Nadere regels prostitutiebedrijven ter uitvoering van artikel 3:3 Algemene plaatselijke verordening

Het college van de gemeente Papendrecht;

 

gelet op het bepaalde in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening (hierna APV);

 

overwegende dat;

 

het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de verkeersvrijheid of

-veiligheid, de gezondheid of zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostituee, geboden is de exploitatie van seksinrichtingen en escortbedrijven aan nadere regels te binden;

 

dat de gemeenteraad op 7 juni 2018 de Algemene plaatselijke verordening heeft vastgesteld en het in verband daarmee wenselijk is in dit kader een nieuw besluit te nemen;

 

 

besluit:

 

 

Vast te stellen de Nadere regels prostitutiebedrijven ter uitvoering van artikel 3:3 Algemene plaatselijke verordening

 

PARAGRAAF 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Inrichting: een seksinrichting en een escortbedrijf;

  • 2.

    Seksinrichting: de inrichting als bedoeld in artikel 3:1 onder c, APV, waaronder begrepen ook een prostitutiebedrijf;

  • 3.

    Escortbedrijf. het bedrijf als bedoeld in artikel 3:1 onder d, APV;

  • 4.

    Exploitant: de exploitant als bedoeld in artikel 3:1 onder f, APV:

  • 5.

    Beheerder: de beheerder als bedoeld in artikel 3:1 onder g, APV

  • 6.

    Bouwwerk: een bouwwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Bouwverordening gemeente Papendrecht;

  • 7.

    Werkruimte: de verblijfsruimte waar de feitelijke seksuele dienstverlening plaatsvindt;

  • 8.

    Verblijfsruimte: een besloten ruimte, bestemd voor het verblijven van mensen;

  • 9.

    Bouwbesluit: het Besluit als bedoeld in artikel 2 Woningwet houdende de technische voorschriften omtrent het bouwen van bouwwerken en de staat van bestaande bouwwerken;

  • 10.

    Bouwverordening: de Bouwverordening door de gemeenteraad vastgesteld.

 

PARAGRAAF 2 INRICHTINGSEISEN

 

Artikel 2 Inrichtingseisen prostitutiebedrijven

  • 1.

    Tot een prostitutiebedrijf moeten tenminste behoren:

    • a.

      één of meer werkruimten;

    • b.

      een keuken;

    • c.

      een kleedkamer met een afsluitbare hang- / Iegkast;

    • d.

      een verblijfsruimte ingericht als dagverblijf met een oppervlakte van ten minste 3,6 m x 3,6 m.

  • 2.

    Samenvoeging van de keuken en het dagverblijf, dan wel de kleedkamer en het dagverblijf, is toegestaan als daarmee, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, een gelijkwaardige situatie wordt bereikt.

  • 3.

    Het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer mogen niet voor prostitutiedoeleinden worden gebruikt.

  • 4.

    Elke werkruimte moet voorzien zijn van een wasbak (dan wel andere wasgelegenheid) met warm en koud stromend water een afsluitbare hang/legkast en een vloeroppervlakte hebben van ten minste 9 m2.

  • 5.

    In een prostitutiebedrijf moet uitsluitend ten behoeve van de prostituees en het overige personeel tenminste één toiletruimte en één badruimte aanwezig zijn.

 

Artikel 3 Overige voorzieningen prostitutiebedrijven

De werkruimten van een prostitutiebedrijf moeten gedurende de aanwezigheid van de prostituees, hetzij door daglicht, hetzij door kunstlicht, hetzij door beide, voldoende en doelmatig zijn verlicht.

 

Artikel 4 Veiligheidsvoorzieningen prostituees

  • 1.

    Iedere werkruimte dient voorzien te zijn van een zogenaamd stil alarm.

  • 2.

    De toegangsdeur van een werkruimte mag niet van binnen uit afsluitbaar zijn.

  • 3.

    Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing indien een toegangsdeur van een werkruimte is gelegen aan de weg.

 

PARAGRAAF 3 BRANDVEILIGHEIDSEISEN PROSTITUTIEBEDRIJVEN

 

Artikel 5 Brandveiligheidsvoorschriften

Een prostitutiebedrijf dient te voldoen aan de desbetreffende eisen gesteld in het Bouwbesluit en de Bouwverordening (gebruiksvergunning).

 

PARAGRAAF 4 GEBRUIKS-, GEDRAGS- EN GEZONDHEIDSVOORSCHRIFTEN

 

Artikel 6 Algemeen

De exploitant van een seksinrichting of escortbedrijf is verplicht maatregelen te treffen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid van de in de inrichting of het bedrijf werkzame prostituees, alsmede de bescherming van de volksgezondheid.

 

Artikel 7 Technische hygiënezorg

  • 1.

    De exploitant van een seksinrichting dient er voor zorg te dragen dat de inrichting voldoet aan de hygiëne-eisen die door de GGD worden gesteld, zoals vermeld in het hygiëne protocol GGD Zuid-Holland Zuid.

  • 2.

    De exploitant verleent aan de GGD toegang tot de seksinrichting en werkt mee aan het bezoek van de medewerker van de GGD die jaarlijks een technisch-hygiëne inspectie uitvoert. Van deze hygiëne-inspectie wordt door de GGD een rapport gemaakt dat wordt toegezonden aan de exploitant. Een afschrift van dit rapport wordt aan de gemeente gezonden.

 

Artikel 8 Preventie

  • 1.

    De exploitant van een inrichting verleent de GGD toegang tot de inrichting en verleent medewerking aan preventieactiviteiten van de GGD gericht op verbetering van de gezondheidssituatie van de bij hem werkzame prostituees.

  • 2.

    De exploitant van een inrichting voert een ‘veilig seks beleid’. Hij ziet erop toe dat er geen onveilige seks wordt aangeboden en dat veilige seks wordt bewerkstelligd.

  • 3.

    De exploitant van een inrichting draagt zorg voor verspreiding onder de bij hem werkzame prostituees van voor hen toegankelijk en in begrijpelijke taal geschreven voorlichtings- en informatiemateriaal, over gezondheidsrisico’s van hun werk, m.n. seksueel overdraagbare aandoeningen, en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van gezondheidszorg- en hulpverleningsinstellingen.

  • 4.

    De exploitant van een prostitutiebedrijf of escortbedrijf dient zorg te dragen voor een lijst van hulpverleningsinstanties en belangenverenigingen voor prostituees die voor de werkzame prostituees steeds toegankelijk is.

  • 5.

    De exploitant van een prostitutiebedrijf stelt huisregels op om de klant te informeren over de toepassing van veilig sekstechnieken en het in de huisregels beschreven zelfbeschikkingsrecht van de prostituees. De huisregels dienen op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats opgehangen te worden.

  • 6.

    In de onder lid 5 bedoelde huisregels wordt in ieder geval opgenomen:

    • a.

      de prostituee mag klanten weigeren;

    • b.

      de prostituee is niet verplicht als daarom wordt verzocht met de klant alcoholhoudende dranken te drinken en andere verdovende middelen te gebruiken;

    • c.

      de prostituee is niet verplicht om, als daarom wordt verzocht, zonder gebruik van een condoom te werken;

  • 7.

    De huisregels genoemd in het vorige lid gelden ten minste ook voor ieder escortbedrijf.

  • 8.

    De exploitant van een seksinrichting draagt er zorg voor dat op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats actueel foldermateriaal ten aanzien van veilige seks en seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) ter inzage liggen.

  • 9.

    De exploitant van een seksinrichting draagt er zorg voor dat in de inrichting te allen tijde voldoende wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn.

 

Artikel 9 Geneeskundig onderzoek

  • 1.

    De exploitant van een prostitutiebedrijf en escortbedrijf stelt de bij hem werkzame prostituees in de gelegenheid zich vier keer per jaar op seksueel overdraagbare aandoeningen en overige aan het beroep gerelateerde klachten bij de GGD of bij een bij de GGD bekende arts geneeskundig te laten onderzoeken.

  • 2.

    Indien het in het vorige lid bedoelde onderzoek door een andere arts wordt verricht meldt de exploitant de GGD schriftelijk naam en adres van die arts.

 

PARAGRAAF 5 OVERIGE VERPLICHTINGEN VAN EXPLOITANT EN BEHEERDER

 

Artikel 10 Leeftijdsgrens bezoekers

De exploitant mag gedurende de uren dat de inrichting geopend is geen personen jonger dan 16 jaar in zijn inrichting toelaten.

 

Artikel 11 Bewoningsverbod prostitutie bedrijf

  • 1.

    Het is verboden om het gedeelte van een gebouw dat door de exploitant bestemd is als prostitutiebedrijf als woonruimte in gebruik te nemen dan wel daarin te over nachten.

  • 2.

    De exploitant is verplicht op het bepaalde in het vorige lid toezicht uit te oefenen.

 

Artikel 12 Verboden reclame

Het is verboden voor een prostitutiebedrijf of escortbedrijf reclame te maken waarbij de garantie wordt gegeven of op andere wijze wordt aangegeven dat de in het prostitutiebedrijf of escortbedrijf werkzame prostituees vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.

 

Artikel 13 Escortbedrijf

De exploitant van een escortbedrijf is verplicht aan de gemeente door te geven onder welke telefoonnummers het bedrijf haar diensten aanbiedt.

 

PARAGRAAF 6 SLOTBEPALINGEN

 

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan.

 

Artikel III Intrekking

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit besluit wordt het besluit ingetrokken van het college van 16 maart 2010.

 

Artikel IV Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere regels prostitutiebedrijven.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 19 juni 2018,

de secretaris

R. van Netten

de burgemeester

A-J Moerkerke

Naar boven