Zestiende wijziging van de Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2017

Bekendmaking

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij op 3 juli 2018 de zestiende wijziging van de Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2017 hebben vastgesteld.

 

Inwerkingtreding

De nadere regels worden van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking.

 

Rechtsmiddelen

Tegen het besluit tot vaststelling van de nadere regels is geen bezwaar of beroep mogelijk.

 

Tekst nadere regels

Burgemeester en wethouders van Breda,

Gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening Breda 2017,

Besluiten vast te stellen:

 

Zestiende wijziging van de Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda2017 

 

Artikel I  

 

A

Artikel 2:3 lid 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

  • 1.

    Onder een thematafel als bedoeld in deze paragraaf wordt verstaan: een door het college als zodanig aangeduide overlegstructuur gericht op in ieder geval het opstellen van een uitvoeringsplan op een vooraf door het college vastgesteld thema.

 

B

Artikel 2:4 lid 2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

  • 2.

    Onder een uitvoeringsplan als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan, een schriftelijk stuk dat:

    • a.

      is opgesteld door een thematafel; en

    • b.

      betrekking heeft op een terrein als bedoeld in het kader “Breda doet, samen verder!’; en

    • c.

      een beschrijving geeft van de op het terrein (als bedoeld onder sub b) door de deelnemers aan de thematafel te leveren bijdragen aan de vooraf gestelde doelen en resultaten uit het kader ‘Breda Doet, samen door 2019/2020’; en

    • d.

      ziet op een uitvoeringsperiode van twee hele kalenderjaren, te beginnen met de uitvoeringsperiode 2019-2020; en

    • e.

      voldoet aan de eisen zoals beschreven in paragrafen 4a en 4b van het kader ‘Breda Doet, samen door 2019-2020’.

  

C

Artikel 2:5 lid 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

  • 1.

    Aanvragen kunnen uitsluitend worden ingediend op de datum die door het college uiterlijk op 1 september van het jaar voorafgaande aan het eerste jaar van de uitvoeringsperiode van het uitvoeringsplan waarop de aanvragen betrekking hebben, is vastgesteld. De indieningsdatum voor wat betreft de aanvragen die betrekking hebben op de uitvoeringsperiode 2019-2020 wordt vastgesteld op uiterlijk 1 oktober 2018. Het college is bevoegd de bij of krachtens dit artikellid vastgestelde datum te wijzigen.

 

D

Artikel 2:6 lid 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

  • 1.

    het college is bevoegd subsidie te verstrekken voor activiteiten of initiatieven waarmee een bijdrage wordt geleverd aan een of meer van de vooraf gewenste doelen en resultaten op een van de terreinen als bedoeld in het kader ‘Breda Doet, samen door 2019/2020’ en die niet zijn opgenomen in een uitvoeringsplan.

  

E

Artikel 2:9 lid1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

  • 1.

    Het college kan wijksubsidie verstrekken voor het uitvoeren van een initiatief voor zover dat van belang is voor de wijk waarin het plaatsvindt.

  

F

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het vijfde lid komt te vervallen. 

  • 2.

    Het zesde en zevende lid worden vernummerd tot het vijfde en zesde lid

  

G

Artikel 2:13 lid 2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Een aanvraag voor subsidieverlening op grond van deze paragraaf kan worden ingediend tot en met 31 december 2018, waarbij de aanvrager onder meer de projectperiode aangeeft.

  

H

Hoofdstuk 5 “Specifieke nadere regels Cultuur” en hoofdstuk 5a “Cultuur Breda” komen te vervallen;

 

I

Na hoofdstuk 4 wordt hoofdstuk 5 ingevoegd: “hoofdstuk 5 Specifieke nadere regels Cultuur” en deze komt te luiden:

 

Hoofdstuk 5 Specifieke nadere regels Cultuur

 

Artikel 5:1 Vigerend beleidskader

 

Het beleidskader voor de subsidies uit dit hoofdstuk zijn de Nota Factor C 2009-2020, zoals vastgesteld door de raad op 30 oktober 2008 en de Nota Erfgoed in context, zoals vastgesteld door de raad op 14 februari 2008 en de notitie van uitgangspunten erfgoed “Grondstof voor de Toekomst”, zoals vastgesteld door het college op 12 juni 2017.

 

Artikel 5:2 Wat

 

Binnen deze specifieke nadere regels kennen we de volgende subsidies:

  • 1.

    een jaarlijkse subsidiebijdrage:

    • a.

      bestemd voor activiteiten van amateurkunstorganisaties respectievelijk voor initiatieven van vrijwilligers op het gebied van cultuur;

    • b.

      bestemd voor activiteiten van professionele culturele makers en/ of organisaties;

  • 2.

    een project subsidiebijdrage:

    • bestemd voor de daadwerkelijke kosten van incidentele cultuurprojecten.

 

Artikel 5:3 Voor Wie

 

Subsidies als bedoeld in dit hoofdstuk zijn bestemd voor: culturele (amateur)organisaties, erfgoedorganisaties en professioneel werkende individuele culturele makers/ initiatiefnemers, die de activiteiten in Breda uitvoeren.

 

Artikel 5:4 Criteria

 

  • 1.

    Voor een jaarlijkse subsidiebijdrage amateurkunst gelden de volgende criteria:

    • de organisatie heeft een rechtsvorm en bestaat minimaal één jaar (inschrijving KvK) en;

    • de organisatie heeft een doelstelling op het gebied van zelf kunst maken (kunstbeoefening), hetgeen blijkt uit de statuten en;

    • er is sprake van bewijsbaar professionele artistieke leiding (zie schema) en;

    • er vindt minimaal tweemaal per jaar een openbaar optreden in Breda plaats en;

    • er is sprake van contributie betalende leden/ deelnemers (zie schema) en;

    • er is sprake van non-profit organisaties voor muziek (vocaal/instrumentaal), dans en theater, beeldende kunst en multimedia/audiovisueel (fotografie/film/video/digitaal) en;

    • er is sprake van een bijdrage aan het stedelijk cultuurklimaat in Breda.

  • 2.

    Voor een project subsidiebijdrage:

    • a.

      de projecten moeten voldoen aan één of meer van de volgende doelstellingen:

      • het vergroten van de cultuurparticipatie van Bredanaars, met name van die groepen die hier nog niet of nauwelijks in participeren;

      • het vergroten van het aanbod van artistieke (top) kwaliteit;

      • het verbeteren van het culturele productieklimaat van Breda;

      • het stimuleren van talentontwikkeling, deskundigheidsbevordering in de sector;

      • het verbinden van cultuur met andere sectoren;

    • b.

      en daarnaast moeten de projecten voldoen aan de volgende criteria:

      • tenminste 50 % van de begroting van het project is afkomstig uit andere inkomstenbronnen zoals landelijke en/of provinciale cultuurfondsen;

      • de aanvrager dient samen te werken met lokale en/of bovenlokale partijen, zowel financieel als inhoudelijk;

 

  • -

    SCHEMA VRIJETIJDSKUNST:

  • Discipline

    Aantal leden

    Artistieke leiding

    Aantal voorstellingen

    Maximaal bijdrage

    Theater/dans/beweging

    Minimaal 10

    CV

    Artistiek leider/

    Regisseur

    2

    € 5.0000,-

    Zang

    Minimaal 20

    CV

    dirigent

    2

    € 5.000,-

    Kamerkoren

    Minimaal 10

    CV

    dirigent

    2

    € 5.000,-

    Muziek: harmonie/ fanfare/orkesten

    Minimaal 20 per onderdeel

    CV

    dirigent

    2

    € 6.500,- per onderdeel

    Wijkinitiatieven cultuur

    Minimaal 15 betalende deelnemers per activiteit

    CV artistiek leider of i.s.m. culturele instelling

    2

    € 2.500,-

 

Artikel 5:5 Hoogte subsidiebijdrage

 

  • 1.

    De subsidiebijdrage voor amateurkunst bedraagt maximaal € 6.500,- per jaar;

  • 2.

    De subsidiebijdragen voor fonds Cultuur en Cultureel Erfgoed bedragen maximaal € 20.000,-- per jaar.

  

Artikel 5:6 Procedure

 

  • 1.

    Aanvragen voor subsidies op grond van dit hoofdstuk worden ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Aanvragen voor een project subsidiebijdrage kunnen het gehele jaar door worden ingediend, maar moeten minimaal dertien weken voor aanvang van de uitvoering van het project worden ingediend.

  • 3.

    De aanvragen worden periodiek beoordeeld door de adviescommissie Cultuur en Cultureel Erfgoed.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

 

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Breda in haar vergadering van 3 juli 2018.

 

 

 

, burgemeester

, secretaris

Naar boven