Handhavingsstrategie speelgelegenheden en speelautomaten 2018

De burgemeester van Amsterdam

Overwegende:

• dat op 26 juli 2012 is vastgesteld de Handhavingsstrategie publiektoegankelijke inrichtingen Amsterdam 2012 (Gemeenteblad 2013, afd. 3B, nummer 104);

• dat op 18 oktober 2013 de bovenbedoelde handhavingstrategie het onderdeel prostitutie is aangevuld en het onderdeel Drank- en Horecawet is toegevoegd bij zijn besluit van 18 oktober 2013, gepubliceerd in het Gemeenteblad van 23 oktober 2013, afd 3B, nummer 181;

• dat is besloten tot het schrappen van de onderdelen A, C,D, E en F uit de Handhavingsstrategie publiek toegankelijke inrichtingen Amsterdam 2012 (Gemeenteblad 2013, afd. 3B nummer 104), zoals deze is gewijzigd bij besluit van 23 oktober 2013, Gemeenteblad, afd 3B, nummer 181);

• dat de Handhavingsstrategie publiektoegankelijke inrichtingen Amsterdam 2012 (Gemeenteblad 2013, afd. 3B, nummer 104) alleen nog bestaat uit onderdeel B:Wet op de kansspelen/Verordening op de speelautomaten(hallen).

• dat op grond van het vorenstaande het wenselijk is de handhavingsstrategie voor speelautomaten(hallen) in een aparte handhavingsstrategie onder te brengen;

• dat met het plaatsen van onderdeel B in een zelfstandige handhavingsstrategie Speelautomaten(hallen) er inhoudelijk niets aan de handhavingsstrategie verandert;

• dat met het schrappen van onderdeel B (Wet op de kansspelen/Verordening op de speelautomaten(hallen)) de Handhavingsstrategie publiektoegankelijke inrichtingen Amsterdam 2012 (Gemeenteblad 2013, afd. 3B, nummer 104), zoals deze is gewijzigd bij besluit van 23 oktober 2013, Gemeenteblad, afd 3B, nummer 181) wordt opgeheven;

Brengt ter algemene kennis, dat hij op 15 januari 2018 heeft besloten:

• I. tot het schrappen van het onderdeel B uit - en het intrekken van de Handhavingsstrategie publiek toegankelijke inrichtingen Amsterdam 2012 (Gemeenteblad 2013, afd. 3B nummer 104), zoals deze is gewijzigd bij besluit van 23 oktober 2013, Gemeenteblad, afd 3B, nummer 181);

• II. vast te stellen de Handhavingsstrategie speelgelegenheden en speelautomaten 2018 zie bijlage 1;

• III. de datum van inwerkingtreding van dit besluit te bepalen op 1 februari 2018.

• IV. Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Handhavingsstrategie speelgelegenheden en speelautomaten 2018’.

Handhavings strategie speelgelegenheden en speelautomaten 2018 Gemeente Amsterdam

Handhavingsstappenplan op grond van de APV 2008 (hoofdstuk 3, Speelgelegenheden); Wet op de kansspelen (Wok) en Verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen

Directie Openbare Orde en Veiligheid

Januari 2018

Inleiding

Sinds september 2012 is de “Handhavingsstrategie publiek toegankelijke inrichtingen Amsterdam” van kracht. Een handhavingsstappenplan op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (APV), de Wet op de kansspelen (Wok) en de Verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen.

In eerste instantie was de “Handhavingsstrategie publiek toegankelijke inrichtingen Amsterdam 2012” van toepassing op horecabedrijven, prostitutie en seksinrichtingen, en speelautomaten(hallen). Inmiddels zijn de handhavingsstrategieën horeca, prostitutie en seksinrichtingen verzelfstandigd in aparte handhavingsstrategieën en zijn deze onderdelen zoals vermeld in de “Handhavingsstrategie publiek toegankelijke inrichtingen Amsterdam 2012” (november 2013 voor prostitutiebedrijven en seksinrichtingen) komen te vervallen. Omwille van de leesbaarheid en om verwarring te voorkomen is er voor gekozen om de handhavingsstrategie voor speelgelegenheden en speelautomaten nu ook in een aparte handhavingsstrategie op te nemen. Hiermee komt de handhavingsstrategie publiek toegankelijke inrichtingen Amsterdam 2012 te vervallen.

De handhavingsstrategie speelgelegenheden en speelautomaten is ten opzichte van de regeling in de bovenbedoelde handhavingsstrategie voor publiektoegankelijke inrichting qua beleid niet gewijzigd, het is alleen vernauwd: stappenplannen die specifiek voor horeca, prostitutie en seksinrichtingen gelden, zijn weggelaten.

Hoofdstuk 1 Uitwerking uitgangspunten

De gemeente heeft als taak consumenten te beschermen tegen kansspelverslaving en illegaal gokken te voorkomen en tegen te gaan. Hiervoor maakt zij gebruik van de Wet op de Kansspelen, de verordening Kansspelautomaten en speelautomatenhallen en de APV 2008.

Een handhavingsstrategie voor speelgelegenheden en speelautomaten geeft kaders en schept duidelijkheid waaraan een ondernemer zich heeft te houden, en wanneer een handhaver mag optreden. Deze handhavingsstrategie heeft betrekking op de handhaving van de aanwezigheidsvergunning van kansspelautomaten in horeca-inrichtingen, de exploitatievergunning van speelautomatenhallen en het optreden tegen illegaal gokken in (niet) publiek toegankelijke inrichtingen.

Hieronder is uitgewerkt welke taken en verantwoordelijkheden het handhavingsbeleid met zich meebrengen voor bestuur en ondernemers.

Afname van de toezichtlast

Dezewordt gerealiseerd door de eigen verantwoordelijkheid van de ondernemer centraal te stellen. Het exploiteren van een speelgelegenheid dan wel het aanwezig hebben van 1 of 2 kansspelautomaten in een hoogdrempelige horeca-inrichting brengt bepaalde verantwoordelijkheden met zich mee: de ondernemer met een dergelijke openbaar toegankelijke zaak gaat de verantwoordelijkheid aan ervoor te zorgen dat deze zaak geen overlast veroorzaakt voor de omgeving en geen onveilige situaties en andere verstoringen van de openbare orde en het woon- en leefklimaat creëert.

Om de openbare orde en het woon- en leefklimaat te beschermen is de speelgelegenheid aan een vergunningstelsel gebonden. De ondernemer dient derhalve tijdig zijn vergunning aan te vragen. De voorschriften die in de exploitatievergunning voor een speelgelegenheid zijn opgenomen bieden de ondernemer een leidraad: deze voorschriften maken expliciet hoe de ondernemer zijn verantwoordelijkheid in ieder geval dient in te zetten.

Ook voor het houden van 1 of 2 kansspelautomaten in een hoogdrempelige horecagelegenheid zijn vergunningen nodig en draagt de ondernemer verantwoordelijkheid dat er geen verstoringen van de openbare orde zijn.

Door de ondernemers collectief op de nieuwe handhavingsstrategie te wijzen worden de bestuurlijke administratieve lasten verminderd: geen eindeloze handhavingstrajecten, maar helder en kordaat optreden aan de hand van een aantal korte maatregelen. Er wordt geen individuele waarschuwing gegeven na constatering van een overtreding. Door het bekendmaken van voorliggende handhavingsstrategie met korte stappenplannen zijn de vergunninghouders zich bewust van de consequenties die het overtreden van de regels met zich meebrengen.

Startende ondernemers worden bij vergunningaanvraag door het stadsdeel direct op de hoogte gesteld van de handhavingsstrategie.

Aantoonbaar beter handhaven van regels

Het streven is om te komen tot een slagvaardig handhavingsregime waarbij effectiviteit en zichtbaarheid voorop staan. Er is een indeling gemaakt naar type overtreding: uit de evaluatie van de handhavingspraktijk is gebleken dat bij sommige overtredingen een financiële sanctie het meest effectief is om herhaling van de overtreding te voorkomen. In andere gevallen biedt een beperking maatregel zoals het intrekken van de vergunning het meeste soelaas. Bij een beperkende maatregel is de zichtbaarheid voor omwonenden en bezoekers van de horeca bovendien groter, hetgeen de effectiviteit van de maatregel ook kan bevorderen.

Uniform en eenduidig toezicht en handhaving

In de overtredingen komt dit tot uitdrukking door eenduidigheid in de systematiek geldend voor de hele stad. Zo gelden voor vergelijkbare typen overtredingen vergelijkbare maatregelen; er geldt een eenduidige verjaringstermijn.

Voor wat betreft overtredingen van de Wet op de kansspelen geldt dat de politie op grond van bevoegdheden uit de Wet Economische Delicten controleert. In het verleden is gebleken dat over het algemeen strafrechtelijke handhaving van economische delicten in de horeca onvoldoende effect sorteert, aangezien de hoogte van de transacties niet de gewenste prikkel oplevert voor ondernemers. Dit heeft erin geresulteerd dat de voorschriften op grond van de APV 2008 bestuurlijk worden gehandhaafd. Hetgeen overigens niet uitsluit dat daarnaast ook strafrechtelijk wordt opgetreden. (NB: In bepaalde gevallen kan het gewenst en proportioneel zijn om bij cumulatie van overtredingen naast het opleggen van de bestuurlijke maatregel ʹtijdelijk intrekken vergunningʹ eveneens een justitiële transactie op te leggen.)

Hoofdstuk 2 Toelichting op de systematiek

In deze handhavingsstrategie zijn overtredingen naar zwaarte ingedeeld in drie categorieën. De zwaarte van de bestuurlijke maatregel is vervolgens afgestemd op de type overtreding per categorie, waarbij het principe ‘three strikes you’re out’ geldt: bij de derde overtreding van hetzelfde feit binnen een periode van een jaar wordt de vergunning voor onbepaalde tijd ingetrokken.

Communicatie

Alle horeca- en speelautomatenhalexploitanten hebben in het najaar van 2012 de “Handhavingsstrategie publiek toegankelijke inrichtingen Amsterdam 2012” toegestuurd gekregen. De handhavingsstrategie is terug te vinden en te downloaden via de website www.amsterdam.nl.

De handhavingsstrategie Speelgelegenheden en speelautomaten 2018 wijkt inhoudelijk niet af van de Handhavingsstrategie publiek toegankelijke inrichtingen Amsterdam 2012 en zal na vaststelling gepubliceerd worden op de website www.amsterdam.nl.

Het maximum aantal vergunningen voor speelautomatenhallen is vergeven, maar indien een nieuwe ondernemer een bestaande hal overneemt dan zal bij afgifte of aanpassing van de exploitatievergunning worden verwezen naar het online te downloaden handhavingsarrangement.

Bestuurlijke handhaving Wet op de kansspelen (Wok) en APV

Overtredingen van de Wok kunnen in bepaalde gevallen zowel via strafrechtelijke als bestuurlijke weg worden gehandhaafd. In bepaalde gevallen waarbij illegaal gokken/illegaal casino wordt geconstateerd, kan de burgemeester bestuursdwang toepassen en de (niet) publiek toegankelijke gelegenheid sluiten op grond van artikel 2.10 van de APV. Deze maatregel is verder niet uitgewerkt in deze handhavingsstrategie maar is terug te vinden in het geldende sluitingenbeleid.

Drie categorieën overtredingen handhavingsstrategie

Er is een driedeling aangebracht in de overtredingen waarbij de zwaarte van de bestuurlijke maatregel is afgestemd op het type overtreding. Omwille van de rechtsgelijkheid en proportionaliteit is ervoor gekozen om vergelijkbare typen overtredingen volgens een vergelijkbaar handhavingsstramien te handhaven. Per categorie is aangegeven welke typen overtredingen binnen die categorie worden gehandhaafd. Het betreft hier overigens geen limitatieve vermelding van overtredingen. (zie ook: Handhaving van niet in de handhavingsstrategie vermelde overtredingen, Cumulatie en Maatwerk). De verschillen van de drie categorieën worden onderstaand weergegeven.

• Categorie I betreft de standaard overtredingen. Bij deze overtredingen wordt door de burgemeester of stadsdeelvoorzitter in mandaat een last onder dwangsom opgelegd met een werkingstermijn van 1 jaar. Binnen de handhavingssystematiek die Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) en Openbaar Ministerie (OM) hanteren worden respectievelijk bestuurlijke boetes en transacties opgelegd. In lijn daarmee is de hoogte van de dwangsom bekeken. Deze sluit aan bij de systematiek van andere handhavingsstrategieën. Bij sommige publiek toegankelijke inrichtingen is extra zichtbaarheid van belang. De overtredingen waarvoor Categorie I – stappenplan niet passend is worden gehandhaafd volgens een zwaardere categorie.

• De overtredingen in Categorie II worden ernstiger geacht. Hier wordt als eerste en tweede stap een tijdelijke schorsing van de

betreffende vergunning toegepast. De zichtbaarheid van een tijdelijke schorsing is voor omwonenden en bezoekers van de inrichting groter, hetgeen de effectiviteit van de maatregel kan bevorderen. De vervolgstap betreft de intrekking van de vergunning voor onbepaalde tijd en sluiting van de inrichting.

•Categorie III overtredingen hebben betrekking op de meest ernstige overtredingen, waarbij een bestuurlijke maatregel zoals intrekking van de vergunning voor onbepaalde tijd dan wel sluiting het meest passend is.

Handhaving van niet in de handhavingsstrategie vermelde overtredingen

Indien een overtreding wordt geconstateerd, die niet specifiek is vermeld in de overtredingen van de handhavingsstrategie, zal volgens de standaardcategorie Categorie I worden gehandhaafd. Tenzij deze categorie niet passend is gelet op de aard of ernst van de overtreding. Bij dergelijke overtredingen zal per geval beoordeeld en gemotiveerd worden waarom tot welke categorie maatregelen uit de handhavingsstrategie besloten wordt.

Afwijken van de stappenplannen

Cumulatie: de ondernemer dient er in ieder geval rekening mee te houden dat bij cumulatie van overtredingen behorend tot eenzelfde categorie een bij een hogere categorie uit de handhavingsstrategie horende (dus zwaardere) maatregel kan worden toegepast.

Maatwerk: indien de individuele situatie daar om vraagt kan de burgemeester (de bestuurscommissievoorzitter in mandaat) gemotiveerd afwijken van de voor de overtreding geldende maatregel uit het stappenplan van de handhavingsstrategie. De ernst van de overtreding en/of de mate waarin overlast wordt veroorzaakt kunnen aanleiding zijn om een zwaardere op te leggen dan die behorend bij de categorie overtreding. Dit zal per geval worden beoordeeld en gemotiveerd in de beschikking. Om te komen tot een hogere effectiviteit in de handhaving zal er in geval van cumulatie van diverse overtredingen eveneens maatwerk worden toegepast.

Verjaringstermijn 1 jaar

Er is in de handhavingsstrategie een eenduidige verjaringstermijn gehanteerd van 1 jaar. Dit houdt in dat indien een jaar (dus geen kalenderjaar) is verstreken na de laatste overtreding, zonder dat sprake is van een opvolgende overtreding voor hetzelfde feit, de ondernemer met een schone lei begint. Volgt na afloop van een jaar opnieuw een overtreding voor hetzelfde feit dan wordt weer de eerste stap opgelegd. Voor het ruimhartige verjaringsbeleid is gekozen wegens het strengere handhavingsbeleid dat in de maatregelen van de handhavingsstrategie is neergelegd. Het relatief zware handhavingsregime wordt aanvaardbaar geacht, omdat goed gedrag na een jaar wordt beloond. De hercontrole dient binnen dit jaar plaats te vinden. Voor overtredingen met betrekking tot discriminatie (2.4) geldt een verjaringstermijn van drie jaar in plaats van de algemene verjaringstermijn van 1 jaar.

De maatregelen van de handhavingsstrategie worden toegepast per ondernemer en niet per zaak

Als een ondernemer zijn onderneming tussentijds overdraagt aan een ander (nadat de handhavingsstrategie is toegepast) begint de nieuwe exploitant bij een overtreding bij stap 1. Deze regel is niet van toepassing als de ondernemingsvorm wijzigt, maar dezelfde ondernemer nog steeds betrokken is bij de zaak. Bijvoorbeeld wanneer sprake is van een stromanconstructie.

Awb -procedure

Op een beschikking van een bestuursorgaan is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing (artikel 4:8). Dit houdt in dat de burgemeester of de bestuurscommissievoorzitter in mandaat voordat hij een beschikking geeft, het voornemen hiertoe aan de ondernemer kenbaar maakt en deze in staat stelt zijn zienswijze naar voren te brengen.

Hersteltermijn/ begunstigingstermijn

Daar waar een last onder dwangsom wordt opgelegd en de overtreding zich ervoor leent, dient op grond van artikel 5:32a van de Awb een termijn te worden gesteld gedurende welke de overtreder de last kan uitvoeren zonder dat een dwangsom wordt verbeurd. Voor de overtredingen waar de handhavingsstrategie op ziet zal het in het algemeen niet gaan om een last onder dwangsom die strekt tot het ongedaan maken van een overtreding maar die ertoe strekt om herhaling van een overtreding te voorkomen. Een begunstigingstermijn als bedoeld in artikel 5:32a Awb is in dat geval niet nodig.

Toepassen bestuursdwang: sluiting

Voor zover in de handhavingsstrategie in een stap een last onder bestuursdwang is opgenomen, is sprake van een besluit waarin een termijn wordt gegeven waarbinnen de inrichting gesloten moet zijn. Wordt aan de last niet voldaan dan wordt de inrichting van gemeentewege gesloten. Dit laatste betreft een feitelijke handeling en is geen besluit in de zin van de Awb. Tegen een feitelijke handeling op grond van bestuursdwang staat geen bezwaar- en beroepsmogelijkheid open.

Sluiting op grond van art. 13b Opiumwet of art. 2.10 APV 2008 of 174a Gemeentewet.

De maatregelen uit de handhavingsstrategie laten onverlet dat de burgemeester in gevallen als bedoeld in art. 2.10 APV 2008 en/of art. 13b Opiumwet of 174a Gemeentewet (Wet Victoria) de (niet) publiek toegankelijke inrichting onmiddellijk kan sluiten. Zie hiervoor het sluitings- en heropeningsbeleid, www.amsterdam.nl.

Hoofdstuk 3 Overtredingen, maatregelen en overzichtstabellen

In §3.1, §3.3, en §3.5 zijn de bestuurlijke maatregelen die worden opgelegd binnen de drie categorieën in een overzichtstabel weergegeven. In de linkerkolom is het type overtreding vermeld. De letter geeft aan of het een overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 of de Wet op de Kansspelen/Verordening op de kansspelautomaten en speelautomatenhallen betreft. De bestuurlijke maatregelen die achtereenvolgens worden opgelegd als er een overtreding is geconstateerd, zijn in de overige kolommen weergegeven als (stap) 1, 2 enzovoort. Als de maatregel een tijdelijke beperking of intrekking van de vergunning inhoudt, is in de betreffende kolom de duur van de beperking of intrekking vermeld.

Legenda

A: Algemene Plaatselijke Verordening

B: Wet op de kansspelen/Verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen

§ 3.1 Categorie I - Last onder dwangsom

• Overtreding vergunningvoorschriften Wok/ Verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen: aantal speelautomaten, gestelde eisen bedrijfsleider en beheerder, geen leidinggevende aanwezig, minderjarige bezoeker, geen leeftijdscontrole (B)

• Overtreding vergunningvoorschriften APV 2008 (horeca, speelgelegenheid) (A)

Eerste actie ►	Last onder dwangsom	Last onder dwangsom innen	Bestuurlijke maatregel (Intrekking vergunning onbepaalde tijd en last onder bestuursdwang (1)	Feitelijke sluiting
1.1. Overtreding voorschriften exploitatievergunning speelautomaten en speelgelegenheid (A, B)	1	2	3	4
1.2. Teveel/andere automaten dan toegestaan (B)	1	2	3	4
1.3. Speelautomatenhal: geen leidinggevende (B)	1	2	3	4
1.4. Speelautomaten (hal en hoogdrempelige horeca-inrichting): jongeren< 18 in gokgedeelte / aan automaten / geen controle (B)	1	2	3	4

(1)Voor zover in de stappenplannen in een stap een last onder bestuursdwang is opgenomen, is sprake van een besluit waarin een termijn wordt gegeven waarbinnen de inrichting gesloten moet zijn of de gokvoorzieningen moeten worden verwijderd. Wordt aan de last niet voldaan, dan wordt de inrichting van gemeentewege gesloten. Dit betreft een feitelijke handeling, zoals in stap 4 weergegeven, en is geen besluit in de zin van de Awb.

§ 3.2 Toelichting categorie I

Algemeen

Deze categorie bevat de overtredingen waarvan de verwachting is dat een financiële prikkel voldoende zal zijn om herhaling van de overtreding te voorkomen. De hoogte van de dwangsom wordt berekend op grond van het economisch voordeel dat de exploitant naar verwachting heeft

genoten door de overtreding te begaan. De hoogte van de dwangsom wordt mede bepaald door de gewenste prikkel die ervan uit moet gaan dat de overtreding in de toekomst niet zal voorkomen. De last onder dwangsom wordt bij een tweede overtreding gevolgd door een eenmalige inningsbeschikking. Indien de exploitant een derde keer e overtreding begaat, is de last onder dwangsom uitgewerkt en wordt de betreffende exploitatievergunning voor onbepaalde tijd ingetrokken. In dit besluit wordt tevens een last onder bestuursdwang opgenomen. Wordt aan de last niet voldaan dan wordt vervolgens van gemeentewege de inrichting gesloten. Dit betreft geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, maar een feitelijk handelen waartegen de bezwaar- en beroepsmogelijkheid niet open staat.

Specifiek

1.1. Overtreding voorschriften exploitatievergunning

Bevoegd orgaan: burgemeester (bestuurscommissievoorzitter in mandaat)

Indien sprake is van een overtreding van voorschriften van een exploitatievergunning, die niet elders in de Categorieën I, II en III worden omschreven, geldt dit stappenplan. De last onder dwangsom is na de eerste en tweede overtreding uitgewerkt. Bij de derde overtreding wordt de vergunning voor onbepaalde tijd ingetrokken en wordt uit praktische overwegingen in hetzelfde besluit een last onder bestuursdwang opgelegd. De exploitatie dient gestaakt te worden. Gebeurt dit niet vrijwillig dan wordt vervolgens van gemeentewege de inrichting gesloten. Deze feitelijke sluiting is geen besluit in de zin van de Awb maar betreft een feitelijke handeling waartegen de bezwaar- en beroepsmogelijkheid niet open staat.

1.2. Speelautomaten zonder (de juiste) vergunning (art. 30b Wok/Verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen).

Bevoegd orgaan: burgemeester (bestuurscommissievoorzitter in mandaat)

De vergunningplicht uit de APV voor speelgelegenheden (artikel 3.54) is hier niet van toepassing. Deze verplichting vloeit in dit geval rechtstreeks voort uit de Wet op de kansspelen. Deze handhavingsstrategie ziet toe op twee situaties. In de eerste plaats overtreding van de aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten. Dit betreft een vergunning die wordt verleend voor speelautomaten in een hoogdrempelig horecabedrijf. In de tweede plaats gaat het om overtredingen door de exploitanten van speelautomatenhallen. In deze vergunning zijn onder meer voorschriften opgenomen inzake de leidinggevenden en de sluitingstijden en is het voorschrift opgenomen dat personen beneden de 18 jaar geen toegang hebben tot een speelautomatenhal. Zowel de aanwezigheidsvergunning voor speelautomaten in een hoogdrempelig horecabedrijf als de vergunning voor een speelautomatenhal bevatten het aantal speelautomaten waarvoor vergunning wordt verleend en de vereisten waaraan deze automaten moeten voldoen. Voor wat betreft de aanwezigheidsvergunning voor speelautomaten is artikel 30c Wok van toepassing, zowel voor speelautomaten in horecabedrijven als in automatenhallen. In het tweede lid van artikel 30c Wok is bepaald dat bij gemeentelijke verordening het aantal speelautomaten wordt vastgesteld waarvoor per inrichting (hoogdrempelig horecabedrijf en automatenhal) vergunning wordt verleend. In Amsterdam vigeert hiervoor de Verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen. In artikel 7 wordt de mogelijkheid gegeven om aan de vergunning voorschriften en beperkingen te verbinden.

1.3. Speelgelegenheid; geen leidinggevende aanwezig (vergunningvoorschrift).

Bevoegd orgaan: burgemeester (bestuurscommissievoorzitter in mandaat)

Gelet op de eenduidigheid en proportionaliteit is deze overtreding ondergebracht in dezelfde categorie als maatregel 1.2. In artikel 5 van de Verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen is de aanwezigheidsplicht van een leidinggevende geregeld die in de vergunning moet worden vermeld. In artikel 7 wordt de mogelijkheid gegeven om aan de vergunning voorschriften en beperkingen te verbinden.

De maatregel houdt in dat na de eerste overtreding de exploitant een last onder dwangsombeschikking krijgt opgelegd onder vermelding dat er een leidinggevende aanwezig dient te zijn in de speelautomatenhal. Deze leidinggevende dient op de vergunning te staan vermeld en dat indien nodig daartoe een leidinggevende dient te worden bijgeschreven. Indien bij hercontrole nogmaals wordt geconstateerd, dat er geen leidinggevende aanwezig is die op de vergunning staat, wordt de invorderingsbeschikking verstuurd. Overtreedt de exploitant een derde keer dan treedt stap drie in werking: het opleggen van de bestuurlijke maatregel: intrekking van de exploitatievergunning voor onbepaalde tijd onder aanzegging bestuursdwang. Indien de exploitant vervolgens niet uit eigen beweging zijn zaak gesloten houdt, wordt bestuursdwang toegepast: sluiting van de inrichting.

1.4. Speelautomaten in hoogdrempelige inrichting / speelgelegenheid: jongeren < 18 in het gokgedeelte/aan speelautomaten/geen controle (art. 30g en 30u Wok).

Bevoegd orgaan: burgemeester (bestuurscommissievoorzitter in mandaat)

Indien een minderjarige wordt aangetroffen in het gokgedeelte wordt stap één opgelegd in de vorm van een last onder dwangsombeschikking met een werkingstermijn van een jaar onder vermelding dat de ondernemer geen jongeren beneden de 18 jaar mag toelaten in het gokgedeelte van de speelautomatenhal/aan de speelautomaten. Ook wordt de ondernemer gewezen op mogelijke transacties van het OM waardoor hij niet langer voldoet aan de moraliteitseisen. Overtreedt de exploitant een derde keer dan treedt stap drie in werking: het opleggen van de bestuurlijke maatregel intrekking vergunning voor onbepaalde tijd en aanzegging bestuursdwang. Indien de exploitant vervolgens niet uit eigen beweging zijn zaak gesloten houdt, wordt bestuursdwang toegepast: sluiting van de inrichting. Deze maatregel geldt ook als geconstateerd wordt dat jongeren beneden de 18 jaar in een horeca-inrichting op een kansspelautomaat spelen.

§ 3.3 Categorie II - Tijdelijke beperking, intrekking vergunning onbepaalde tijd

• Overtreding openingstijden

• Exploitatie in strijd met de vergunning

• Overlast speelgelegenheid

• Discriminatie

Eerste actie ►	Bestuurlijke maatregel: Tijdelijke beperking of intrekking vergunning bepaalde tijd en last onder bestuursdwang (1)	Bestuurlijke maatregel: Tijdelijke intrekking vergunning bepaalde tijd en last onder bestuursdwang	Bestuurlijke maatregel Intrekking vergunning onbepaalde tijd en last onder bestuurs- dwang (1)	Feitelijke sluiting
2.1. Overtreding openingstijden speelgelegenheid (A)	1 (beperking van de sluitingstijd met één uur gedurende één week)	2 (intrekken van de exploitatievergunning voor de duur van één week)	3	4
2.2. Exploitatie in strijd met de vergunning (A,B)	1 (intrekken 1 week)	2 (intrekken 1 maand)	3	3
2.3. Overlast speelgelegenheid (A)	1 (intrekken 1 week)	2 (intrekken 1 maand)	3	4
2.4. Discriminatie (A)	1 (intrekken 1 week)	2 (intrekken 1 maand)	3	4

(1)Voor zover in de stappenplannen in een stap een last onder bestuursdwang is opgenomen is sprake van een besluit waarin een termijn wordt gegeven waarbinnen de inrichting gesloten moet zijn. Wordt aan de last niet voldaan dan wordt de inrichting van gemeentewege gesloten. Dit betreft een feitelijke handeling, zoals in stap 4 weergegeven, en is geen besluit in de zin van de Awb.

§ 3.4 Toelichting categorie II

Algemeen

Deze categorie overtredingen is gericht op die overtredingen van de vergunningvoorschriften, welke gelet op de ernst van

de overtredingen niet volgens de standaard categorie worden behandeld. Ook exploiteren in strijd met de vergunning wordt behandeld volgens Categorie II. Net als in Categorie I is hier een restcategorie opgenomen. Betreffen het in Categorie I de aan een vergunning verbonden voorschriften, in Categorie II is strijd met de vergunning sec opgenomen. Dit zijn overtredingen niet betreffende de vergunningvoorschriften en evenmin de specifiek benoemde overtredingen van de vergunning. Overtredingen in deze categorie treffen de ondernemer direct in de exploitatie. De exploitatievergunning wordt in deze categorie al in de eerste stap tijdelijk ingetrokken. Bij de derde vergunning wordt de exploitatievergunning voor onbepaalde tijd ingetrokken. In deze categorie zullen alle stappen de last onder bestuursdwang inhouden. Wordt de exploitatie niet voor de aangegeven datum vrijwillig gestaakt dan zal de bestuursdwang (de inrichting wordt feitelijk gesloten) van gemeentewege worden toegepast. Dit betreft geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht maar feitelijk handelen waartegen de bezwaar- en beroepsmogelijkheid niet open staat.

Specifiek

2.1. Overtreden openingstijden speelgelegenheid (art. 3.60 APV 2008)

Bevoegd orgaan: burgemeester (bestuurscommissievoorzitter in mandaat)

Overtreding van de openingstijden leidt tot beperking van de exploitatievergunning gedurende een week met één uur. Dit houdt in dat de openingstijden van de inrichting met één uur gedurende een week worden beperkt. De tweede overtreding leidt tot een week algehele sluiting terwijl een derde overtreding tot intrekking van de exploitatievergunning voor onbepaalde tijd leidt.

Hoewel deze maatregel er toe kan leiden dat de exploitatie geheel beëindigd moet worden, wordt dit acceptabel geacht omdat met de invoering van deze handhavingsstrategie een verjaringstermijn van één jaar gaat gelden op grond waarvan na een jaar alle voorgaande overtredingen vervallen.

2.2. Exploitatie in strijd met de vergunning

Bevoegd orgaan: burgemeester (bestuurscommissievoorzitter in mandaat)

Deze overtreding is van toepassing in al die gevallen waarin in strijd met de vergunning wordt geëxploiteerd en de overtreding niet al met name genoemd wordt in Categorie I of III. Als voorbeeld kan genoemd worden wijziging van de exploitatiezonder aanpassing van de bestaande vergunning: wijziging van een hoogdrempelige inrichting naar laagdrempelige inrichting. Het betreft overtredingen in strijd met de vergunning sec. Overtredingen met betrekking tot de voorschriften van de vergunning vallen onder 1.1 van Categorie I. Bij constatering van een eerste overtreding, wordt de exploitatievergunning voor een week ingetrokken. Bij een tweede overtreding volgt de intrekking van een maand en bij de derde overtreding wordt de vergunning voor onbepaalde tijd ingetrokken. Bij alle stappen wordt een last onder bestuursdwang aangezegd.

2.3. Overlast speelgelegenheid

Bevoegd orgaan: burgemeester (bestuurscommissievoorzitter in mandaat)

Deze maatregel is van toepassing als sprake is van overlast voor de omgeving door de inrichting of bezoekers van de inrichting. Hierbij valt te denken aan geluidsoverlast van bezoekers. Het gaat hier niet zo zeer om een verstoring van de openbare orde, maar om situaties waarin van zodanige overlast sprake is dat het woon- en leefklimaat ter plaatse wordt aangetast. Bij constatering van een eerste overtreding, wordt de exploitatievergunning voor de inrichting een week ingetrokken. Bij een tweede overtreding volgt de intrekking van een maand en bij de derde overtreding wordt de vergunning voor onbepaalde tijd ingetrokken. Bij alle stappen wordt een last onder bestuursdwang aangezegd.

2.4 Discriminatie

Bevoegd orgaan: burgemeester

Speelgelegenheden met een portier dienen een transparant deurbeleid te voeren. Bij signalen over het weigeren van bezoekers op oneigenlijke gronden wordt eerst met de ondernemer overlegd over verbetermogelijkheden in zijn deurbeleid. Bij voortdurende signalen

over discriminatie bij het deurbeleid zal vervolgens op basis van objectieve waarnemingen conform dit stappenplan worden opgetreden. Als aannemelijk is gemaakt dat er sprake is van discriminatie zal de exploitatievergunning gedurende een week worden ingetrokken. De tweede

overtreding leidt tot een maand intrekking terwijl een derde overtreding tot intrekking van de vergunning voor onbepaalde tijd leidt. Bij alle stappen wordt een last onder bestuursdwang aangezegd. Discriminatie wordt als een zeer zwaarwegend feit beoordeeld met een ernstige

inbreuk op de openbare orde. Vandaar dat een verjaringstermijn van drie jaar in plaats van de algemene verjaringstermijn van één jaar wordt gehanteerd. In tegenstelling tot andere overtredingen in deze handhavingsstrategie waarbij de stadsdeelvoorzitter mandaat heeft om namens de burgemeesters een sanctie op te leggen, blijft de bevoegdheid in het geval van discriminatie bij de burgemeester.

§ 3.5 Categorie III – Last onder bestuursdwang, sluiten inrichting

Exploiteren zonder vergunning APV 2008, Wok

Overtredingen vergunningvoorschriften APV 2008

Eerste actie ►	Bestuurlijke maatregel: last onder bestuursdwang	Feitelijke sluiting
3.1. Exploitatie zonder vergunning (speelgelegenheid) (A, B)	1	2
3.2. Exploitatie na weigering, intrekking vergunning of na buiten behandeling stellen aanvraag (A, B)	1	2

§ 3.6 Toelichting categorie III

Algemeen

Exploiteren zonder vergunning wordt gehandhaafd volgens Categorie III. Bij overtredingen in deze categorie kan de exploitatievergunning direct voor onbepaalde tijd worden ingetrokken onder aanzeggen van bestuursdwang. De bestuursdwang wordt toegepast indien een exploitant niet eigenhandig stopt met exploiteren. De speelgelegenheid kan dan van gemeentewege worden gesloten.

Specifiek

3.1. Exploitatie zonder exploitatievergunning (speelgelegenheid).

Bevoegd orgaan: burgemeester (bestuurscommissievoorzitter in mandaat)

Exploitatie zonder vergunning wordt als zeer ernstige overtreding aangemerkt. Na constatering zal per geval worden bekeken of uitzicht op een vergunning bestaat en of het zinvol is dat een aanvraag wordt ingediend. Er zal met de ondernemer worden gesproken en onderzoek worden gedaan naar de mogelijkheden om een vergunning te verlenen. Voor de termijn waarbinnen een en ander zijn beslag moet krijgen wordt aangesloten bij artikel 3.7 APV waarin wordt bepaald dat een nieuwe ondernemer binnen 4 weken na overname van het bedrijf een aanvraag voor een exploitatievergunning moet indienen. Indien na 4 weken de aanvraag niet voldoet aan de vereisten die daaraan worden gesteld kan een last onder bestuursdwang worden opgelegd. Indien zwaarwegende omstandigheden daartoe nopen kan de last onder bestuursdwang ook onmiddellijk worden opgelegd.

3.2. Exploitatie na weigering/intrekking van de exploitatievergunning horecabedrijf of na buiten behandeling stellen van de aanvraag.

Bevoegd orgaan: burgemeester (bestuurscommissievoorzitter in mandaat)

Het besluit tot weigering of intrekking of het buiten behandeling stellen van een aanvraag voor een exploitatievergunning zal in de praktijk tevens de last onder bestuursdwang bevatten. De exploitant dient de exploitatie te staken binnen een aangegeven termijn (i.v.m bederfelijke voorraad). Indien de exploitant de exploitatie niet staakt, wordt van gemeentewege bestuursdwang toegepast: deze sluiting betreft feitelijk handelen.

15 januari 2018

Burgemeester van Amsterdam voornoemd,

J.J. van Aartsen , waarnemend b urgemeester