Gemeenteblad van Zeewolde
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeewolde | Gemeenteblad 2018, 166800 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeewolde | Gemeenteblad 2018, 166800 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het college van burgmeester en wethouders van de gemeente Zeewolde houdende regels omtrent uitwegen versie 2018
Het college van burgemeester en wethouders heeft op 24 juli 2018 besloten de (bijgevoegde) beleidsregels uitwegen, versie 2018 (inclusief bijlagen) vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de Randvoorwaarden uitwegen, versie 20 januari 2009. Dit besluit treedt de dag na bekendmaking in werking.
Beleidsregels uitwegen Gemeente Zeewolde, artikel 2:12 APV (versie 2018)
Op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is voor het maken of veranderen van een uitrit op voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden, toestemming nodig van het college. Indien men een uitweg wenst, dient men dit voornemen te melden aan het college. Het college kan de uitweg weigeren. Indien de uitweg niet geweigerd wordt en de uitweg op gemeentelijk grondgebied ligt, zal deze na instemming van de melder door de gemeente worden aangelegd op kosten van de melder. Aanleg van de uitweg door de melder zelf wordt niet toegestaan. Uitwegen op provinciale of rijkswegen in de gemeente Zeewolde maken geen onderdeel uit van deze beleidsregels.
De wettelijke basis voor het mogen maken van een uitweg is artikel 2: 12 van de APV. Dit artikel luidt als volgt:
Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg
Het college verbiedt het maken van de uitweg:
indien er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeergelegenheid of het openbaar groen of ten koste gaat van het normale gebruik van de openbare ruimte, tenzij er dringende sociale of economische redenen zijn om de uitweg aan te leggen.
Deze beleidsregels zijn van toepassing op alle meldingen om een uitweg te maken op voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden binnen de gemeente Zeewolde. Uitwegen op provinciale of rijkswegen in de gemeente Zeewolde maken geen onderdeel uit van deze beleidsregels.
De procedure is globaal als volgt:
Indien de weg in beheer is bij de afdeling Publiek:
Indien de weg in beheer is bij het Grondbedrijf:
5) Technische regels voor het maken of veranderen van een uitweg.
In de APV is in lid 4 van artikel 2:12 aangegeven dat "Elke uitweg dient te worden aangelegd en te voldoen aan de hieromtrent door het college vastgestelde en bekendgemaakte nadere regels." Deze regels zijn in deze paragraaf aangegeven.
De uitweg verbindt een perceel met een voor autoverkeer bestemde weg en kan gebruikt worden voor autoverkeer of de uitweg verbindt een perceel met een voor voetgangers bestemd pad. Onder paragraaf 5.2 worden de uitwegen voor gemotoriseerd verkeer en onder paragraaf 5.3 voor voetgangers nader uitgewerkt.
5.2 Uitwegen voor gemotoriseerd verkeer
Breedte uitwegen binnen de bebouwde kom APV
Breedte uitwegen buiten de bebouwde kom APV
Een uitweg ten behoeve van een bedrijf mag breder worden als door de melder aannemelijk kan worden gemaakt dat dit uit economische motieven nodig is en een alternatieve oplossing op eigen terrein niet mogelijk is.
De aangegeven breedtes moeten worden gemeten ter plaatse van de erfgrens op gemeentelijk gebied. Veelal is dit het smalste punt van de uitweg.
De bochtstraal van de uitweg ter hoogte van de rijweg wordt aangepast aan de te verwachten voertuigen. Minimale straal is 8 meter.
5.2.2 Maken/verandering en kosten:
Een standaarduitweg in een gebied dat wordt ontwikkeld, ingericht en beheerd door het Grondbedrijf van de gemeente Zeewolde, wordt aangelegd door en voor rekening van het Grondbedrijf. De eventueel tijdelijk aan te brengen uitweg wordt eveneens door en voor rekening van het Grondbedrijf aangelegd. Een standaarduitweg in een woonwijk is 4 meter breed. Een standaarduitweg op een bedrijventerrein is 6,5 meter.
De uitweg moet worden aangelegd op een wijze die is omschreven in het beeldkwaliteitplan dat van toepassing is voor die straat, buurt of wijk. Als een beeldkwaliteitplan niet aanwezig is of onvoldoende duidelijk of als de in het beeldkwaliteitplan aangegeven richtlijnen niet goed functioneren en daarvan daarom goed gemotiveerd kan worden afgeweken, moet als volgt gehandeld worden:
Als de openbare weg is opgebouwd uit asfalt, beton of betonklinkers moet de uitweg binnen de bebouwde kom zijn gemaakt van betonstraatsteen, keiformaat. Buiten de bebouwde kom kan gekozen worden tussen drie varianten, namelijk asfalt, betonstraatstenen of stelconplaten. In bijlage 1 is een tekening opgenomen met de specifieke kenmerken per type uitweg.
Indien een uitweg een trottoir of fietspad kruist moet de uitweg op het niveau van fiets- en voetpad worden aangebracht. Indien sprake is van een hoogteverschil tussen fiets- of voetpad enerzijds en de weg anderzijds moeten ter plaatse van de weg inritbanden worden toegepast. In alle andere gevallen moet de uitweg op het niveau van de weg worden aangelegd.
De uitweg bestemd voor autoverkeer watert af richting de openbare weg (ligt dus op de kavelgrens hoger dan de rand van de weg) of naar de naastliggende berm.
Een uitweg voor een windturbine mag alleen gebruikt worden voor het onderhoud aan de windturbine en niet als een tweede ontsluiting van de landbouwkavel.
Deze uitwegen kunnen alleen binnen de bebouwde kom worden gerealiseerd.
5.3.2 Maken/verandering en kosten:
In de APV is in lid 2 van artikel 2:12 aangegeven dat het college in een aantal gevallen een uitweg moet weigeren. Hieronder wordt ook verstaan het veranderen van een uitweg. In deze paragraaf zijn deze weigeringsgronden nader uitgewerkt.
Ad 2a) Toestemming voor de aanleg van een uitweg wordt geweigerd als door het maken of veranderen van een uitweg deze zou komen te liggen:
Op een plaats waar de ruimte voor het plaatsen van een personenauto op het eigen erf minder dan de aanwezige ruimte is van een standaardvoertuig zoals gedefinieerd in de Aanbeveling Stedelijke VerkeersVoorziening (A.S.V.V.). Voor de voorgevel van een woning worden in de voortuin maximaal twee voertuigen toegestaan.
Ad 2b) Toestemming voor de aanleg van een uitweg wordt geweigerd als door het maken of wijzigen van een uitweg een parkeerplaats verdwijnt in een straat als binnen een straal van 50 meter, gemeten vanuit de gevraagde uitweg het aantal parkeerplaatsen lager is dan 2 per woning.
Tevens zal een uitweg niet worden gemaakt of veranderd als de rijweg te smal is om de auto op een normale wijze in en uit te laten rijden zonder schade aan te brengen aan het omliggende gebied, geparkeerde auto’s of als dit gevolgen heeft voor de verkeersveiligheid of vlotte doorstroming van het verkeer.
Ad 2c) Toestemming voor de aanleg van een uitweg wordt geweigerd als door het maken of veranderen van een uitweg deze zou komen te liggen:
Buiten de bebouwde kom mag per bomenrij maximaal één boom worden verwijderd ten behoeve van de aan te brengen uitweg.
Indien voor het uitvoeren van de uitweg ingrijpend grondwerk waardoor 1) veel schade wordt aangebracht aan de beplanting en/of 2) het beeld van de openbare ruimte sterk wordt aangetast en/of 3) er problemen ontstaan met de waterhuishouding en/of 4) de beheerkosten van de openbare ruimte sterk stijgen, kan toestemming worden geweigerd.
Ad 2d) Toestemming kan worden geweigerd als meer dan één uitweg wordt aangevraagd. Bij het afhandelen van een melding voor een tweede uitweg moet als volgt gehandeld worden:
Aantal uitwegen binnen de bebouwde kom:
Elk perceel op de bedrijventerreinen Horsterparc en Trekkersveld waarop een bedrijfspand staat, mag standaard twee uitwegen hebben. Meer uitwegen zijn eventueel toegestaan als door de melder aannemelijk kan worden gemaakt dat dit uit economische en/of sociale motieven nodig is en een alternatieve oplossing op eigen terrein niet mogelijk is.
Elk perceel op de overige bedrijfsterreinen waarop een bedrijfspand staat, mag standaard één uitweg hebben. Een tweede uitweg is eventueel toegestaan als door de melder aannemelijk kan worden gemaakt dat dit uit economische en/of sociale motieven nodig is en een alternatieve oplossing op eigen terrein niet mogelijk is.
Aantal uitwegen buiten de bebouwde kom:
Uitwegen die aanwezig zijn op het moment dat dit beleid wordt bekendgemaakt, kunnen afwijken van de hierin opgestelde beleidsregels. Uitwegen die in strijd met deze beleidsregels zijn gemaakt of veranderd, maar waarvoor reeds een uitwegvergunning is verleend, hoeven niet te worden verwijderd/veranderd en kunnen blijven liggen. Alle nieuwe meldingen die worden ingediend na bekendmaking van dit beleid moeten getoetst worden aan de hierin aangegeven beleidsregels.
Normaal gebruik van de openbare ruimte:
Het gebruik van de openbare ruimte waarvoor deze bedoeld/ingericht is. Zo is een trottoir met name bedoeld voor verkeersbewegingen van voetgangers, een fietspad voor verkeersbewegingen van fietsers, een parkeerplaats om een auto of motor te parkeren, enz.
De breedte van een uitweg is gemaximaliseerd om te voorkomen dat de openbare ruimte versteent en om te voorkomen dat de weg plaatselijk erg breed wordt. Dit laatste kan tot gevolg hebben dat er plaatselijk te hard wordt gereden.
De aangegeven breedte van de uitweg is aangepast aan het verkeer dat er gebruik van zal gaan maken.
De uitweg wordt door of namens de gemeente Zeewolde aangelegd als deze op gemeentelijk grondgebied ligt omdat zij verantwoordelijk is voor de toestand en de veiligheid van de uitweg en zij de kosten voor het toekomstig beheer moet dragen.
De totale opbouw van de uitweg moet zijn berekend op de voertuigen die daar gebruik van zullen maken. Dit betekent onder andere dat de dikte van het verhardingsmateriaal en de dikte, opbouw en samenstelling van het cunet daarop zijn aangepast. Tevens moet de uitweg passen in het straatbeeld en mag het wegtypen van een functioneel hogere orde (bijv. fiets- of voetpad) niet onderbreken. Het verhardingsmateriaal van het rode fietspad of het grijze voetpad moet doorlopen ter plaatse van de uitweg.
Het is niet toegestaan de uitweg voor een windturbine te gebruiken voor het berijden van het land omdat daardoor de kans op verontreiniging van de weg wordt vergroot. Zie ook 5.2.4.
Op verkeerstechnisch complexe/drukke of minder overzichtelijke wegen kan een uitweg snel over het hoofd gezien worden. De verkeersveiligheid is er bij gebaat hier geen uitwegen aan te brengen.
Op plaatsen waar door obstakels geen of slecht zicht aanwezig is op de weg, wordt uit veiligheidsoverwegingen geen uitweg aangelegd. Obstakels zijn bijvoorbeeld gebouwen of hoog opgaande beplanting.
Indien een te klein deel van de weg kan worden overzien en daarmee onvoldoende kan worden geanticipeerd op het overige verkeer, is de kans groot dat verkeersdeelnemers elkaar te laat zien en niet of onvoldoende kunnen anticiperen op de situatie. Dit gaat ten koste van de verkeersveiligheid. Op die plaatsen mag een uitweg niet worden gemaakt of veranderd.
Uitweg en eigen ruimte voor opstellen auto:
Een uitweg wordt aangebracht om per auto het eigen perceel te kunnen bereiken. Als op het eigen perceel geen of te weinig ruimte is om een auto te parkeren, mag de uitweg niet worden gemaakt of veranderd. De kans is immers groot dat na het aanbrengen van de uitweg de auto half op eigen terrein en half op de openbare weg wordt geplaatst. Dit hindert de doorstroming en gaat ten koste van de veiligheid.
Om een boom te kunnen verplanten moet deze aan twee voorwaarden voldoen:
De te maken kosten voor het verplanten moeten worden betaald door de melder van de uitweg. Als het nodig is extern advies in te winnen voor het kunnen beoordelen van de aanslagkansen van de verplante boom zullen ook deze worden doorberekend aan de melder van de uitweg.
Voor bomen zijn de boomwortels van groot belang. Enerzijds voor het opnemen van water en voedingstoffen, anderzijds voor de stabiliteit. Voor zowel de vitaliteit van de boom als voor veiligheid van de omgeving mogen niet te veel wortels worden verwijderd. Voor de veiligheid wordt daarom de norm 8 x de stamdiameter gehanteerd. Deze afstand moet worden gemeten vanuit het hart van de stam.
Als nu door voorzichtig graafwerk met een schep blijkt dat op kortere afstand van de boom geen wortels aanwezig zijn die van groot belang zijn voor de stabiliteit en de kans op schade zeer beperkt blijft kan op korte afstand van de boom gegraven worden. De uitweg kan dan ook op kortere afstand daarvan aangelegd worden. Eventueel te maken kosten voor dit onderzoekswerk moeten worden betaald door de melder.
Als zeker is dat een boom binnen twee jaar zal worden verwijderd, mag de boom wijken voor een uitweg.
Afschermend groen is aangebracht om een gebouw of gebied visueel af te schermen van de omgeving. Indien een uitweg wordt aangebracht wordt deze beplanting doorbroken. Dit kan ongewenst zijn.
Aantal uitwegen (binnen en buiten de bebouwde kom):
Het aantal uitwegen wordt o.a. beperkt om te voorkomen dat het groene karakter van een weg verdwijnt. Pas als aangetoond kan worden dat de bestaande uitweg om dringende economische of sociale redenen niet volstaat en het probleem niet op eigen terrein van de melder kan worden opgelost, is het aanbrengen van een tweede uitweg een mogelijkheid. Of deze daadwerkelijk aangebracht kan worden hangt af van veiligheid en functionele inrichting van de omgeving.
Dringende sociale redenen om een extra uitweg aan te leggen:
Een sociale reden om het maken van een extra uitweg te melden kan voortkomen uit een sterk gevoel van onveiligheid of overlast. Een extra uitweg kan worden aangebracht of de bestaande kan breder worden gemaakt dan toegestaan, als door de melder aannemelijk gemaakt wordt dat hier sprake is van sociale nood die niet op een andere voor de hand liggende manier kan worden opgelost.
Economische redenen om een extra uitweg aan te leggen:
Een economische reden om het maken van een extra uitweg te melden kan voortkomen uit de wetenschap dat een bedrijf niet kan groeien of forse bedrijfseconomische schade lijdt als het gevolg van het niet kunnen aanleggen van een extra uitweg of het verbreden daarvan. Een extra uitweg kan worden aangebracht of de bestaande kan breder worden gemaakt dan toegestaan, als door de melder aannemelijk gemaakt wordt dat het probleem niet op een voor de hand liggende manier op eigen terrein kan worden opgelost.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Zeewolde op 24 juli 2018.
de secretaris,
R.C. van Nunspeet
de burgemeester,
G.J. Gorter
Bijlage 3 Toestemmingsformulier uitweg-inrit
Toestemmingsformulier uitweg / uitrit (melding)
Met dit formulier vraagt u toestemming van het college van Burgemeester en Wethouders voor het maken of veranderen van een uitweg op wegen of paden die voor het openbaar verkeer openstaan.
Het college kan de uitweg weigeren. Als de uitweg is toegestaan en op gemeentelijk grondgebied ligt, zal deze na instemming van de melder door de gemeente worden aangelegd op kosten van de melder.
Dit formulier moet voorzien zijn van een situatietekening met maatvoering waarop is aangegeven waar de uitweg moet worden gemaakt en hoe breed deze moet zijn. Als deze tekening ontbreekt, kunnen wij uw melding niet in behandeling nemen.
De kosten die gemaakt worden voor het maken of veranderen van een uitweg op gemeentelijk grondgebied worden bij de melder in rekening gebracht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-166800.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.