Gemeenteblad van Lingewaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lingewaard | Gemeenteblad 2018, 150004 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lingewaard | Gemeenteblad 2018, 150004 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard houdende schuldhulpverlening Uitvoeringsplan beleid schuldhulpverlening gemeente Lingewaard 2018-2022
Het rijk verplicht gemeenten om kaders vast te stellen voor beleid schuldhulpverlening.
Het beleid voor Schuldhulpverlening dateert van 2012 en nu actualiseren we het.
Uitgangspunt van deze actualisatie is aansluiting bij de kaders voor het brede sociaal domein in Lingewaard. Focus op de uitvoering hiervan ligt op preventie, samenwerking en gebiedsgericht werken. Deze drie elementen liggen vast in het integraal beleidsplan sociaal domein periode 2017-2020 “Iedereen doet mee”. In het uitvoeringsbeleid voor de schuldhulpverlening voor de periode 2018-2022 geven we aan hoe we dit vorm geven.
Het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening in Lingewaard neemt het afgelopen jaar niet toe. Dit betekent nog niet dat het probleem vermindert of dat er minder aandacht nodig is. Lingewaard zet zich vooral meer in op preventie maatregelen. Dit doen we door vernieuwende oplossingen te zoeken. We willen hiermee de toename van schulden voorkomen en/of verminderen. Focus is schuldhulpverlening nog toegankelijker, transparanter en professioneler te maken door tijdig hulp aan inwoners aan te bieden. En dit laatste doen we met samenwerkingspartners en vrijwilligers in de verschillende kernen.
Na de inleiding volgt de samenvatting van dit uitvoeringsplan.
Hoofdstuk 3 gaat in op de ontwikkelingen en de context van schuldhulpverlening. In hoofdstuk 4 staat de visie en het doel op schuldhulpverlening van de gemeente Lingewaard. Hoofdstuk 5 gaat in op de wijze hoe we schuldhulpverleningsbeleid vormgegeven. In hoofdstuk 6 leest u over de nieuwe initiatieven op het gebied van “preventie”, “schuldhulpfase” en “nazorg”. Hoofdstuk 7 gaat in op de financiën.
In de bijlagen treft u informatie over lokale cijfers schuldhulpverlening aan, beleidsregels en rijks ontwikkelingen.
Samenvatting uitvoeringsplan schuldhulpverlening 2018-2022
Schuldhulpverlening is een actueel onderwerp. Uitgangspunt is dat de gemeente iedere inwoner met financiële problemen, die niet in staat is deze zelfstandig op te lossen, ondersteunt. Doel hiervan is dat de inwoner (weer) in staat is te participeren in de maatschappij, het liefst schuldenvrij.
De meeste onderdelen uit het beleidsplan van 2012 zijn nog van kracht.
In Lingewaard zijn de ervaringen met de integrale aanpak tussen Westerbeek, Algemeen maatschappelijk werk en de vrijwillige budgetcoaches van Stichting Welzijn Lingewaard goed. Westerbeek voert klant- tevredenheidsonderzoeken voor bijstelling van werkprocessen.
Het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening in Lingewaard neemt het afgelopen jaar niet toe. Dit betekent nog niet dat het probleem vermindert of dat er minder aandacht nodig is. Lingewaard zoekt vooral vernieuwende oplossingen vanuit preventie. We willen hiermee de toename van schulden voorkomen en/of verminderen Dit sluit aan op de pijler Preventie van het sociaal beleidsplan.
Focus in de beleidsperiode 2018- 2022 is om schuldhulpverlening nog toegankelijker, transparanter en professioneler te maken door tijdig hulp aan inwoners aan te bieden. Dit doen we met samenwerkingspartners en vrijwilligers in de verschillende kernen. Daarmee sluiten we aan op alle 3 pijlers in het sociaal beleidsplan Samenwerking, Preventie en Gebiedsgericht werken. Want ook de twee andere pijlers van het sociaal beleidsplan zijn actueel in dit beleidsterrein:
Helaas is de noodzaak om goede schuldhulpverlening aan te bieden onveranderd. Landelijk stabiliseert het aantal aanvragen schuldhulpverlening. In Lingewaard nam het aantal aanvragen vanaf 2017 zelfs af. Wel stellen we vast dat de problematiek toeneemt. Er komen meer mensen met grotere schulden, mensen met een koopwoning en mensen met een hoger inkomen. Ook zien we al jaren een stijging in het aantal mensen met beschermingsbewind 1 . Het algemeen maatschappelijk werk geeft aan dat schaamte een grote rol speelt voordat inwoners hulp vragen.
Uit de evaluatie 2 met de ketenpartners blijkt dat we:
In dit uitvoeringsplan stellen we de volgende 4 uitgangspunten – soms- opnieuw vast:
Punt 1: Uitgangspunten schuldhulpverlening
De uitgangspunten van het beleid blijven ongewijzigd. Eigen verantwoordelijkheid, het vergroten van de maatschappelijke participatie, maar ook het ondersteunen van kwetsbare inwoners betekent:
Gratis maar niet vrijblijvend 3
Punt 2: Toegang schuldhulpverlening
Er is geen wachtlijst voor de toegang. De hulpvrager ontvangt inzicht in de doorlooptijd van schuldhulpverlening Er is geen beperking qua doelgroepen. Zelfstandigen met schulden bieden we zelfs specifieke expertise 4 aan.
Als een inwoner beheersbare schulden heeft, zetten we een budgetbeheerrekening 5 in, zodat in ieder geval de primaire lasten 6 worden doorbetaald.
Bij de eerste contacten van het team Toegang Sociaal Domein (Front office) en BBZ bespreken we ook de financiën. Daarnaast zoeken we nieuwe oplossingen voor de diverse problematieken in de schuldhulpverlening door meer in te zetten op preventie en vroeg signalering. Kansen liggen o.a. in door meer en betere samenwerking met het team Bedrijfsbureau Sociaal Domein (Back office) ( bijvoorbeeld voorlichting verandering financiën 18-/18+ via consulenten Jeugd) en derde partijen zoals woningcorporaties (vroeg signalering huurachterstand). Uitvoeringsafspraken in de samenwerking regelen we binnen de nieuwe AVG privacywetgeving per 25 mei 2018.Afgelopen 2 jaren zijn via klanttevredenheidsonderzoeken verbetermogelijkheden nagegaan. Tot nu toe is de respons is echter te laag om conclusies uit te trekken.
HOOFDSTUK 3 CONTEXT LANDELIJKE EN LOKALE EN ONTWIKKELINGEN
Dit hoofdstuk beschrijft de context en de landelijke en lokale ontwikkelingen op het gebied van de schuldhulpverlening.
De Nationale ombudsman 7 vindt dat gemeenten de toegang tot gemeentelijke schuldhulpverlening voor burgers beter moeten borgen. Het uitgangspunt in de wet is dat dit breed toegankelijk moet zijn. Dit betekent volgens de ombudsman dat:
Iedereen die zich aanmeldt voor schuldhulp, stel je in de gelegenheid tot een face-to-face gesprek te voeren, om zijn/haar persoonlijke situatie toe te lichten. Daarbij werpen gemeenten geen (onnodige) drempels op, in de vorm van het invullen van formulieren, het verplicht bijwonen van workshops of andere verplichtingen met de kans dat mensen voortijdig afhaken.
In zijn onderzoeksrapport Een open deur? doet de Nationale ombudsman de volgende aanbevelingen aan gemeenten:
De staatsecretaris roept gemeenten, in een brief van 25 januari 2018, op om deze aanbevelingen ter harte te nemen. Op 28 februari 2018 heeft de staatssecretaris bovendien de Tweede Kamer geïnformeerd over 7 lopende zaken op het terrein van het landelijk schuldenbeleid:
Samengevat prioriteert de politiek een aantal onderwerpen, wat het rijk landelijk moet aansturen 8 . Wij volgen nauwlettend wanneer en wat Lingewaard moet ondernemen bij beleidsimplementatie.
Het aantal landelijke aanmeldingen schuldhulpverlening blijft redelijk stabiel volgens cijfers van het NVVK:
Wel zijn er steeds meer huishoudens met betalingsachterstanden 9 .De oorzaken hiervan in Nederland zijn:
Top 3 oorzaken betalingsachterstanden 2015 landelijk 10 |
|
Conclusies uit het onderzoek van het lectoraat schulden en incasso van de Hogeschool Utrecht
(Nadja Jungmann, 2016) bevestigen het stabiliseren van de schuldenproblematiek:
Het aantal aanvragen in Lingewaard blijft de laatste twee jaar eveneens stabiel; Van 2015 naar 2016 is in Lingewaard een toename van 27 (22%). In 2017 volgt echter een afname.
In bovenstaand schema treft u ook het aantal actieve budgetbeheerrekeningen. Dit omdat het schuldhulpverleningstraject start met het openen van een budgetbeheerrekening. De inkomsten van de schuldenaar gaan rechtstreeks naar de contractpartij ( 2015/Westerbeek), die de vaste lasten betaalt. Hierna volgt het schuldhulpverleningstraject 11 . Lingewaard zet breed in op de toegankelijkheid van schuldhulpverlening en kent geen wachttijden. Voor de doelgroep zelfstandigen huren wij specifieke expertise in via Zuidweg en partners.
Problematische schulden 12 vormen een belangrijke belemmerende factor voor (volwaardige) participatie in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Schulden veroorzaken stress. Hierdoor zijn mensen met problematische schulden minder goed in staat tot het nemen van weloverwogen beslissingen. De stress verergert niet alleen de schuldenproblematiek. Er kunnen ook andere problemen ontstaan zoals onzekerheid, machteloosheid, moedeloosheid en depressieve klachten. Door onvoldoende toegang of ineffectieve schuldhulpverlening komen participatie en bestaanszekerheid in gevaar en kan armoede structureel worden.
Er zijn veel factoren, die een negatieve invloed hebben op de uitvoering van de schuldhulpverlening en op resultaten. Een belangrijk deel ligt buiten onze invloedsfeer, zoals complexiteit in het toeslagensysteem, inkomensontwikkeling rijk en de positie van de overheid zelf als schuldeiser. Het afgelopen jaar neemt landelijk de politieke aandacht hiervoor toe. Belangrijk is dat Lingewaard deze ontwikkeling volgt en nagaat welke mogelijkheden dit lokaal biedt. Vanaf februari 2018 maken we specifiek gebruik van het ondersteuningsprogramma vroegsignalering “Vroeg erop af” vanuit het rijk. Wij zien in deze preventieactiviteiten voor onszelf verbetermogelijkheden.
Schulden hebben een ontwrichtend effect op de burger en zijn omgeving.
Of het nu gebrek aan tijd, geld, voedsel, sociale contacten of iets anders is: schaarste beïnvloedt ons gedrag. Deadlines of geldgebrek kunnen ons bijvoorbeeld vindingrijk of doelgericht maken. Maar uit wetenschappelijk onderzoek 13 blijkt dat schaarste ook voor blinde vlekken zorgt en zelfs ons denkvermogen beperkt. Dit uit zich in:
Bewezen is dat mensen met schulden de lange termijn uit het oog verliezen. Onder psychische druk handelen zij vanuit korte termijn perspectief. Van belang is dat we dit proces (h)erkennen en er met ons beleid op inspelen. Het hebben van (problematische) schulden heeft dus bijvoorbeeld gevolgen voor de re-integratie naar werk. Het is belangrijk dat de gemeente in haar re-integratietrajecten rekening houdt met de aanwezigheid van een eventuele schuldenproblematiek. De samenwerkingspartners, zoals algemeen maatschappelijk werk, vrijwillige budgetondersteuning via Stichting Welzijn Lingewaard, maatschappelijke partners en gemeentelijk organisatie herkennen dit beeld. Vanuit deze herkenning ondersteunen zij inwoners..
Ervaringen vanuit het Lingewaards Lokaal Zorg Netwerk bevestigen sinds 2015 een afname van de meldingen van bijvoorbeeld huurachterstand 14 . Het is ook duidelijk dat financiële problemen en geldzorgen een ontwrichtende werking hebben op huishoudens. Partijen voeren samen meer regie op tijdige oplossingen na afstemming met inwoners.
De samenloop tussen schuldhulpverlening, Wmo en Jeugd levert soms problemen op.
Het gebruik van PGB’s in de zorg betekent meer financiële verantwoordelijkheid bij mensen. Een deel van de mensen kan deze financiële verantwoordelijkheid maar moeilijk dragen. Steeds vaker volgt een beroep op beschermingsbewind. Dit gebeurt omdat mensen beperkingen hebben waardoor ze hun financiën niet zelf kunnen beheren. Sinds 2014 is wetgeving op dit gebied aangevuld. Het hebben van schulden kan een reden zijn tot het opleggen van beschermingsbewind. Dit neemt toe. Mensen met een laag inkomen, kunnen in aanmerking komen voor bijzondere bijstand voor deze kosten. Dat zijn bijvoorbeeld de salariskosten van de bewindvoerder.
Onderzoek van Stimulansz (2014) laat zien dat steeds meer Nederlanders onder bewind worden gesteld. Deze trend duurt voort. Het beroep op de bijzondere bijstand voor de kosten, die hiermee samenhangen, neemt eveneens enorm toe. Uit het onderzoek van Stimulansz blijkt dat:
De ontwikkeling van de kosten bijzondere bijstand en beschermingsbewind is een autonome ontwikkeling, waar we moeilijk grip op krijgen. De rechtbank spreekt de noodzaak van beschermingsbewind uit en de bewindvoerder vraagt namens de inwoner bijzondere bijstand aan voor de kosten. Als iemand eenmaal onder beschermingsbewind is geplaatst, loopt dit veelal langdurig door. De Rechtbank kan een heronderzoek naar de noodzaak uitvoeren maar komt hier vanwege tijdgebrek nauwelijks aan toe. Voor de bewindvoerder ontbreekt een (financiële) prikkel om het beschermingsbewind ongedaan te laten maken bij de rechtbank als beschermingsbewind niet meer nodig is. Gemeenten willen de stijging van deze kosten indammen.
Helaas zijn verschillende experimenten van gemeenten door de rechter afgekeurd, waardoor dit tot nu toe niet lukt. Landelijk heeft dit onderwerp politieke aandacht, waardoor we maatregelen vanuit het rijk verwachten.
In dit hoofdstuk geven we de gemeentelijke visie en doel op het gebied van schuldhulpverlening weer.
Het bevorderen van participatie is een van de voornaamste opgaven in het sociale domein. Inwoners moeten kunnen meedoen aan het maatschappelijk verkeer. Het zelfstandig verkrijgen van inkomen door arbeid is de optimale vorm van participatie. Wij willen binnen dit beleidsveld aansluiten op de lokale uitgangspunten van het brede sociale beleidsplan. Dit plan richt zich op samenwerking, gebiedsgericht werken en preventie. Dit past volledig in de rijks visie van de drie decentralisaties (Participatie, jeugdzorg en WMO) door nog meer in te zetten op de eigen kracht en zelfredzaamheid van de inwoners van Lingwaard. Samenwerkingsafspraken regelen we binnen de privacy kaders van de AVG privacy verordening die per 25 mei 2018 van kracht wordt. 15
Financiële problemen zijn vaak een belemmering voor participatie. Het hoofddoel van schuldhulpverlening is het vergroten van maatschappelijke deelname en het voorkomen van maatschappelijke kosten door te streven naar financiële zelfredzaamheid van schuldenaren. Bij voorkeur streven we naar een schuldenvrije toekomst. Dit is niet voor iedereen haalbaar. Sommigen slagen hier op termijn pas in. Anderen helemaal niet, voor hen is stabilisatie van de huidige toestand het hoogst haalbare.
Met de integrale aanpak van de schuldhulpverlening stellen wij ons onderstaande subdoelen:
Gemeenten hebben de wettelijke taak om regie 16 te voeren op integrale schuldhulpverlening binnen hun gemeente. Dit betekent dat we bij schuldhulpverlening ook kijken naar problemen op andere leefgebieden. Dit vraagt een andere manier van werken van consulenten.
Veel schuldenaren hebben naast een financieel probleem ook andere problemen. Bij de aanmelding blijkt vaak dat er al contact is met algemeen maatschappelijk werk, Lokaal zorgnetwerk of het team Werk & Inkomen. Voor een duurzame oplossing van schulden moeten we ook de andere problemen, anders dan schulden, aanpakken om mensen perspectief te bieden. Betrokkene zelf zal zijn/haar bestedingsgedrag moeten aanpassen aan de eigen financiële mogelijkheden. Hierbij kan een vrijwilliger of een budgetcoach een rol spelen.
De rol van vrijwilligers is binnen schuldhulpverlening belangrijk en zal in de toekomst alleen nog maar belangrijker worden. Voor gemeenten is nu de opgave om de (veranderende) keten van integrale samenwerking, 17 zoals verwoord in ons sociaal beleidsvisie, te verankeren én de inzet van vrijwilligers vast te houden. De samenwerkingsrelatie is goed en biedt een goede basis voor de inzet van preventie afspraken. Ook de aandacht voor voldoende kennis, kunde en inlevingsvermogen om de situatie van de schuldenaar goed in te kunnen schatten moet blijven. De vrijwilliger moet ook kunnen omgaan met een (eventuele) belemmering in houding en gedrag van de schuldenaar of van de regelbaarheid van zijn schulden. Zowel de schuldenaar als de schuld dient regelbaar te zijn om het schuld hulpverleningsproces optimaal te laten verlopen. Als de schuldenaar of een schuldeiser (vaak de overheid! (CJIB 18 , belastingdienst)) niet of onvoldoende meewerkt, dan is een schuldhulpverleningstraject gedoemd te mislukken. Met deze samenwerkingsafspraken kunnen we goed aansluiten op de ontwikkelafspraken gebiedsgericht werken.
5.1 Speelveld integrale schuldhulpverlening
Contractpartij schuldhulpverlening
Binnen de integrale schuldhulpverlening zorgt de contractpartij als ketenpartner 19 voor het borgen van de primaire vaste lasten van de inwoner 20 . Veilig stellen van primaire levensbehoeften is cruciaal om schuldenhulpverlening een kans van slagen te geven. Als er sprake is van een bedreigende situatie (crisis) vindt binnen 48 uur het eerste gesprek plaats waarin we de hulpvraag vast stellen. Bij een indicatie van schuldregeling is de contractpartij intermediair tussen inwoners en zijn schuldeisers.
Binnen de zorgstructuur in Lingewaard werken de ketenpartners van schuldhulpverlening nauw samen. Wij hebben het dan onder meer over de volgende partners: Westerbeek, woningcorporaties, Lokaal zorgnetwerk, Algemeen maatschappelijk werk, Kredietbank Nederland, Stichting Welzijn Lingewaard (vrijwillige budgetbegeleiding), Voedselbank en team Werk & Inkomen.
Wanneer een inwoner niet kan terugvallen op zijn eigen netwerk, kan ondersteuning door een vrijwilliger zeer waardevol zijn. Deze ondersteuning kan een waardevolle rol spelen bij het vergroten van de zelfredzaamheid van deze inwoner In overleg met Stichting Welzijn Lingewaard stimuleren wij de inzet van vrijwilligers voor schulddienstverlening. De gemeente Lingewaard faciliteert de organisatie met professionele ondersteuning en training. Door de professionele ondersteuning kan de vrijwilliger zijn taak goed uitvoeren. Professionele ondersteuning zorgt tevens voor een goede afstemming tussen de professionals en de vrijwilligers binnen schuldhulpverlening.
Op het gebied van financiën kennen we vooral vrijwillige budget coaching, die ondersteuning geeft bij de thuisadministratie. Ook begeleiden ze mensen bij het krijgen van een overzicht in hun schuldensituatie voordat zij een schuldhulpverleningstraject ingaan. Hiernaast zijn er nog kerken en is er het Maatwerkfonds die mensen financieel helpen.
Bij een schuldregeling is de medewerking van de schuldeisers van essentieel belang. Dit zijn vaak ook maatschappelijke partners. Denk aan woningcorporaties maar ook leveranciers van primaire levensbehoeften (energie en water en zorgverzekering). Met woningbouwcorporaties Waardwonen en Woonstichting Gendt zijn werkafspraken gemaakt over hoe zij omgaan met mensen met een huurachterstand. Ook banken spelen een belangrijke rol. Zij behoren inwoners te accepteren die door de contractpartij schuldhulpverlening worden doorverwezen naar een reguliere bank. Bijvoorbeeld door het mogelijk te maken dat mensen met schulden een betaalrekening kunnen openen 21 . Door schuldeisers aan te spreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid kunnen de gemeenten hen motiveren om de samenwerking te intensiveren.
De contractpartij schuldhulpverlening bevordert de totstandkoming van schuldregelingen door als professionele intermediair tussen inwoner en schuldeisers op te treden. De contractpartij schuldhulpverlening werkt op basis van NEN 8048 22 en de gedragscodes NVVK 23 . Vanuit de NVVK worden initiatieven ontplooid om de grote, vaak landelijk werkende leveranciers (woningcorporaties, energie- en waterleveranciers en zorgverzekeraars) vanuit maatschappelijk verantwoord ondernemen te bewegen tot meer samenwerking. Dit heeft in de praktijk al geleid tot een groot aantal convenanten met alle energieleveranciers, Zorgverzekeraars Nederland, CJIB 24 , DUO 25 , CAK 26 maar ook bijvoorbeeld met Thuiswinkel.org. Doel van deze samenwerking is onder meer vroegtijdig signaleren van betalingsachterstanden zodat met gerichte acties escalatie wordt voorkomen.
Het bestaan van schulden in de sfeer van de primaire lasten blijkt vaak het topje van een ijsberg. Onder deze top schuilt veelal een aanzienlijke schuldenlast. Door het intensiveren van de samenwerking met -groepen-schuldeisers in een vroegtijdig stadium, signaleren we eerder betalingsachterstanden en kan de preventie effectiever worden. De Kredietbank Nederland en gemeente kunnen de schuldeisers motiveren om hun samenwerking te intensiveren door hen aan te spreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.
5.2 Proces schuldhulpverlening
Het technische proces van de schuldhulpverlening via een contractpartij (thans Westerbeek) start op het moment dat een inwoner een aanvraag doet voor toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening. Binnen maximaal 4 weken volgt de intake 27 , waarbij we ook een besluit nemen over toelating tot de schuldhulpverlening. Dit gebeurt in de vorm van een beschikking. De contractpartij mandateren we tot het nemen van deze besluiten en het afgeven van beschikkingen. De Wet dwangsom en beroep treedt bij niet tijdig beslissen in werking.
Als de aanvrager zijn aanvraag moet aanvullen met nadere gegevens en de aanvrager dit niet tijdig doet, stellen we de aanvraag conform de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling.
De volgende besluiten zijn vatbaar voor bezwaar (en later beroep):
Bezwaar en eventueel beroep mandateren we niet aan de contractpartij. De gemeente behandelt bezwaar- en beroepschriften 28 zelf.
|
||
(contractpartijen thans 29 Westerbeek en Zuidweg en partners). Zo nodig volgt uitwerking plan van aanpak integraal in samenwerking met Algemeen maatschappelijk werk en vrijwilligers Stichting Welzijn Lingewaard:
|
||
Contractpartners thans Westerbeek en Zuid weg en partners
|
Een belangrijk onderdeel van het streven naar hanteerbare schulden voor de schuldenaar is de ontwikkeling van de financiële zelfredzaamheid. We gaan er vanuit dat de meeste inwoners van Lingewaard hun financiële administratie, inkomen en uitgaven, zelf kunnen beheren. Bij mensen met financiële problemen is vaak administratieve ondersteuning nodig, ook in de fase dat men nog niet naar Westerbeek gaat.
Informatie of een administratieve ondersteuning bieden we aan via vrijwillig budget coaching Stichting Welzijn Lingewaard. Meerderjarige bewindstelling hoort ook bij dit aanbod.
Integrale schuldhulpverlening is het actief ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor zijn/haar financiële problemen. Maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die de oplossing van financiële problemen verhinderen.
Integrale schuldhulpverlening houdt in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat problematische schulden ontstaan.
Daarnaast zijn er momenten in het leven van mensen, die we aanduiden als zogenaamde ‘life events’. Dan valt te denken aan bijvoorbeeld een scheiding of een situatie waarin men werkloos raakt. Vooral op deze momenten kunnen mensen te maken krijgen met een verandering in hun inkomen en bijbehorende gevolgen daarvan. Dan is het zaak om aanpassingen door te voeren in het beschikbare budget om problemen te voorkomen. Vaak voeren mensen deze aanpassingen te laat of niet door, waardoor er later knelpunten ontstaan in het budget. Door deze mensen eerder te bereiken, voorkom je problemen. Hierbij is het belangrijk dat de verschillende organisaties van elkaar weten wat ze doen en welke acties zij (moeten) ondernemen. Als gemeente gaan we in het kader van preventie proactief op zoek naar mensen met een (financiële) hulpvraag, waarbij speciale aandacht uitgaat naar doelgroepen die extra risico lopen. Uit onderzoek 31 blijkt dat 75+, chronisch zieken en Wajongers 32 groepen zijn met een verhoogd risico op (problematische) schulden. Door hier op tijd aandacht aan te geven of indien nodig ondersteuning te bieden, kunnen we problematische schulden en schuldhulpverleningstrajecten voorkomen.
De schuldhulpfase is vooral een technische fase. De contractpartij (thans Westerbeek) voor reguliere schuldhulpverlening of Zuidweg en partners voor zelfstandigen) werkt conform de gedragscodes van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK). In bijlage 3 en 4 geven we schematisch het proces van schuldhulpverlening weer.
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening kent de verplichting tot nazorg. De contractpartijen verlenen de nazorg. De nazorg bestaat uit een contactmoment binnen drie maanden na beëindiging van een veelal driejarig schuldhulpverleningstraject 33 . Tijdens het contactmoment vragen zij door over hoe de financiën geregeld zijn en of er ondersteuning nodig is. Dit wil overigens niet zeggen dat er gedurende het schuldhulpverleningstraject niets gebeurt. De contractpartijen helpen gedurende het schuldhulpverleningsproces stapsgewijs van budgetbeheer over te gaan naar beheer van de eigen financiën. Naast de contractpartijen is in het nazorgtraject ook een belangrijke rol weggelegd voor de vrijwilligers van Stichting Welzijn Lingewaard. Zij kunnen, als dit na het schuldhulpverleningstraject nog nodig is, ondersteuning bieden met de financiële administratie.
HOOFDSTUK 6 NIEUW -PREVENTIE- BELEID 2018-2022
Dit hoofdstuk gaat in op de nieuwe initiatieven op het gebied van “preventie” tijdens het schuldhulpverleningstraject (“schuldhulpfase” tot “nazorg”). Het bewezen gemeentelijke schuldhulpverleningsbeleid uit het vorige hoofdstuk continueren we, waarbij er ruimte is voor nieuwe initiatieven.
Het huidige schuldhulpverleningsbeleid is gecheckt via een QuickScan van Stimulansz 34 als onderlegger van dit beleidsdocument.
Nieuw – Preventie- beleid 2018-2022
Het nieuwe beleid clusteren we in 3 fases: preventie, schuldhulpfase en nazorg.
De opsomming van nieuwe activiteiten per fase limiteren we niet.
Mochten er goede initiatieven ontstaan, dan onderzoeken we de uitvoeringsmogelijkheden. Als een initiatief niet of niet voldoende werkt, stoppen we ermee.
Deze paragraaf beschrijft de nieuwe initiatieven op het gebied van preventie. Door middel van preventieactiviteiten beoogt de gemeente het beroep op schuldhulpverlening of een “zwaardere” vorm van schuldhulpverlening te verminderen. Preventiebeleid ontwikkelen we de komende jaren op verschillende manieren door:
|
||
Verbeteren informatie om schulden te voorkomen op plaatsen waar inwoners hulp kunnen vragen. |
|
|
||
Vroegtijdige signalering van financiële problemen of schulden. Hiermee voorkom je tijdig dat de problemen verergeren. |
|
|
||
helpt mensen bij het krijgen van inzicht in financiën, bewustwording van gedrag en het verkrijgen van vaardigheden. helpt mensen inzicht krijgen in inkomsten en uitgaven, het ordenen en bijhouden van een overzichtelijke administratie, het maken van een maand- of jaarbegroting en kennis optiesomverhogen en/of verlaging uitgaven. |
Contracten Algemeen maatschappelijk werk en Stichting Welzijn Lingewaard voorzien in afspraken om niveau hulp op peil te houden. Deze hulp is gratis toegankelijk. Behoefte budgetcursussen. 36 opnieuw beoordelen. |
|
||
De gemeente Lingewaard ontplooit samen met partners meer voorlichtingsactiviteiten.
|
|
Deze paragraaf beschrijft de nieuwe initiatieven tijdens de schuldhulpfase. Van de schuldenaar mag net zoals van de gemeente worden verwacht dat ieder tijdens de schuldhulpfase zijn/haar verantwoordelijkheid neemt.
Stimuleren integrale afstemming binnen sociaal domein om financiële zelfredzaamheid te verduurzamen |
ICT systeem door ontwikkelen gericht op afstemming integrale traject afspraken binnen teams sociaal domein breed. Deze integrale hulp gericht duurzame zelfredzaamheid inwoners versterken we door gebiedsgericht te werken en hulp integraal af te stemmen. De gemeente heeft zowel een taak om uitkeringsgerechtigden te re-integreren naar werk als mensen met (problematische) schulden te ondersteunen. Het is bekend dat het hebben van schulden uitkeringsgerechtigden belemmert bij hun re-integratie naar werk. Anderzijds verwachten we van een schuldenaar dat hij/zij naar vermogen actief meewerkt aan het genereren van meer inkomsten om de aflossingscapaciteit te vergroten. Het college kan de schuldhulpverlening beëindigen of weigeren als betrokkene niet of onvoldoende meewerkt aan een traject om zijn/haar inkomenssituatie en aflossingscapaciteit te verbeteren. De Rechtbank hanteert overigens bij WSNP 40 trajecten ook het standpunt dat de schuldenaar zich moet inzetten om zijn/haar inkomen c.q. aflossingscapaciteit te verhogen. |
Deze paragraaf beschrijft de nieuwe initiatieven op het gebied van nazorg.
Door middel van nazorg beoogt de gemeente een hernieuwd beroep op schuldhulpverlening te verminderen.
Nazorg is een belangrijk aspect na afloop van het schuldhulpverleningstraject. Uit onderzoek 41 blijkt, dat 4 jaar na beëindiging van een schuldhulpregeling, 9% tot 15% van de deelnemers een of meerdere kredieten heeft afgesloten. Om terugval te voorkomen zetten we preventieactiviteiten in zoals opgenomen in de paragraaf preventie (6.1).
HOOFDSTUK 7 FINANCIEN RESULTATEN EN PLANNING
In dit hoofdstuk staat de begroting gedurende de duur van dit plan weergegeven. Daarnaast vermelden we de planningswijze van de uitvoering van dit plan.
Uitgaven Schuldhulpverlening contract partij Westerbeek
Uitgaven beschermingsbewind bijzondere bijstand
Uitgaven Stichting welzijn Lingewaard
Reguliere schuldhulpverlening is een doorlopende actie.
Na vaststelling van dit plan door het college volgt uitwerking van deze acties. Waar mogelijk doen we dit met belanghebbenden volgens de “Nieuwe route”. 42
Een samenvatting van dit beleid verwerken we in een infographic 43
Bijlage 1: Lokale cijfers 44
Rijnstad/algemeen maatschappelijk werk
Bijlage 2: Beleidsregels tot toelating tot schuldhulpverlening 45
Grondslag: artikel 2 en 3 Wet gemeentelijk schuldhulpverlening inwerkingtreding per 1 juli 2012.
In deze regeling wordt verstaan onder:
schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;
Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Alle inwoners van de gemeente Lingewaard van 18 jaar en ouder, met uitzondering van zelfstandig ondernemers, kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.
Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening
Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. De aanvraag wordt getoetst aan de uitgangspunten zoals neergelegd in het beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2016. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.
Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.
Artikel 5 Weigeren - beëindigen - hersteltermijn
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:
Artikel 7 Recidive – hernieuwde aanvraag
Artikel 8 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1juli 2012 en wordt aangehaald als de “Beleidsregels Schuldhulpverlening Lingewaard”.
Toelichting op: Toelating, recidive en het opleggen van verplichtingen inzake schuldhulpverlening
Op 7 juni 2012 heeft de gemeenteraad het beleidsplan “Schuldhulpverlening, beleid 2012-2016” vastgesteld. In dit beleidsplan is visie en uitgangspunten van de gemeente Lingewaard neergelegd op het terrein van schuldhulpverlening. In het verlengde van de visie is in het beleidsplan een aantal acties geformuleerd ter bereiking van missie en visie.
Deze regeling is gebaseerd op de actie uit het beleidsplan te weten: het opstellen van regels m.b.t. toelating en recidive en het stellen van voorwaarden. Achterliggende gedachte is dat Lingewaard behoefte heeft aan heldere spelregels: de burger weet wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden en de gemeente op haar beurt weet welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen.
Hierbij speelt mee dat de gemeentelijke schuldhulpverleningspraktijk vanaf het moment dat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking treedt te weten 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) komt te vallen. Op dat moment is het dus van belang om regels m.b.t. toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp in een juridisch vat te hebben gegoten.
Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van het wetsvoorstel Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Conform de visie zoals neergelegd in het beleidsplan 2012-2016 staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van Lingewaard van 18 jaar en ouder. Voor zelfstandigen is er een afzonderlijke maatwerk aanbod via de afdeling BBZ gemeente Arnhem.
Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening
In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt middels dit lid, evenals lid 2, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening selectief en gericht ingezet dient te worden. Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een onregelbare verzoeker, kan een aanvraag worden geweigerd.
Lid 2:Dit artikel toont de kern van schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. In lid 2 van dit artikel worden 4 factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt:
Het is niet uitgesloten dat de schuldhulpverlening nieuwe stijl in de praktijk verdere uitwerking van deze regels verlangt. Tot dit moment zal op basis van het maatwerkprincipe zoals neergelegd in dit artikel in combinatie met algemene beginselen van behoorlijk bestuur, besluitvorming plaatsvinden.
Artikel 4. Verplichtingen en gevolgen schending daarvan
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlening (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.
Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.
Artikel 5. Weigeren - beëindigen - hersteltermijn
Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.
Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt een eenmalige hersteltermijn voldoende geacht.
Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat sowieso de werking van artikel 5 onaangetast.
Van de 7 gronden zoals benoemd, verdienen de gronden onder f. en g. bijzondere aandacht gelet op de visie zoals neergelegd in het beleidsplan schuldhulpverlening. Daar waar Lingewaard wil staan voor een selectieve en gerichte toepassing van schuldhulpverlening, kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar. Zie in dat licht ook een duidelijk link met artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels. Wij streven hierbij naar een “warme” overdracht aan hulpverleners en gemeenten om bij te dragen aan een goede afronding van het hulpverleningstraject.
Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag
Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten / contacten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld.
Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Dit artikel gaat evenwel niet alleen over eigen verantwoordelijkheid..
Bij het gebruik van artikel 7 en dus de vraag wanneer welk type hulpverlening wordt geweigerd, is het van belang om de in artikel 7 genoemde begrippen / producten goed te onderscheiden.
Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening c.q. de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.
De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 7 indien nodig (ingevolge artikel 8: de hardheidsclausule). Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in artikel 7.
Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) c.q. onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.
De beleidsregels treden in werking na de bekendmaking in het Gemeentenieuws per 1 juli 2012.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-150004.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.