Verordening maatschappelijk ondersteuning Rijssen-Holten 2018

De raad van de gemeente Rijssen-Holten

overwegingen:

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14

november 2017;

Gezien de behandeling in de commissie Maatschappelijke Dienstverlening van 27 november 2017;

 

besluit: conform

1. Kennis te nemen van bijgevoegd beleidskader;

2. Op basis van bijgevoegde memo, te kiezen voor bekostigingsscenario één, zijnde een vaste maandelijkse eigen bijdrage van €25,- per maand voor de doelgroepen Wmo en Jeugd(hulp);

3. De verordeningen Wmo en Jeugdhulp 2018 dientengevolge gewijzigd vast te stellen.

Artikel 9. Voorwaarden en weigeringsgronden maatwerkvoorziening

4. Voor vervoer is er naast eigen oplossingen en algemeen gebruikelijke voorzieningen zoals het openbaar vervoer een algemene voorziening. Indien deze algemene voorziening niet toereikend is wordt een maatwerkvoorziening verstrekt.

Artikel 12. Regels voor pgb

  • 1.

    Het college verstrekt een pgb in overeenstemming met artikel 2.3.6 van de wet.

  • 2.

    Onverminderd artikel 2.3.6, tweede en vijfde lid, van de wet verstrekt het college geen pgb voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan de indiening van de aanvraag heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of de ingekochte voorziening noodzakelijk was.

  • 3.

    De hoogte van een pgb wordt bepaald aan de hand van een tot het maximum van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura en is toereikend voor de aanschaf daarvan, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering. De hoogte van een pgb voor huishoudelijke ondersteuning wordt berekend aan de hand van de tarieven voor zorg in natura. Door middel van een vast afslagpercentage wordt het definitieve pgb-tarief bepaald.

  • 4.

    De aanwending van een pgb dient door de cliënt binnen zes maanden na toekenning te worden aangevangen ten behoeve van het resultaat waarvoor het is verstrekt.

  • 5.

    5.Het college stelt nadere regels ten aanzien van de berekeningswijze van pgb’s. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van zorg en ondersteuning en, voor zover van toepassing, in ieder geval in verband met de te bieden deskundigheid, of het vereiste opleidingsniveau, of dat er gewerkt wordt volgens toepasselijke professionele of kwaliteitsstandaarden.

  • 6.

    Een cliënt aan wie een pgb wordt verstrekt, kan diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen onder de volgende voorwaarden betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk als:

    • a.

      deze persoon hiervoor een tarief hanteert dat niet hoger is dan het op grond van het derde en vierde lid gehanteerde tarief en

    • b.

      tussenpersonen of belangenbehartigers niet uit het pgb worden betaald.

  • 7.

    Indien een cliënt vóór 1 januari 2018 gebruik maakt van de Pgb-alfa constructie, dan heeft hij/zij daartoe de mogelijkheid onder dezelfde voorwaarden zoals die van toepassing waren vóór 1 januari 2018.

Artikel 17. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering

  • 2.

    Onverminderd artikel 2.3.10 van de wet kan het college een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:

    • a.

      de cliënt onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

    • b.

      de cliënt niet langer op de maatwerkvoorziening is aangewezen;

    • c.

      de maatwerkvoorziening niet meer toereikend is te achten;

    • d.

      de cliënt niet voldoet aan de aan de maatwerkvoorziening verbonden voorwaarden, of

    • e.

      de cliënt de maatwerkvoorziening niet of voor een ander doel gebruikt.

    • f.

      de cliënt langer dan 4 weken verblijft in een instelling als bedoeld in de Wet langdurige zorg of de Zorgverzekeringswet;

Artikel 17a. Opschorting betaling uit het pgb

  • 1.

    Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de wet.

  • 2.

    Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor de duur van de opname als sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 15, derde lid, onder d.

  • 3.

    Het college stelt de pgb-houder schriftelijk op de hoogte van het verzoek op grond van het eerste en tweede lid.]

Artikel 20. Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden

  • 4.

    De volgende tarieven worden gehanteerd:

a. het resultaatbudget voor de algemene voorziening huishoudelijke ondersteuning bedraagt € 190,00 per 4 weken;

b. het tarief voor de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning bedraagt maximaal € 25,00 per uur;

c. het tarief voor Zelfstandig leven 1 bedraagt € 45,00 per uur;

d. het tarief voor Zelfstandig leven 2 bedraagt € 60,00 per uur;

e. het tarief voor Maatschappelijke Deelname niveau 1 bedraagt € 30,00 per dagdeel;

f. het tarief voor Maatschappelijke Deelname niveau 2 bedraagt € 40,00 per dagdeel;

g. het tarief voor Kortdurend Verblijf bedraagt € 65,00 per etmaal;

h. het tarief voor Vervoer Volwassenen Rolstoel bedraagt in ieder geval € 19,00 per etmaal;

i. het tarief voor Vervoer Volwassenen Overig bedraagt in ieder geval € 8,00 per etmaal;

Artikel 24. Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen voor vervoer

  • 1.

    De eigen bijdrage voor de algemene voorziening vervoer is gelijk aan de kostprijs en bedraagt een jaarlijks vast te stellen bedrag per kilometer;

  • 2.

    Cliënten die tot de doelgroep behoren kunnen in aanmerking komen voor een korting op de bijdrage voor de algemene voorziening voor vervoer. Hierbij wordt een doelgroep onderscheiden die korting krijgt voor het gebruik van de algemene voorziening als geheel en een doelgroep die korting krijgt voor de algemene voorziening buiten de gemeentegrenzen.

  • 3.

    Iemand behoort tot de doelgroep voor een korting op de algemene voorziening als geheel wanneer deze:

    • Inwoner van Rijssen-Holten is of gezaghebbende ouders woonachtig in Rijssen-Holten heeft;

    • Geen WLZ-indicatie heeft;

    • Geen 200 meter kan lopen naar de dichtstbijzijnde bushalte, of niet (zelfstandig) kan wachten op de bus bij de bushalte, of niet zelfstandig kan reizen en dit ook niet kan leren, omdat er sprake is van lichamelijke en/of psychische en/of psychosociale problemen en daarom dus geen gebruik maken van openbaar vervoer.

    • Geen huisgenoten dan wel sociaal netwerk heeft die in redelijkheid het vervoer kunnen organiseren dan wel uitvoeren.

  • 4.

    Iemand behoort tot de doelgroep voor een korting op de algemene voorziening buiten de gemeentegrenzen wanneer deze:

    • Inwoner van Rijssen-Holten is of gezaghebbende ouders woonachtig in Rijssen-Holten heeft;

    • Geen WLZ-indicatie heeft;

    • Buiten de gemeentegrenzen niet met het Openbaar Vervoer kan reizen omdat dit niet afdoende aanwezig is om de bestemming te bereiken of de loopafstand tot de bestemming meer dan 800 meter bedraagt.

    • Geen huisgenoten dan wel sociaal netwerk heeft die in redelijkheid het vervoer kunnen organiseren dan wel uitvoeren.

  • 5.

    De hoogte van de korting voor inwoners die tot de doelgroep behoren zoals bedoeld in lid 4 bedraagt de volledige kosten voor zover die hoger zijn dan €25,- per kalendermaand.

  • 6.

    Een cliënt die tot de doelgroep behoort zoals bedoeld in lid 3 en 4 is, gelet op lid 5, een bijdrage in de vorm van een vaste eigen bekostiging verschuldigd voor vervoer van € 25,00 per kalendermaand.

Besluit genomen in de vergadering van de raad van Rijssen-Holten op 14 december 2017.

G.H. Veerman, A.C. Hofland

Griffier, Voorzitter

Naar boven