Wijziging Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015

Op 7 juni 2018 heeft onze gemeenteraad de Gewijzigde Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2018 vastgesteld.

 

In de gewijzigde verordening is de verplichting tot het realiseren van beschutte werkplekken opgenomen en zijn regels gesteld voor onder meer het instellen van wachtlijsten en proefplaatsingen.

 

De datum van inwerkingtreding staat in de regeling genoemd.

U kunt de gehele regeling vinden op www.overheid.nl onder lokale wet- en regelgeving. Daarnaast ligt de regeling ter inzage tijdens de openingstijden van het gemeentehuis en ontvangt u op verzoek een afschrift.

 

De raad van de gemeente Waterland,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 april 2018;

 

overwegende dat het wenselijk is om te komen tot een wijziging van de Re-integratieverordening gemeente Waterland 2015 in verband met de verplichte taakstelling beschut werk;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 8a eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, tweede lid, en 10b, vijfde en zevende lid van de Participatiewet,

 

 

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015.

Artikel I  

A

 

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De onderdelen b tot en met g worden geletterd c tot en met h.

  • 2.

    Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

    • b.

      beschut werk: werk in een beschutte omgeving en onder aangepaste omstandigheden als bedoeld in artikel 10b van de Participatiewet;

  • 3.

    De onderdelen h (oud) en i (oud) worden geletterd i en j.

  • 4.

    Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

    • h.

      proefplaatsing: het tijdelijk verrichten van reguliere werkzaamheden met behoud van uitkering en mogelijke inzet van jobcoaching.

 

B

 

Artikel 7 a komt te luiden:

Artikel 7a. Participatievoorziening beschut werk

  • 1.

    Het college biedt de voorziening beschut werk aan een persoon aan van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en deze persoon:

    • a.

      behoort tot de doelgroep, of

    • b.

      een persoon is aan wie het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een uitkering verstrekt, of

    • c.

      een persoon is aan wie een werkgever als eigen risicodrager een uitkering verstrekt.

  • 2.

    Ter uitvoering van de taak genoemd in het vorige lid kan het college naast het zelf, al dan niet via een gemeentelijke uitvoeringsorganisatie, bieden van een dienstbetrekking, ook werkgevers in staat stellen een dienstbetrekking aan te gaan waarbij de betrokkene in een beschutte omgeving en onder aangepaste omstandigheden werkzaamheden verricht.

  • 3.

    Het college kan een werkgever, op diens aanvraag, subsidie verlenen voor extra organisatiekosten, zoals werkplekaanpassingen en persoonlijke voorzieningen of andere voorzieningen die verband houden met de dienstbetrekking in het kader van beschut werk.

  • 4.

    Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van de subsidie genoemd in het derde lid.

  • 5.

    Wanneer het college voornemens is de beschut voorziening aan te bieden, maakt het college uit de doelgroep een voorselectie. Het college kan met behulp van een screening en/ of verdiepende diagnose beoordelen of een persoon uit de doelgroep uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden kan werken.

  • 6.

    Bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen wordt advies ingewonnen of de persoon uitsluitend mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden.

  • 7.

    Om de in artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken kan het college onder andere de volgende ondersteunende voorzieningen inzetten:

    • a.

      loonkostensubsidie op grond van artikel 10d, van de Participatiewet;

    • b.

      fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving;

    • c.

      uitsplitsing van taken of aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur of vervoersvoorzieningen.

  • 8.

    Bij het aantal voorzieningen beschut werk neemt het college artikel 10b, vierde lid, van de wet in acht, waarin op basis van een landelijke raming jaarlijkse aantallen voor beschut werk worden vastgelegd in een ministeriële regeling. Bovenop het aantal geraamde beschut werkplekken realiseert het college geen extra dienstbetrekkingen beschut werk.

  • 9.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid krijgt een persoon van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en die nog niet in aanmerking is gekomen voor een beschut werkplek omdat het aantal geraamde beschut werkplekken in één jaar al is gerealiseerd, in beginsel voorrang op personen van wie later is vastgesteld dat zij alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.

  • 10.

    Voor zover nodig biedt het college passende ondersteuning aan tot aan het moment dat de dienstbetrekking aanvangt. Het kan hierbij gaan om:

    • a.

      participatieplekken in samenhang met (arbeidsmatige) dagbesteding en participatie, al dan niet op basis van een WMO indicatie;

    • b.

      andere voorzieningen genoemd in deze verordening.

 

C

 

Voor de tekst van artikel 10 wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Het college stelt nadere regels over de voorwaarden, aard, inhoud en omvang, de bedragen en de

verplichtingen die aan de jobcoaching worden verbonden.

 

D

 

In artikel 11, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. meeneembare voorzieningen.

 

E

 

Artikel 13 komt te luiden:

 

Artikel 13. Proefplaatsing

  • 1.

    De voorwaarde voor een proefplaatsing is dat de werkgever de intentie heeft de kandidaat, bij goed functioneren, na afloop van de proefplaatsing een arbeidsovereenkomst van minimaal 6 maanden aan te bieden zonder proeftijdbeding.

  • 2.

    De proefplaatsing kan worden ingezet om een persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, gedurende in beginsel maximaal drie maanden, bij een werkgever onbeloonde werkzaamheden te laten verrichten met het oog op een reële vaststelling van de loonwaarde.

  • 3.

    De maximale duur van de proefplaatsing is 3 maanden.

  • 4.

    Er kunnen bijzondere omstandigheden zijn waardoor iemand meer tijd nodig heeft om te laten zien dat hij geschikt is voor het werk, zoals de ernst van een ziekte of beperking en/of de complexiteit van het werk / het wennen aan werk. In dit geval bedraagt de proefplaatsing maximaal 6 maanden. Hiervan kan sprake zijn in het geval van specifieke beperkingen bij het plaatsen op een beschutte werkplek.

Artikel II  

Deze wijzigingsverordening treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland,

gehouden op 7 juni 2018.

De raad voornoemd,

drs. E.G.H. Dijk MPM

griffier

L.M.B.C. Kroon

voorzitter

Naar boven