zijn afhankelijk van de hoogte van het inkomen van de ouders.

 

Zij bedragen:

 

  • Inkomen in Euro’s

    Eigen bijdrage in Euro’s

    0-34.500

    Nihil

    34.500-41.500

    145

    41.500-48.000

    615

    48.000-54.500

    1145

    54.500-62.000

    1675

    62.000-68.000

    2205

    68.000 en verder voor elke 5.500 extra

    540 erbij

 

  • 1.

    .......

  • 2.

    …….

  • 3.

    Deze bepaling is niet van toepassing op leerlingen die wegens hun structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, dan wel vanwege een zodanige handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kunnen maken.

 

H

Artikel 17 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 17. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding en vervoer per fiets

 

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 16 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer van de leerling en een begeleider, indien de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.

…….

…….

Artikel 17. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding en vervoer per fiets

 

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 16 bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer van de leerling en een begeleider, indien de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.

…….

…….

 

I

Artikel 18 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 18. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer

 

Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 16 bezoekt, indien:

…….

…….

…….

  • 1.

    de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken.

…….

Artikel 18. Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer

 

Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld onder artikel 16 bezoekt, indien:

…….

…….

…….

  • 1.

    de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken.

…….

  

J

De toelichting wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Toelichting

 

NB Voor een goed beeld dient deze modelverordening in samenhang met de hierbij behorende ledenbrief gelezen te worden.

 

Algemeen

………

Toelichting algemeen

 

…………………

Artikel 1. Begripsomschrijving

- afstand

De afstand dient consequent te worden gemeten. Er wordt voor elke afstand eenzelfde, professionele routeplanner gehanteerd. Het verdient aanbeveling de ouders bij de aanvraag te informeren over de wijze waarop de afstand wordt gemeten.

 

.......

Artikel 1. Begripsomschrijving

- afstand

De afstand dient consequent te worden gemeten. Er wordt voor elke afstand eenzelfde, professionele routeplanner gehanteerd. Er kan gekozen worden voor de kortste of de snelste route. Het verdient aanbeveling de ouders bij de aanvraag te informeren over de wijze waarop de afstand wordt gemeten.

 

…….

Artikel 13. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

Artikel 13 geeft nadere regels voor de bekostiging van het eigen vervoer. Hiervan is sprake wanneer ouders de leerlingen zelf naar school vervoeren of laten vervoeren met een eigen vervoermiddel (auto, bromfiets, etc.), of wanneer een leerling gebruikmaakt van de fiets. Als ouders de leerling zelf wensen te (laten) vervoeren, is toestemming van het college noodzakelijk. Een belangrijke maatstaf voor toestemming kan zijn dat de bekostiging van het vervoer door de ouders voor de gemeente goedkoper is. Daarvan is in ieder geval geen sprake als de leerling in aanmerking komt voor een voorziening in de vorm van aangepast vervoer, en er is plaats in een busje dat toch al rijdt.

 

…….

Artikel 13. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

Artikel 13 geeft nadere regels voor de bekostiging van het eigen vervoer. Hiervan is sprake wanneer ouders de leerlingen zelf naar school vervoeren of laten vervoeren met een eigen vervoermiddel (auto, bromfiets, etc.), of wanneer een leerling gebruikmaakt van de fiets. Als ouders de leerling zelf wensen te (laten) vervoeren, is toestemming van het college noodzakelijk. Een belangrijke maatstaf voor toestemming kan zijn dat de bekostiging van het vervoer door de ouders voor de gemeente goedkoper is. Daarvan is in ieder geval geen sprake als de leerling in aanmerking komt voor een voorziening in de vorm van aangepast vervoer, en er is plaats in een busje dat toch al rijdt. Voorts dient een keuze te worden gemaakt op basis van de kortste of snelste route. Deze keuze dient vooraf te worden bekendgemaakt bij de gemeente. Uitgangspunt is de rechtstreeks kortste of snelste route van huis naar school en vise versa.

 

…….

Artikel 14. Drempelbedrag

.......

 

Inkomen Onder inkomen moet worden verstaan: het inkomensgegeven, zoals bedoeld in artikel 21, aanhef en onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in het peiljaar. De inkomensgrens voor het drempelbedrag en de wijze van indexering zijn bepaald in artikel 4, zevende lid, van de WPO. Als peiljaar moet worden aangemerkt het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd, begint (zie artikel 1). Als grenswaarde wordt in de wet een gezamenlijk inkomen genoemd van € 17.700,- voor het school jaar 1998-1999; dit bedrag moet per 1 januari 1999 jaarlijks worden geïndexeerd op een voorgeschreven wijze. In de modelverordening is de grenswaarde van het gezamenlijk inkomen voor het heffen van een drempelbedrag voor het schooljaar 2013-2014 (dus voor het peiljaar 2011) vastgesteld op € 24.300,-.

…….

Artikel 14. Drempelbedrag

.......

 

Inkomen Onder inkomen moet worden verstaan: het inkomensgegeven, zoals bedoeld in artikel 21, aanhef en onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in het peiljaar. De inkomensgrens voor het drempelbedrag en de wijze van indexering zijn bepaald in artikel 4, zevende lid, van de WPO. Als peiljaar moet worden aangemerkt het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd, begint (zie artikel 1). Als grenswaarde wordt in de wet een gezamenlijk inkomen genoemd van € 17.700,- voor het school jaar 1998-1999; dit bedrag moet per 1 januari 1999 jaarlijks worden geïndexeerd op een voorgeschreven wijze. In de modelverordening is de grenswaarde van het gezamenlijk inkomen voor het heffen van een drempelbedrag voor het schooljaar 2018-2019 (dus voor het peiljaar 2016) vastgesteld op € 26.100,-.

…….

 

 

Naar boven