Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent omgeving Omgevingsvisie

 

1. INLEIDING

1.1. WAAROM EEN OMGEVINGSVISIE?

De gemeente Oirschot heeft een aantal on­tegenzeggelijke kwaliteiten; monument in het groen, kwalitatief leven, de relatie met de Brainport en de betekenis van Oirschot voor deze regio, de cultuurhistorische rijk­dom, de plezierige woon- en werkomgeving, het fraaie buitengebied en zo kunnen we nog even doorgaan. Het is goed wonen en werken in Oirschot, het is er goed toeven! Je zou zeggen, hoeveel beleid en visie heb je nodig?

Maar de tijden veranderen en er zijn am­bities. Actuele maatschappelijke ontwik­kelingen vragen om een hernieuwde kijk op zaken. We weten op hoofdlijnen wat er op de gemeente af komt en waar we aan wil­len werken. Dit hebben we opgeschreven in verschillende strategische beleidsdocumen­ten (toekomstvisie 2030, Agenda van Oir-schot, Mission Statement, Kernboodschap). Het komt er nu op aan de stap te maken van abstract(er) strategisch beleid naar een con­crete visie voor de leefomgeving. Een visie die Oirschot klaarstoomt voor de toekomst! Kortom, wij willen in deze visie, samen met u, naar de kern van de zaak; voor ons en voor de generaties na ons!

 

1.2. SAMEN AAN DE SLAG MET NIEUWE MANIER VAN WERKEN

De samenleving neemt steeds vaker zelf het initiatief ter hand terwijl de regisserende en sturende rol van de overheid steeds minder vanzelfsprekend wordt. Kortom, een veran­dering van rolopvatting.

Deze veranderende rolopvatting speelt niet alleen in Oirschot, maar is landelijk een

maatschappelijke trend. De rijksoverheid on­derkent dat we doorgeschoten zijn in proce­dures en regelgeving. Zij heeft daarom met de nieuwe Omgevingswet een grote wets­wijziging voorbereid die naar verwachting in 2019 in werking treedt. Daarbij is de inhoud van de wet niet de belangrijkste wijziging, maar wel de nieuwe manier van werken. Samen met initiatiefnemers en de samenle­ving bepalen we wat we willen bereiken en hoe we onze doelen kunnen realiseren. Daar­bij betrekken we in een vroegtijdig stadium alle belanghebbenden. Een dergelijke voor­bereiding moet procedures daarna eenvoudi­ger maken. Belangrijke voorwaarde daarbij is dat we meer vertrouwen in elkaar hebben en dat we ook durven loslaten; niet alles hoeft in regeltjes te worden vastgelegd.

Ook in Oirschot willen we op die manier aan het werk. In 2011 hebben we in de Toe­komstvisie 2030 al de eerste stappen in die richting gezet. In Toekomstvisie liggen drie ambities besloten waarmee ons Monument in het Groen ook op de lange termijn een fijne plek is om te leven:

  • een kwalitatieve, groene gemeente;

  • een gemeente die bewust stuurt op sa­menhang met de omgeving;

  • een zelfredzame samenleving.

Onze toekomstvisie, en Mission Statement en Kernboodschap vormen samen de strate­gische koers. De ruimtelijke vertaling staat in deze omgevingsvisie. Een uitnodigende visie, waarin we initiatiefnemers de ruimte en de verantwoordelijkheid willen geven, door gezamenlijke doelen te realiseren. Dat doen we door meer vertrouwen in elkaar en minder regels. De gemeente doet in die zin een stapje terug. Wat we allemaal ‘loslaten’

ligt overigens genuanceerd. We koesteren ons ‘visitekaartje’ (onze monumenten en ons fraaie landschap). Dat betekent dat we ini­tiatieven verwelkomen, maar dat behoud en versterking van onze kwaliteiten altijd basis­voorwaarde zijn.

 

De inhoudelijke basis

De omgevingsvisie richt zich op de ontwik­keling van Oirschot. Hierbij volgen we de lijn van kwaliteiten in Oirschot. Deze zijn ontstaan in het verleden en hebben zich vertaald in het huidige landschap en cul­tuurhistorisch waardevolle elementen. De kwaliteiten die het heden bepalen, bieden zowel de voorwaarden als het perspectief voor de toekomst. Dit perspectief wil de ge­meente met de samenleving verder uitbou­wen.

De kwaliteiten uit het verleden worden ge­waardeerd door een gemeenschap die trots is, maar die kwaliteiten niet alleen koestert. De opbrengst uit het heden is dat gemeente en samenleving openstaan voor verbetering, transformatie en innovatie.

 

Rolverdeling

De samenleving is aan zet en de rol van de gemeente is verbindend en faciliterend. Maar de gemeente kent ook eigen verant­woordelijkheden en zal op dat vlak ook initi­atiefnemer en regisseur zijn voor projecten die om een sterke rol van de gemeente vra­gen. Dit moet leiden tot een wisselwerking tussen overheid en samenleving die geza­menlijk resultaat bereikt.

Vanuit haar verantwoordelijkheid naar de toekomst maakt de gemeenschap (gemeente en samenleving) keuzes die moeten leiden tot een aantrekkelijke, duurzame omgeving

voor wonen, werken en recreëren, maar vooral in het samenwerkingsmodel: meer handel ruimte, meer verantwoordelijkheid, meer dialoog, dat resulteert in een sterkere en hechtere en toekomstgerichte gemeen­schap.

 

1.3. HOE IS DE VISIE TOT STAND GEKOMEN?

De omgevingsvisie is tot stand gekomen door een proces te doorlopen dat samengevat kan worden in drie kernwoorden:

  • Ophalen; wat vinden we belangrijk. ‘We’ dat zijn de samenleving, de gemeente­lijke organisatie, het gemeentebestuur en belangenorganisaties;

  • Vertalen; van wat we hebben opgehaald in ambities en naar uitvoering;

  • Terugkoppelen; van wat we vertaald heb-

ben door gemaakte keuzes te motiveren. Het proces is uitgebreid beschreven in bijla­ge 1. Achtergronden over de Omgevingsvisie staan in bijlage 2.

 

Ophalen

Wij hebben op verschillende momenten bij diverse doelgroepen opgehaald wat deze groepen belangrijk vinden voor de toekomst van Oirschot:

  • Kwaliteiten die we koesteren, willen be­houden en zo mogelijk versterken;

  • Knelpunten die we moeten oplossen;

  • Vele ideeën hoe we aan bovenstaande invulling willen geven.

     

Kwaliteiten, knelpunten en ideeën vormen de basis voor onze ambities. Deze ambi­ties richten zich op een aantal thema’s en gebieden. Als de thema’s en gebieden ge­combineerd worden met de rolverdeling zoals eerder beschreven, dan blijkt dat deze rolverdeling tussen gemeente en samenle-

ving per thema en per gebied verschilt. Dit hebben we ontdekt door aan de hand van 4 scenario’s te onderzoeken welke rol bij welk thema past. Zowel het gemeentebestuur (college en raad) als aan de inwoners van Oirschot (Inwonerpanel) hebben zich gebo­gen over deze scenario’s. De opbrengst van de workshop scenario’s hebben wij in bijlage  1 toegevoegd.

 

Vertalen

Na het ophalen van kwaliteiten, knelpunten en ideeën is de opbrengst vastgelegd in ‘ge­biedspaspoorten’. Naast de opbrengst zijn hier enkele inspirerende ideeën aan toege­voegd.

We hebben de scenario’s gebruikt om te on­derzoeken en vervolgens te bepalen hoe we sturing willen geven aan de toekomstige ont­wikkelingen. De opbrengst van het ophalen, zoals neergelegd in de gebiedspaspoorten en de scenario’s heeft geleid tot een eerste raamwerk voor de omgevingsvisie. Het aan­sturen op basis van de ambities/doelen per thema in combinatie met een aantal spelre­gels, was nieuw voor de gemeente. Daarom hebben we deze werkwijze eerst uitgepro­beerd met de gemeenteraad. We hebben een aantal fictieve initiatieven (‘botsproeven’) voorgelegd en gevraagd deze te beoorde­len met het raamwerk. Het uitgangspunt is: indien het initiatief bijdraagt aan de doelen die we per thema hebben gesteld, staan we in beginsel positief tegenover het initiatief. De workshop gaf aan of de doelen voldoende sturingsmogelijkheden gaven. Desgewenst werden doelen aangescherpt met randvoor­waarden, om de sturing te geven die de ge­meente voor ogen heeft.

 

Terugkoppelen

Al deze ingrediënten (gebiedspaspoorten, scenario’s, raamwerk en botsproeven) heb­ben uiteindelijk geleid tot deze omgevings­visie. Op verschillende momenten en op verschillende manieren is deze informatie teruggekoppeld.

De gebiedspaspoorten zijn op de gemeente­lijke website gepubliceerd. Ook is een avond georganiseerd waarop belangstellenden in discussie konden gaan over de opbrengst. De opbrengst van de discussie over de sce-nario’s is eveneens teruggekoppeld. Het raamwerk is na de botsproeven besproken en vastgesteld in het college en de raad. Tijdens de terinzagelegging heeft iedereen de moge­lijkheid om te reageren op de voorliggende ontwerp-omgevingsvisie.

 

1.4. LEESWIJZER

In hoofdstuk 2 staat onze visie: deze is uit­gesplitst in onze identiteit, algemene uit­gangspunten die voor heel Oirschot gelden, de visie op de diverse thema’s en onze visie op diverse gebieden.

Hoofdstuk 3 gaat in op de uitvoering.

2. DE VISIE  

2.1. HOOFDLIJNEN VISIE

Het beleid voor de toekomst van Oirschot is vastgelegd in acht thema’s en vijf gebieden. Deze zijn nauw verbonden aan de kernbood­schap. De thema’s en gebieden en de wijze waarop Oirschot hieraan sturing wil geven, zeggen niet alleen iets over inhoud en rol­verdeling, maar ook veel over de identiteit van Oirschot. Wij starten de visie met deze identiteit (paragraaf 2.2). De visie bestaat uit de ambities die per thema zijn weerge­geven en specifiek voor enkele gebieden zijn uitgewerkt. Sommige ambities zijn echter thema- of gebied overstijgend. Deze ambi­ties gelden altijd en voor elke plek. We heb­ben ze onder de kop ‘Algemene uitgangs­punten’ (2.3) weergegeven. De visie op basis van de thema’s staat in paragraaf 2.4 en de gebiedsuitwerkingen staan in paragraaf 2.5. Het totaalbeeld is weergegeven in bijgaande integrale visiekaart.

 

2.2 IDENTITEIT: WIE ZIJN WE EN WAT

WILLEN WE WORDEN?

Het begrip identiteit kent altijd twee kan­ten: enerzijds heeft identiteit met eigenheid te maken, onderscheidende kenmerken en eigenschappen die uniek zijn voor een per­soon of in dit geval de gemeente Oirschot. Anderzijds is identiteit een relatief begrip en verhoudt identiteit zich tot de omgeving. Wij gaan in op beide aspecten van identiteit.

 

Het eigene aan Oirschot

Oirschot is een plattelandsgemeente met vele kwaliteiten en gezichten. Het monumentale karakter van de historische bebouwing en de rijkdom van het landschap zijn daarbij algemeen erkend. Op het platteland is de ontstaansgeschiedenis nog af te lezen uit het landschap, met beekdalen en ontginningsgronden in gebruik voor

landbouw en recreatie en afgewisseld met natuur. Logisch dat het buitengebied in trek is bij recreanten en toeristen. Dit geldt zeker ook voor het historische centrum van Oirschot, dat een echt onderscheidende kwaliteit heeft. De overige dorpen zijn typische plattelandskernen, met een

sterk verenigingsleven en een grote saamhorigheid. Dat laatste geldt zeker ook voor de buurtschappen die verspreid in het buitengebied voorkomen.

 

Oirschot in de regio

Oirschot vertoont niet alleen sterke ruimte­lijke en landschappelijke samenhang met de omliggende gemeenten, ook op sociaal, cultureel en economisch vlak geldt dat. Dit vertaalt zich in bestuurlijke samenwerking in de regio de Kempen. Ook sluit Oirschot aan bij het Groene woud, waar de relatie sterk gericht is op erfgoed, natuur en recreatie.

Oirschot maakt ook deel uit van de Brainport Regio Eindhoven. In plaats van op overeen­komsten is de samenwerking hier gebaseerd op de onderlinge complementariteit. Aan de ene kant biedt de stad werkgelegenheid , een uitstekend voorzieningenpakket (zoals onderwijs, medische voorzieningen, cultuur, ontspanning, detailhandel) en een knoop­punt van vervoersmogelijkheden binnen en buiten de regio (zoals internationale spoor-en luchtvaartverbindingen). Aan de andere kant biedt Oirschot de stad en de regio een unieke, monumentale en groene omgeving waar de stedeling en de expat kunnen re­creëren en ontspannen, maar ook waar de stedeling die op zoek is naar een sub urbaan woonmilieu een goede, gezonde en veilige woonomgeving treft.

 

Als één van de eenentwintig gemeenten werkt Oirschot mee om de Brainportregio verder ontwikkelen tot een economische to­pregio met internationale allure en regionale eigenheid. Op die manier zorgen we voor een aantrekkelijke en toekomstbestendige leefomgeving voor onze inwoners en dragen we bij aan het vestigingsklimaat voor bedrij­ven en kennisinstituten.

Deze kenmerken hebben invulling gegeven aan het Mission Statement (april 2016) van de gemeente:

Oirschot biedt mensen al eeuwenlang een thuis. Onze inwoners zijn van oudsher on­dernemend, gericht op samenwerking en de zorg voor elkaar. In Oirschot zorgen we ervoor dat basisvoorzieningen geregeld zijn, dat mensen de wetten naleven, dat men­sen een veilige leefomgeving ervaren en dat mensen kunnen ondernemen. Kenmerkend voor Oirschot zijn het vele erfgoed, de na­tuurgebieden die Oirschot rijk is en het hele eigen karakter van onze dorpen en onze inwoners. Met behoud van deze kernwaar­den en natuurlijke rijkdommen sorteert de gemeente voor op veranderingen in de toe­komst. We zorgen samen met de gemeen­schap ervoor dat mensen zich thuis voelen in Oirschot, Oirschot: monumentaal, onderne­mend en groen!

Een aantal oorzaken en veranderende om­standigheden die plaatsvinden de laatste jaren (o.a. steeds meer taken naar gemeente vanuit het rijk, ontwikkelingen in sociaal domein en maatschappij, veranderingen in financieel beleid en toezicht) maken het nodig dat wij opnieuw kritisch kijken naar onze taken en mogelijkheden. Om die reden heeft de raad een kerntakendiscussie gevoerd. Het doel van de kerntakendiscussie is via een heroverweging van de taakinvulling

 

ook in de toekomst onze ambities te kunnen realiseren en voor onze inwoners en bezoe­kers een aantrekkelijke gemeente te blijven. Dit hebben we in dit proces uitgewerkt in de vastgestelde kernboodschap (juni 2016): Oirschot: Monumentaal, Ondernemend en Groen: daar voelt de MENS zich thuis.

 

De tijd staat niet stil. Wie we zijn is niet per se wie we (willen) blijven. Oirschot kijkt vooruit: met de samenleving de kwalitei­ten verder uitbouwen en ontwikkelen en nieuwe kwaliteiten toevoegen. Wij doen dit door nog dichter bij de inwoners te staan, meer verantwoordelijkheid met ze te delen en kansen voor hun initiatieven te bieden. Centraal staat het geven van vertrouwen (los laten, ruimte bieden). Wat we daarmee willen en kunnen bereiken wordt hieronder nader uitgewerkt in algemene uitgangspunten en specifieke beleidsthema’s.

 

2.3 ALGEMENE UITGANGSPUNTEN

Draagkracht van het Oirschotse landschap

Natuur, landschap en cultuurhistorie zijn dermate met Oirschot verweven dat ze on­derdeel zijn van haar identiteit. Dat betekent dat nieuwe ontwikkelingen niet ten koste mogen gaan van behoud en herstel van deze kwaliteiten. Daarmee zetten we ontwikkelin­gen nadrukkelijk niet op slot, maar spannen we ons in om per saldo de kwaliteiten te ver­sterken. Dat betekent ook dat compensatie moet plaatsvinden, en dus extra geïnvesteerd moet worden, als door ontwikkelingen scha­de optreedt aan die kwaliteiten. Per saldo moet er sprake zijn van winst.

 

Wie doet wat?

De gemeente bewaakt de identiteit van Oir-schot door op de beeldbepalende plekken als regisseur op te treden. Kwetsbare structuren en gebouwen die de identiteit van Oirschot bepalen worden beschermd. Initiatieven wor­den bijgestuurd en afgestemd zodanig dat de kwaliteiten worden versterkt.

 

Duurzame veilige en gezonde ontwikkeling

Zowel vanuit het bestuur als vanuit de bevol­king is aangegeven dat duurzaamheid een belangrijk thema is. Dit kan gaan over ener­gieneutraliteit, maar ook over het behoud en verbetering van de kwaliteit van onze bodem, water en lucht. Dit zouden echter ook af­spraken kunnen zijn over hoe we met lokale initiatieven omgaan.

De gemeente wil zich voor duurzaamheid, veiligheid en gezondheid meer initiërend opstellen ten opzichte van de andere be­leidsterreinen. In de uitgewerkte paragrafen 2.4.4 en 2.4.6 staat beschreven welke stap­pen hiervoor worden gezet.

Wij stellen de veiligheid en gezondheid van de mens centraal. Oirschot wil in ieder geval geen ontwikkelingen die een negatief ef­fect teweeg brengen op duurzaamheid. Wij hanteren duurzaamheid als een breed be­grip. Denk aan duurzaamheid op het gebied van energie, klimaat, natuur, milieu, water, veiligheid, gezondheid, erfgoed, sociale duurzaamheid en werkgelegenheid. Denk aan zuinig ruimtegebruik, waarbij transformatie en hergebruik de voorkeur genieten boven nieuwbouw en uitbreiding, met name voor vastgoed van commerciële en maatschappe­lijke functies. Ook streven we naar economi­sche duurzaamheid. Wij willen dat ontwikke­lingen ook op langere termijn bijdragen aan onze welvaart.

 

Wie doet wat?

De keuze om als gemeente zelf initiatiefne­mer te zijn voor dit overkoepelende thema, betekent een vertaling van ambitie naar pri­oriteiten en het formuleren van een aantal dragende projecten. De rol van de gemeen­te is daarbij inspirerend (mogelijkheden en voorbeelden laten zien), faciliterend (kennis overdragen, duurzaamheidsnetwerk op­bouwen) en uitvoerend (oppakken van een structurele bijdrage aan energieopgave). Uiteraard geeft de gemeente veel ruimte voor initiatieven die bijdragen aan het duurzaamheidsdoel. In samenspraak met initiatiefnemers wordt bezien of extra in­spanningen op dit gebied beloond kunnen worden met ruimere ontwikkelingsmogelijk­heden of subsidies (stimuleren). Zie hier­voor ook paragraaf 2.4.4 en 2.4.6.

 

Maatschappelijk draagvlak

Wij vinden het belangrijk dat initiatieven breed in de samenleving worden gedragen. We hebben daarom spelregels ontwikkeld om daar inhoud aan te geven. De spelregels zorgen er voor dat het creëren van draagvlak onderdeel is van het planproces en dat de initiatiefnemer hier in belangrijke mate voor verantwoordelijk is. Hier ligt ook een belang­rijke taak voor de raad; die beoordeelt of voor een initiatief waar zij over moet besluiten, de spelregels goed zijn gehanteerd. In dat geval kan het raadsbesluit een hamerstuk zijn.

Wie doet wat?

Bij het nastreven van de doelen uit deze Omgevingsvisie zijn spelregels benoemd (zie hoofdstuk 3). Gemeente en initiatiefnemers handelen ernaar. De gemeenteraad ziet toe op de naleving ervan.

Wij gaan uit van een integrale benadering (water/duurzaamheid/energietransitie). Bij projecten zullen wij alle partners en discipli­nes betrekken om tot een integrale ontwikke­ling te komen

 

De samenleving aan zet

De vanzelfsprekendheid dat de overheid altijd sturend optreedt in de fysieke leefom­geving is voorbij. We zien een samenleving die steeds vaker zelf het initiatief neemt om problemen op te lossen en die in staat is om de kansen optimaal te benutten.

Op deze ontwikkelingen zal de nieuwe stu­ringsfilosofie gebaseerd zijn:

 

  • Waar de samenleving initiatieven wil ont­plooien, wordt ruimte gegeven, binnen de ambities van de omgevingsvisie en de spelregels die we samen hebben gefor­muleerd;

  • Waar de gemeente initiatief wil ontplooi­en, zoekt zij de samenleving op om te bezien of in co-creatie een beter resultaat kan worden geboekt;

  • Indien de samenleving dit niet oppakt, of daar waar de gemeente eigen verantwoor­delijkheden heeft neemt de gemeente het voortouw;

  • In alle gevallen is het bijdragen van initi­atieven aan de gestelde doelen voorwaar­de.

     

2.4 THEMA’S

De omgevingsvisie is een beleidsdocument dat naar de toekomst kijkt waarbij de ge­meente (bestuurlijk en ambtelijk) en inwo­ners hun input hebben geleverd en in de toekomst samen verantwoordelijk zijn voor het verwezenlijken van hun ambities. Kleine en grote belangen spelen daarbij door elkaar heen. Een duidelijk centrale lijn is dat ont­wikkeling meer uit de samenleving zelf komt, tegelijk zal de gemeente op meerdere vlak­ken ambities hebben en specifieke onderde­len willen uitvoeren.

De visie is een veelkleurig document. Het algemeen belang en het individueel belang komen daarin samen. Voor de inwoner of initiatiefnemer zijn de kleine schaal en

direct betrokkenen (buren, belanghebben­den, dorpsgenoten) uiterst relevant. Juist door hiervoor te focussen op een aantal ge­bieden (dorpskernen, buitengebied) kan opti­maal op lokale omstandigheden en behoeften worden afgestemd.

Daarnaast focussen we op een aantal thema’s die nadrukkelijk in het proces naar voren zijn gekomen. De thema’s geven een beeld van wat voor Oirschot van belang is voor de ont­wikkeling op langere termijn en sluiten aan bij de Kernboodschap: Oirschot: monumen­taal, ondernemend en groen: daar voelt de MENS zich thuis. De benadering in thema’s geeft op een hoger schaalniveau de samen­hang tussen verschillende gebieden weer.

Per thema beantwoorden we drie vragen, die belangrijk zijn voor de ambities die de ge­meente heeft:

  • 1.

    Waar hebben we mee te maken? Hier wordt de context beschreven van het be­treffende thema.

  • 2.

    Wat willen we bereiken? Hier worden de doelen en de ambitie weergegeven.

  • 3.

    Wie doet wat? Hier gaan we in op wie aan zet is en wat er nodig is om de doelen te realiseren

     

 

2.4.1 THEMA

NATUUR, LANDSCHAP & CULTUURHISTORIE

WAAR HEBBEN WE MEE TE MAKEN?

Uit alles blijkt dat Oirschot ‘gezegend’ is met vele kwaliteiten op het gebied van na­tuur, landschap en cultuurhistorie. Natuur, landschap en cultuurhistorie hebben onze omgeving gevormd en bijgedragen aan de samenleving die we nu zijn. De Kernbood­schap spreekt niet voor niets over ‘Oirschot: monumentaal, ondernemend en groen’. Uit de ophaalsessies is duidelijk gebleken dat Oirschot deze kwaliteiten koestert, maar daardoor niet in een museum wil verande­ren. Daarbij staat het Oirschots landschap niet op zichzelf. Het maakt deel uit van een groot natuurlijk en landschappelijk netwerk dat zich tot ver over de regio uitstrekt en zich niet begrensd weet door bestuurlijke grenzen.

  • Natuur: geconcentreerd in enkele grote natuurgebieden en landgoederen en in de beekdalen. Daarnaast verspreid voor­komend in de vorm van bosjes, land­schapselementen, waterpartijen en groen in de bebouwde omgeving.

  • Landschap: Herkenbaar zijn de beekda­len, het kampenlandschap (oude bouw­landen) en de jonge ontginningsland-schappen.

  • Cultuurhistorie: manifesteert zich in landschapstypering en –kenmerken, zoals oude bouwlanden en waardevolle lanen. Daarnaast in de vorm van de vele monu­menten en de verhalen die Oirschot rijk is. Denk aan het historische centrum van Oirschot. Maar ook de historische buiten­plaatsen, het agrarische, religieus, be­stuurlijk, militair en industrieel erfgoed op tal van plaatsen in de gemeente.

  • We blijven ons cultuurhistorisch erfgoed ontwikkelen, zodat het een blijvende economische en maatschappelijke waarde houdt.

     

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

  • Wij willen de kwaliteit van onze natuur, biodiversiteit, het landschap, de cultuur­historie en onze monumenten bescher­men, herstellen en ontwikkelen;

  • Verandering moet mogelijk zijn. Wij stre­ven niet naar een ‘openluchtmuseum’. De verandering moet wel de kwaliteit per saldo herstellen, waarborgen of verster­ken, ook als daar financiële inspanningen voor nodig zijn.

  • De economische waarde en kwaliteiten van erfgoed hebben baat bij het beleef-baar maken van het erfgoed en door te inversteren in de kwaliteit van ons erf­goed. Daarvoor is een koppeling nodig met andere beleidsvelden.

     

WIE DOET WAT?

Het sleutelbegrip voor de gemeente is sa­menwerking met alle betrokkenen op dit thema om samen tot integrale oplossingen te komen. De gemeente ziet voor zichzelf een rol als intermediair: partijen verbinden, gesprekken tot stand brengen, faciliteren van het proces. De gemeente heeft zeer bescheiden middelen beschikbaar om ge­biedsopgaven uit te voeren. Voor particuliere initiatieven en regionale opgaven geldt dat binnen de projecten zelf middelen gegene­reerd moeten worden om de kwaliteiten te realiseren en in stand te houden.

Om het kwaliteitsniveau te handhaven past vooral een regierol op het herstel, behoud en de versterking van kwaliteiten bij het beoor­delen van nieuwe initiatieven:

We vervolgen de weg die in 2012 is inge­zet met de kadernota IV en het bestem­mingsplan Buitengebied, fase II en de handreiking Landschapsinvesterings-

regeling die als bijlage bij het bestem­mingsplan is opgenomen. Met dit beleid en bijbehorende regels zijn we voorals­nog in staat het huidige kwaliteitsniveau te handhaven;

 

  • De regierol van de gemeente richt zich op versterking van de landschappelijke hoofdstructuur. landschappelijke inpas­sing van lokale initiatieven is een verant­woordelijkheid van de initiatiefnemer.

  • Om de kwaliteiten en kenmerken die bepalend zijn voor de kwaliteit van na­tuur, landschap en cultuurhistorie veilig stellen, maar niet in dwingende kaders te vervallen, maken we een inspiratieat­las. Hierin geven we goede voorbeelden die initiatiefnemers inspireren om tot oplossingen te komen die de kwaliteiten van natuur, landschap en cultuurhistorie versterken op een wijze die bij Oirschot past.

     

Op een aantal aspecten wil de gemeente actiever naar voren treden door onder andere het belang van innovatie te stimuleren:

  • Naast beleid en regels wil de gemeente innovatieve ideeën en nieuwe verdien-modellen die de kwaliteiten van natuur, landschap en cultuurhistorie kunnen behouden en versterken, stimuleren en faciliteren;

  • Ruimere (gebruiks)mogelijkheden bieden voor nieuwe functies in monumentale ge­bouwen, zodat er een beter verdienmodel ontstaat en leegstand wordt voorkomen;

  • Cultuurhistorie meer en beter koppelen aan toerisme en recreatie (bijvoorbeeld door routestructuren af te stemmen op de cultuurhistorische plekken van beteke­nis). Hierbij zoekt de gemeente de sa­menwerking met recreatieondernemers, gemeenten in de regio, provincie, cul­tuurhistorie- en landschapsorganisaties.

 

2.4.2 THEMA

LANDBOUW

 

WAAR HEBBEN WE MEE TE MAKEN?

De landbouw in Oirschot is veelzijdig. In het oog springende sectoren zijn de (intensieve of niet-grondgebonden) veehouderij en de boomteelt. In de landbouw vindt enerzijds schaalvergroting plaats, aan de andere kant ontwikkelen bedrijven zich naar vormen van landbouw die zich beter verhouden tot mens en milieu, zoals aspergeteelt, biologische groenteteelt en biologische veehouderij.

Schaalvergroting in de (intensieve) veehou­derij wordt door de sector als noodzakelijk ervaren, omdat enerzijds de landbouw de investeringen in maatregelen voor milieu en dierenwelzijn moet zien terug te verdienen, anderzijds wordt schaalvergroting ingege­ven door de markt (zoals het loslaten van het melkquotum). Vooral op de zandgronden en dus ook in Brabant, leidt dit tot een span­ningsveld: toename van het aantal dieren in relatie tot gezondheidsaspecten en al over­belaste N-2000 gebieden en andere natuur. Hierdoor is de ontwikkelingsruimte voor de veehouderij aan beperkingen onderhevig.

Om intensieve veehouderijen op een duur­zame manier door te laten ontwikkelen heeft de gemeente Oirschot in 2011 de visie Inten­sieve veehouderij en de Kadernota Intensieve veehouderij vastgesteld. Het beleid van de gemeente wordt – in samenhang met rijks-en provinciaal beleid – voortdurend dooront-wikkeld om invulling te geven aan oplossin­gen die bijdragen aan het terugbrengen van het spanningsveld tussen ontwikkeling van de sector en de effecten ervan op dierwel-zijn, milieu en gezondheid.

Voor de melkveehouderij speelt de beperkte grondmobiliteit nog een beperkende rol voor verdere schaalvergroting.

Voor de boomteelt heeft de gemeente in 2011 de boomteeltvisie vastgesteld en ver­taald in het bestemmingsplan voor het bui­tengebied. Om de kwaliteiten van cultuur­historisch waardevolle gebieden te behouden en te beschermen (met name de open land­schappen, de dorpsranden en de bolle ak­kers), gelden striktere beperkingen voor (laan)boomteelt.

In andere bedrijfstakken van de landbouw speelt de bovenstaande problematiek min­der. Maar ook daar blijft het onverminderd zoeken naar de balans tussen efficiënte pro­ductie en behoud van landschap, milieu en gezondheid.

 

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

  • Een veehouderij die de omgeving zo min mogelijk belast en de gezondheid be­schermt volgens de laatste inzichten. Oirschot heeft daarbij een voorbeeldfunc­tie voor de regio;

  • Landbouw die gebaseerd is op duurzaam­heid (wateraspect, klimaatadaptie, milieu, dierenwelzijn, gezondheid, behoud van natuur en landschap, economisch per­spectief, maatschappelijk verantwoord ondernemen);

  • Innovatieve vormen van landbouw, die oplossingen bieden voor problemen en/ of samenhangen met duurzaam onderne­men en specifiek bijdragen aan de kwa­liteiten van natuur, landschap en cul­tuurhistorie (en daarmee indirect aan de toeristische- en recreatieve potentie van Oirschot).

     

WIE DOET WAT?

Tot 2020 blijft een sterk sturende overheid nodig, gezien de milieuopgaven en -ambities

en de wensen uit de samenleving. Tegelij­kertijd moeten de innovatieve ideeën uit de markt komen.

 

Agrariërs, landbouworganisaties, onderwijs en onderzoeksinstellingen zullen hun krach­ten moeten bundelen om de ambities waar te maken. Het aangaan van een open dia­loog met andere belanghebbenden is daarbij voorwaarde voor succes. Wij zien de agra­rische sector als een belangrijke doelgroep van ondernemend Oirschot, die innovatieve ideeën initieert.

Op de langere termijn zal de rol van de ge­meente ten aanzien van landbouw en vee­houderij veranderen. Daarbij richt zich de rol meer op het bewaken van de randvoor­waarden die met duurzaam ondernemen te maken hebben.

 

De sturing is gericht op:

  • Alleen meewerken aan initiatieven die zich richten op innovatie en behoud en herstel van natuur, landschap en cultuur­historie;

  • Ten behoeve van een duurzame vee­houderij aangaan van experimenten die verder gaan dan het wettelijk kader en die passen bij de schaal en maat van (het landschap van) Oirschot;

     

De gemeente heeft een mediatorrol als het gaat om partijen bij elkaar te brengen, ge­sprekken te arrangeren en samen oplos­singsrichtingen te genereren.

  • Ruimtelijke sturing geven aan nieuwe ontwikkelingen: het juiste bedrijf op de juiste plek.

  • Oplossen van bestaande normoverschrij­dingen en overschrijdingen in de toe­komst vermijden. Gemeente heeft een eerste stap gezet door urgentiegebieden te benoemen en is in overleg met betrok­kenen om samen naar oplossingen te zoeken.

 

2.4.3 THEMA

RECREATIE

WAAR HEBBEN WE MEE TE MAKEN?

Oirschot heeft in de basis alle ingrediënten in huis om zijn rol als recreatieve trekpleister te vervullen: cultuurhistorie, natuur, land­schap en recreatieve infrastructuur en -ac-comodaties. Met name in Westelbeers zijn grote verblijfsrecreatieve bedrijven geves­tigd.

Met deze kwaliteiten is Oirschot in staat om zich door te ontwikkelen als recreatief uitloopgebied van de Brainport Regio Eind­hoven. Er is aan ontwikkelruimte voor de vrijetijdseconomie geen gebrek. De Kempen, waar Oirschot deel van uitmaakt, heeft ech­ter geen grote naamsbekendheid.

Daarnaast is de recreatiemarkt onderhe­vig aan trendmatige ontwikkelingen, zoals veranderingen in het consumentengedrag (leefstijlen, zeggenschap/zelforganisatie), nieuwe waarden die aan belang winnen (duurzaamheid, toegang versus bezit) en de economische realiteit (koopkracht en nieuwe markten).

 

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

  • De recreatief-toeristische potentie van zowel buitengebied als de kernen opti­maal benutten door enerzijds in te zetten op sterke waarden als landschap, natuur en cultuurhistorie, gastvrijheid en bele­ving, anderzijds op het stimuleren van kwalitatief hoogwaardige recreatiebe­drijven. Daarnaast is inzet op Brainport Regio Eindhoven speerpunt;

  • De aantrekkingskracht van het centrum van Oirschot beter benutten binnen de regio (met name Brainport) door gerichte publiciteit en meer onderscheidend ver­mogen te creëren;

  • Voorwaarden in stand houden of creë­ren die de aantrekkelijkheid van Oirschot voor de toerist en recreant bevorderen. Door de organisatie rondom promotie, marketing en informatievoorziening te structureren en te versterken. Door meer naams- en merkbekendheid te genereren. Door de gastvrijheid te vergroten en de binding met gasten te versterken, door het organiseren van evenementen, waar­bij het evenementenbeleid in de regio op het gebied van veiligheid een rol speelt;

  • Meer innovatie- en experimenteerruimte voor de vrijetijdseconomie om nieuwe concepten en ideeën te ontwikkelen in dialoog met de omgeving.

     

WIE DOET WAT?

Uitgangspunt voor de gemeente is om in goede samenwerking met recreatieonder­nemers Oirschot op de kaart te zetten als aantrekkelijke recreatiegemeente. Om het rendement en de vitaliteit van de vrijetijds­economie te vergroten en versterken, is een stevige samenwerking tussen alle partijen nodig.

De gemeente vindt een goed functionerende sector vrijetijdseconomie van groot belang voor de economie en werkgelegenheid van Oirschot. Daarin heeft de gemeente een uit­voerende, een sturende en een faciliterende rol.

De uitvoerende rol bestaat uit het op orde houden (beheer, onderhoud en doorontwik­keling) van de openbare ruimte, wandel-, fiets- en ruiterpaden als mede de culturele voorzieningen in de regio. Verdere ontwikke­ling van routenetwerken (Barrières en ont­brekende schakels in fiets- en wandelroute-netwerken opheffen) wil de gemeente graag in co-creatie met recreatieondernemers,

gebruikers en de provincie oppakken.

 

Ook zet de gemeente middelen in om Oir-schot op toeristisch-recreatief vlak te promo­ten, zonder de identiteit van Oirschot geweld aan te doen.

Samen met de stakeholders ziet de gemeen­te er op toe dat evenementen passend zijn voor de locatie waar ze plaatsvinden. Bij de locatiekeuze spelen aspecten zoals geluidbe-lasting op de omgeving en bereikbaarheid en bestrijdbaarheid en de ligging ten opzichte van risicovolle activiteiten een rol.

De gemeente voert in samenwerking met haar partners regelmatig een leefstijlenanalyse uit, omdat de omstandigheden en voorwaarden om je thuis te voelen voortdurend wijzigen. Op basis daarvan is het mogelijk om attrac­tieve functies (horeca, recreatie, detailhandel etc.) af te stemmen op onze doelgroepen. Ook is de gemeente graag beschikbaar voor het leggen van verbindingen binnen de sec­tor.

 

De gemeente heeft nadrukkelijk een sturen­de rol op de volgende punten:

  • Ontwikkelruimte laten toenemen (toetsen en bijsturen), naarmate daar meer in­vesteringen (en resultaten) voor natuur, landschap, recreatieve faciliteiten, e.d. tegenover staan.

  • Behoud en ontwikkeling van natuur, landschap en cultuurhistorie, het visite­kaartje van Oirschot;

  • Vooral gebruik maken van ’vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen en be­staande monumenten om nieuwe ontwik­kelingen in op te starten. Dit past zowel qua schaal bij Oirschot als bij behoud en herstel van natuur, landschap, cultuur­historie en monumenten.

Het faciliteren behelst het afstemmen van beleid binnen bijvoorbeeld de Kempenge-meenten en het uitdagen van de sector om nieuwe initiatieven te ondernemen en het toeristisch-recreatieve aanbod verder te ver­breden;

De gemeente faciliteert ook door bij te dra­gen aan het verzamelen van feiten en cijfers, trends en ontwikkelingen en de zorg voor monitoring van de vraag- en aanbodontwik­keling in Oirschot en daarbuiten.

 

2.4.4 THEMA

VEILIGE EN GEZONDE WOON- EN LEEFOMGEVING

WAAR HEBBEN WE MEE TE MAKEN?

Oirschot wil een veilige en gezonde, uitnodi­gende leefomgeving bieden aan de mensen, waar iedereen tot zijn recht komt en iedereen kan meedoen. Vandaar de quote uit de Kern­boodschap, ‘daar voelt de MENS zich thuis. Gezondheid vormt een belangrijk speerpunt bij de zorg voor de fysieke leefomgeving in de Omgevingswet. Ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving raken de lichamelijke gezondheid en het welbevinden van onze in­woners. Het is bovendien een onderwerp dat mensen in Oirschot bezighoudt. Wij hebben Lokaal Gezondheids- en veiligheidsbeleid geformuleerd. Daarin vormt de gezonde en veilige leefomgeving een van de pijlers. Ge­zondheid is ‘het vermogen om je aan te pas­sen en je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitda­gingen van het leven’. Het beleid met be­trekking tot wonen is vastgelegd in de Woon­visie. Deze gaat met name in op kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van wonen. De omgevingsvisie voegt daar (voorwaarden met betrekking tot) locaties aan toe. De woning­markt in Oirschot is redelijk in evenwicht en heeft kwaliteit.

 

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

  • Bevordering van een gezonde en veilige leefomgeving. Uitnodiging tot gezond gedrag, een omgeving die uitnodigt tot bewegen en ontmoeten;

  • Integrale gezonde en duurzame verstede­lijking;

  • Aantrekkelijkheid als woongemeente behouden en waar mogelijk te vergroten, door de kernen vitaal te houden en de dorpse structuur te bewaren;

  • Voor de huidige en toekomstige bewoners voorzien in een passende, toekomstbe-stendige woningvoorraad met ruimte voor initiatieven en oog voor het monumentale en groene karakter van de gemeente;

  • Inspelen op de ontwikkeling van de woon­behoeften op basis van leeftijd, huis-houdensomvang, inkomen en vermogen, zodat de woningvoorraad aan blijft slui­ten bij de behoeften van de huidige en toekomstige inwoners;

  • Voldoende betaalbare en bereikbare wo­ningen voor de huidige en toekomstige inwoners;

  • Een gemeente die ook ruimte heeft voor inwoners van elders waardoor dynamiek aanwezig blijft in de samenleving;

  • Ontmoeten en onthaasten faciliteren, onder meer door de hoeveelheid groen in de kernen uit te breiden (op basis van een inspiratieatlas).

     

WIE DOET WAT?

In de woonvisie en het lokale gezondheids­beleid worden diverse maatregelen voorge­steld om bovenstaande doelen te bereiken en mogelijkheden die ingaan op rolverde­ling tussen gemeente en samenleving. De gemeente heeft geen initiatiefrol binnen woningbouw, maar is wel in staat mogelijk­heden te scheppen en te faciliteren als het gaat om:

  • Ruimte bieden aan initiatieven vanuit de bevolking, experimenten en innovatie, bijvoorbeeld aan alternatieve woonvormen en initiatieven die de (mantel)zorgfunctie kunnen opvangen;

     

De gemeente heeft een mediatorrol als het gaat om partijen bij elkaar brengen, ge­sprekken arrangeren en samen oplossings­richtingen genereren. Per gebied kan dit worden opgepakt op vlakken als:

  • Herbestemming, transformatie en her-

structurering van bestaande gebouwen en locaties prevaleren voor uitbreiding;

  • Duurzaamheidsmaatregelen woonvisie ten uitvoer brengen;

  • Uitvoeren van het Woningbouwprogramma;

  • Klimaatadaptie als randvoorwaarde;

     

De gemeente heeft een sturende rol t.a.v. de bevordering van een gezonde en veilige leef­omgeving, woningbouwprogrammering, en is in staat mogelijkheden te scheppen en per gebied te regisseren.

  • Bij revitalisering en nieuwe ruimtelijke ini­tiatieven en maatregelen in het openbaar gebied toetsen we nadrukkelijk op “toe­gankelijkheid” en “groenwaarde”;

  • We treden initiatieven uit de samenleving die betrekking hebben op het openbaar gebied en waar een gezondheid bevorde­rende werking van uit gaat, positief tege­moet;

  • Gezondheid wordt nadrukkelijker een afweging bij ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving. Bij nieuwe ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving brengen we het meest gezondheidsvriendelijke alternatief in beeld;

  • Actief informatie verstrekken over de ef­fecten van bepaalde ruimtelijke ontwikke­lingen op de gezondheid van inwoners;

  • Blijven monitoren van de mate van geluk en tevredenheid onder inwoners van Oir-schot;

  • Monitoring van de milieu- en gezond­heidsindicatoren.

 

2.4.5 THEMA

ECONOMIE EN WERKGELEGENHEID

WAAR HEBBEN WE MEE TE MAKEN?

Oirschot is onlosmakelijk verbonden met de Brainport Regio Eindhoven. In de kernbood­schap Oirschot: monumentaal, ondernemend en groen is de verbondenheid met de Brain-port Regio Eindhoven terug te vinden.Dat vertaalt zich onder meer terug in de werk­gelegenheid. Een deel van de Oirschotse beroepsbevolking werkt in de Brainport. De lokale werkgelegenheid in Oirschot (onder­nemend Oirschot) richt zich op diverse ter­reinen; de bedrijventerreinen (onder andere hoogwaardige maakindustrie), het centrum van Oirschot en in mindere mate in de ove­rige kernen (detailhandel, horeca en dienst­verlening), het buitengebied (landbouw en recreatie). In het buitengebied is een ver­schuiving waarneembaar van landbouw naar recreatie en huisvesting voor startende, kleinschalige bedrijven. Een belangrijke werkgever is het Ministerie van Defensie; aan de oostgrens liggen de De Ruyter van Steve-ninckkazerne, grootschalige oefenterreinen en het rijopleidingencentrum van de gehele krijgsmacht.

 

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

  • Een goede basis voor werkgelegenheid binnen de gemeentegrenzen, met lokale bedrijvigheid en voorzieningen bij de kernen en op gemeentelijk niveau aansluiting bij de Brainport;

  • Oirschot ligt op een strategische locatie aan de A58, en aan de A2 (Westfields) en op een bij wijze van spreken steenworp afstand van de A67. Dit biedt kansen voor bedrijven die verder gaan dan de gemeentegrenzen.

  • Breedband internet faciliteren op de (nieuwe) industrieterreinen; bedrijven kunnen naadloos aansluiten op Brainport.

  • Een heldere locatiekeuze voor bedrijven waarbij de volgende uitgangspunten gelden:

  • Herontwikkeling, transformatie en inbreiding heeft bij nieuwe bedrijvigheid de voorkeur boven nieuwe uitleglocaties ontwikkelen.

  • Bedrijventerreinen zijn primair bedoeld voor bedrijven waar een milieucategorie hoger dan 2 aan verbonden is. Detailhandel is hier in beginsel uitgesloten.

  • De gemeente stimuleert bedrijven met een groen en duurzaam accent;

  • Onder bepaalde voorwaarden kunnen kleine startende ondernemers gebruik maken van vrijkomende agrarische bebouwing.

     

Economie en werkgelegenheid kent ook de volgende sociale doelen:

  • Uitval van mensen in het arbeidsproces voorkomen;

  • Maximaal mogelijke participatie van inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt.

     

WIE DOET WAT?

  • De gemeente heeft geen initiatiefrol bin­nen werkgelegenheid, maar is wel regis­serend als het om kansen en mogelijkhe­den per gebied gaat.

  • De gemeente heeft een mediatorrol als het gaat om afstemming op regionaal schaalniveau en partijen bij elkaar bren­gen, gesprekken arrangeren en samen oplossingsrichtingen genereren. Op die manier kunnen de kwaliteiten en de lig­ging van Oirschot binnen de regio Eind­hoven beter worden benut, onder andere in afstemming met de Brainport en de Metropoolregio en afspraken binnen de triple helix.

  • Bij bedrijfsvestiging is ook sprake van regionale samenwerking, waarbij de regi­onale gemeenten zowel sturend als facili-  terend optreden.

 

2.4.6 THEMA

ENERGIE, KLIMAAT, WATER & MILIEU

WAAR HEBBEN WE MEE TE MAKEN ?

De inzichten die de wetenschap ons ver­schaffen en de klimaatdoelstellingen uit het Klimaatakkoord van Parijs tonen de urgentie aan om onder andere de energietransitie nu echt in te zetten. Om doelstellingen uit het Klimaatakkoord daadwerkelijk te halen is het stimuleren van duurzame initiatieven van ‘onderop’ en het verduurzamen van de ge­meentelijke ‘inventaris’ (gemeentelijke voer­tuigen elektrisch, circulair inkopen) zeker niet genoeg. Om tot een veilige, gezonde, klimaatbestendige omgeving en een versnel­ling van de energietransitie te komen is een duidelijke lijn nodig op welke manier kli­maat- water- en milieudoelstellingen kunnen worden gehaald. Wij leggen ‘groen’ uit de Kernboodschap breed uit!

 

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

  • Ontwikkelingen aan laten sluiten op de behoeften van nu, zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen;

  • Oirschot wil in 2040 een klimaatbesten-dige gemeente zijn;

  • Een energie neutrale gemeente in 2040;

  • Milieuoverlast zoveel mogelijk beperken;

  • Risicovolle milieuactiviteiten worden bij voorkeur zo ver mogelijk gevestigd van de leefomgeving van bewoners, met name van groepen minder zelfredzame bewo­ners;

  • Een economisch- en sociaal duurzame gemeente zijn;

  • Een gemeente waarin het buitengebied in balans is (zie ook onder 2.4.1. en 2.4.2).

     

WIE DOET WAT?

De gemeente heeft een initiatiefrol voor:

  • Opstellen van Energie- en Klimaatbeleid;

  • Maatregelenpakket tegen verdroging en vernatting/wateroverlast.

  • Initiatieven beoordelen volgens de princi­pes van People, Planet, Profit;

  • Instandhouding van een duurzaam riool­stelsel.

  • Vergaande duurzaamheidseisen voor nieuwe woningen (geen verplichte gas­aansluiting meer, off grid-woningen, etc);

  • Warmteoverschot in beeld brengen (warmtekaart maken), kansen benoemen en strategie bepalen;

  • Bewustmaking van onze inwoners van onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de duurzaamheid van onze leefom­geving;

     

De gemeente heeft een regisserende en ver­bindende rol voor:

  • Definiëren plekken voor energieopwek­king (zonnepanelen, windmolens, bio­massa). De gemeente organiseert de ge­sprekken met alle stakeholders om samen tot de locaties en voorwaarden te komen. De dialoog energietransitie is opgenomen in het projectenprogramma.

De kaart duurzaamheid geeft vooral moge­lijkheden en denkrichtingen aan, die nog geenszins zijn afgewogen. Idealiter zou je een kaart met zoekgebieden voor verschil­lende vormen van duurzame energie en mo-gelijkhden voor klimaatadaptie maken, maar dat kan pas nadat de discussies hierover met stakeholders zijn afgerond. Deze kaart doet suggesties voor verdere discussies met sta-keholders. Hiervan kan geen koers worden

afgeleid. Hetzelfde geldt voor suggesties die zijn gedaan op de kaart Duurzaamheid in de Integrale Strategie Ruimte van de Metropool-regio Eindhoven (juli 2017).

 

De gemeente heeft een faciliterende en ver­bindende rol op het vlak van duurzame inwo­ner initiatieven.

  • Mogelijkheden creëren en belemmerin­gen wegnemen voor verduurzaming van bestaande woningen en vastgoed, onder meer door in te zetten op transformatie en hergebruik van bestaand vastgoed;

  • Financiële prikkels voor duurzaamheids-initiatieven uit de samenleving;

  • Faciliterende rol ten opzichte van onze energiecoöperaties.

 

2.4.7 THEMA’S

MOBILITEIT & BEREIKBAARHEID

WAAR HEBBEN WE MEE TE MAKEN?

Oirschot ligt in de driehoek Eindhoven-Tilburg-Den Bosch. De gemeente is via de A58 ontsloten op het hoofdwegennet. Het Wilhelminakanaal loopt langs de kern Oir-schot. De luchthaven Eindhoven Airport ligt op steenworp afstand van de gemeente. En via Best en Eindhoven is Oirschot ontslo­ten op het spoorwegennet. Tot slot sluit de gemeente aan op een omvangrijk regionaal fiets- en wandelpadennetwerk. De omliggen­de dorpen, de grote steden, maar ook andere delen van Brabant, Nederland en Europa liggen daarmee in beginsel binnen hand­bereik. Het actief stimuleren van fietsen en wandelen draagt direct bij aan een gezonde leefstijl omdat meer bewegen positieve ef­fecten heeft op de gezondheid. Door goede fietsverbindingen aan te leggen met Tilburg en Eindhoven kan Oirschot haar recreatieve functie voor inwoners uit de steden op een duurzame en gezonde manier vergroten. Via het glasvezelnetwerk is het Oirschotse bui­tengebied uitstekend digitaal ontsloten. De mobiliteit en de bereikbaarheid verdienen echter continue aandacht. Daarin zijn drie schaalniveaus te herkennen.

 

Lokaal

  • Het centrum van Oirschot is goed bereik­baar met de auto. De verkeerscirculatie is echter niet voor iedereen voor de hand liggend en het parkeren in het centrum wordt als probleem ervaren. (aanbod en situering parkeerterreinen). De meningen over de invulling van de Markt als par­keerterrein zijn sterk verdeeld

  • In het wandel- en fietsnetwerk ontbreken nog verbindingen. Daarnaast vormen de rijksweg en het kanaal barrières;

  • Het fijnmazige wegennet in het buiten-gebied leidt in combinatie met de schaal­vergroting in de agrarische sector, in de praktijk tot drukte in het buitengebied en hoge onderhouds- en beheerskosten als gevolg van de belasting.

 

Regionaal

  • De mobiliteitsdoelstellingen van de regio zijn gericht op een goede externe en in­terne bereikbaarheid, een hoge kwaliteit van leven en slimme mobiliteit.

  • Files op de A58 zorgen voor sluipverkeer door de kernen en het buitengebied. Dit komt de verkeersveiligheid en het woon-en leefklimaat niet ten goede;

  • De gemeente Oirschot is matig bereik­baar met openbaar vervoer (met name voor de Beerzen in het weekend en in de avonduren). Het huidige openbaarver-voersysteem is niet rendabel en daardoor naar verwachting niet duurzaam houd­baar. Ook sluiten vraag en aanbod niet goed op elkaar aan.

     

Digitaal

  • Steeds meer voorzieningen, diensten en producten zijn beschikbaar via de digi­tale snelweg. Dit vraagt om goede digitale communicatieverbindingen.

Een deel van de hierboven genoemde aan­dachtspunten hangt samen met de ambities voor de Metropoolregio Eindhoven op het ge­bied van mobiliteit (zie ook paragraaf 2.4.5). Om als economische regio te kunnen con­curreren met andere gebieden is het nodig om de knelpunten in ons mobiliteitsnetwerk op te lossen en kansen te benutten.

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

  • Bereikbaarheid en mobiliteit voor ieder­een: een duurzame veilige goede bereik­baarheid van de kernen en voorzieningen, zowel via de weg als via de digitale snel­weg is een randvoorwaarde voor een goed woon- en leefklimaat;

  • Eindhoven en Oirschot dichter bij elkaar brengen (wonen en recreëren in Oirschot - Werken, winkelen, uitgaan, grootstede­lijke voorzieningen in Eindhoven);

  • Betere leefbaarheid door voorkomen sluipverkeer;

  • Helderheid over de vraag of alle wegen in het buitengebied gehandhaafd moeten blijven of afgewaardeerd mogen worden;

  • Goed (vraagafhankelijk) openbaar ver­voer;

  • Verbetering van de bereikbaarheid van het centrum van de kern Oirschot, met gericht parkeren in het centrum ;

  • Meer fietsgebruik;

  • Een optimale digitale bereikbaarheid voor heel Oirschot.

     

WIE DOET WAT?

Voor de verkeersveiligheid en een goede basisinfrastructuur is de gemeente initiatief­nemer:

  • Discussie of alle wegen in het buitenge­bied gehandhaafd moeten blijven dan wel discussie over de waardering van wegen (afwaardering, dan wel afwaardering in combinatie met opwaardering) ;

  • Aanhaken op de bereikbaarheidsprojec-ten in de Brainport.

  • Samenwerking binnen de regio is essen­tieel om de mobiliteitsdoelstellingen te bereiken en het regionale mobiliteitscon-cept (Connectiviteit, Slim, en Samenwer­king) ten uitvoer te kunnen brengen,

  • Een betere doorstroming op de A58 door het faciliteren van de capaciteitsuitbrei-ding van de A58. Voor de gemeente staan daarin het versterken van land­schap en natuur en de schakels daarbin­nen, als ook het zoveel mogelijk opheffen van de barrières in het (recreatieve) rou­tenetwerk centraal;

  • De bereikbaarheid van en de parkeervoor­zieningen in het centrum verbeteren;

  • Faciliteren van Hoogwaardig Openbaar Vervoer en vraagafhankelijk vervoer in Oirschot. Aanleg van een snelfietspad tussen Tilburg en Eindhoven;

  • Realiseren van de ontbrekende schakels in het fietsroutenetwerk.

     

De gemeente heeft een rol als mediator als het gaat om:

  • Uitoefenen van invloed op aanbieders van openbaar vervoer.

  • Voor de aanleg van ontbrekende delen van het wandel- en fietsnetwerk wil de gemeente samen met grondeigenaren, recreatieondernemers, gebruikers en de provincie komen tot een sluitend recrea­tief netwerk.

 

2.4.8 THEMA’S

BASISVOORZIENINGEN

WAAR HEBBEN WE MEE TE MAKEN?

Oirschot kent een goed basisvoorzieningen-niveau (zorg, gezondheid, onderwijs, jeugd, sport).

Uit onderzoek blijkt dat inwoners van Oir-schot meer dan gemiddeld gelukkig en te­vreden zijn. In Oirschot voelt een MENS zich thuis.

De gemeente Oirschot bezit maatschappelijk vastgoed. Het wordt steeds lastiger om hier­voor een goede bestemming te vinden.

 

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

  • Een goede kwaliteit van leven in Oirschot;

  • Een bij Oirschot passend goed bereikbaar en toegankelijk voorzieningenniveau, met een actieve rol voor de samenleving met als gevolg tevredenheid en welbevinden van die samenleving;

  • Streven naar een toekomstbestendige openbare ruimte die duurzaam veilig is en die voldoet aan de behoefte van de gebruikers;

  • De openbare ruimte moet bijdragen aan bereikbaarheid, toegankelijkheid, leef­baarheid en veiligheid;

  • Voorkomen van leegstand van gemeente­lijk vastgoed.

     

WIE DOET WAT?

De gemeente is vaak eigenaar van voorzie­ningen, openbare ruimte en gemeentelijk vastgoed. Zowel als eigenaar, als in combi­natie met beheer of in combinatie met een derde als beheerder heeft zij zeggenschap over deze gebieden. Tegelijkertijd maken vele partijen gebruik van deze gemeentelijke eigendommen. Zowel als eigenaar, als van­uit haar publieke functie treedt de gemeente graag in overleg met gebruikers van voorzie­ningen, om gezamenlijk tot ideeën en oplos­singen te komen.

In het sociaal beleidskader zijn diverse maat­regelen aangegeven om bovenstaande doe­len te bereiken.

 

De gemeente initieert:

  • Opstellen, uitwerken en periodiek bijstel­len van beleid Vitaal Oirschot (subsidie-, vastgoed-, gezondheids- en sportbeleid) waarin kaders zijn verankerd;

  • Het opstellen van een voorzieningenkaart voor heel Oirschot;

  • Bij verouderde voorzieningen niet zomaar vervangen, maar breder kijken naar nut en noodzaak en in gesprek met gebrui­kers gaan (niet alleen ‘wat willen we?’ of ‘wat hebben we nodig?’ maar ook “wat hebben we ervoor over?’);

  • Beter koppelen van vraag en aanbod van voorzieningen op strategische momenten (o.a. verbouwing, andere gebruikers);

  • Integrale aanpak van de openbare ruimte. Naast wegen, water en groen, ook ge­zondheid, veiligheid, bereikbaarheid en toegankelijkheid en het sociaal domein betrekken;

 

Bij al deze ontwikkelingen geldt dat inwo­nerinitiatief strategisch moet worden inge­zet:

  • Gelegenheid bieden om voorstellen en ideeën van inwoners/ gebruikers te gene­ren, met name op het gebied van het in stand houden van voorzieningen;

 

2.5

GEBIEDEN

Naast de doelen van de 8 thema’s, onder­scheiden we ook gebiedsgerichte doelen. Deze vormen de gebiedsgerichte vertaling van de thema’s en vormen tevens een stap richting verdere concretisering.

Daarnaast vertegenwoordigen de gebieds­gerichte doelen ook de opbrengst die we hebben opgehaald in de samenleving en bij de verschillende belangenorganisaties. Zo willen we aansluiten bij de concrete behoefte die er in deze gebieden bestaat. Voor de volgende vijf gebieden bevat deze visie een gebiedsgerichte insteek:

  • Het centrum van Oirschot

  • Middelbeers

  • Oostelbeers

  • Spoordonk

  • Buitengebied

Westelbeers sluit aan bij de doelen voor het buitengebied en de kern Middelbeers. Ook voor andere buurtschappen geldt dat aan­sluiting wordt gevonden bij de doelen voor het buitengebied.

Wij gaan met de gebieden op zoek naar verdere concretisering en realisering van de gestelde doelen.

 

 

2.5.1 GEBIEDEN

OIRSCHOT-CENTRUM

WAAR HEBBEN WE MEE TE MAKEN?

Oirschot is de grootste kern van de gemeen­te. Het is er goed wonen. Het is er gezellig en groen en de mensen hebben het gemak van de voorzieningen dichtbij en in de nabij­gelegen stad. Er zijn twee centra; het histo­rische centrum met markt en horeca en het winkelcentrum. Beide hebben verschillende kwaliteiten en doelen.

Het meest kenmerkende van het dorp is het historische centrum. Met een historie van bijna 10 eeuwen zijn hier vele monumentale gebouwen en pittoreske straatjes te vinden. Pronkstuk is de Markt met horeca en winkels en de Sint Petrusbasiliek. Hier komen veel dingen bij elkaar: kloppend hart, evenemen-tenterrein en ontmoetingsplek.

Het winkelcentrum van Oirschot vormt het zwaartepunt voor de detailhandel in onze gemeente. De detailhandelssector is sterk onderhevig aan veranderingen. Dat geldt ook voor de winkels in Oirschot. Om de economi­sche vitaliteit van het centrum van Oirschot te versterken, is in 2012 Centrummanage­ment opgericht.

 

Aandachtspunt voor het centrum bestaat uit het in stand houden en bevorderen van de aantrekkingskracht, die bestaat uit:

  • het historische dorpshart met de vele mo­numentale gebouwen als pronkstuk

  • aanbod van winkels, horeca en de Markt als ontmoetingsplek en evenemententer-rein.

  • bereikbaarheid en de parkeermogelijkhe­den van het centrum;

  • het behoud van het vele monumentale erfgoed.

     

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

We streven naar een leefbare kern en een vitaal centrumgebied. Daar hoort een aan­trekkelijk vestigingsklimaat voor onderne­mers bij. Van activiteiten in het centrum die bijdragen aan de aantrekkingskracht van Oirschot (evenementen, horeca, detailhan­del) accepteren we een hogere belasting op aspecten zoals geluid.

 

WIE DOET WAT?

Samen met stakeholders:

  • Om het centrum vitaal te houden, con­centreren we winkels in het kernwinkel-gebied (Markt, De Loop/De Poort met de Rijkesluisstraat als verbindende schakel). Alleen hier kunnen nog initiatieven op het gebied van detailhandel plaats vin­den;

  • Kiezen voor een duidelijk profiel voor de gemeente aan de hand van leefstijlen-onderzoek en hier bestaand aanbod en nieuwe initiatieven op laten aansluiten.

  • Bevorderen van de aantrekkelijkheid van het centrum door verruimde moge­lijkheden voor centrumfuncties mits zij kwaliteit toevoegen aan het centrum van Oirschot. De kwaliteit wordt onder meer bepaald op basis van de beoogde bijdra­ge aan onze kernwaarden (bijvoorbeeld behoud monumentaal erfgoed) en het aansluiten bij de kansen die voortkomen uit het gemeentelijke leefstijlenonder-zoek.

  • Verbeteren van de bereikbaarheid van het centrum: heroverwegen verkeerscircula­tie, bewegwijzering, inrichting openbare ruimte (de rode lopers naar het centrum­gebied), klimaatbestendig, toegankelijk­heid, parkeren;

 

  • Ruimte geven aan ontwikkelingen die bij­dragen aan behoud van de monumentale gebouwen in het centrum; specifiek rond de Markt, de kloostercomplexen en overig maatschappelijk, religieus en commerci­eel vastgoed;

  • Voortzetting en professionalisering cen­trummanagement;

  • Trekkers voor het winkelgebied behou­den;

  • Er zijn veel partijen actief bezig met de toekomst van Oirschot . Daar zijn we trots op en er zijn kansen om hier meer uit te halen als we van elkaar weten wat we aan het doen zijn: we zetten in op verbetering van de communicatie rond samenwer­king!

  • Dialoog organiseren.

     

CONCRETE OPGAVEN

  • Verkeerscirculatie- en parkeerbeleidsplan centrum Oirschot

  • Ontwikkelingsplan Centrum Oirschot voor de Markt en omgeving.

 

2.5.2 GEBIEDEN

MIDDELBEERS

Middelbeers is een levendig dorp met een rijk verenigingsleven. Hier is de saamhorig­heid en het “ons kent ons”-gevoel voelbaar. Het robuuste groen zorgt voor een uniform straatbeeld en heeft een uitnodigend en gastvrij karakter. Het Doornboomplein is het herkenbare centrum waar Beerzenaren graag verblijven en waar evenementen plaats vin­den. De Doornboomstraat is het hart van het dorp met haar cafés en voorzieningen. Deze straat gaat als vanzelf over in de Willibrord-straat, waar het gezellige winkelhart zich bevindt.

Ten noorden van het dorp bevindt zich het bedrijventerrein het Steenfort. In het dorp is een supermarkt en er zijn verspreid nog ver­schillende winkels en horecazaken aanwezig. Het dorp is op werkdagen bereikbaar met de bus en met de auto via de provinciale weg N395 die enerzijds richting Oirschot en A58 gaat en anderzijds richting Diesen / Hilva-renbeek / Tilburg. De Doornboomstraat, Wil-librordstraat en Kuikeindseweg functioneren als uitvalswegen richting het zuiden. Met de fiets is het dorp ook goed bereikbaar. Er zijn meerdere fietsknooppunten in en rondom het dorp.

Stroomopwaarts van de Grote Beerze ligt het buurtschap Westelbeers. Hier is het van oorsprong agrarisch ge-bied verweven met natuur en recreatie. Enkele grote Oirschotse recreatiebedrijven zijn hier gevestigd te mid­den van enkele aansprekende natuurgebie­den zoals het Beerzedal en de Landschotse Heide.

 

WAAR HEBBEN WE MEE TE MAKEN?

  • De mensen in Middelbeers vinden het belangrijk dat er voor jongeren en oude­ren voldoende en betaalbare woningen beschikbaar zijn. De mensen vinden het belangrijk om te beschikken over basis­voorzieningen zoals de school, de super­markt, sportvoorzieningen en een pinau-tomaat.

  • Aandachtspunt is de uitstraling van het dorpshart: het ontbreekt op dit moment aan een groen en gezellig hart in het dorp. Alles is nu verspreid en er is te wei­nig te doen. De deelnemers zien kansen voor horeca, zeker gezien de recreatieve potentie van het dorp en omgeving. En een minder versteend dorpshart.

  • Verder zijn het OV, het A58-sluipverkeer, en daarmee samenhangend, veiligheid en gezondheid op te lossen knelpunten.

  • Middelbeers heeft haar eigen visie op het Dorpshart opgesteld.

  • Voor Westelbeers liggen er kansen voor recreatie in combinatie met versterking van natuur- en landschap. Bij het bunde­len van de toeristisch recreatieve kracht kan aansluiting worden gezocht met mo­numentaal Oirschot.

     

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

Een vitaal dorp is het belangrijkste doel. Voor Middelbeers betekent dit onder andere een aantrekkelijk dorpshart, waar mensen el­kaar ontmoeten, voldoende woningbouwmo­gelijkheden gebaseerd op de lokale behoef­ten en toegang tot bereikbare voorzieningen, bij voorkeur in het dorp.

 

WIE DOET WAT?

  • De gemeente stimuleert het bundelen van krachten Middelbeers-Oostelbeers.

  • Ondersteunen initiatieven leefbaarheids-netwerk en andere inwoners initiatieven.

  • Zorg dragen voor een blijvende afstem­ming tussen de dorpsvisie Middelbeers en de Omgevingsvisie van de gemeente.

  • Ondersteunen initiatieven Dorpshart Mid-delbeers.

  • In overleg tussen gemeente, het dorp, vervoersmaatschappijen en provincie de opties voor verbetering van het openbaar vervoer bezien

     

CONCRETE OPGAVEN

  • Dorpshart Middelbeers (gebied rond Doornboomstraat en Willibrordstraat; herbestemming, herontwikkeling, open­baar gebied, routering, groen en verkeer).

  • Woningbouwproject(en) vanuit collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO).

Verbeteren openbaar vervoer

2.5.3 GEBIEDEN

OOSTELBEERS

De inwoners van Oostelbeers voelen zichzelf ‘in control’. Er is een hecht sociaal netwerk, dit is een prima uitgangspunt om met elkaar het dorp verder te ontwikkelen.

Daar waar voorzieningen wegvallen, gaan de inwoners daar zelf mee aan de slag. Oostel-beers redt zich wel. Wel wordt een pro-ac­tievere houding van de gemeente verwacht, bijvoorbeeld voor startende ondernemers.

WAAR HEBBEN WE MEE TE MAKEN?

 

  • Een rijk verenigingsleven, een goede sa­menwerking, mensen die iets voor elkaar doen en saamhorigheid, in de basis ken­merkt dit het dorpsleven.

  • De Oostelbeerzenaren vinden het belang­rijk dat het dorp beschikt over een ont­moetingsplek. De school, het dorpshuis en voorzieningen voor het verenigingsle­ven worden als belangrijke pijlers gezien voor de leefbaarheid en vitaliteit van het dorp. Toegang tot deze voorzieningen is voor het dorp belangrijk.

  • Aandachtspunten zijn sluipverkeer en aansluiten op de woningvraag/continuï-teit in woningbouw.

     

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

Een vitaal dorp is het belangrijkste doel. Voor Oostelbeers voldoende woningbouwmo­gelijkheden gebaseerd op de lokale behoef­ten en toegang tot bereikbare voorzieningen.

 

WIE DOET WAT?

  • Er liggen mogelijkheden voor de dor­pen Oostelbeers-Middelbeers om hun krachten te bundelen bijvoorbeeld in de vorm van een gezamenlijke school. De gemeente stimuleert waar mogelijk deze krachtenbundeling

  • De dorpsraad heeft een belangrijke taak bij de uitvoering van aspecten die het dorp direct aangaan en die de inwoners belangrijk vinden.

  • De gemeente heeft een rol om zich in te spannen voor behoud van voorzienin­gen, maar ook bewoners door gebruik te maken van deze voorzieningen.

     

CONCRETE OPGAVEN

  • Goede (OV-)bereikbaarheid

  • Herbestemming Oude toren

  • Starterswoningen

2.5.4 GEBIEDEN

SPOORDONK

 

Spoordonkenaren zijn trots op hun mooie leefomgeving en hun rijke verenigingsleven. Ze koesteren hun kwaliteiten en tegelijk zijn er veel ideeën om het dorp en het buiten­gebied nog beter te maken. Het dorpscafé vervult een belangrijke rol als vliegwiel voor nieuwe initiatieven.

WAAR HEBBEN WE MEE TE MAKEN?

  • Er is sprake van een echte dorpscultuur, hier praten de mensen over de heg met elkaar.

  • Er is behoefte om gezamenlijk naar een gedifferentieerd woningaanbod voor dy­namische bevolkingsopbouw te kijken;

  • De agrarische sector is onderdeel van de gemeenschap en hoort in die zin bij het dorp;

  • De kerk is een beeldbepalend element, de toekomst daarvan wordt als centraal belang voor het dorp gezien;

  • Er is een nadrukkelijke wens om met nieuwe functies voor leegstaande panden / vrijkomende boerderijen aan de slag te gaan.

     

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

In essentie wordt gestreefd naar een leef­baar dorp. Dit betekent dat de inwoners van Spoordonk zich er thuis voelen en dat ze de invulling daarvan zelf kunnen vormgeven. Vanuit de bijeenkomst met het dorp zijn daarvoor de volgende doelen gesteld:

  • Een vitaal dorp is het belangrijkste doel. Voor Spoordonk voldoende woningbouw­mogelijkheden gebaseerd op de lokale behoeften en toegang tot bereikbare voorzieningen.

  • Oplossen knelpunten rond de A58: ver­breding / sluipverkeer / recreatieve bar­rière;

  • Een vriendelijker (minder stenige) entree aan de oostzijde realiseren.

     

WIE DOET WAT?

  • Het dorpscafé is agenderend voor de te bereiken doelen. De gemeente faciliteert in kennis om projecten op te zetten.

     

CONCRETE OPGAVEN

  • Oostelijke entree van het dorp;

  • Recreatieve potenties rondom de ruïne Huis Ten Bergh;

  • Dorpshart bij kerk;

  • Beekdal/A58

 

 

2.5.5 GEBIEDEN

BUITENGEBIED

Onder het thema natuur, landschap en cultuurhistorie zijn de kwaliteiten van het buitengebied nadrukkelijk benoemd. Daar­naast heeft het buitengebied ontegenzeg­gelijk kwaliteiten als productiegebied voor voedsel en als recreatiegebied. Kwaliteiten die niet alleen van groot belang zijn voor de inwoners van de gemeente, maar ook voor de hele Brainport. Toeristisch-recreatief gaat de aantrekkingskracht van het buitengebied van Oirschot nog verder.

 

WAAR HEBBEN WE MEE TE MAKEN?

Het buitengebied van Oirschot kent niet al­leen kwaliteiten. Er is ook sprake van knel­punten en tegengestelde belangen. Zo ba­lanceert de veehouderij op de grens van wat we qua leefklimaat, gezondheid en kwaliteit van het landschap, de bodem, de lucht en het water aanvaardbaar vinden.

Het in stand houden van onze kernkwalitei­ten voor dit gebied vraagt om vernieuwende ideeën rondom realisatie, beheer en bekosti­ging ervan.

De attractiviteit van ons buitengebied als hoogwaardig recreatief uitloopgebied wordt binnen de gemeente en ver daarbuiten on­derkend. De gestage transitie van ‘overwe­gend agrarisch gebied’ naar ‘een gebied met agrarisch en recreatieve functies’ brengt een continu spanningsveld aan het op­pervlak. Het gaat dan bijvoorbeeld om een duurzame verhouding tussen recreatie, de draagkracht van natuur en landschap en de wederzijdse beperkingen tussen met name de milieugevoelige functies (zoals wonen en verblijfsrecreatie) en de agrarische sector. Tot slot zijn er nieuwe maatschappelijke opgaven in het buitengebied, zoals de ver­schuiving in beheer en bezit van landbouw-

gronden, de toenemende functiemenging, de transformatie van vrijkomende (agrarisch) bebouwing (VAB’s), de energietransitie en de klimaatbestendigheid.

Het buitengebied van Oirschot bestaat uit landbouw- en natuurgebieden, landgoede­ren, verspreide bebouwing en een aantal buurtschappen. Deze buurtschappen zijn met hun buurtverenigingen in een leefbaar-heidsnetwerk verenigd.

 

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

Onder de thema’s natuur, landschap en cultuurhistorie, landbouw en recreatie heb­ben we per sector aangeven wat we willen bereiken. Voor het gehele buitengebied kunnen we stellen dat we op zoek zijn naar een nieuwe balans. Naast deze drie belang­rijkste sectoren in het buitengebied spelen onderwerpen als gezondheid, dierenwel­zijn, energietransitie, kwaliteit van bodem, water en lucht, klimaatbestendigheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen een steeds grotere rol. Om die reden wil de gemeente de dialoog met de diverse partijen aangaan of voort zetten, waarbij het resultaat een gezamenlijk standpunt over de volgende onderwerpen is:

  • De toekomst van de veehouderij in Oir-schot; hebben we onze zaken goed ge­regeld binnen het bestaande beleid of moeten we vervolgstappen zetten? En zo ja, welke zijn dat dan?

  • Binnen de energietransitie die plaats moet vinden (energieneutraal in 2040) moeten we met elkaar bepalen welke mo­gelijkheden we zien in het buitengebied. De discussie hierover is al gestart;

  • De betaalbaarheid van beheer en on­derhoud van natuur en landschap staan onder druk. Nieuwe verdienmodellen zijn nodig om het in stand houden van onze kernkwaliteiten betaalbaar te houden? De gemeente participeert in projecten die een aantoonbare maatschappelijke meerwaarde hebben. Bij de uitvoering van projecten borduren we voort op de samenwerking met terrein beherende organisaties zoals het Waterschap en het Brabants Landschap, maar ook met bijzondere particuliere grondbezitters (Stichting Landgoed Baest). Het samen­hangende netwerk van landschap en na­tuur is leidend. De financiering van land­schappelijke kwaliteitsverbetering komt ten laste van (particuliere) initiatieven, maatschappelijke opgaven zoals (infra­structurele projecten) en cofinanciering via subsidies etc.

  • Thema’s als wateroverlast en verdroging spelen zowel in het bebouwd gebied als in het buitengebied. In het buitengebied kan vaak de ruimte worden gevonden voor oplossingen die hun weerslag hebben op de gehele gemeente. Wat betekent dit voor de inrichting van het buitengebied?

  • De kosten van het onderhoud van het we-gennetwerk en de veiligheid op de smalle wegen in het buitengebied is een thema waarvoor in nauw overleg met de betrok­ken inwoners duurzame oplossingen gevonden zullen moeten worden.

  • Een belangrijke verbinding met de Brain-port wordt gevormd door de Groene cor­ridor. Bovendien willen we dit gebied be­nutten voor experimenten die zowel een verbinding vormen met de high-techregio als met bovengenoemde opgaven. Hoe richten we dit gebied in en met wie?

  • Over genoemde thema’s is een gezamen-lijke standpuntbepaling een belangrijke stap in de goede richting. Komen tot een gezamenlijke uitvoering is een belangrijk vervolg.

     

WIE DOET WAT?

  • Naast haar functie als regisseur van rand­voorwaarden (zie het thema natuur, land­schap en cultuurhistorie en het thema landbouw), gaat de gemeente de dialoog organiseren, gericht op gezamenlijke op­lossingen en op gezamenlijke uitvoering. Iedereen wordt nadrukkelijk uitgenodigd mee te doen!

  • Samenleving initieert en krijgt ruimte voor innovatieve ideeën, die aansluiten op de dialoog en bijdragen aan de nieuwe balans in het buitengebied.

  • Belangenorganisaties worden nadrukke­lijk gevraagd samen op zoek te gaan naar de gemeenschappelijke belangen om zo tot breed gedragen innovatieve oplossin­gen te komen.

  • We benutten bestaande structuren en overleggen om de dialoog verder vorm te geven, zoals de Werkgroep Uitvoering Bestemmingsplan Buitengebied Oirschot (WUBBO), e.d.

     

CONCRETE OPGAVEN

  • De Groene Corridor: een aantrekkelijke stad-landverbinding tussen Eindhoven en Oirschot. De Eindhovensedijk is een oude Napoleons weg tussen Eindhoven en Oirschot door het landelijk gebied, waar natuurgebieden en agrarische gronden elkaar afwisselen. De Groene Corridor is niet alleen een verbinding tussen de high-tech city en het aangename plat­teland. Het is ook een experimenteerzonewaar natuur, verkeer, recreatie, werken en landschap bij elkaar komen en een gebied dat ruimte biedt aan duurzame bedrijvigheid.

  • Nieuwe beheers-, onderhouds- en be-kostigingsmodellen voor natuur , land­schap en cultuurhistorie. Landcoöperatie ‘Dal van de Kleine Beerze’ en Stichting Landgoed Baest zijn voorbeelden van par­ticulier initiatief die inspireren en navol­ging verdienen. Gezamenlijk kunnen we bezien of meer toepassingen binnen de gemeente mogelijk zijn. Op zoek gaan naar samenhang tussen verschillende op­gaven, met als uitkomst win-winsituaties waarbij ontwikkelmogelijkheden gekop­peld worden aan impulsen voor kwali­teitsverbetering. Goed voorbeeld hiervan is Landschappelijke kwaliteitsverbetering Stille Wille.

  • De aanpak vervolgen voor de in de ge­meente benoemde urgentie- en knel-puntgebieden. Een van de instrumenten die hiervoor wordt ingezet is het bestem­mingsplan. Daarnaast wordt ook op ande­re manieren uitvoering gegeven aan het oplossen van knelpunten.

  • De gemeente heeft de eerste gesprek­ken gevoerd over de energietransitie. Na de eerste verkenningen, is het zaak keu­zes te maken over mogelijkheden die in het buitengebied aanwezig zijn voor het opwekken van duurzame energie. Extra windmolens langs de A58 of elders? Zonneweides in het buitengebied? Of alleen op de daken van stallen? En valt de discussie over de veehouderij te ver­binden met het opwekken van energie uit meststoffen? En wat mogen we verwach­ten van energietransitie in een high-techregio? De verkenningen krijgen een vervolg en leiden tot concrete keuzes voor het landelijk gebied.

  • Hoe worden we klimaatbestendig? Wat betekent waterneutraliteit voor het bui­tengebied? Onderwerpen die op lange termijn voor grote problemen kunnen zorgen, staan nog onvoldoende op het netvlies. De eerste inventarisaties zijn uitgevoerd en geven inzicht in de pro­blematiek. Die leiden tot een gebieds-dekkend beeld waar zich in de nabije toekomst en op de langere termijn wa­terproblemen zich voordoen (zowel ver­natting als verdroging, als inundatie als gevolg van hevige regenbuien). Dat is de eerste zorg; de urgentie van het on­derwerp duiden, vervolgens de omvang inventariseren en passende maatregelen treffen om onze fraaie woonomgeving duurzaam vorm te geven.

  • De gestarte pilots “Ruimte voor Wegen” in Straten en Spoordonk krijgen een ver­volg en moeten oplossingsrichtingen aan­dragen voor de rest van het buitengebied.

 

3. UITVOERING  

3.1. INLEIDING

De omgevingsvisie is geen doel op zich. De visie geeft de doelen en ambities weer, maar we zijn pas waar we zijn moeten, als we onze doelen hebben bereikt en onze ambities hebben verwezenlijkt. De uitvoering is daar­mee een essentieel onderdeel van de omge­vingsvisie.

Om tot uitvoering te komen, moet duidelijk zijn wat we van een ieder in zijn of haar rol verwachten zodra initiatieven worden opge­pakt die bijdragen aan onze doelen. Daarvoor hebben we spelregels geformuleerd. In para­graaf 3.2 geven we de onderlinge afspraken weer, die zowel gemeente als initiatiefne­mers hanteren bij projectrealisatie. Dit bete­kent voor de gemeente een verandering van werkwijze. In paragraaf 3.3 gaan wij daar nader op in.

 

3.2. SPELREGELS

De Omgevingsvisie brengt in beeld waar we op verschillende thema’s en uitgewerkt voor enkele gebieden naar toe willen. We willen

de doelen bereiken die we in de omgevings­visie hebben geformuleerd. Dat betekent dat initiatieven die een bijdrage leveren aan deze doelen (en geen afbreuk doen aan andere doelen), worden omarmd.

Bijdragen aan de gestelde doelen is niet het enige criterium waar een initiatief aan moet voldoen. Het is belangrijk dat het initiatief voldoende breed wordt gedragen en uitvoer­baar is voor wat betreft omgevingsaspecten en beleid van andere overheden.

Omdat het behoud van de kwaliteiten van Oirschot een breed gedragen en groot be­lang vertegenwoordigt, moeten nieuwe initi­atieven substantieel bijdragen aan het be­houd en de versterking van deze kwaliteiten. De wijze waarop is aan de creativiteit van de initiatiefnemer. Mocht het initiatief daar niet of onvoldoende in voorzien, dan kan de extra kwaliteitsimpuls ook door middel van een bijdrage in bijvoorbeeld een fonds worden gedaan.

 

Het volgende schema geeft de spelregels in het kort weer.

 

WIE SPEELT WELKE ROL IN HET SCHEMA?

Het initiatief

De initiatiefnemer zorgt ervoor dat het initi­atief bijdraagt aan de doelen van de omge­vingsvisie. Er zijn initiatieven die niet direct bijdragen aan de doelen van de omgevingsvi­sie, maar een dermate groot maatschappelijk belang vertegenwoordigen, dat medewerking toch gewenst is. Denk bijvoorbeeld aan de verbreding van de A58, die wel aan de mo-biliteitsdoelen van de gemeente kan bijdra­gen, maar tegelijkertijd strijdig kan zijn met kwaliteitsdoelen. Ook bestaan er initiatieven, waarvan het niet mogelijk is ter plaatse aan voldoende kwaliteitsverbetering te kunnen doen. Door een fondsbijdrage, kunnen die doelen wel indirect worden ondersteund. De gemeente, als beheerder van het fonds, speelt hierin een verbindende rol.

Gezien de kwaliteitsdoelstellingen van de ge­meente (algemeen uitgangspunt) verwachten wij van de initiatiefnemer dat er ook wordt geïnvesteerd in verbetering van de ruimte­lijke kwaliteit. Algemeen uitgangspunt is dat nieuwe ontwikkelingen voldoen aan de ‘ladder voor duurzame verstedelijking’ en een bijdrage leveren aan versterking van de kwaliteiten van het gebied.

Maatschappelijke aanvaardbaarheid Of een initiatief bijdraagt aan de gestelde doelen, wordt in belangrijke mate bepaald door het maatschappelijk draagvlak. Dit wordt door de initiatiefnemer georganiseerd. Wel gelden enkele voorwaarden waar draag­vlak in ieder geval aan moet voldoen. De voorwaarden hebben vooral betrekking op ‘wie’ en ‘wat’. Het ‘hoe’ wordt aan de initia­tiefnemer overgelaten. Wij gaan kort op deze voorwaarden in.

 

Wie:

  • De directe omgeving/omwonenden: Zij moeten worden betrokken bij het ge­nereren van draagvlak. De directe omge-ving wordt bepaald door iedereen waarop het initiatief effect heeft. Dat betekent dat bij grootschalige projecten meer mensen worden betrokken dan bij een kleinschalig project.

  • Belangenorganisaties: Partijen die een belang hebben of wiens belang geschaad kan worden door het initiatief.

     

Wat:

Er moet draagvlak zijn voor het initiatief. Om te kunnen beoordelen of dit in voldoende mate aanwezig is, verlangt de gemeente een verslag. Hierin wordt aangegeven in hoeverre er draagvlak is voor het initiatief en hoe dit draagvlak is verworven en welke maatregelen eventueel zijn genomen om het initiatief en daarmee het draagvlak te verbeteren.

Van te voren moet goed worden nagedacht welke actoren moeten worden benaderd om tot voldoende draagvlak te komen De ge­meente kan hierbij behulpzaam zijn.

 

Hoe:

Het verslag van de initiatiefnemer wordt ge­bruikt bij de besluitvorming over het initia­tief door college en raad.

 

Voldoet het project aan omgevingsaspec­ten

 

De omgevingsvisie heeft een signaalfunctie voor nader onderzoek bij ruimtelijke proce­dures. Rekening moet worden gehouden met diverse beleidstukken, zoals:

  • Verordening ruimte;

  • Gemeentelijke beleidsstukken;

  • Landschapsbeleid;

  • Normering met betrekking tot geluid, ex­terne veiligheid, etc.

De initiatiefnemer is primair verantwoorde­lijk voor het doen van de juiste onderzoeken, als zijn initiatief voldoet aan het bijdragen aan de doelen en verworven draagvlak. Dit is vergelijkbaar met gangbare planvorming voor initiatieven die niet in een bestemmingsplan passen. De meerwaarde van deze werkwijze zit hem in de voorbereiding voorafgaand aan

de procedure, zodat de formele procedure soepeler en sneller kan verlopen.

De gemeente kan de initiatiefnemer op dit punt faciliteren, door gezamenlijk de stra­tegie te bepalen welke onderzoeken nodig zijn of andere overheden te betrekken bij, dan wel te overtuigen van het belang van het initiatief.

Uiteindelijke beoordeling gemeente Als medewerking van de gemeente noodza­kelijk is, dan wordt het project getoetst aan de hand van het stroomschema. Daarin is de gemeente gesprekspartner en faciliteert (ambtelijk). Op een hoger abstractieniveau bewaakt de gemeente (college en raad) de onderlinge samenhang en beoordeelt het maatschappelijk aan de hand van het door initiatiefnemer opgestelde verslag. Ook als het maatschappelijk draagvlak geen doorslag geeft over de wenselijkheid van het initiatief, zal het gemeentebestuur de knoop doorhakken. Omgekeerd betekent dat als een initiatief het stroomschema goed doorlopen heeft en er sprake is van een breed draagvlak, het college en raad het initiatief in principe zullen omarmen.

Financiering, prioritering en fasering Als (mede)financiering van de gemeente noodzakelijk en gewenst is, dan wordt het project zo mogelijk in de begroting opgeno­men. Omdat niet alles tegelijkertijd kan, zal de gemeente prioriteiten stellen en projec­ten zo nodig faseren.

Bijdrage ruimtelijke kwaliteit

Bij een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling verwachten wij van de initiatiefnemer dat er ook wordt geïnvesteerd in verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Algemeen uitgangspunt is dat nieuwe economische ontwikkelingen een bijdrage leveren aan versterking van de kwaliteiten zoals om-geschreven in deze omgevingsvisie en de inspiratieatlas: ‘voor wat hoort wat’.

Deze bijdrage (verevening) kan op twee ma­nieren plaatsvinden: rechtstreekse fysieke verevening of compensatie via een (vereve-nings-)fonds.

 

Bij rechtstreekse fysieke verevening reali­seert de initiatiefnemer van een project zelf de verevening. Deze vorm van verevening kan op drie wijzen plaatsvinden:

  • geïntegreerd in het project;

  • aansluitend aan het project;

  • op afstand van het project.

Bij toepassing van een vereveningsfonds stort een initiatiefnemer een geldbedrag in een fonds, op basis van een kapitalisatie van de noodzakelijke verevening. De be­heerder van het vereveningsfonds gebruikt het fonds vervolgens om de benodigde verevening te realiseren. Daarbij kunnen de vereveningsbijdragen van verschillende initiatieven gebundeld worden ingezet. De Landschapsinvesteringsregeling (LIR) is zo’n regeling gericht op het buitenge­bied. Verbreding naar andere gebieden en andere thema’s is wenselijk. Gedacht kan worden aan fondsen gericht op sloop van vrijkomende stallen, recreatieve voorzienin­gen en dergelijke.

Hoe bijdragen worden besteed, kan even­eens uitgewerkt worden. Zo kan een kwa­liteitskader voor het buitengebied (in­spiratieatlas, zie 2.4.1.) een programma bevatten van kwaliteit-verbeterende maatre­gelen, die betaald worden uit bijdragen die in het fonds zijn gestort. Deze verbreding is als project geformuleerd in de projectenlijst (3.4).

 

3.3. NIEUWE WERKWIJZE BINNEN DE GEMEENTE

De nieuwe werkwijze kent niet alleen de visie als hulpmiddel bij beoordeling. Ook de om­standigheden moeten geoptimaliseerd wor­den om de nieuwe werkwijze toe te kunnen passen (integraal werken, gesprek aan de voorkant, co-creatie). We gaan daar binnen de gemeente op de volgende wijze mee aan de slag:

  • We richten een integrale projectruimte in waar projecten besproken worden en ‘aanwezig’ zijn;

  • De ambtelijk ‘projecteigenaar’ nodigt een brede groep collega’s uit om te bepalen welke disciplines nodig zijn bij het pro­ject. Zo zijn alle disciplines altijd op de hoogte van wat er speelt en zijn de voor­waarden voor integraliteit geborgd;

  • De integraal brede groep kan ook uit andere betrokkenen bestaan (initiatief­nemers, belangenorganisaties etc.). De ambtelijk projecteigenaar bepaalt wie wanneer betrokken wordt en handelt daarbij in de geest van de spelregels (voorbeeld: actoren die op enigerlei wijze betrokken zijn bij een initiatief, ontvan­gen bij de start bericht van de ambtelijk projecteigenaar);

  • Er komt een digitale ontmoetingsplek, waar de voortgang van het project be­knopt wordt weergegeven, en waar suc­cessen worden gedeeld. Denk aan een BLOG, website, e.d.;

  • We maken de volgende principeafspraak: voordat een formele procedure wordt gestart, is het project informeel (aan de voorkant) geregeld/afgerond.

We evalueren de nieuwe werkwijze regelma­tig en passen de werkwijze aan als dat leidt tot betere resultaten.

 

3.4. PROJECTEN

Er zijn reeds vele projecten gaande binnen de gemeente. Voor zover daar gemeente­lijke financiering mee gemoeid is, zijn deze gekoppeld aan de begroting. Om de omge­vingsvisie verder te concretiseren en te reali­seren, hebben wij een projectenlijst (bijlage  3) opgenomen. Hierin is een aantal voorbeel­den opgenomen van projecten die bijdragen aan de geformuleerde doelen per thema of gebied. Zij zijn vertrekpunt bij de vaststel­ling van de visie. Het projectenprogramma wordt periodiek gemonitord, geëvalueerd en geactualiseerd op basis van nieuwe inzichten en nieuwe projecten. Zo kunnen we bezien of de projecten ook daadwerkelijk bijgedragen hebben aan de doelen die we hebben gesteld en kan desgewenst bijstelling en aanpassing plaats vinden. De monitoring wordt jaarlijks gerapporteerd bij de begrotingsbehandeling. Zo kan de koppeling gelegd worden tussen het bereiken van doelen en de daarmee ge­paard gaande kosten.

BIJLAGE 1 ACHTERGRONDEN PROCES  

De gemeente is medio 2015 gestart met het opstellen van een omgevingsvisie voor Oir-schot. Het proces bestaat uit de volgende stappen:

  • 1.

    Ophalen; wat vinden we belangrijk. ‘We’ dat zijn de samenleving, de gemeente­lijke organisatie, het gemeentebestuur en belangenorganisaties;

  • Workshops, gesprekken, scenario’s, enquête (juni 2015-april 2016)

2. Vertalen; van wat we hebben opgehaald in ambities en naar uitvoering;

  • Raamwerk visie (mei-juni 2016)

3. Terugkoppelen; van wat we vertaald heb­ben; hebben we goed geluisterd?

  • Concept Omgevingsvisie, vaststelling 2017

De omgevingsvisie geeft aan hoe de ge­meente zich in de toekomst wil ontwikkelen. Hiermee worden de hoofdlijnen van beleid uitgezet. Dit geldt op het vlak van wonen, werken en recreëren, maar ook hoe we kwa­liteiten willen behouden en versterken en welke knelpunten we willen oplossen. Hoe we omgaan met thema’s als vergrijzing en duur­zaamheid en hoe we kunnen inspelen op kli­maatverandering. Kortom, de omgevingsvisie gaat over alle aspecten die te maken hebben met onze fysieke leefomgeving.

Het belangrijkste binnen die fysieke leef­omgeving zijn de inwoners van Oirschot, als gebruiker van de ruimte. Met hen zijn we op de eerste plaats ook gestart om in het ge­sprek met elkaar vast te stellen wat er in de samenleving leeft. Wat vinden de inwoners bijvoorbeeld een kwaliteit en waar ervaren

ze knelpunten in hun leefomgeving? En welke ideeën leven er om de leefomgeving te versterken? Vóór de zomer van 2015 zijn we gestart met vijf bijeenkomsten in de vier dorpen om op te halen wat inwoners belang­rijk vinden.

Na de zomer van 2015 hebben we met en­kele groepen zoals de agrariërs en de werk­groep uitvoering bestemmingsplan buiten­gebied Oirschot (Wubbo) een extra gesprek gevoerd. Omdat we op enkele thema’s naar ons gevoel nog niet alle informatie opge­haald hadden. Alle informatie uit de samen­leving hebben we verwerkt naar gebieds­paspoorten. Deze hebben we eind oktober gepresenteerd en dienen in deze visie als inspiratie voor initiatieven.

In de laatste maanden van 2015 hebben we nagedacht over de trends en ontwikkelingen die zich afspelen in de samenleving.

Voordat we aan de slag zijn gegaan met de omgevingsvisie, hebben we met politiek en samenleving uitgevonden welke koers het beste past. Daarvoor hebben we vier ver­schillende scenario’s (denkrichtingen) uit­gewerkt. Eind 2015 hebben we daarover met het college gesproken en in april 2016 met de gemeenteraad.

Door in scenario’s verschillende lijnen uit te zetten wordt er een bandbreedte aangege­ven, waarbinnen we keuzes moeten maken. Zo ontstaat er scherpte over wat we belang­rijk vinden en wat minder. De scenario’s richten zich vooral op het proces, de rol die de gemeente daarin aanneemt en wat er van de samenleving wordt verwacht. We hebben het gemeentebestuur gevraagd om een voor­keur voor een scenario uit te spreken en een aantal verdiepingsvragen gesteld.

 

Scenario 1: In balans

Oirschot In balans werkt aan een toekomst waarin wordt gezocht naar evenwicht. Mi­lieu, verkeer, recreatie, woningbouw: elkaar aanvullen, samenwerken wordt beloond, overlast wordt beperkt. Oirschot is een gemeente waarin iedereen rekening met elkaar houdt en waarin afstemming van elkaars belangen een groot goed is. Dit resulteert in een gemeenschap met een tevreden inwoner en een duurzaam woon-, werk- en leefkli­maat en weinig extremen. Er is veel sociale samenhang, per gebied wordt in gesprek­stafels gezocht naar de balans. De gemeente vervult de rol van mediator, stemt belan­gen af en helpt bij het oplossen van conflicten.

 

Scenario 2: Goed leven

Goed leven in Oirschot staat voor een gemeenschap waarin kansen worden geboden. Het zijn kansen voor iedereen, jong en oud, arm en rijk, dorpsbewoner of boer. Wat voorop staat is de kwaliteit van leven: gezond en genieten. De mogelijkheden liggen vooral op de plekken waar nog kwaliteit ontbreekt. Een gebiedsgerichte benadering ligt hier voor de hand, met veel vrijheid, maar ook met gerichte acties. De gemeente heeft de rol van regisseur, geeft aanwijzingen en het goede voorbeeld en laat ook ruimte om te improviseren. Door het creëren en inzetten op mogelijkheden ontstaat diversiteit en dynamiek.

 

Scenario 3: Rijk leven

Rijk leven betekent profiteren van de kracht van het individu en de gemeenschap. De welvarende inwoner is het uitgangspunt. Dit betekent ondernemerschap stimuleren, weinig regels en veel vrijheid, maar ook meer verantwoordelijkheid bij de samenleving. Rijk leven is een moderne samenleving; er is volop ruimte voor verandering en innova­tie. De gemeente is de inspirator, laat zien wat er kan en nodigt uit. Er is minder grip op hoe de toekomst eruit gaat zien, het gaat in Rijk leven over een manier van werken die tot onverwachte uitkomsten kan leiden.

 

Scenario 4: Mooi Oirschot

De waarde van Oirschot, monument in het groen, bepaalt ook de lijn van de toekomst. Mooi Oirschot haalt de trots in de inwoner naar boven. De gemeenschap richt zich op waardebescherming: kleine schaal en duidelijke afspraken. Nieuwe ontwikkelingen worden beschouwd vanuit de continuïteitgedachte, de historie en daarop doorbouwen. De mogelijkheden liggen vooral op het vlak van recreatie. Ruimte voor grootschalige ingrepen past niet bij de gedachte van behoud. Het karakter van ‘wat er is’, wordt lei­dend voor keuzes. Sommige ontwikkelingen zijn niet passend en kunnen dus ook niet. De gemeente is curator en conservator en doet dat samen met de verenigingen die hier veel kennis van hebben.

 

Van 8 tot en met 24 april 2016 hebben we dezelfde vragen aan het inwonerpanel ge­steld door middel van een enquête. 62% van de circa 700 leden heeft de enquête inge­vuld. Met al deze input hebben we vervol­gens het raamwerk en uiteindelijk de omge­vingsvisie vorm gegeven.

De belangrijkste conclusies uit de raadple­ging van raad en burgerpanel waren:

  • Een ieder is begaan met de kwaliteiten van Oirschot (natuur, landschap, cultuur­historie, monumenten). Iedereen vindt behoud ervan een belangrijke randvoor­waarde voor ontwikkelingen en daar mag/ moet op gestuurd worden.

  • In dat opzicht is het niet zo verwonderlijk dat er minder belemmeringen worden ge­zien voor recreatieontwikkelingen in het buitengebied dan voor landbouwontwik­kelingen.

  • Energie en duurzaamheid winnen steeds meer aan belang en dringen steeds meer door in alle afwegingen die de samenle­ving en overheid maken (zowel individu­eel als gezamenlijk);

  • Zowel in het burgerpanel als in de raad laat de beantwoording zien dat het hui­dige beleid gewaardeerd wordt. Als het gaat over rolopvatting, dan stuurt de raad meer aan op ‘de samenleving aan zet’ dan het burgerpanel. Dit kan te maken heb­ben met de ‘versheid’ van zowel dit be­grip als van de gedachte achter de Omge­vingswet.

 

BIJLAGE 2 ACHTERGROND OMGEVINGSWET  

De gemeente werkt aan een omgevingsvisie voor Oirschot. De omgevingsvisie gaat over alle aspecten die te maken hebben met onze fysieke leefomgeving. Met de omgevings­wet die naar verwachting in 2019 in werking treedt, gaat het hele ruimtelijke wetgevings­stelsel op de schop.

De komst van de Omgevingswet betekent dat er veel verandert. De wet bundelt bijvoor­beeld 26 bestaande wetten op het gebied van onder meer bouwen, milieu, water, ruim­telijke ordening en natuur.

De maatschappelijke doelen van de wet staan in artikel 1.3 van de Omgevingswet beschre­ven:

“Deze wet is, met het oog op duurzame ontwikkeling, de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu, gericht op het in onderlinge samenhang:

  • a.

    bereiken en in stand houden van een vei­lige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, en

  • b.

    doelmatig beheren, gebruiken en ontwik­kelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoef­ten.”

     

De bedoeling van de wet is vierledig:

  • Het gebruiksgemak verhogen

  • Integrale benadering stimuleren

  • Actieve aanpak stimuleren

  • Processen versnellen en verbeteren

     

HET GEBRUIKSGEMAK VERHOGEN

De Omgevingswet maakt het omgevingsrecht inzichtelijk, voorspelbaar en gemakkelijker in het gebruik. Dat komt omdat alle regels in één stelsel worden samengevoegd. En omdat er zoveel mogelijk algemene regels komen. Dat maakt het omgevingsrecht dus minder complex. Ook vermindert het aantal proce­dures.

 

INTEGRALE BENADERING STIMULEREN

De nieuwe integrale aanpak zorgt voor meer samenhang in de regels. Dat voorkomt dat regels botsen of juist tegengesteld zijn aan elkaar. Deze integrale benadering levert voordelen op:

  • alle verschillende sectoren en belangheb­benden worden betrokken bij een besluit.

  • de regels worden inzichtelijk en voorspel­baar.

  • het draagt bij aan het gebruiksgemak van de Omgevingswet.

  • de leefomgeving komt centraal te staan.

     

ACTIEVE AANPAK STIMULEREN

Normen van de rijksoverheid worden flexi­beler. Er komen meer mogelijkheden voor lokale bestuurders om per gebied anders op de regels in te spelen. Gemeenten kunnen daardoor per gebied bepalen welke kwaliteit gewenst is.

 

PROCESSEN VERSNELLEN EN VERBETEREN

De besluitvorming over projecten in de leefomgeving kan sneller en beter. De Om­gevingswet gaat processen versnellen en verbeteren om zo ontwikkeling en innovatie te stimuleren. Uitgangspunt moet worden ‘Willen we het?’ in plaats van ‘Mag het?’.

Het aantal vergunningen dat een reguliere procedure doorloopt in plaats van een uit­gebreide procedure wordt groter. Daarnaast hoeven initiatiefnemers voor minder activi­teiten een vergunningen aan te vragen. Daar­naast kunnen alle vergunningen in één loket worden aangevraagd.

De gedachte achter de wet is dat initiatief­nemers daardoor makkelijker ontwikkelingen kunnen starten. Maar het zal ook betekenen dat er meer vragen bij de vergunningverle­ners terecht komen. Wat wel en niet mogelijk is, zal niet voor iedereen direct duidelijk zijn. Gemeenten zullen daardoor wellicht meer voorlichting moeten geven over de wet (ter­wijl er minder leges geheven kunnen worden, omdat er meer activiteiten zonder vergunning kunnen).

Tot slot legt de nieuwe Omgevingswet meer nadruk op burgerparticipatie aan de voorkant van het proces. Indien dit een wezenlijk on­derdeel is van de voorbereidingsfase, zal de beroepsprocedure korter worden.

collega-overheden. De pilot omgevingsvisie is een van de stappen die we daarin hebben gezet. De komende tijd gaat de gemeente zich nadrukkelijker oriënteren op de ver­schillende invalshoeken en daarbij betrekken we ook het gemeentebestuur, partners en samenleving.

Op 1 juli 2015 stemde de Tweede Kamer in met de wet die een streep zet door complexe en versnipperde regelgeving. De Eerste Kamer heeft op 22 maart 2016 met een ruime meer­derheid ingestemd met de Omgevingswet.

Naast de beoogde vereenvoudiging van het omgevingsrecht stellen we vast dat de wet gevolgen heeft voor het gemeentelijke beleid, ict-ondersteuning, maar ook de werkwijze van bestuur en organisatie. De organisatie is inmiddels gestart met een verkenning van wat er nodig is om in 2019 gereed te zijn en te kunnen werken volgens de nieuwe wet. Dat doen we niet alleen. Daarbij haken we aan waar het kan en werken we samen met

BIJLAGE 3 PROJECTENPROGRAMMA  

In dit projectenprogramma worden diverse projecten benoemd, waarbij wordt weerge­geven wat de bijdrage is aan de Kernbood­schap: Oirschot: monumentaal, onderne­mend en groen: daar voelt de MENS zich thuis.

Deze lijst is een momentopname, dynamisch en niet uitputtend. Initiatiefnemers worden uitgenodigd nieuwe projecten toe te voegen. Projecten die gereed zijn, komen te verval­len. Ook de gemeente zal nieuwe projecten toevoegen die bijdragen aan het realiseren van de ambities van Oirschot.

 

GROEN:

projecten op het gebied van natuur en landschap maar ook op het gebied van duurzaamheid (energie, gezondheid, veiligheid, klimaat, water en milieu);

 

MONUMENTAAL:

projecten op het gebied van cultuurhistorie en monumentaal vastgoed;

 

ONDERNEMEND:

projecten op het gebied van werkgelegenheid en economie;

 

MENS:

projecten gericht op het welbevinden van mensen. Denk aan wonen, maar ook zorg, voorzieningen, bereikbaarheid, e.d.

 

Ontwikkelagenda Landgoed Baest

 

Wat

Bedoeld als een gezamenlijke aanpak die leidt tot een nieuwe balans tussen de culturele, ecologische, landschappelijke en economische dimensies om zo een duurzame toekomst van het Landgoed Baest te borgen.

Initiator (trekker)

Stichting Landgoed Baest

Participanten

Stichting Landgoed Baest, provincie Noord-Brabant, gemeente Oirschot, waterschap De Dommel, Stichting Brabants Landschap

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Monumentaal, ondernemend, groen en mens

Wanneer

2017 en volgende

Investering

Niet bekend

 

Beleid energie/ klimaat/ duurzaamheid

Wat

Opstellen beleid energie/ klimaat/ duurzaamheid om in 2040 een klimaatbestendige en energie neutrale gemeente te zijn.

Initiator (trekker)

Gemeente Oirschot

Participanten

Ondernemers, onderwijs en overheid, inwoners(groepen)

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Ondernemend, groen en mens

Wanneer

2017, 2018

Investering

€ 50.000

 

Programma energie/ klimaat/ duurzaamheid

Wat

Het programma energie/ klimaat/ duurzaamheid is een uitwerking van het beleid energie/ klimaat/ duurzaamheid en bevat een uitwerking van projecten zoals ‘nul op de meter’, ‘energielandschappen’, ‘klimaatadaptatie’ etc. om het doel om in 2040 een klimaatbestendige en energie neutrale gemeente te zijn te behalen.

Initiator (trekker)

Gemeente Oirschot

Participanten

Ondernemers, onderwijs en overheid, inwoners(groepen)

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Ondernemend, groen en mens

Wanneer

2017 e.v.

Investering

Nog niet bekend

 

Het centrum van Oirschot

Wat

Een integrale aanpak van de markt:

- Centrum als het visitekaartje van Oirschot als HET monumentendorp

- Beleving van erfgoed

- Passende (her)inrichting openbare ruimte

- Historische uitstraling beter benutten

- Functiewisseling en flexibiliteit bestemmingsplan

- Organiseren van evenementen

Initiator (trekker)

Gemeente Oirschot en centrummanagement

Participanten

Ondernemers, inwoners, gemeente Oirschot, VVV, Stichting Evenementen Oirschot, Metropool Regio Eindhoven, Erfgoedinstellingen

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Monumentaal, ondernemend en mens

Wanneer

2018-2020

Investering

Nog niet bekend

Digitalisering in Oirschot

Wat

Visie maken hoe Oirschot omgaat met de digitalisering, omdat:

- Data kan worden gebruikt voor (bepalen) initiatieven op bijvoorbeeld smart mobility of in het sociale domein

- Info aan burger kan worden geleverd (bijv. monitoring luchtkwaliteit)

Initiator (trekker)

Gemeente Oirschot

Participanten

Gemeente Eindhoven (ivm bestaand sensoren netwerk en bestaande databank), Provincie Noord-Brabant, GRSK

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Ondernemend en mens

Wanneer

2018 e.v.

Investering

Nog niet bekend

 

Herontwikkeling kloostercomplexen

Wat

Herontwikkeling van leegkomende monumentale kloostercomplexen aan de Koestraat (Franciscanessen) en de Nieuwstraat (Carmelitessen). Gronden en panden zijn in eigendom van de kloosterordes.

Initiator (trekker)

Kloosterordes (i.c.m. een projectontwikkelaar)

Participanten

Gemeente Oirschot (kaderstellend), omwonenden, SBEO, Heemkunde

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Monumentaal, ondernemend en mens

Wanneer

2018 e.v.

Investering

Financiering gekoppeld aan inzet Volkshuisvestingsfonds tbv behoud monumentale / (cultuur-)historische panden

 

Herontwikkeling Den Heuvel

Wat

Herontwikkeling van het gebied ten noorden van Den Heuvel in Oirschot. Het verrommelde gebied is in particulier eigendom (verschillende eigenaren) en er zijn verschillende bedrijven gevestigd.

Initiator (trekker)

Grondeigenaren (i.c.m. projectontwikkelaar)

Participanten

Gemeente Oirschot (kaderstellend), omwonenden

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Ondernemend en mens

Wanneer

2018 e.v.

Investering

Nog niet bekend

 

Uitwerken Woonvisie met de volgende onderdelen: Monitor Wonen

Wat

De Woonvisie beoogt dat wij inzicht krijgen in diverse indicatoren zoals migratiestromen, demografische, inkomens- en vermogensontwikkeling, ontwikkeling van de zorgvraag en of de aanwezige woningvoorraad voldoet aan de bijbehorende woonbehoefte. Daarnaast kunnen bijvoorbeeld zorgbehoefte en energieverbruik of energielabels inzichtelijk gemaakt worden. Inzicht in deze indicatoren stelt ons in staat om onze woningbouwprogrammering aan de behoefte bij te stellen en trends te signaleren. Hiermee verkrijgen we een toekomstbestendige woningvoorraad en kunnen wij specifieke maatregelen treffen.

Initiator (trekker)

Gemeente Oirschot

Participanten

partners zoals Wooninc.

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Mens

Wanneer

2017 e.v.

Investering

Max. € 25.000 incidenteel (reeds beschikbaar gesteld)

Richtlijnen opstellen voor woningsplitsing

Wat

(uitvoeringsprogramma Woonvisie) T.b.v. de bewaking van ruimtelijke kwaliteit

Initiator (trekker)

Gemeente

Participanten

 

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Mens

Wanneer

2018

Investering

Nog niet bekend

 

Inzet Volkshuisvestingsfonds tbv behoud monumentale / (cultuur-)historische panden

Wat

(Woonvisie) Transformatie en herbestemming stimuleren in combinatie met sociale woningbouw door de inzet van het Volkshuisvestingsfonds.

Initiator (trekker)

Gemeente

Participanten

 

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Monumentaal en mens

Wanneer

2017 e.v.

Investering

€ 1,9 miljoen (reeds beschikbaar gesteld)

 

CPO project Middelbeers

Wat

Ontwikkeling woongebied voor verschillende doelgroepen

Initiator (trekker)

CPO organisatie

Participanten

Gemeente, woningstichting, inwoners

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Mens, ondernemend

Wanneer

2018 e.v.

Investering

Nog niet bekend

 

Uitwerking vereveningsfonds

Wat

Het vereveningsfonds regelt de bijdrage die initiatiefnemers leveren aan kwaliteitsverbetering in ruil voor ontwikkelingsmogelijkheden. Onder meer moet de kapitalisatie van de tegenprestatie worden uitgewerkt, maar ook waar de bijdrage aan besteed wordt. We kennen al de landschapsinvesteringsregeling. Deze wordt verder uitgewerkt om tot een bredere toepassing te komen.

Initiator (trekker)

Gemeente

Participanten

gemeente Oirschot, ZLTO, Stichting Brabants Landschap, WUBBO

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Monumentaal, ondernemend, groen

Wanneer

2017

Investering

Nog niet bekend

 

Dialoog energietransitie

Wat

Gesprek met als doel om locaties en voorwaarden voor duurzame energie in beeld te krijgen. Momenteel heeft een eerste gesprek plaats gevonden.

Initiator (trekker)

Gemeente (dialoog, voor concrete projecten zijn de stakeholders tevens initiatiefnemer)

Participanten

Stakeholders

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Ondernemend, groen

Wanneer

Vanaf september 2016

Investering

Nog niet bekend

Inspiratieatlas

Wat

Een atlas met goede voorbeelden van landschappelijke inpassing, landschapsherstel, zicht op relevante landschapskenmerken

Initiator (trekker)

Gemeente (dialoog, voor concrete projecten zijn de stakeholders de initiatiefnemers)

Participanten

belangenorganisaties in het buitengebied

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Groen

Wanneer

2017

Investering

€ 30.000

 

Aanpak urgentie en knelpuntgebieden

Wat

Aanpak om knelpunten op te lossen van de intensieve veehouderij

Initiator (trekker)

Gemeente

Participanten

Stakeholders

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Ondernemend en mens

Wanneer

2016 e.v.

Investering

€ 367.500

 

Uitvoeringsprogramma Landschappelijke kwaliteitsverbetering De Stille Wille

Wat

In het kader van de legalisering van permanente bewoning op recreatiepark De Stille Wille heeft de gemeente een projectenportfolio Landschappelijke Kwaliteitsverbetering opgesteld. Met het projectenportfolio brengen we samenhang in de verschillende gebiedsopgaven binnen de gemeente Oirschot, redenerend vanuit een landschappelijk raamwerk dat zich uitstrekt over de gehele gemeente tot ver daarbuiten. Per project is een projectprofiel beschreven. Die bevat de globale kenmerken zoals ligging en karakteristiek. Per project zijn voorstellen voor kwaliteitsverbetering gegeven. Die bestaan uit suggesties voor verschillende ingrepen en zogenoemde meekoppelkansen: win-winsituaties. Door inzet van een bijdrage van de parkeigenaar van recreatiepark De Stille Wille krijgt het landschap een aanmerkelijke kwaliteitsimpuls. Het portfolio biedt ook aanknopingspunten voor andere gebiedsopgaven (infrastructurele projecten zoals de A58) waar een verplichting tot landschappelijke kwaliteitsverbetering aan gekoppeld is.

Initiator (trekker)

Gemeente

Participanten

Recreatiepark De Stille Wille, Terreinbeherende organisaties, grondeigenaren, naburige gebruikers en eigenaren

Bijdrage aan

Kernboodschap Oirschot

Groen, ondernemend, mens

Wanneer

2017 – 2030 e.v.

Investering

Circa € 2,5 miljoen (als bijdrage van eigenaar De Stille Wille € 900.000 ontvangen). Financiering is mede afhankelijk van fondsenwerving.

Uitvoeringsprogramma Dorpshart Middelbeers

Wat

Maatregelen die de leefbaarheid en vitaliteit van Middelbeers bevorderen. De maatregelen richten zich op het gebied Doornboomplein – Doornboomstraat – Willibrordstraat en directe omgeving

Initiator (trekker)

Inwonersinitiatief

Participanten

Stakeholders

Bijdrage aan Kernboodschap Oirschot

Mens, ondernemend

Wanneer

Vanaf 2017 e.v.

Investering

€ 500.000 reservering in begroting 2018 (incl. 50% subsidie)

 

Monitoringsprogramma leefstijlen, geluk en gezondheid en omgevingskwaliteit

Wat

Het monitoringsprogramma is bedoeld om periodiek vast te stellen hoe het is gesteld met de omgevingskwaliteit van de inwoners van onze gemeente.

Initiator (trekker)

Gemeente

Participanten

Stakeholders

Bijdrage aan Kernboodschap Oirschot

Mens, ondernemend

Wanneer

2018 e.v.

Investering

Nog niet bekend

 

Erfgoedbeleid

Wat

Opstellen erfgoedbeleid

Initiator (trekker)

Gemeente

Participanten

Gemeente, Stichting Behoud Erfgoed Oirschot en andere lokale en regionale partijen op gebied van cultuurhistorie, erfgoed en monumenten.

Bijdrage aan Kernboodschap Oirschot

Monumentaal

Wanneer

2017 e.v.

Investering

36.000 (reeds beschikbaar gesteld)

 

Verkeerscirculatie- en parkeerbeleidsplan (VCPB) centrum Oirschot

Wat

Plan om te komen tot een logischere verkeersroute naar en in het centrum van Oirschot. Daarmee samenhangend een actueel parkeerbeleidsplan met oplossingen voor de parkeerdruk in het centrum. Het VCPB kan tevens fungeren als (bouwsteen voor het) Programma Verkeer dat de gemeente op grond van de Omgevingswet verplicht wordt op te stellen.

Initiator (trekker)

Gemeente

Participanten

Centrumondernemers, gebruikers

Bijdrage aan Kernboodschap Oirschot

Mens

Wanneer

 

Investering

Nog niet bekend

Herinrichtingsplan voor de Markt, Rijkesluisstraat en omgeving

Wat

Hangt samen met project Verkeerscirculatie- en parkeerbeleidsplan centrum Oirschot

Initiator (trekker)

Gemeente

Participanten

Centrummanagement Oirschot, gebruikers, aanwonenden, ondernemers

Bijdrage aan Kernboodschap Oirschot

Mens

Wanneer

 

Investering

Nog niet bekend

 

Proeftuin Vrijkomende Agrarische Bedrijfslocaties (VAB’s)

Wat

Project om kansrijke en innovatieve herbestemmingsmogelijkheden voor VAB’s te ontwikkelen en te realiseren

Initiator (trekker)

Gemeente

Participanten

Centrummanagement Oirschot, gebruikers, aanwonenden, ondernemers

Bijdrage aan Kernboodschap Oirschot

Mens, groen en ondernemend

Wanneer

2018 e.v.

Investering

€ 475.000

 

Maatregelen Bereikbaarheidsagenda Zuidoost-Brabant

Wat

Pakket van maatregelen gericht op het verbeteren van :

- het functioneren van het autonetwerk (hoofdwegennet en de wegen daar naar toe)

- de leefbaarheid rondom het hoofdwegennet en de wegen daar naartoe

- het versterken van de fiets op de belangrijke (regionale) relaties

- het versterken van het Openbaar Vervoer (bundelen reizigersstromen en

knooppunten)

Initiator (trekker)

Gemeente

Participanten

Stakeholders, gemeenten Best en Eindhoven, inwoners, Rijkswaterstaat, provincie Noord Brabant

Bijdrage aan Kernboodschap Oirschot

Mens, ondernemend

Wanneer

2017 – 2030

Investering

€ 6,2 miljoen reservering in begroting 2018 (incl. 50% subsidie)

 

 

Naar boven