Beleidsregel van burgemeester en wethouders van Heerlen houdende regels met betrekking tot beschut werk Participatiewet. (Beleidsregel Beschut Werk Participatiewet gemeente Heerlen 2018)

Burgemeester en wethouders van gemeente Heerlen

- Gelet op het bepaalde in artikel 10b van de Participatiewet, en

- in aanmerking nemende het bepaalde in artikel 3, vierde lid van de Participatieverordening 2015 Gemeente Heerlen

 

b e s l u i t e n:

 

vast te stellen de beleidsregel Beschut werk Participatiewet gemeente Heerlen 2018

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a. de wet: de Participatiewet, de Ioaw en Ioaz;

b. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen;

c. belanghebbende: de persoon die mogelijk behoort tot de doelgroep beschut werk zoals bedoeld in artikel 2;

d. de geïndiceerde: de persoon met een indicatie Beschut Werk;

e. beschut werk: het werken in een beschutte werkomgeving binnen de kaders van de artikel 10b, eerste lid van de Participatiewet;

f. advies: het advies zoals bedoeld in artikel 10, tweede lid van de Participatiewet.

 

Artikel 2. Doelgroep Beschut werk

Personen die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig hebben, dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze personen in dienst neemt, ook niet met extra door het college of het UWV geboden voorzieningen.

 

Artikel 3. Advisering door UWV

Op grond van artikel 10b, tweede lid van de wet kan de belanghebbende of het college het UWV verzoeken om te adviseren of de belanghebbende uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft.

 

Artikel 4. Besluit indicatie Beschut werk

1. Het college besluit binnen 8 weken na ontvangst van het advies of de belanghebbende uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft. Alleen indien sprake is van een ondeugdelijke totstandkoming van het advies kan het college besluiten om af te wijken van dat advies.

2. Mocht het advies in dat geval onvoldoende blijken om een zorgvuldig besluit als bedoeld in het eerste lid te nemen, kan het college het UWV om een nadere toelichting/uitleg vragen. Het college geeft in dit geval toepassing aan het bepaalde in artikel 4:14, derde lid, Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 5. Voorschakeltraject Beschut werk

1. Aan de geïndiceerde kan een voorschakeltraject worden ingezet van maximaal een half jaar met als doel het arbeidsvermogen en de daarmee samenhangende loonwaarde goed in kaart te brengen.

2. Het college stelt in het kader van het voorschakeltraject Beschut werk het volgende vast:

a. dat geïndiceerde in aanmerking komt voor een voorschakeltraject,

b. onder welke voorwaarden geïndiceerde het voorschakeltraject zal doorlopen,

c. welke activiteiten in dat kader worden ingezet,

d. de duur van het voorschakeltraject, en

e. het individuele plan van aanpak in het kader van het schakeltraject.

3. Het voorschakeltraject vormt een nadere uitwerking van de voorzieningen, zoals neergelegd in artikel 3, vierde lid van de Participatieverordening 2015 gemeente Heerlen.

4. Indien van toepassing, wordt het voorschakeltraject uitgevoerd met behoud van recht op algemene bijstand op grond van de wet.

5. Mocht tijdens het voorschakeltraject blijken dat een belanghebbende niet meer tot de doelgroep van beschut werk behoort, dan vraagt het college een advies bij het UWV aan.

6. Indien uit het advies zoals bedoeld in het vorige lid blijkt dat de belanghebbende niet meer tot de doelgroep beschut werk behoort, vervalt de indicatie beschut werk.

7. Indien de indicatie beschut werk van een belanghebbende vervalt, beziet het college welke andere participatiemogelijkheden voor deze bestaan.

8. Strekt het advies zoals bedoeld in lid 7 tot toekenning van de indicatie beschut werk,, wordt het voorschakeltraject voortgezet waarbij wordt onderzocht welke nadere voorzieningen in dat kader nodig zouden kunnen zijn.

 

Artikel 6. Dienstbetrekking Beschut werk

1. Het college kent een loonkostensubsidie in het kader dienstbetrekking Beschut werk toe, indien:

a. de geïndiceerde het voorschakeltraject (indien van toepassing) heeft doorlopen,

b. het college vaststelt dat de geïndiceerde tot de doelgroep beschut werk behoort;

c. de loonwaarde van de geïndiceerde tenminste 30% is,

d. een geschikte werkplek beschut werk is gevonden,

e. het dienstverband zodanig is dat een geïndiceerde niet langer uitkeringsafhankelijk is;

f. de geïndiceerde geen Wajong-uitkering van het UWV ontvangt.

g. het college legt in de beschikking loonkostensubsidie de toekenningsvoorwaarden, de omvang van de dienstbetrekking en de mate en wijze van persoonlijke ondersteuning vast.

2. Voor de vaststelling van de loonwaarde en loonkostensubsidie gelden de bepalingen van de beleidsregels loonkostensubsidie Participatiewet 2015.

3. Voor de vaststelling van de aard en omvang van de inzet van persoonlijke ondersteuning gelden de bepalingen van de beleidsregel re-integratie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015.

4. Indien de geïndiceerde gedurende de dienstbetrekking beschut werk arbeidsongeschikt wordt, geldt de no risk polis. De werkgever is verantwoordelijk voor de re-integratie op grond van de wet verbetering poortwachter.

5. Indien een belanghebbende niet meer tot de doelgroep Beschut werk behoort, kan het college de aangeboden voorzieningen beëindigen.

 

Artikel 7. Aantal dienstbetrekkingen Beschut werk

Indien het college heeft voldaan aan het aantal tenminste te realiseren dienstbetrekkingen beschut werk zoals vastgelegd in de ministeriele regeling, zal voor nieuwe indicaties beschut werk een wachtlijst gelden.

 

Artikel 8. Afwijkingsbevoegdheid

Het college kan in gevallen die zich daartoe lenen gebruik maken van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 juli 2018.

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Beschut Werk Participatiewet gemeente Heerlen 2018.

 

 

Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Heerlen van 19 juni 2018.

de wnd. burgemeester,

E.G.M. Roemer

de secretaris a.i.,

M.L. Wilke

Naar boven