Gemeenteblad van Breda
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2018, 144769 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2018, 144769 | Overige besluiten van algemene strekking |
Jaarverslag Toezicht en Handhaving Breda 2017
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij op 15 mei 2018het Jaarverslag Toezicht en Handhaving Breda 2017 hebben vastgesteld.
Het jaarverslag wordt van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking.
Tegen het besluit tot vaststelling van het jaarverslag is geen bezwaar of beroep mogelijk.
2017 was een intensief jaar op het gebied van toezicht en handhaving in Breda. Op verschillende thema’s hebben we de zichtbaarheid van toezicht en handhaving vergroot. Het wijkgericht werken van onze bijzonder opsporingsambtenaren (BOA’s) laat positieve resultaten zien. Verder hebben we geïnvesteerd in kennis en kunde op verschillende gebieden, zoals handhaving op het water, handhaving van de ‘groene’ wetten en de toe te passen bouwregelgeving voor de overlast in de bestaande stad. Zo bewegen we mee met de ontwikkelingen in Breda.
Daarnaast is toezicht en handhaving ook afhankelijk van de actualiteit. In 2017 leidde dit tot een aangepaste inzet van onze capaciteit op verschillende thema’s. Bij de uitwerking van deze onderwerpen in hoofdstuk 4 gaan we daar dieper op in.
Afgelopen jaar hebben de domeinen binnen de gemeente Breda vorm gekregen. Dankzij deze herinrichting kunnen teams en afdelingen elkaar beter vinden voor samenwerking. De domeinen zijn zo veel mogelijk ingericht op raakvlakken in elkaars werk. De toezichts- en handhavingstaken van de gemeente zijn ondergebracht in verschillende afdelingen binnen de gemeente Breda. Ondanks deze verdeling houden we verbinding met elkaar door het benoemen van gezamenlijke acties en doelstellingen. Zo houden we de positieve opbrengsten vast van de gecentraliseerde handhaving zoals we die eerder hanteerden. We hebben oog en oor voor elkaars taakvelden.
De Wet private kwaliteitsborging is afgelopen jaar teruggenomen na de behandeling in de Eerste Kamer. Ook de Omgevingswet is uitgesteld. Dit veroorzaakt onduidelijkheid voor toezicht en handhaving op de nieuw te bouwen bouwwerken binnen de gebouwde omgeving. Het zorgt er bovendien voor dat we niet gericht kunnen investeren in kennis en kunde op deze terreinen. We zijn in 2017 wel meer in lijn gaan werken met de gedachte van de Omgevingswet.
In 2017 hebben we onze samenwerking met de politie verder versterkt. We werken intensiever samen en onze extra inzet op het thema ‘ondermijning’ (het verstoren van de georganiseerde criminele industrie) is zichtbaar in de resultaten. Ook de samenwerking met Buurtpreventie Breda heeft meer vorm gekregen, wat duidelijk zichtbaar wordt in 2018.
Al met al was 2017 een jaar waarin we de positieve lijn vanuit 2015 en 2016 verder hebben voortgezet. Samen met de stad en onze ketenpartners zorgen we ervoor dat alle Bredanaars en alle bezoekers van Breda zich veilig en prettig voelen in onze stad.
Met het instrument toezicht en handhaving willen we een wezenlijke bijdrage leveren aan Breda als leefbare en veilige stad. Daarbij staat niet de controle voorop, maar het uiteindelijke effect daarvan op de leefomgeving.
2.1 Afwijkingen van het Programma 2017
Jaarlijks stelt de gemeente Breda een programma Toezicht en Handhaving op, dat wordt uitgevoerd en geëvalueerd. Dit jaarverslag laat de speerpunten en resultaten van het Programma 2017 zien, waarbij we vooral ingaan op de zaken die afwijken van wat we gepland en geraamd hadden.
Een aantal projecten die in 2017 planmatig zijn gestart, worden uitgevoerd in 2018, waaronder:
In het jaar 2017 is de beschikbare capaciteit optimaal ingezet voor de taakvelden die het belangrijkst zijn voor Breda. Daarbij hebben we vrijwel alle doelen voor 2017 cijfermatig gerealiseerd. Daar waar we minder hebben uitgevoerd dan begroot, is de prioriteit (zeer) laag. Daar waar we meer hebben uitgevoerd dan begroot, is de prioriteit (zeer) hoog.
In 2017 hebben we verschillende samenwerkingsverbanden geïntensiveerd. Mede daardoor zijn toezicht en handhaving zichtbaarder geworden. Zo hebben we de criminaliteit, de vervuiling en het foutparkeren op Hazeldonk aangepakt in samenwerking met de politie. Daarnaast hebben we afspraken gemaakt met de politie en het waterschap over het handhaven van de gedragsregels op het water. Verder werken we nauw samen met Staatsbosbeheer om illegale kap in het buitengebied te voorkomen.
2.4 Breda voldoet aan de kwaliteitscriteria
In 2016 voldeed de gemeente Breda nog niet volledig aan de Brabantbrede Verordening en de kwaliteitscriteria 2.1. Daarop hebben we diverse verbeteracties ingezet. En met succes: de meting over 2017 laat zien dat de gemeente Breda voldoet aan alle vereiste kwaliteitsniveaus.
2.5 Waarderingscijfer van onze stakeholders
In eerdere jaarverslagen hebben we steeds de waarderingscijfers vanuit onze stakeholders (waaronder de wijkraden) meegenomen. Dit jaar hebben wij hen opnieuw gevraagd om een waarderingscijfer te geven, maar de respons was te laag voor een representatief beeld. We onderzoeken daarom de mogelijkheden om onze stakeholders in 2018 actiever te betrekken bij het volgende jaarverslag, om zo de respons te vergroten. Mogelijk kunnen we aansluiting zoeken bij het klanttevredenheidsonderzoek dat in 2018 plaatsvindt. Daarnaast leggen wij contact met de spelers in de wijkgerichte aanpak om onze stakeholderslijst te actualiseren.
3 UITGANGSPUNTEN PROGRAMMA 2017
In het Programma 2017 hebben we de verschillende taakvelden voor de duidelijkheid op thema ingedeeld, in plaats van op wetgeving. Deze indeling is opgenomen in bijlage 1. Alle taakvelden zijn op een bepaalde manier geprioriteerd. Een toelichting daarop is te vinden in bijlage 2.
De buurten in Breda hebben te maken met verschillende, specifieke soorten overlast in de openbare ruimte. Dat bleek uit de gemeentelijke beleidsmonitor en uit gesprekken met wijkraden. We hebben er daarom voor gekozen om de inzet van toezicht en handhaving toe te spitsen op de overlastsituaties die voor de betreffende wijk een hoge prioriteit hebben. Deze buurtspecifieke aanpak vraagt om maatwerk.
3.1 Aanvullende speerpunten binnen het Programma 2017
Binnen de gemeentelijke organisatie zijn er tal van raakvlakken met andere disciplines. Zij hebben de volgende activiteiten aangedragen, die van invloed zijn geweest op onze prioriteiten voor 2017:
3.2 Beleidsontwikkelingen in 2017
In 2017 speelden twee belangrijke beleidsontwikkelingen:
Bij het opstellen van het Programma 2017 was de impact van deze ontwikkelingen op de toezicht- en handhavingstaken nog onduidelijk. De verwachte verschuiving in activiteiten heeft niet plaatsgevonden, omdat de plannen die voortvloeien uit deze beleidsontwikkelingen pas in 2018 worden uitgevoerd.
3.3 Wijzigingen ten opzichte van het Programma 2017
Hoewel het voorliggende verslag een beschrijving is van de integrale benadering van veiligheid zijn een aantal onderwerpen welke separaat worden gerapporteerd binnen een ander kader omdat het samenhang van maatregelen daar beter tot zijn recht komt op die manier dan in dit jaarverslag wat primair een verantwoordingsinstrument is in het kader van het provinciaal interbestuurlijk toezicht. Het betreft de volgende onderdelen:
In het Programma 2017 hebben we ‘fraude’ als thema meegenomen. Binnen dit thema valt het taakveld fraudebestrijding met betrekking tot uitkeringen op grond van sociale wetgeving. Gerelateerde activiteiten, waaronder het project ‘Landelijke aanpak adreskwaliteit’, zijn daarom niet in dit jaarverslag opgenomen. Uiteraard is de aanpak integraal en elkaar versterkend.
In de loop van 2017 is deze taak opgenomen in het Sociaal Economisch Domein. Gerelateerde activiteiten, waaronder controles van bestaande kindercentra en gastouders, zijn daarom niet in dit jaarverslag opgenomen. Ook hier werken we integraal en elkaar versterkend.
Een belangrijke ontwikkeling die niet in het Programma 2017 was opgenomen, maar die wel onze aandacht vroeg, was de situatie op Hazeldonk. Daar was al enige tijd sprake van criminaliteit, zoals ladingdiefstal en drugshandel. Daarnaast werd de omgeving vervuild en vernield, en ontstonden er geregeld gevaarlijke situaties doordat trucks op de vluchtstrook werden geparkeerd. Medio 2017 is daarom een plan uitgevoerd om het voormalige douaneterrein om te bouwen tot een beveiligde truckparking.
In de aanloop naar dit project en tijdens de uitvoering ervan hebben vier BOA’s toezicht gehouden. Ook handhaafden zij op het parkeerverbod. Hierdoor is de criminaliteit op Hazeldonk gehalveerd. De omgeving is verbeterd, er is minder overlast, chauffeurs voelen zich veiliger en ook de lokale ondernemers zijn blij met de nieuwe situatie. Ook na de verbouwing hebben we toezicht en handhaving ingezet. Daarbij werkten onze BOA’s nauw samen met de politie. Waar dat nodig was, zetten zij ook een tolk in om de taalbarrière met de chauffeurs te overwinnen.
De problemen zijn dus sterk verminderd, maar nog niet geminimaliseerd. Daarom zetten wij ook in het eerste kwartaal van 2018 toezicht en handhaving in. Hoe de periode daarna eruitziet, is nu nog niet duidelijk.
In 2017 heeft de samenwerking tussen de gemeente, de politie, het OM, de NS en de stichting Maatschappelijke Opvang Breda en omstreken in het kader van VAST (VAlkenbergSTation) verder vorm gekregen. De inzet van particuliere beveiligers in Het Valkenberg en de Willemstraat is overgenomen door BOA’s van de gemeente. Maandelijks vindt er een overleg plaats tussen de partners om eventuele overlastsituaties te bespreken en acties uit te zetten. Dit heeft ertoe geleid dat de overlast in het gebied sterk is afgenomen. Het aantal meldingen door bewoners en passanten in Het Valkenberg en de Spoorbuurt over drugsoverlast is gedaald naar minder dan vijf per maand. Ook in het station is het aantal meldingen van drugsoverlast zeer beperkt. Wél vraagt de aanwezigheid van hangjeugd geregeld de aandacht.
De partijen werken nauw samen met het Veiligheidshuis. Binnen het Veiligheidshuis wordt met partners in de straf- en zorgketen samengewerkt voor de aanpak van complexe casuïstiek. Dit heeft ertoe geleid dat een beperkt aantal personen, die zich ook manifesteerden in Het Valkenberg, zijn opgenomen in een zorgtraject. Door deze persoonsgerichte aanpak stadsbreed uit te voeren, kon een (blijvende) verplaatsing van de overlast naar andere delen van de stad worden tegengegaan.
4 UITGEVOERDE TAKEN EN ACTIVITEITEN
De gemeente heeft een toezichthoudende en handhavende taak op diverse taakvelden. Per taakveld hebben we in het Programma 2017 verschillende doelen gesteld. Een groot deel van deze doelen is bereikt. Daarbij hebben we de prioriteit die bepaalde activiteiten hebben meegekregen, meegewogen in de uitvoering ervan.
Op de volgende taakvelden hebben we de doelen bereikt conform het Programma 2017:
Deze taakvelden worden daarom verder niet besproken in dit jaarverslag. We gaan hieronder verder in op de speerpunten en taakvelden waarop we zijn afgeweken van het Programma 2017.
Op de volgende speerpunten zijn we afgeweken van het Programma 2017:
Hieronder lichten we de ontwikkelingen op deze speerpunten verder toe.
In 2017 is het programma VANG (Van Afval Naar Grondstof) gerealiseerd. Daarbij was een goede samenwerking met het instrument toezicht en handhaving een vereiste; handhaving is immers vaak het sluitstuk, naast communicatie en uitvoering. Om onze inwoners goed voor te lichten over de nieuwe manier van afvalscheiding, heeft Afvalservice zeven afvalcoaches aangetrokken. Zij hebben een controlerende en een opvoedkundige functie. Hiermee heeft Afvalservice inwoners aangesproken die hun afval niet goed scheidden en hen uitleg gegeven over afvalscheiding. Helaas waren er ook hardnekkige gevallen, waarbij het optreden van een BOA onmisbaar was. Deze samenwerking heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de uitrol van VANG. Omdat het project in 2018 verdergaat, is het belangrijk dat we doorgaan met het geven van informatie en met de controles op afvalscheiding.
Illegale kap en herplantingsplicht
Bomen die alleen mogen worden gekapt met een vergunning, zijn in kaart gebracht op de ‘bomenkaart; vergunningplichtige houtopstanden’. In 2017 hebben we een samenwerking opgezet met Staatsbosbeheer voor het toezicht op illegale kap in het buitengebied van Breda. Staatsbosbeheer heeft de bevoegdheid om handhavend op te treden binnen de gemeente. Hierbij maken zij geen gebruik van een bestuurlijke boete. Daar waar ze illegale kap constateren, leggen ze een herplantingsplicht op.
In 2017 hebben we een hoge prioriteit gegeven aan de aanlegvergunningen voor boten. Hier hebben we het hele jaar flink op ingezet. Daarbij hebben we alle (illegale) ligplaatsen, de ligplaatsen grenzend aan tuinen en de gezonken boten in kaart gebracht. Alle illegaal aangemeerde en gezonken boten zijn geruimd. In samenwerking met het waterschap hebben we een legaliseringstraject opgestart voor de boten die grenzen aan tuinen.
Door deze acties is het varen op de singels in Breda meer in beeld gekomen. Dat heeft geresulteerd in een langere wachtlijst (van zo’n 300 mensen) voor een ligplaats in de singels. Om de wachtenden én de huidige ligplaatshouders tegemoet te komen, vragen we nadrukkelijk aandacht voor de aanleg van een trailerhelling, zeker gezien het komende verbod om de oevers te gebruiken om een boot te water te laten.
De afgelopen jaren is de waterrecreatie in Breda flink toegenomen, net als het aantal waterevenementen. Een nadelig bijeffect is dat de inwoners ook meer overlast ervaren. Daarom hebben we in overleg met de politiek het initiatief genomen om de fysieke handhaving te water verder vorm te geven. Dit heeft geleid tot de aanschaf van een eigen handhavingsboot en de opleiding van zes BOA’s en een medewerker bestaande stad om tijdens het vaarseizoen direct toezicht te houden op de naleving van de gedragsregels op het water. Dit doen we in samenwerking met waterschap Brabantse Delta en de politie.
De aanleg van nieuwe ligplaatsen en de verplaatsing van boten daarheen wordt in mei 2018 afgerond. Ook hierbij heeft het instrument toezicht en handhaving een belangrijke taak. Dit instrument zorgt ervoor dat de gemaakte afspraken worden nageleefd.
Reclameborden in binnenstad: Breda als gastvrije en aantrekkelijke stad
In het kader van de beleidsontwikkeling ‘Breda als gastvrije en aantrekkelijke stad’ hebben we het project ‘Aanpak verrommeling binnenstad’ opgezet. Hierbij hebben we extra aandacht gegeven aan het toezicht op reclameborden. De uitvoering van dit project is echter pas in januari 2018 van start gegaan. We komen dus in ons volgende jaarverslag terug op de resultaten.
De gemeente Breda heeft een belangrijke en actieve rol bij het beoordelen van aanvragen en onderzoeksrapporten, het stellen van ecologische vergunningsvoorwaarden, en toezicht en handhaving hierop. In de hele organisatie is ruim voldoende kennis aanwezig op ecologisch vlak. Deze kennis was echter schaars. Daarom hebben we in de loop van 2017 stappen gezet voor de verbetering hiervan. We hebben een plan ontwikkeld om het ecologische aspect binnen vergunningen en bestemmingsplannen een positie te geven. Ook gaan we de kennis, kunde en capaciteit op toezicht en handhavingsgebied verbeteren. Dit plan wordt in 2018 verder ontwikkeld en uitgevoerd.
Samenwerking met de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
In 2017 heeft de OMWB fase 2 van het plan ‘Huis op orde’ uitgevoerd. Dit is nog een lopend proces, dat naar verwachting medio 2018 is afgerond. We komen hier uitgebreider op terug in ons volgende jaarverslag.
De resultaten op de taakvelden bespreken we per thema.
Vanwege het project ‘Breda asbestvrij’ hebben we een dubbele hoeveelheid meldingen verwerkt. Het doel van dit project is dat alle daken in de gemeente Breda vóór 2024 asbestvrij zijn, conform het rijksbeleid. Door dit project hebben al veel inwoners actie ondernomen om hun asbestdaken te verwijderen. Doordat het aantal meldingen verdubbelde, hadden we minder ruimte om fysiek toezicht te houden op sloopmeldingen. De uitvoering van het fysieke toezicht is dus lager uitgevallen.
Afvalinzameling en illegale stortingen
Mede vanwege het programma VANG (Van Afval Naar Grondstof) hebben we vier keer zo veel meldingen behandeld als we vooraf hadden begroot. Het programma zorgde voor veel nieuwe regels voor gescheiden afvalinzameling. We hebben gehandhaafd op de naleving daarvan.
In 2017 hebben inspecteurs openbare ruimte drie gevallen van illegale kap geconstateerd. In alle gevallen hebben we een herplantingsplicht opgelegd. Daarnaast kwamen nog diverse meldingen binnen over mogelijk illegale bomenkap. In alle gevallen bleek het om bomen te gaan die niet op de ‘bomenkaart; vergunningplichtige houtopstanden’ stonden. Het ging dus om legale bomenkap.
De controle op fout parkeren is een taak van de BOA’s. Zij constateren een overtreding zelf of naar aanleiding van meldingen van inwoners. Per wijk verschilt de mate van overlast door fout parkeren. De controle van betaald parkeren is de taak van de fiscaal controleurs van de gemeente. Zij zijn in de loop van 2017 ondergebracht bij het Parkeerbedrijf van de gemeente Breda. Deze taak valt dus onder ‘uitgevoerd door derden’, net als fietshandhaving.
Bij deze taak reageren we op meldingen van inwoners. In 2017 zijn er minder meldingen geweest dan geraamd. Daardoor hebben we minder toezicht en handhaving in hoeven zetten. Dit is te verklaren door de intensieve inzet op dit taakveld in 2016.
Het aantal evenementen waarop toezicht en handhaving heeft plaatsgevonden, is gelijk aan onze raming. Het aantal uren dat we hieraan besteed hebben, is echter bijna vier keer zo veel. Bij de raming hadden we rekening gehouden met het aantal evenementen en op basis daarvan een aantal uren vastgesteld. We hadden echter geen rekening gehouden met het feit dat er verschil zit in de intensiteit en de duur van evenementen. Daardoor is het feitelijk aantal uren veel hoger dan we vooraf hadden geraamd.
In augustus 2017 is het nieuwe evenementenbeleid in werking getreden. Ruim vóór die tijd was bij toezicht het accent al verschoven naar de voorkant van het proces. Het succes van deze werkwijze is daarom meegenomen in het vastgestelde beleid.
Toezicht aan de voorkant houdt onder meer het volgende in:
Het principe ‘high trust, high penalty’ maakt deel uit van deze handhavingsstrategie. We investeren in toezicht met als doel: mogelijk maken dat we meer los kunnen laten in de handhaving. We evalueren evenementen en vertalen de conclusies naar maatregelen bij vervolgaanvragen die een organisator indient. Bij een positieve evaluatie kan dit leiden tot een vermindering van toezicht en handhaving en in negatieve evaluaties tot een intensivering van toezicht en handhaving (of in het uiterste geval het niet verstrekken van de vergunning).
Handhavingsknelpunten (BIT) en wet Bibob
De rol van de gemeente binnen de aanpak én het tegengaan van ondermijnende criminaliteit wordt steeds groter. Naast strafrechtelijke maatregelen blijken juist ook bestuurlijke maatregelen van essentieel belang om de criminelen te frustreren en tegen te houden. Daarom is voor dit thema in de loop van 2017 een stadsmarinier aangenomen. Hierdoor is de prioritering van dit thema verhoogd en hebben we meer ingezet op het uitvoeren van gecoördineerde integrale handhavingsacties (219 panden tijdens 26 acties). Deze acties kunnen criminelen verstoren in hun activiteiten. Tegelijkertijd geven ze ons ook inzicht in ondermijnende activiteiten. Daarnaast heeft de burgemeester twintig keer een drugspand gesloten op grond van de Opiumwet. Dertig keer gaf hij hiertoe een waarschuwing af.
Een ander instrument dat we hebben toegepast, is het toetsen van vergunningaanvragen op de Wet Bibob. Het aantal toetsen is nagenoeg hetzelfde als in 2016. Wat wel opvalt, is dat we bijna drie keer zo vaak advies hebben gevraagd aan het Landelijk Bureau Bibob.
De rol van gemeenten bij de aanpak van ondermijnende criminaliteit is nog vele malen groter. Krachtig, weerbaar optreden over de volle breedte van de gemeentelijke organisatie is een vereiste om de ondermijnende criminelen enigszins een halt te kunnen toeroepen. In 2017 hebben we de eerste stappen gezet door:
Uitgevoerd door derden (inclusief overzicht OMWB)
Het Regionaal Bureau Leerplicht West-Brabant (RBL West-Brabant) is een gemeenschappelijke regeling van achttien West-Brabantse gemeenten. Zij hebben leerplichtambtenaren in dienst, van wie de meeste eveneens buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) zijn. Deze opsporingsbevoegdheid is een onderdeel van de uitvoeringstaken van de leerplichtambtenaren. De gemeente Breda heeft daarvoor acht BOA’s in dienst.
Deze doelen komen onder meer voort uit de ambitie die is gesteld in het Thuiszitterspact:
‘In 2020 zit geen enkel kind langer dan drie maanden thuis zonder passend onderwijsaanbod’
De samenwerking tussen het onderwijs, de overheid en de arbeidsmarkt is in 2017 nog verder verbeterd. De leerling wordt gevolgd en er wordt gekeken naar wat het beste voor hem is. We gaan uit van zijn talenten en zorgen voor de juiste begeleiding: naar een opleiding, naar werk en indien nodig ook om zijn leven weer op de rit te krijgen. Daarnaast heeft een soepele doorstroming de aandacht om jongeren op school én gemotiveerd te houden.
De intensiteit van het betaald parkeren is toegenomen. De controles kosten meer tijd door de invoering van kentekenparkeren. Hierdoor is niet meer in één opslag aan een parkeerkaartje te zien of iemand betaald heeft. Elke auto wordt gescand en dat kost veel tijd.
Vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van milieu wordt verricht door de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB). Dit gebeurt onder de verantwoordelijkheid van het college. Op grond van een dienstverleningsovereenkomst (DVO) sluiten we jaarlijks een werkplan af. De taken in het werkplan zijn gesplitst tussen taken die zijn opgenomen in het basistakenpakket (gebaseerd op landelijke afspraken) en de zogeheten verzoektaken en collectieve taken. Zo’n 50% van de financiën uit het totale werkprogramma van Breda bestaat uit taken op het gebied van toezicht en handhaving.
De OMWB heeft een eigen begrotings- en verantwoordingscyclus, die afzonderlijk aan de gemeente Breda wordt voorgelegd. Daarom gaan we hier in dit jaarverslag niet verder op in. De resultaten van de OMWB zijn te vinden in bijlage 4.
5 KWALITEIT VTH OMGEVINGSRECHT BREDA 2017
In de Wet vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) van 2016 is bepaald dat de provincie en de gemeenten als bevoegde gezagen het kwaliteitsniveau van de uitvoering moeten vastleggen in een verordening. Zij kunnen hiervoor de kwaliteitscriteria gebruiken die door de decentrale overheden zelf zijn ontwikkeld.
Noord-Brabant richtte hiervoor een werkgroep op die de provincie, de omgevingsdiensten en achttien gemeenten vertegenwoordigde, waaronder Breda. Deze werkgroep heeft de Brabantbrede Verordening Kwaliteit VTH Omgevingsrecht opgesteld (kortweg: de Brabantbrede Verordening). De landelijke kwaliteitscriteria 2.1 zijn hiervoor het uitgangspunt. De Brabantbrede Verordening werd in maart 2016 aangeboden aan de provincie en de gemeenten. De gemeente Breda heeft vervolgens in november 2016 haar eigen verordening Kwaliteit VTH Omgevingsrecht Breda 2017 vastgesteld, die was gebaseerd op deze Brabantbrede Verordening en in werking trad op 1 januari 2017. Hiermee hebben we voldaan aan onze wettelijke verplichting.
De verordening bevat diverse eisen waaraan de gemeente minimaal moet voldoen ten aanzien van capaciteit, kennis, ervaring en opleidingsniveau. De gemeente meet zich jaarlijks aan het gestelde kwaliteitsniveau. Hiermee geven we invulling aan onze horizontale verantwoordingsplicht.
Eind 2016 heeft de gemeente Breda in samenwerking met MasterMeester een eerste kwaliteitsmeting verricht. Hierbij hebben we gemeten in hoeverre we voldeden aan de Brabantbrede Verordening én aan de kwaliteitscriteria 2.1. Deze kwaliteitsniveaus zijn namelijk niet één op één gelijk. Onlangs hebben we gemeten of de geconstateerde verbeterpunten in de loop van 2017 aangepakt zijn.
5.1 Resultaten van de meting aan de Brabantbrede Verordening
De gemeente Breda voldeed in 2016 vrijwel geheel aan het kwaliteitsniveau dat is vastgelegd in de Brabantbrede Verordening. Op één onderdeel scoorden we niet voldoende. Dit lichten we hieronder kort toe.
5.2 Resultaten van de meting aan de kwaliteitscriteria 2.1
De gemeente Breda voldeed in 2016 nog niet volledig aan het kwaliteitsniveau van de kwaliteitscriteria 2.1.
Op een aantal gebieden moesten we verbeteren. Naast het onderdeel ‘geluid’ (zie hierboven) gaat het om:
Behandelen juridische aspecten Afwijkingsbesluit
De meting over 2017 laat zien dat de gemeente Breda voldoet aan de kwaliteitsniveaus van de Brabantbrede Verordening én de kwaliteitscriteria 2.1.
In het Programma 2017 zijn enkele aanbevelingen opgenomen, waaronder de benadering van inwoners over hun ervaringen met de afhandeling van meldingen. In 2017 hebben we de basis gelegd voor een klanttevredenheidsonderzoek onder deze melders. Dat onderzoek wordt op dit moment verder uitgewerkt, zodat we het in de loop van 2018 kunnen uitvoeren.
Een andere aanbeveling ging over het opnemen van vragen over specifieke overlastsituaties in de gemeentelijke beleidscyclus. In 2017 hebben we hiervoor een plan opgesteld. De uitvoering hiervan start in 2018.
Het brede takenpakket van de BOA’s kent voor- en nadelen. Het voordeel is dat zij flexibel op tal van onderwerpen kunnen worden ingezet als de informatie en risico’s daarom vragen. De keerzijde daarvan is dat de BOA’s andere taken niet kunnen oppakken. Het verdient aanbeveling om hierin een bestuurlijk escalatiemodel te gebruiken om de bestuurders die verantwoordelijk zijn voor de diverse taken hierbij te betrekken.
Daarnaast werken we in 2018 verder aan de projecten en samenwerkingsverbanden die in 2017 liepen of zijn opgestart.
De samenwerking verloopt op een goede manier. Door de veranderende rol van de politie en van de BOA moet er een verdieping plaatsvinden om ervoor te zorgen dat de veiligheid en leefbaarheid geborgd blijven en dat wederzijdse taken, rollen en verantwoordelijkheden helder blijven en stroken met de wederzijdse verwachtingen. Verder gaan we de ingezette koers voor de gezamenlijke, gebiedsgerichte inzet verder intensiveren en daarmee de zichtbaarheid van de BOA binnen de gebieden verder vergroten.
Brandweer Midden- en West-Brabant:
Vanaf 2018 steven we naar een MWB-norm. Deze omvat: kwaliteit, productiviteit, het regionale uitvoeringsprogramma, basistaken en verzoektaken. Het doel is dat de OMWB volgens eenzelfde norm werkt voor elke deelnemer, waardoor vergelijkbare bedrijven in verschillende gemeenten op dezelfde manier behandeld worden.
Het RIEC richt zich op de ondersteuning bij de bestuurlijke en integrale aanpak van ondermijnende criminaliteit. Het uitgangspunt is één overheidsbrede aanpak van ondermijnende criminaliteit, waarbij de taken en expertises van de deelnemende partijen (Openbaar Ministerie, gemeenten, provincies, Belastingdienst, FIOD, douane, ISZW en KMAR) zó worden ingezet dat we een maximaal resultaat behalen.
BIJLAGE 2: UITLEG VAN PRIORITEITEN
BIJLAGE 3: UITWERKING INZET TAAKVELDEN TOEZICHT EN HANDHAVING 2017
BIJLAGE 4: RESULTATEN OMGEVINGSDIENST MIDDEN-EN WEST-BRABANT (OMWB)
Milieuklachten (basistaak) en horecaklachten (verzoektaak)
Doel Waarborgen van de leefbaarheid in gebieden waar bedrijven gevestigd zijn.
Doel: Het beheersen van het milieurisico dat wordt veroorzaakt door de bedrijfsvoering van bedrijven.
Milieutoezicht (niet-verplichte basistaak)
Doel: Het beheersen van het milieurisico dat wordt veroorzaakt door de bedrijfsvoering van bedrijven.
Doel: Ongewenste milieusituaties opsporen en bestraffen.
Toezicht bodem (basistaak en verzoektaak)
Doel: Een bodem die geschikt is voor de gebruiksfunctie die hij heeft of gaat krijgen.
Collectieve taken (verplichte taken )
Doel: Beheersen van het milieurisico dat wordt veroorzaakt door de (illegale) bedrijfsvoering van bedrijven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-144769.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.