Gemeenteblad van Stichtse Vecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Stichtse Vecht | Gemeenteblad 2018, 158397 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Stichtse Vecht | Gemeenteblad 2018, 158397 | Beleidsregels |
Beleidsregel Wet aanpak woonoverlast 2018 Gemeente Stichtse Vecht
Team Openbare Orde en Veiligheid
De burgemeester van de gemeente Stichtse Vecht:
dat het in verband met een efficiënte en eenduidige afdoening van zijn bevoegdheid in geval van woonoverlast gewenst is over te gaan tot vaststelling van beleidsregel;
dat beleidsregel een goed instrument vormen om duidelijkheid en evenredigheid te creëren bij de toepassing van zijn bevoegdheid om bij woonoverlast op te treden;
gelet op artikel 151d van de Gemeentewet en artikel 2:78 van de Algemene Plaatselijke Verordening Stichtse Vecht 2014;
Vast te stellen de “Beleidsregel aanpak woonoverlast Gemeente Stichtse Vecht 2018”.
Per 1 juli 2017 is landelijk de Wet aanpak woonoverlast in werking getreden. Deze wet schrijft voor dat de gemeenteraad de burgemeester de discretionaire bevoegdheid kan geven om specifieke gedragsaanwijzingen op te leggen aan overlastgevers in zowel huur- als koopwoningen. Het vergroot de wettelijke mogelijkheden die gemeenten hebben in de aanpak van woonoverlast.
Artikel 1. Algemene begripsbepalingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Zorgplicht: de plicht van een inwoner om ervoor zorg te dragen dat zijn gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning – straal van circa 100 meter- of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden -personen die in de nabijheid van het adres waar overlast wordt veroorzaakt woonachtig zijn- wordt veroorzaakt.
Artikel 4. Procedure huurwoningen woningcorporaties
Daar waar sprake is van woonoverlast vanuit een huurwoning van een woningcorporatie, vindt er afstemming plaats met de betreffende woningcorporatie. Gezamenlijk zal gekeken worden in hoeverre een eigen procedure van een woningcorporatie voor de behandeling van de meldingen van en het beëindigen van de overlast, ingezet kan worden om de overlast te beëindigen.
Daar waar sprake is van woonoverlast vanuit een koopwoning vindt er, indien sprake is van een VvE, afstemming plaats met de betreffende VvE. Gezamenlijk zal gekeken worden in hoeverre een eigen procedure van een VvE voor de behandeling van de meldingen van en het beëindigen van de overlast, ingezet kan worden om de overlast te beëindigen.
Indien een woningcorporatie of VvE al datgene wat in haar macht ligt heeft ingezet om de woonoverlast te beëindigen en er is nog steeds sprake van overlast of er ontstaat een urgente situatie, dat wil zeggen dat haast is geboden, dan kan de woningcorporatie of VvE aan de burgemeester verzoeken om ondersteuning in de vorm van gebruikmaking van artikel 2:78 van de APV.
3. Afwegingen aanpak overlastsituatie
Artikel 6. Psychische en/of psychiatrische aandoening bij overlastsituatie
De gemeente behartigt de belangen van de omwonenden. Indien de frequentie en de intensiteit van de overlast, eventueel in combinatie met risico’s voor omwonenden, dusdanig groot zijn dat de veiligheid in het geding is en er geen andere mogelijkheden meer zijn, kan de burgemeester een gedragsaanwijzing opleggen.
Artikel 7. Toepassing van artikel 2:78 APV
Als er geen einde komt aan de woonoverlast door een vorm van minder zware aanpak, zoals bemiddeling of hulpverlening, dan bepaalt de burgemeester in overleg met de eventueel reeds ingeschakelde instanties of hij toepassing geeft aan de gedragsaanwijzing en handhaving daarvan als bedoeld in artikel 2:78 APV.
Met in achtneming van de proportionaliteit en subsidiariteit moet het uitgangspunt van de interventie of maatregel zijn om de ervan hinder zo snel mogelijk te beëindigen om het woongenot van alle betrokken partijen te verbeteren of te herstellen. De bestuurlijke gedragsaanwijzing is een nieuw middel binnen de gehele ketenaanpak van woonoverlast. Alle ketenpartners hebben meerdere instrumenten tot hun beschikking. De inzet van deze instrumenten vraagt om maatwerk per casus. Een belangrijk uitgangspunt hierin is ook het beginsel van hoor en wederhoor. Proportioneel gezien wordt geprobeerd om de oplossing van het conflict zoveel mogelijk in het vrijwillige kader te zoeken, daarna volgt pas drang en dwang.
4. Gebodsbepaling en maatregelen
In de gedragsaanwijzing wordt duidelijk en concreet omschreven welke gedraging(en) moet worden gestaakt, binnen welk termijn en wat de gevolgen zijn als niet aan deze last wordt voldaan. De last wordt deugdelijk gemotiveerd onder vermelding van de aanpak die reeds op grond van artikel 6 en 7 is gevolgd.
Artikel 10. Gedragsaanwijzing inhoudende huisverbod.
De in artikel 8 bedoelde last kan eveneens inhouden een verbod aan de veroorzaker van de woonoverlast om aanwezig te zijn in of bij de woning of op of bij het erf van waaruit de gedraging(en) plaatsvinden voor de duur van maximaal tien dagen, te verlengen tot maximaal 4 weken. Op dit verbod zijn de artikelen 2, tweede lid, en vierde lid, aanhef en onder a en b, 5, 6, 8, eerste lid, aanhef en onder a en b, 9 en 13 van de Wet tijdelijk huisverbod van toepassing.
Artikel 13. Verantwoording burgemeester
De burgemeester doet jaarlijks verslag aan de raad over de toepassing van artikel 2:78 APV.
Artikel 14. Gegevensverwerking
De ketenpartners sluiten een convenant waarin in ieder geval afspraken gemaakt worden over:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-158397.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.