Nr.
|
Art.
|
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
|
Mandaat
|
Opt-out
|
Clausulering
|
1
|
2.1. en 2.2
|
Beslissen op meervoudige aanvragen omgevingsvergunning voor zover de aanvraag in ieder geval betrekking heeft op art. 2.1 lid 1 onderdeel e of i.
|
X
|
|
|
2
|
2.1 en 2.2
|
Beslissen op (meervoudige) aanvragen omgevingsvergunning voor de activiteiten zoals hieronder aangekruist bij de mandaatnummers 3 t/m 22:
|
X
|
|
|
3
|
2.1 lid 1, onder a
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen en van een bouwwerk.
|
X
|
|
|
4
|
2.1 lid 1, onder b
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, niet zijnde een bouwwerk in overeenstemming met de geldende bestemmingsplanregels.
|
X
|
|
|
5
|
2.1 lid 1, onder c
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor een project van provinciaal ruimtelijk belang waarvoor Gedeputeerde Staten bevoegd gezag zijn.
|
X
|
|
|
6
|
2.1 lid 1, onder d
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk met het oog op brandveiligheid.
|
X
|
|
Na consultatie VRGZ
|
7
|
2.1 lid 1, onder e
|
Beslissen op de omgevingsvergunning milieu.
|
X
|
|
|
9
|
2.1 lid 1, onder f
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor het slopen of veranderen van een rijksmonument.
|
X
|
|
|
10
|
2.1 lid 1, onder g
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk.
|
X
|
|
|
11
|
2.1 lid 1, onder h
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht.
|
X
|
|
|
12
|
2.1 lid 1, onder i
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM).
|
X
|
|
|
13
|
2.2 lid 1, onder b, 1 of 2
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor het slopen of veranderen van een gemeentelijk monument.
|
X
|
|
|
14
|
2.2 lid 1, onder c
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk in een krachtens verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht.
|
X
|
|
|
15
|
2.2 lid 1, onder d
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor het aanleggen of veranderen van een weg.
|
X
|
|
|
16
|
2.2 lid 1, onder e
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor het aanleggen of veranderen van een uitweg of het gebruik daarvan.
|
X
|
|
|
17
|
2.2 lid 1, onder f
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor het hebben van een alarminstallatie.
|
X
|
|
|
18
|
2.2 lid 1, onder g
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand.
|
X
|
|
|
19
|
2.2 lid 1, onder h
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor het aanbrengen van reclame.
|
X
|
|
|
20
|
2.2 lid 1, onder i
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning als eigenaar of zakelijke gerechtigde of gebruiker toe te staan dat reclame wordt aangebracht.
|
X
|
|
|
21
|
2.2 lid 1, onder j
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning voor de opslag van goederen in een daarvoor aangewezen gebied.
|
X
|
|
|
22
|
2.2 lid 1, onder k
|
Beslissen op (gefaseerde) aanvraag omgevingsvergunning als eigenaar of zakelijk gerechtigde voor het toestaan van opslag van goederen in een daarvoor aangewezen gebied.
|
X
|
|
|
23
|
2.5 lid 5
|
Intrekking gefaseerde omgevingsvergunning.
|
X
|
|
|
24
|
2.5 lid 6
|
Wijziging omgevingsvergunning eerste fase.
|
X
|
|
|
25
|
2.5a
|
Wijziging omgevingsvergunning onlosmakelijke activiteiten.
|
X
|
|
|
26
|
2.31
|
Ambtshalve wijziging voorschriften.
|
X
|
|
|
27
|
2.33
|
Ambtshalve intrekking omgevingsvergunning/ intrekking op verzoek vergunninghouder.
|
X
|
|
|
28
|
3.3 t/m 3.6
|
Aanhouden aanvraag omgevingsvergunning en doorbreking aanhouding.
|
X
|
|
|
29
|
3.3, lid 1
|
Aanhouden aanvraag omgevingsvergunning
|
X
|
|
|
30
|
3.3 lid 3
|
Verlenen omgevingsvergunning alleen indien de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan.
|
X
|
|
|
31
|
3.9, lid 2
|
Verlengen beslistermijn.
|
X
|
|
|
32
|
3.9 lid 3 en 4
|
Afhandeling van een van rechtswege verleende omgevingsvergunning.
|
X
|
|
|
33
|
3.10, lid 2
|
Bepalen dat toepassing van art. 3.1 of afdeling 3.4 Awb geheel of gedeeltelijk achterwege blijft.
|
X
|
|
|
34
|
3.23
|
Intrekking omgevingsvergunning indien watervergunning wordt ingetrokken.
|
X
|
|
|
35
|
4.1
|
Bepalen tot welk bedrag verhaal genomen wordt op de zekerheid bij het niet-nakomen van een verplichting.
|
|
|
|
36
|
4.2
|
Toekenning nadeelcompensatie.
|
X
|
|
Alleen lid 3 in mandaat
|
37
|
Art 125 Gemeentewet jo. hoofdstuk 5 Wabo art 5.1 en 5.2
|
Opleggen van een last onder bestuursdwang of dwangsom ter handhaving van al hetgeen is bepaald bij of krachtens de Wabo (voor zover de onderliggende bevoegdheden zijn gemandateerd, alsmede het bepaalde bij of krachtens de wetten (hieronder) genoemd in art. 5.1 Wabo, althans voor zover hoofdstuk 5 van de Wabo bij of krachtens de betreffende wetten op de handhaving daarvan van toepassing is verklaard.
- Flora- en faunawet
- Kernenergiewet
- Monumentenwet 1988 voor zover van kracht overeenkomstig
- Natuurbeschermingswet 1998
- Ontgrondingenwet
- Wet bescherming Antarctica
- Wet bodembescherming
- Wet geluidhinder
- Wet inzake de luchtverontreiniging
- Wet milieubeheer
- Wet ruimtelijke ordening
- Waterwet
- Woningwet
|
X
|
|
|
38
|
5.10 lid 3
|
Aanwijzen ambtenaren belast met toezicht op de naleving van het bij of krachtens de in art. 5.1 Wabo genoemde wetten bepaalde en verstrekking legitimatiebewijs als bedoeld in art. 5:12 lid 1 Awb.
|
X
|
|
|
39
|
5.14
|
Opleggen van een last onder bestuursdwang ter zake de medewerkingsplicht als bedoeld in art. 5:20 Awb.
|
X
|
|
|
40
|
5.17
|
Bevelen tot het staken van de bouw/gebruik/sloop of treffen voorzieningen.
|
X
|
|
|
41
|
5.18
|
Bepalen dat handhavingsbesluit mede geldt voor rechtsopvolger.
|
X
|
|
|
42
|
5.19
|
Intrekking vergunning of ontheffing als handhavingssanctie.
|
X
|
|
|
43
|
5.21
|
Beschikking op verzoek tot handhaving waarbij meerdere bestuursorganen betrokken zijn.
|
X
|
|
|
44
|
6.2
|
Bepalen dat een beschikking ex. art. 6.1 terstond na haar bekendmaking in werking treedt.
|
X
|
|
|
Gemeentewet
|
45
|
125
|
Opleggen last onder bestuursdwang.
|
X
|
|
Voor zover de kosten daarvan niet meer dan
€ 5.000,- bedragen.
|
46
|
160 lid 1 sub e
|
Besluiten tot planschadeovereenkomsten met betrekking tot de kruimellijst voor zover deze betrekking hebben op afhandeling aanvragen op grond van art. 4 bijlage II van het BOR.
|
X
|
|
|
47
|
160 lid 1 sub f
|
Besluiten tot het namens de gemeente of het gemeentebestuur voeren van een rechtsgeding, bezwaarprocedure of een administratief beroepsprocedure, of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten.
|
|
|
|
Wet milieubeheer (Wm)
|
48
|
7.17 lid1
|
Besluiten tot het maken van een milieueffectrapport
|
X
|
|
|
49
|
7:19 lid1
|
Besluiten tot het maken van een milieueffectrapport bij activiteit bevoegd gezag
|
X
|
|
|
50
|
7:35 lid3 sub b
|
Beslissen dat activiteit niet wordt ondernomen
|
X
|
|
|
51
|
8.40
|
Afhandelen van meldingen op grond van alle AMvB’s Wet Milieubeheer (zoals Activiteitenbesluit, Besluit lozen buiten inrichtingen, Besluit emissiearme huisvesting, enz.) en ministeriële regelingen Wet Milieubeheer (zoals Tijdelijke EED-regeling).
|
X
|
|
|
52
|
8.40a lid 1
|
Nemen beschikking gelijkwaardige maatregel.
|
X
|
|
|
53
|
8:41a lid 2
|
Besluiten tot niet behandelen aanvraag omgevingsvergunning bij ontbreken melding 8:41 Wm.
|
X
|
|
|
54
|
8.42 lid 1
|
Opleggen van maatwerkvoorschriften op grond van alle AMvB’s Wet milieubeheer (zoals Activiteitenbesluit, Besluit lozen buiten inrichtingen, Besluit emissiearme huisvesting, enz.) en ministeriële regelingen Wet Milieubeheer (zoals Tijdelijke EED-regeling).
|
X
|
|
|
55
|
10.63 lid 1
|
Beslissen op een aanvraag om ontheffing voor het verbranden van afvalstoffen buiten de inrichting.
|
X
|
|
|
56
|
18.1b
|
Het zorgdragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van de op grond van het bepaalde bij of krachtens deze wet, de EG-verordening PRTR en de EG-verordening registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen voor degene die het project, bedoeld in dat lid, uitvoert, geldende voorschriften.
|
X
|
|
|
Wet bodembescherming (Wbb)
|
57
|
13
|
Degene die op of in de bodem handelingen heeft verricht die de bodem hebben verontreinigd c.q. dreigen te verontreinigen, verzoeken deze verontreiniging te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken.
|
X
|
|
|
58
|
27 lid 1 en 3
|
Kennisnemen van de melding van verontreiniging of aantasting van de bodem die is ontstaan bij handelingen als bedoeld in art. 6 tot en met 13 van de Wbb.
|
X
|
|
|
59
|
27 lid 2
|
Aanwijzingen geven met betrekking tot de te nemen maatregelen of het laten beoordelen van de reinigbaarheid van de grond na bij een melding van verontreiniging of aantasting van de bodem die is ontstaan bij handelingen als bedoeld in art. 6 tot en met 13 van de Wbb.
|
X
|
|
|
60
|
28 lid 1
|
Kennisnemen van de melding van het voornemen de bodem te saneren dan wel handelingen te verrichten ten gevolge waarvan de verontreiniging van de bodem wordt verminderd of verplaatst.
|
X
|
|
|
61
|
28 lid 5
|
Kennisgeven van de melding op grond van art. 28 lid 1 van de Wbb in één of meer dag-, nieuws of huis-aan-huisbladen.
|
X
|
|
|
62
|
29
|
Vaststellen of sprake is van een geval van ernstige verontreiniging.
|
X
|
|
|
63
|
30.
|
Onverwijld nemen van maatregelen in geval van ernstige bodemverontreiniging of -aantasting door een ongewoon voorval.
|
X
|
|
|
64
|
31
|
Onverwijld nemen van maatregelen in geval van gevaar voor het milieu of schade aan goederen door bodemverontreiniging of -aantasting door een ongewoon voorval zolang het college van B&W nog geen gebruik gemaakt heeft van haar bevoegdheid op grond van art. 30 van de Wbb.
|
X
|
|
|
65
|
32 lid 2
|
Gelegenheid geven aan betrokkenen de verontreiniging of de aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken.
|
X
|
|
|
66
|
32 lid 3
|
Bepalen van de termijn in de beschikking ex art. 30 van de Wbb en het verlengen van de werkingsduur van de beschikking ex art. 30 van de Wbb.
|
X
|
|
|
67
|
33 lid2
|
Mededelen van de beslissing op verzoek tot het nemen van maatregelen ex art. 33 lid 1 van de Wbb aan de Inspecteur B&W.
|
X
|
|
|
68
|
34
|
Bekendmaking beschikking ex art. 30 of 31 van de Wbb aan de provinciale milieucommissie, bedoeld in art. 2.41 Wet milieubeheer.
|
X
|
|
|
69
|
39 lid 2
|
Al dan niet instemmen met het saneringsplan en het eventueel verbinden van voorschriften daaraan.
|
X
|
|
|
70
|
39 lid 2
|
Verdagen van de beslissingstermijn voor de instemming met een saneringsplan met ten hoogste vijftien weken.
|
X
|
|
|
71
|
39 lid 3
|
Bepalen dat de in art. 39 lid 1 van de Wbb bedoelde stukken voor een melding van een vermoedelijk geval van ernstige bodemverontreiniging nog niet bij de melding als bedoeld in art. 28 van de Wbb behoeven te worden ingediend.
|
X
|
|
|
72
|
39b lid 1
|
Verlengen van de termijn van de aanvang van de sanering met een jaar zoals bedoeld in art. 8 lid 1 van het Besluit uniforme saneringen.
|
X
|
|
|
73
|
39c lid 2
|
Al dan niet instemmen met het saneringsverslag.
|
X
|
|
|
74
|
39c lid 3
|
Stellen van nadere regels die in het saneringsverslag moeten worden opgenomen.
|
X
|
|
|
75
|
39d lid 3
|
Al dan niet instemmen met het nazorgplan en het verbinden van voorwaarden hieraan.
|
X
|
|
|
76
|
39f lid 1
|
Opleggen van voorschriften omtrent het stellen van financiële zekerheid voor het treffen van maatregelen ter uitvoering van het saneringsplan onderscheidenlijk het nazorgplan.
|
X
|
|
|
77
|
40 lid 1
|
Toestaan dat wordt volstaan met het verstrekken van de resultaten van een gedeeltelijk nader onderzoek en een gedeeltelijk saneringsplan ingeval niet het gehele geval van bodemverontreiniging wordt aangepakt.
|
X
|
|
|
78
|
40 lid 2
|
Al dan niet instemmen met een gedeeltelijk nader onderzoek en een gedeeltelijk saneringsplan.
|
X
|
|
|
79
|
43 lid 1 en 2
|
Geven van een bevel tot nader onderzoek bij onderzoeksgevallen.
|
X
|
|
|
80
|
43 lid 1 en 2
|
Geven van een bevel tot het treffen van tijdelijke beveiligingsmaatregelen bij een geval van ernstige verontreiniging.
|
X
|
|
|
81
|
43 lid 3 t/m 5
|
Geven van een bevel tot nader onderzoek dan wel saneringsonderzoek c.q. sanering, waaronder begrepen het treffen van tijdelijke beveiligingsmaatregelen of het opstellen van een saneringsplan.
|
X
|
|
|
82
|
46 lid 2 en 3
|
Overeenkomen voor welk bedrag de eigenaar of erfpachter bij moet dragen in de kosten van de sanering van het deel van de verontreiniging waarbij de veroorzaker onderscheidenlijk hij is betrokken.
|
X
|
|
|
83
|
49 lid 1
|
Maatregelen nemen (bevel tot staken of gedogen) indien dat noodzakelijk is om nader onderzoek, saneringsonderzoek, sanering of de uitvoering van nazorgmaatregelen mogelijk te maken.
|
X
|
|
|
84
|
49 lid 2
|
Maatregelen nemen (gedoogbevel), om het verrichten van oriënterend onderzoek mogelijk te maken, met betrekking tot degene op wiens grondgebied dat onderzoek moet geschieden.
|
X
|
|
|
85
|
51
|
Met toepassing van art. 3.22, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening voor een bepaalde termijn van ten hoogste vijf jaar ontheffing verlenen van een bestemmingsplan, indien het met het oog op de voortgang van de bodemsanering noodzakelijk is voor die termijn grond of een ander materiaal op te slaan in afwijking van dat plan.
|
X
|
|
Na consultatie gemeente
|
86
|
55 lid 1 en 2
|
Onverwijld een afschrift van een beschikking als bedoeld in art. 29 lid 1, 37 lid 1, 39 lid 2 en 5, 39c lid 2, 39d lid 3 Wbb, een melding als bedoeld in art. 39b jo. 28 Wbb en van bevelen als bedoeld in de art. 30, 43 en 49 Wbb doen toekomen aan de openbare registers onder vermelding van een bijgevoegde kadastrale kaart, de kadastrale aanduiding van de onroerende zaak of zaken ten aanzien waarvan uit de beschikking of het bevel een publiekrechtelijke beperking als bedoeld in art. 1, onderdeel a, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken voortvloeit, dan wel ten aanzien waarvan bij de beschikking of het bevel een zodanige beperking wordt gewijzigd of komt te vervallen.
|
X
|
|
|
87
|
57
|
Aankopen van verontreinigde grond, de daarop staande woning of een recht met betrekking tot de grond of de woning van een onschuldig eigenaar niet zijnde de veroorzaker van de verontreiniging, indien deze in het vrije commerciële verkeer niet tegen een redelijke prijs verkoopbaar is.
|
|
|
|
88
|
55b lid 3
|
Instemmen in geval van eigendom- of erfpachtoverdracht van bedrijfsterreinen met de gestelde financiële zekerheid voor de saneringskosten door een opvolgend eigenaar of erfpachter.
|
X
|
|
|
89
|
70
|
Een aanwijzing geven een vooronderzoek en een verkennend onderzoek uit te voeren op een bedrijfsterrein zoals bedoeld in art. 4 van het Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen.
|
X
|
|
|
90
|
70
|
De verplichting opleggen het aanbrengen, aanwezig laten zijn, onderhouden, gebruiken en verwijderen van de voor het bodemonderzoek nodige middelen te gedogen zoals bedoeld in art. 6 van het Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen.
|
X
|
|
|
91
|
75 lid 6
|
Besluiten nemen en handelingen verrichten die verband houden met het doen van afstand van het recht de ten laste van het Rijk komende kosten van bodemonderzoek -en sanering te verhalen, zoals bedoeld in het "Besluit, mandaat, volmacht en machtiging art. 75 lid 7 Wet bodembescherming".
|
|
|
|
92
|
76j lid 4
|
Vaststellen van subsidie, bedoeld in de art. 22 en 23 van het Besluit financiële bepalingen bodemsanering.
|
|
|
|
93
|
95 lid 1
|
Bij besluit aanwijzen van toezichthouders zoals bedoeld in art. 18.4 lid 3 Wet milieubeheer.
|
X
|
|
|
94
|
95 lid 1
|
Opleggen van een last onder bestuursdwang ter handhaving van art. 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover het betreft de verplichting tot het verlenen van medewerking aan de krachtens art. 18.4 Wet milieubeheer aangewezen ambtenaren.
|
X
|
|
Voor zover de kosten hiervan niet meer dan € 5.000,- bedragen.
|
95
|
95 lid 1
|
Opleggen van een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom.
|
X
|
|
Voor zover bij het opleggen van een last onder bestuursdwang de kosten niet meer dan € 5.000,- bedragen.
|
96
|
95 lid 1
|
Invordering van verbeurde dwangsom.
|
X
|
|
|
97
|
95 lid 1
|
Beslissen op verzoek opheffen dwangsom conform art. 5:34 Awb.
|
|
X
|
|
98
|
95 lid 1
|
Beslissen op verzoek opheffen dwangsom waarbij het verzoek anders is dan in art. 5:34 Awb wordt bedoeld.
|
|
X
|
|
99
|
95 lid 2
|
Zorgdragen voor de bestuursrechtelijke handhaving Wet bodembescherming binnen inrichtingen.
|
X
|
|
|
100
|
95 lid 3
|
Zorgdragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van de zorgplicht uit art. 13 Wbb.
|
X
|
|
|
101
|
95 lid 4
|
Zorgdragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens § 3 van hoofdstuk IV en art. 72 van de Wbb.
|
X
|
|
|
Besluit bodemkwaliteit (Bbk)
|
100
|
2 jo. 32
|
Beoordelen melding toepassen bouwstoffen op of in de bodem.
|
X
|
|
|
101
|
3 jo. 42
|
Beoordelen melding toepassen grond of baggerspecie op of in de bodem.
|
X
|
|
|
102
|
5 en 9
|
Accepteren van een overig bewijsmiddel.
|
X
|
|
|
103
|
11
|
Behandelen van meldingen ingevolge het Bbk.
|
X
|
|
|
104
|
12 lid 2, 15
|
Stellen van nadere eisen als gevolg van het Bbk.
|
X
|
|
|
105
|
4 lid 1
|
Zorgdragen voor de handhaving van de bij of krachtens Bbk gestelde verplichtingen, voor zover zij betrekking hebben op:
|
X
|
|
|
|
|
het toepassen van bouwstoffen op of in de bodem;
|
X
|
|
|
|
|
het toepassen van grond of baggerspecie op of in de bodem, als bedoeld in art. 35 van het Bbk;
|
X
|
|
Niet van toepassing bij verontdieping van plassen
|
|
|
het verstrekken van een milieu hygiënische verklaring als bedoeld in art. 28, derde lid van het Bbk;
|
X
|
|
|
|
|
het melden van een toepassing als bedoeld in de art. 32 en 42 van het Bbk.
|
X
|
|
|
106
|
4 lid 1
|
Besluiten tot het treffen van maatregelen als bedoeld in art. 70 Bbk op een verzoek van een rechtspersoon die die ingevolge de bij of krachtens Bbk gestelde regels onderzoek dient te verrichten op of in een gedeelte van de bodem ten aanzien waarvan hem de nodige bevoegdheid ontbreekt.
|
X
|
|
|
107
|
21
|
Een aanvraag om een beschikking krachtens art. 29, eerste lid, en 39, tweede lid, 39b, 39c, tweede lid, 39d, derde lid, en 40, tweede lid, van de Wet bodembescherming niet in behandeling nemen indien daarbij gegevens zijn gevoegd die afkomstig zijn van een persoon of instelling die niet is erkend voor de werkzaamheden die zijn uitgevoerd bij het verzamelen van die gegevens.
|
X
|
|
|
108
|
32, lid 7
|
Het in behandeling nemen van een melding van een voornemen IBC bouwstoffen toe te passen.
|
X
|
|
|
109
|
42 lid 7
|
Het in behandeling nemen van een melding van een voornemen grond of baggerspecie toe te passen.
|
X
|
|
Niet van toepassing bij verontdieping van plassen
|
Besluit ruimtelijke ordening
|
110
|
1.2.1
|
Het digitaal waarmerken van besluiten.
|
|
|
|
111
|
1.2.1 o
|
Het digitaal beschikbaar stellen van besluiten.
|
|
|
|
Besluit geluidhinder
|
112
|
6.4 lid 2
|
De schriftelijke mededeling waarin een verlengde termijn wordt gesteld.
|
X
|
|
|
113
|
6.4 lid 3
|
De schriftelijke mededeling aan eigenaren en bewoners dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht.
|
X
|
|
|
114
|
6.6 lid 3
|
De schriftelijke mededeling waarin een verlengde termijn wordt gesteld.
|
X
|
|
|
115
|
6.6 lid 4
|
De schriftelijke mededeling aan eigenaren dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht.
|
X
|
|
|
116
|
6.8 lid 1
|
Het doen van een aanbod voor geluidwerende voorzieningen.
|
X
|
|
|
117
|
6.8 lid 4
|
De schriftelijke mededeling aan eigenaren dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht.
|
X
|
|
|
118
|
6.9 lid 2
|
De schriftelijke mededeling waarin een verlengde termijn wordt gesteld.
|
X
|
|
|
119
|
6.9 lid 3
|
De schriftelijke mededeling aan eigenaren dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht.
|
X
|
|
|
110
|
6.10
|
Het besluit tot het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen.
|
X
|
|
|
Bouwstoffenbesluit
|
111
|
12 lid 2
|
Stellen van nadere eisen t.a.v. de minimum hoeveelheid waarin de in art. 12, lid 1, Bouwstoffenbesluit bedoelde grond in een werk moet worden gebruikt.
|
X
|
|
|
112
|
15
|
Nadere eisen stellen t.a.v. het aanbrengen, het onderhoud en de controle van een isolerende afdichting als bedoeld in art. 14, lid 1, sub d en e Bouwstoffenbesluit.
|
X
|
|
|
113
|
16, lid 3
|
Het opleggen van de in art. 71, lid 1, Wet bodembescherming genoemde verplichting.
|
X
|
|
|
Vuurwerkbesluit
|
114
|
2.2.3
|
Het stellen van maatwerkvoorschriften met betrekking tot een in bijlage 1, onder B, Vuurwerkbesluit opgenomen voorschrift, voor zover dat bij het voorschrift is aangegeven.
|
X
|
|
|
115
|
3.2.2
|
Het stellen van maatwerkvoorschriften met betrekking tot een in bijlage 1, onder B, Vuurwerkbesluit opgenomen voorschrift, voor zover dat bij het voorschrift is aangegeven.
|
X
|
|
|
116
|
1.2.4 lid 3
|
Bij de ontbrandingstoestemming vaststellen van een andere tijdsduur in plaats van de tijdsduur, genoemd in het tweede lid, onder c Vuurwerkbesluit.
|
|
|
|
117
|
3B.1
|
Het verlenen van een vergunning om consumentenvuurwerk, professioneel vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik tot ontbranding te brengen, ten behoeve daarvan op te bouwen, te installeren, te bewerken, dan wel na ontbranding te verwijderen.
|
|
|
|
Wet geluidhinder
|
118
|
110a
|
Besluiten op verzoeken of het vaststellen van hogere grenswaarden.
|
|
|
|
Wet vervoer gevaarlijke stoffen
|
119
|
22 en 28
|
Besluiten inzake het verlenen van ontheffing van de vastgestelde route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen ten behoeve van het laden en lossen over wegen en vaarwegen.
|
|
|
|
Besluit risico’s zware ongevallen
|
120
|
10 lid 10
|
Beoordelen veiligheidsrapporten als bedoeld in Brzo
|
X
|
|
|
Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob)
|
121
|
30
|
Vaststellen van het Algemeen vragenformulier.
|
|
|
|
Wet openbaarheid van bestuur (Wob)
|
122
|
3
|
Besluiten omtrent verzoeken op grond van de Wet openbaarheid bestuur.
|
X
|
|
|
123
|
6
|
Besluiten om het verdagen van de beslistermijn op een verzoek.
|
X
|
|
|
Woningwet
|
124
|
92 lid 1
|
Zorgdragen voor handhaving op grond van de Wet ruimtelijke ordening.
|
X
|
|
|
Bouwbesluit 2012
|
125
|
1.20
|
Afhandelen van gebruiksmeldingen
|
X
|
|
Na consultatie VRGZ
|
126
|
1.21
|
Opleggen van nadere voorwaarden aan het gebruik indien deze noodzakelijk zijn voor het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, brandgevaar en ongevallen bij brand.
|
X
|
|
Na consultatie VRGZ
|
127
|
1.22
|
Wijzigen van nadere voorwaarden bedoeld in artikel 1.21, eerste lid Bouwbesluit 2012.
|
X
|
|
|
128
|
1.28
|
Afhandelen van sloopmeldingen.
|
X
|
|
|
129
|
1.26, lid 5
|
Toestemming geven om af te wijken van de termijn ingevolge art. 1.26, lid 4 Bouwbesluit 2012.
|
X
|
|
|
130
|
1.29
|
Opleggen van nadere voorwaarden aan een sloopmelding.
|
X
|
|
|
131
|
1.30
|
Wijzigen van nadere voorwaarden aan een sloopmelding.
|
X
|
|
|
132
|
8.3, lid 3
|
Verlenen van ontheffing van art. 8.3, eerste en tweede lid (werktijden en blootstellingsduur) Bouwbesluit 2012.
|
X
|
|
|
133
|
8.4, lid 2
|
Verlenen van ontheffing van de trillingsterkte, bedoeld in art. 8.4, eerste lid, Bouwbesluit 2012.
|
X
|
|
|
Wet basisregistraties adressen en gebouwen (Wet BAG)
|
134
|
7
|
Vaststellen definitieve geometrie inclusief het opmaken van een schriftelijke verklaring ter vastlegging van wijzigingen.
|
|
|
|
135
|
10, lid 1 onder b
|
Houden van toezicht, opmaken van processenverbaal van constatering.
|
X
|
|
|
136
|
10 lid 1
|
Opstellen van de ‘ambtelijke verklaringen’ behalve die bedoeld onder D en het toetsen van (overige) brondocumenten aan de vereisten voor inschrijving ingevolge art. 11 van de Wet BAG.
|
|
|
|
137
|
10 lid 2
|
Inschrijven van de in of op grond van art. 10, eerste lid van de Wet BAG aangewezen brondocumenten in het adressenregister dan wel het gebouwenregister.
|
|
|
|
138
|
14a en 15
|
Op basis van de brondocumenten opnemen van gegevens in de adressenregistratie en de gebouwenregistratie overeenkomstig de voorschriften uit de art. 14A en 15 van de Wet BAG.
|
|
|
|
139
|
31
|
Onderhouden dan wel doen onderhouden van het berichtenverkeer met de Landelijke Voorziening basisregistraties adressen en gebouwen zoals bedoeld in art. 31 van de Wet BAG.
|
|
|
|
140
|
32 lid 1, onder a
|
Op verzoek aan eenieder verlenen van inzage in het adressenregister, het gebouwenregister, de adressenregistratie en de gebouwenregistratie, alsmede het aan eenieder verstrekken van de in de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie opgenomen gegevens.
|
|
|
|
141
|
37
|
Ontvangen, doorgeleiden en afhandelen van meldingen zoals bedoeld in art. 37 en verzoeken zoals bedoeld in art. 38 van de Wet BAG, inclusief de verwerking daarvan zoals bedoeld in de art. 31, 39, 40 en 41 van de Wet BAG.
|
|
|
|
Wet ruimtelijke ordening
|
142
|
7.1
|
Zorgdragen voor handhaving op grond van de Wet ruimtelijke ordening.
|
X
|
|
|
Huisvestingswet 2014
|
143
|
15 lid 1
|
Beslissen op vergunningsaanvraag voor tijdelijke verhuur.
|
|
|
|
144
|
15 lid 6
|
Beslissen op een verzoek om verlenging van de vergunning.
|
|
|
|
145
|
15 lid 15
|
Intrekken van verleende vergunning.
|
|
|
|
146
|
21, sub a, b, c
|
Beslissen op verzoek tot onttrekking, samenvoeging, splitsing en omzetting van woonruimte.
|
|
|
|
147
|
25 lid 4
|
Eenmalige verlenging van de beslistermijn met maximaal 6 weken.
|
|
|
|
148
|
26 lid 1
|
Intrekken van verleende vergunning.
|
|
|
|